35 975 Najaarsnota 2021

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2021

In het debat met uw Kamer over de Najaarsnota op 14 december jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 34, Debat over de Najaarsnota 2021 (Kamerstuk 35 975, nr. 1)) heb ik toegezegd om terug te komen op de vraag van mevrouw Inge van Dijk (CDA) over de compensatie voor gemeenten voor hun inkomstenderving door corona. Zij vroeg waarom er gereserveerde middelen voor inkomstenderving zijn doorgeschoven naar 2022. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

De middelen zijn doorgeschoven omdat in 2021 nog niet alle gemeenten de definitieve gegevens van de inkomstenderving 2020, van met name de toeristenbelasting, voor handen hadden ten tijde van de Najaarsnota. Daarom zijn de nog gereserveerde middelen doorgeschoven naar 2022.

Voor 282 gemeenten is de compensatie over 2020 bij de Najaarsnota volledig afgerond. Voor 48 gemeenten is de compensatie, vanwege het feit dat de definitieve gegevens van de toeristenbelasting ten tijde van de Najaarsnota nog niet voor handen waren, gedeeltelijk afgerond. Voor 25 gemeenten kon de reële compensatie ten tijde van de Najaarsnota nog niet worden bepaald.

In totaal hebben gemeenten tot nu toe € 329 miljoen ontvangen ter compensatie van de inkomstenderving 2020. Provincies ontvingen hiervoor ruim € 3 miljoen. De waterschappen zullen in 2022 nog worden gecompenseerd voor hun eventuele inkomstenderving 2020. Naast de gederfde inkomsten ontvangen gemeenten ook compensatie voor extra uitgaven door corona, dit was voor 2020 ca. € 1,4 miljard en voor 2021 is dit nu op ca. € 1,4 miljard begroot.

Met de medeoverheden is afgesproken dat zij ook voor 2021 reële compensatie ontvangen voor de gederfde inkomsten. Hiervoor is € 200 miljoen gereserveerd op de Aanvullende Post. De derving wordt bepaald aan de hand van de gemeentelijke jaarverslagen 2021. Naar verwachting is hier bij Najaarsnota 2022 meer duidelijkheid over, waarna dit wordt verwerkt, conform reguliere begrotingssystematiek.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra