31 066 Belastingdienst

Nr. 829 MOTIE VAN HET LID INGE VAN DIJK C.S.

Voorgesteld 9 juni 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er een grote maatschappelijke druk ligt op het snel herstellen van het leed dat gedupeerde toeslagouders (inclusief ex-partners en kinderen) en gedupeerden van huur- en zorgtoeslag en kindgebonden budget (niet-KOT) is aangedaan, en regelingen hiervoor van grote betekenis zijn voor de gedupeerden;

constaterende dat de UHT met de Catshuisregeling en de bijna gereedstaande brede schuldenaanpak voor een enorme organisatorische opgave staat waarbij er fouten worden gemaakt;

overwegende dat het komen tot een uitvoerbare en juridisch houdbare brede schuldenaanpak hoge prioriteit heeft en dat daarbij ook oog is voor de verschillende situaties van de ouders;

overwegende dat het onwenselijk is als nieuwe of meer problemen ontstaan bij gedupeerden of uitvoeringsorganisaties;

overwegende dat deze regelingen grote implicaties voor de rijksbegroting kunnen hebben en daarom een integraal beeld van de financiële consequenties van de regelingen wenselijk is;

verzoekt de regering, een uitvoerbare en juridisch houdbare brede schuldenaanpak voor gedupeerden als eerste prioriteit te stellen, scenario's of mogelijkheden voor de kindregeling, de ex-partnerregeling en niet-KOT voor het reces met de Kamer te delen en te bespreken, en daaruit volgend alleen zaken ter besluitvorming inzake de kindregeling, de ex-partnerregeling en niet-KOT voor te leggen die voorzien zijn van een grondige uitvoeringstoets bij alle betrokken partijen en een toets op juridische houdbaarheid;

verzoekt de regering, daarbij een helder overzicht te geven van de implicaties voor de rijksbegroting voor de komende jaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Inge van Dijk

Kat

Idsinga

Grinwis

Naar boven