31 934 Douane

Nr. 59 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2022

Met deze brief ontvangt u de eerste «Stand-van-zakenbrief» Douane.

Zoals aangegeven in de brief bij de afsluitende Voortgangsrapportage (VGR) Douane 2021 van 22 juni jl.1 is het streven om de Tweede Kamer periodiek met een stand-van-zakenbrief te informeren. Deze brief vormt de eerste brief volgens deze aanpak en richt zich op de actuele onderwerpen binnen de Douane.

Deze brief gaat in op de toezeggingen uit het debat met uw vaste Kamercommissie van Financiën op 9 maart jl. (Kamerstuk 31 934, nr. 57) Daarnaast informeert deze brief u over de belangrijkste ontwikkelingen in de uitvoering van het jaarplan Douane 2022. Een van de onderwerpen betreft de betaling in 2022 van bijna € 100 miljoen (waarvan € 61 miljoen onder voorbehoud) aan de Europese Commissie in het kader van de traditionele eigen middelen (TEM). Deze wordt gedekt uit de reservering TEM, die voor dit doel wordt aangehouden op de aanvullende post van de Rijksbegroting. Dit wordt nader toegelicht in deel II, onderdeel 5, van deze brief.

De brief is als volgt opgebouwd:

  • I. Onderwerpen naar aanleiding van toezeggingen Commissiedebat:

    • 1) Integriteit en de verbeteragenda

    • 2) De aanpak van namaakgoederen

    • 3) Verlengde navorderingstermijn

    • 4) Ontwikkelingen en uitdagingen implementatie DWU

    • 5) Sanctiemaatregelen Rusland en Belarus

    • 6) Wetsvoorstel Cameratoezicht

  • II. Onderwerpen uit het Jaarplan Douane 2022:

    • 1) Ondermijning

    • 2) Strategisch Meerjarenplan

    • 3) Professionele en integere Douane

    • 4) Data gedreven organisatie

    • 5) Traditionele eigen middelen

I. Onderwerpen naar aanleiding van het Commissiedebat

1. Integriteit en de verbeteragenda

Toezegging: de Kamer informeren over de stand van zaken aanpak integriteit en de (on)mogelijkheden van AIVD-screening

Het onderzoek dat de Douane in 2020 heeft laten doen naar de beheersing van corruptierisico’s in de Rotterdamse haven, de uitgevoerde 0-meting naar de beleving van integriteit en de reeds lopende initiatieven op het gebied van integriteit hebben geleid tot een Verbeteragenda voor het integriteitsbeleid2. In dat kader wordt de komende 5 jaar een breed scala een verbeteractiviteiten uitgevoerd. Deze activiteiten zijn gericht op bescherming, weerbaarheid en cultuur en organisatie. Dit onderwerp is ook onderdeel van het jaarplan en van het Strategisch Meerjarenplan van de Douane. In paragraaf 2 wordt het Strategisch Meerjarenplan verder toegelicht. Een groot deel van de projecten uit de Verbeteragenda is inmiddels gestart en de eerste resultaten worden zichtbaar:

  • De theatervoorstelling «Grenzeloos» is van start gegaan. Een voorstelling voor en over de Douane, over het werk, de uitdagingen en dilemma’s. Met als belangrijkste onderdeel de gesprekken na afloop van de voorstelling tussen douanecollega’s, waar bewustwording wordt vergroot en ervaringen worden gedeeld met diverse integriteits-, leiderschaps- en cultuurdilemma’s.

  • Dilemmasessies aan de hand van filmfragmenten (Movielearning) worden georganiseerd binnen teams.

  • Een training ethisch leiderschap is ontwikkeld en gevolgd door nagenoeg alle leidinggevenden.

  • Er is geïnvesteerd in het uitbouwen van een professionele netwerk op het terrein van integriteitsschendingen; met diverse collega-organisaties zijn afspraken gemaakt over informatie uitwisseling en samenwerking.

  • Momenteel wordt gewerkt aan de oprichting van een Bureau Veiligheid en Integriteit (BV&I) Douane. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de organisatorische aanbevelingen uit het eerder genoemde onderzoeksrapport en de brief aan de kamer van 16 december 2021 (Kamerstuk 31 934, nr. 55). Per 1 april jl. is de kwartiermaker BV&I gestart. Op dit moment wordt het ontwerp, doel en opzet van BV&I uitgewerkt en zal deze zomer worden vastgesteld.

Screening

  • In de Verbeteragenda wordt ingezet op versterkte screening. Het eerste onderdeel daarvan is de invoering van VOG-P voor nieuw in te stromen medewerkers en BOA’s met geweldsbevoegdheden3 (BOA’s betreft op dit moment ongeveer 2.580 medewerkers). De Douane is vanaf 1 juli gestart met de invoering van de VOG-P.

  • Voor periodieke screening is er een grondslag gecreëerd in de CAO Rijk 2021/2022. Voor de verdere uitvoering binnen Douane vindt momenteel overleg met de vakbonden plaats. Hierover wordt u nader geïnformeerd in de stand-van-zakenbrief in november 2022.

  • In de nieuwe CAO Rijk is geen grondslag voor continue screening gecreëerd. De inzet blijft nog steeds om continue screening voor Douane gerealiseerd te krijgen.

  • Ten aanzien van de toezegging gedaan tijdens het commissiedebat financiën op 9 maart 2022 om uw Kamer te informeren over of en onder welke voorwaarden het mogelijk is om een havengebied aan te wijzen als gebied waar toegang voorbehouden is aan mensen met een bepaalde screening, zoals dat geldt op Schiphol, kan worden gemeld dat de Douane momenteel met de relevante partners binnen het Rijk (zoals de AIVD en NCTV) aan het verkennen is onder welke voorwaarden dit eventueel mogelijk is en wat de implicaties hiervan zijn. Na deze verkennende fase wordt uw Kamer zo spoedig mogelijk geïnformeerd.

2. Aanpak van namaakgoederen

Toezegging: De Kamer informeren over de stand van zaken aanpak namaakgoederen

De Douane controleert het grensoverschrijdend goederenverkeer (waaronder internetaankopen) dat van buiten de EU Nederland binnenkomt. Bijvoorbeeld op Schiphol, maar ook in de havens. Dit doet de Douane onder meer in vrachtzendingen, post, koeriers en in reizigersbagage. Voor de risicoselectie van controles hanteert de Douane methodes deels op basis van risicoanalyse en deels steekproefsgewijs. De Douane controleert daarbij op alle soorten goederen, waaronder op goederen die vermoedelijk inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht. Jaarlijks controleert de Douane vele duizenden zendingen goederen (voor 2022 ruim 18.000 controles gepland).

De Douane legt geen beslag op namaakgoederen, maar houdt deze tegen om vervolgens de houder van het betreffende intellectuele eigendomsrechten hierover te informeren. Deze moet binnen 10 werkdagen actie ondernemen. Deze procedure volgt uit de Verordening inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de Douane (608/2013). Het primaat binnen dit kader ligt op de civielrechtelijke handhaving door de houders van een intellectuele eigendomsrecht. Er wordt geen strafrechtelijke handhaving toegepast, op enkele zaken op jaarbasis na die -na melding van de Douane- door de FIOD worden opgepakt.

Het rapport van Europol/EUIPO «Intellectual property crime threat assessment 2022»4 is een bevestiging van een fenomeen dat de afgelopen jaren niet in omvang is afgenomen. In het Commissiedebat van 9 maart jl. is dit rapport aan de orde geweest. De Douane voert over dit rapport overleg met de opdrachtgever EZK. Daarbij komen aan de orde eventuele aanpassingen van de handhavingsstrategie om de effectiviteit van de handhaving te vergroten. De Kamer zal hierover in november in de volgende stand van zaken brief worden geïnformeerd.

3. Verlengde navorderingstermijn

Toezegging: De Kamer informeren over ondernemerszorgen met betrekking tot verlengde navorderingstermijnen

Het bedrijfsleven heeft haar zorgen geuit over de toepassing van de verlengde navorderingstermijn. Het Ministerie van Financiën is over de verlengde navorderingstermijn in gesprek met het bedrijfsleven. In nauw overleg is de materie, inclusief de oplossingssuggestie van het bedrijfsleven, onderzocht. Momenteel worden diverse scenario’s in kaart gebracht en die zullen de komende tijd worden besproken met het bedrijfsleven. In de stand van zaken brief van november wordt u hierover geïnformeerd.

4. Ontwikkelingen en uitdagingen implementatie DWU

Toezegging: De Kamer informeren over de ontwikkelingen met betrekking tot de implementatie van het DWU

Het douanewetboek van de Unie (DWU) is van toepassing sinds 1 mei 2016. Het DWU beoogt onder andere om te komen tot de volledig elektronische en uniforme afhandeling van alle douaneformaliteiten op Europees niveau. Het geheel moet in 2025 door alle lidstaten en de Commissie geïmplementeerd zijn.

Dit brengt veel ontwikkelwerk in de ICT en de douaneprocessen met zich mee, want systemen zijn complex en onderling met elkaar verbonden.

Voor het meerjarige IV-portfolio van de Douane geldt dat de vraag het aanbod fors overstijgt: de behoefte aan automatisering is veel groter dan de beschikbare capaciteit. Naast de DWU zijn er nog andere ontwikkelingen (geweest) die capaciteit vragen zoals de BTW/e-Commerce-wetgeving, Brexit, ontvlechting van de Belastingdienst en herstelwerkzaamheden voor het Log4j beveiligingslek. Dit naast het noodzakelijk beheer, onderhoud en vernieuwing van systemen. De onbalans tussen vraag en aanbod wordt versterkt door de krapte op de arbeidsmarkt.

Om zo veel mogelijk te kunnen voldoen aan de eisen uit het DWU en om alle ontwikkelingen te kunnen realiseren moet de balans tussen vraag en aanbod hersteld worden. De IV-organisatie moet groeien en openstaande vacatures worden vervuld. Zolang het verhoogde aanbod niet is gerealiseerd, prioriteert de Douane haar IV-ambities. Dit leidt er toe dat deadlines uit de DWU daardoor niet worden behaald. Op dit moment wordt o.a. gewerkt aan de systemen voor invoer, douanevervoer en uitvoer, inclusief risicomanagement. Elk traject kent deelprojecten met eigen deadlines en tussentijdse mijlpalen. Bij enkele van de ruim twintig (deel)projecten met betrekking tot deze systemen is sprake van een overschrijding van deadlines.

Ook vanuit andere lidstaten van de Unie is aangegeven dat deadlines uit de DWU-planning niet gehaald kunnen worden. DG TAXUD is bezig met een inventarisatie van de mogelijkheden en uitdagingen en heeft lidstaten verzocht om te laten weten welke (deel)projecten naar verwachting niet binnen de gestelde deadlines gehaald zullen worden. Nederland heeft dit in mei jl. gedaan.

Met het geven van transparantie over mogelijke overschrijding van deadlines, bieden de lidstaten de Europese Commissie de mogelijkheid om een integraal beeld over alle lidstaten te creëren. Daarmee kan de Commissie maatregelen nemen en de planning voor de gehele douane-unie – waar nodig – herijken, binnen de deadline van 2025. In juli worden de bevindingen door DG TAXUD besproken in een vergadering met vertegenwoordigers van de lidstaten, waarna de Commissie voorstellen voor maatregelen zal uitwerken. Vervolgens wordt nationaal bekeken wat dit betekent voor de planning van de DWU-automatisering. Uiterlijk in de volgende stand van zakenbrief die u in november ontvangt wordt u hierover nader geïnformeerd.

Het bedrijfsleven heeft aangegeven ook moeite te hebben met het DWU-conform maken van hun systemen, door het grote aantal wijzigingen voor de DWU dat in korte tijd moet worden gerealiseerd. Daarnaast speelt ook de krappe arbeidsmarkt voor onder andere IT-personeel de bedrijven en hun softwareleveranciers parten. Het bedrijfsleven wordt door de Douane meegenomen in de communicatie over de planning via het Overleg Douane Bedrijfsleven (ODB) in Nederland en via de Trade Contact Group op EU-niveau. De Douane doet al het mogelijke om de vertragingen in de DWU-implementatie en de eventuele gevolgen hiervan voor het bedrijfsleven zo beperkt mogelijk te houden.

5. Sanctiemaatregelen Rusland en Belarus

Toezegging: De Kamer informeren over de stand van zaken Rusland/Oekraïne

De Douane heeft een belangrijke taak bij de uitvoering van de ingestelde sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus. Deze sanctiemaatregelen zijn verregaand van aard en er is een groot (potentieel) handelsvolume mee gemoeid. Het verantwoordelijke beleidsdepartement Buitenlandse Zaken heeft met de Douane afspraken gemaakt over invulling van de handhaving.

De opdrachtgever, het Ministerie van Buitenlandse Zaken, heeft Douane verzocht te starten met het werven van nieuw personeel voor de uitvoering van sanctiemaatregelen. In de tussentijd zijn er afspraken gemaakt over de tijdelijke herallocatie van capaciteit. U wordt periodiek op de hoogte gehouden in de Kamerbrief «stand van zaken sanctienaleving en -handhaving». Deze brief wordt mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en mijzelf gestuurd door de Minister van Buitenlandse Zaken als coördinerend Minister. In deze brief zijn ook de inspanningen van Douane meegenomen.

Er zijn diverse onderdelen van de sanctiepakketten waarop de Douane sinds het begin van deze nieuwe sancties heeft gecontroleerd (cijfers van 10 juni 2022):

  • Er zijn rond de 133.000 aangiften van vracht- en koerierszendingen van en naar Rusland en Belarus beoordeeld en ruim 2.000 postzakken gescand.

  • Daarnaast zijn er ruim 35.000 containers in de Rotterdamse haven beoordeeld. Er zijn scheepswerven bezocht en vaartuigen onder toezicht geplaatst en zijn er vliegtuigen onder toezicht geplaatst.

  • Tot slot zijn er 145 zendingen vanuit Douane intern voorgelegd bij de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) vanwege mogelijke overtreding van de sanctiemaatregelen.

6. Wetsvoorstel cameratoezicht Douane

Het wetsvoorstel cameratoezicht regelt expliciet de grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens bij het gebruik van zowel vaste als mobiele camera’s door de Douane, waaronder drones. Omdat het wetsvoorstel naar aanleiding van het eerdere advies van de Raad van State op een aantal belangrijke punten specifieker is gemaakt ten opzichte van het eerdere voorstel, en gelet op de gewenste zorgvuldigheid bij het gebruik van camera’s, is het nodig om het wetsvoorstel opnieuw bij de Raad van State voor advies aanhangig te maken, alvorens het aan uw Kamer toe te zenden. Gelet op de termijn die de Raad van State hanteert, lukt het niet om het wetsvoorstel al voor het zomerreces aan de TK aan te bieden zoals eerder gemeld.

II. Onderwerpen uit het Jaarplan Douane 2022

1. Ondermijning

De Douane levert een belangrijke bijdrage aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Dit doet zij primair door het uitvoeren van de reguliere controle- en toezichtstaken als poortwachter aan de EU-buitengrens. Hierover bent u geïnformeerd in de afsluitende Voortgangsrapportage (VGR) Douane 20215.

Op het gebied van ondermijning lopen er verschillende trajecten waar de Douane aan deelneemt, zowel op internationaal, nationaal als lokaal niveau. Een voorbeeld op internationaal niveau is de versterking van de samenwerking met de Belgische Douane. Op nationaal niveau participeert de Douane bijvoorbeeld in de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC). Hier wordt de komende 18 maanden gewerkt aan concrete acties en resultaten in de aanpak van ondermijnende criminaliteit.

Op lokaal niveau werkt de Douane nauw samen met de partners op de lucht- en zeehavens in onder andere de bestrijding van in- en uitvoer van verdovende middelen.

In het jaarplan Douane 2022 zijn een aantal concrete acties benoemd. Hieronder wordt van een aantal punten daar een stand van zaken op gegeven:

  • Plaatsing van liaisons in de VS, Suriname, Curaçao en Panama of Costa Rica; in alle beoogde landen (Verenigde Staten, Panama, Suriname, Curaçao) zijn gesprekken gevoerd met de autoriteiten en de Nederlandse ambassades. Het doel van de liaisons is het versterken van de samenwerking en de informatie-uitwisseling op het gebied van ondermijning tussen Nederland en de genoemde landen. De verwachting is dat een deel van deze Douaneliaisons dit jaar al operationeel is.

  • Uitbreiding van het Team Bijzondere Bijstand (TBB); deze operationele Douane-eenheid binnen het HARC Rotterdam heeft als doel om inbeslaggenomen goederen te beveiligen en te transporteren en verricht samen met andere HARC-partners aanhoudingen die gerelateerd zijn aan de in- of uitvoer van verdovende middelen. Dit jaar is het TBB uitgebreid met 4 fte en de verwachting is dat het TBB dit jaar met nog eens 4 fte uitbreidt, naar 8 fte. Deze uitbreiding heeft tot doel om meer opsporingscapaciteit beschikbaar te hebben naar aanleiding van de stijgende inbeslagnames van cocaïne en ondermijnende criminaliteit.

  • Realisatie van autodetectie in data en scanbeelden van goederen; momenteel wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om artificial intelligence (AI) in autodetectie binnen het scanproces in te voeren. Het ontwikkelen van artificial intelligence dat binnen het scanproces toepasbaar is betreft een relatief nieuw innovatiedomein. Dit betekent dat het een proces is van kleine stappen, waardoor het op voorhand niet mogelijk is om aan te geven wanneer welk deel van deze ontwikkeling goed toepasbaar is. De intentie is om in enkele jaren deze technologie actief toe te passen.

  • De Douane is ook met terminals in gesprek om versnelling aan te brengen in het proces van lossen van de container tot aan het scannen. Dit met het doel om de kansen voor het tussentijds uithalen van cocaïne tot een minimum te beperken. Dit vergt mogelijk aanpassingen in de bedrijfsvoering en van logistieke processen van containerterminals. In de stand van zakenbrief van november 2022 volgt nadere informatie over de concrete mogelijkheden met betrekking tot de beoogde versnelling van het lossen van containers.

2. Strategisch Meerjaren Plan

Onder de paraplu van het Strategisch Meerjaren Plan (SMP) voert de Douane meerdere programma’s uit6. Het algemene beeld is dat de programma’s in lijn met de planning verlopen. Wel zijn er aandachtspunten. Zo is de schaarse beschikbaarheid voor ICT-ontwikkeling een zorg. Voor het programma Verbeteren Informatiepositie Douane is de werving van benodigde deskundigheid en beperking van schaalbaarheid van het datawarehouse een belangrijke voorwaarde. Dat staat onder druk. Door periodieke rapportages wordt de voortgang van het SMP nauwgezet gevolgd. Ook om adequaat te kunnen bijsturen waar nodig. Het SMP wordt jaarlijks herijkt, de nieuwe herijkte versie is in juni 2022 vastgesteld.

3. Professionele en integere Douane

Douane aantoonbaar in control

In het kader van het programma Douane aantoonbaar in control (DAIC) worden de belangrijke operationele, besturende en ondersteunende procesketens beschreven en vastgelegd. De doelstelling is inzicht, overzicht en samenhang te creëren met betrekking tot alle activiteiten binnen de Douane die betrekking hebben op de interne beheersing en het versterken hiervan. Gepland is om het programma in maximaal zes jaar (2020–2025) te realiseren. Dit jaar worden onder andere 12 procesketens beschreven. Dit ligt qua aantal op schema, maar heeft vanwege verminderde beschikbaarheid in benodigde expertise wel een herprioritering in de te beschrijven procesketens tot gevolg. De procesketens worden kortom in een andere volgorde dan gepland beschreven, waarbij de totale looptijd gelijk blijft.

Ontwikkelingen op personeelsgebied

Strategische personeelsopgave

Zoals benoemd in paragraaf 2 loopt als onderdeel van het SMP het programma Strategische personeelsopgave. In dit kader is gestart met de ontwikkeling en implementatie van HR-analytics om hiermee beter inzicht in en overzicht van het huidige personeelsbestand te krijgen en beter geëquipeerd te zijn voor de toekomstige personeelsbehoefte. De Douane ligt op schema met het verkrijgen van de verkennende overzichten op basis van personeelsdata. Deze overzichten zijn beschikbaar om in te zetten in het kader van strategische personeelsplanning.

Belangrijke stappen zijn gezet in het opstellen van een eigen arbeidsmarktstrategie. De bekendheid en positionering van de Douane op de arbeidsmarkt moet worden versterkt. Dit in de context van een verder aantrekkende arbeidsmarkt, waarbij werkzoekenden steeds meer te kiezen hebben en de huidige hoge respons op onze vacatures niet vanzelfsprekend blijft. De arbeidsmarktstrategie is opgeleverd, deze wordt momenteel vertaald in een creatief concept en een doelgroep/kanalen strategie. Tevens wordt in het kader van de Samenwerking Veiligheidsdomein door Politie, Defensie, de Dienst Justitiële Inrichtingen en Douane samengewerkt op dit terrein.

Wervingsinspanning

De Douane heeft de komende jaren te maken met een forse wervingsinspanning. Deze houdt verband met het inlopen op de huidige onderbezetting en de vervangingsvraag als gevolg van reguliere (zoals pensioen-gerelateerde) uitstroom. Voor 2022 is de wervingsbehoefte van de Douane ingeschat op tussen de 600 en 650 fte’s. Voor de eerste vier maanden van 2022 was openstelling voor 261 posities geprognosticeerd en de realisatie komt uit op openstelling voor 257 posities. De daadwerkelijke instroom tot en mei 2022 bedraagt 255 fte.

Leren en ontwikkelen

Begin 2022 heeft de Douane gekozen voor taakgericht opleiden (TGO) als onderwijsvorm voor startopleidingen. Op alle onderdelen van leren en ontwikkelen is in Q1 de gewenste voortgang geboekt. Zo zijn aan hand van het vernieuwde strategisch ontwerp de startopleidingen aangepast en verder verbeterd. Voor de professionalisering van de praktijkbegeleiding zijn de rollen, taken en verantwoordelijkheden van de praktijkbegeleiders nader uitgewerkt. Inmiddels is gekozen voor MijnLeeromgeving (MLO), een platform waar uiteindelijk alle vormen van leren en ontwikkelen voor de Douanecollega’s beschikbaar komen.

De vervangingsvraag bij Douane, en daarmee werving en instroom, blijft hoog en daarmee ook de opleidingsbehoefte. De focus op meer «werkend leren» in de praktijk vraagt veel begeleidingscapaciteit en legt een grote druk op de regio’s. Het tekort aan docenten is een punt van zorg, acuut en voor de lange termijn. Dit vormt een risico voor de gewenste versterking van het vakmanschap en de uitvoering van de startopleidingen. Onderzocht wordt hoe de docentenrol aantrekkelijker gemaakt kan worden en hoe op de gewenste inzet op het gebied van leren en ontwikkelen gestuurd kan worden. Met de vorming van een fulltime docentenpool in de tweede helft van 2022 wordt gezorgd voor meer continuïteit van de instroom- en startopleidingen. Tevens wordt gekeken naar onderwijsvormen die minder inzet van docenten vraagt.

Duurzame inzetbaarheid

De Douane heeft duurzame inzetbaarheid als strategisch thema geformuleerd. Een vertegenwoordiging vanuit de organisatie formuleert een visie op duurzame inzetbaarheid passend bij de Douane. Daarnaast worden er naar aanleiding van het medewerkersonderzoek actiepunten geformuleerd en binnen de eigen invloedssfeer worden zaken opgepakt. Voorbeelden hiervan zijn: efficiënter vergaderen, het maken van onderlinge afspraken over werkverdeling en wanneer men bijvoorbeeld op kantoor aanwezig is.

Diversiteit en inclusie

De Douane hecht eraan een organisatie te zijn met een veilig werkklimaat waar medewerkers zichzelf kunnen zijn en werkplezier ervaren. Er is begin 2022 een start gemaakt met het vertalen van de rijksbrede ambities naar een meerjarenvisie en – strategie met passende activiteiten voor de Douane. Gewerkt wordt aan het invullen van de randvoorwaarden voor de meerjarenstrategie, zijnde het doen van een nulmeting voor het bepalen van de huidige positie en het, bij relevante interne en externe stakeholders, ophalen van input voor de benodigde governance, infrastructuur en interventies. Afronding hiervan is in de tweede helft van dit jaar. Anders dan in het jaarplan 2022 aangegeven, zal het proces om tot een meerjarenvisie en -strategie te komen in 2023 afgerond worden. Het volledige proces duurt langer dan gepland, omdat het creëren van draagvlak en het vertellen van het goede veranderverhaal meer tijd kost dan eerder voorzien.

Leiderschap en cultuur

Met het meerjarige programma Leiderschap en Cultuur wil de Douane het leiderschap en de cultuur van de organisatie toekomstbestendig maken. De volgende activiteiten zijn tot nog toe gepland en uitgevoerd om de doelstellingen te realiseren:

  • Honderd nieuwe managers hebben een generiek on-boardingstraject doorlopen, twaalf intervisiegroepen hebben plaatsgehad en in zes (van de acht) regio’s en op het landelijk kantoor zijn met managers dialoogsessies ethisch leiderschap gevoerd.

  • Het management development (MD) beleid voor de Douane is inmiddels herijkt en verder geprofessionaliseerd. Eén van de initiatieven die daar uit voorkomt, is de inrichting van de MD Adviesraad; een Douane breed gremium waarin op managementtalenten op operationeel en tactisch niveau worden geïdentificeerd en verder worden begeleid in hun loopbaan- en leiderschapsontwikkeling. Daarnaast voorziet het recent ingestelde Strategisch MD beraad in het valideren en verder ontwikkelen van strategische managementtalenten.

4. Data gedreven organisatie

Verbeteren Informatiepositie Douane

Het programma «Verbetering Informatiepositie Douane» is een onderdeel van het SMP. De Douane wil zich verder ontwikkelen naar een data gedreven organisatie. Dat wil zeggen: een organisatie die handhavingsbeslissingen neemt op een transparante wijze, aan de hand van analyses van feitelijke data en cijfers en met behulp van algoritmen die risico’s kunnen voorspellen.

Er is een datamanagementstrategie opgeleverd die in 2022 tot technische als organisatorische stappen leidt.

Er is onderzoek gedaan naar de inrichting van een breed dataplatform waarop de Douane data veilig (rekening houdend met de privacy-risico’s) kan ontsluiten, verzamelen en analyseren en vervolgens kan verwerken tot algoritmen. De adviezen uit dit onderzoek over inrichting, architectuur en investeringen leiden eind 2022 tot een op de Douane afgestemd ontwerp voor het dataplatform. De gegevensbronnen worden gefaseerd ontsloten in 2022/2023. Dit is een risico in het proces; er is een afhankelijkheid van domeinen buiten de Douane, waarover de Douane geen controle heeft.

Op organisatorisch gebied is gewerkt aan de beschrijving van het datagebruik in het primaire proces en de eisen die daaraan worden gesteld op het gebied van privacy, beveiliging en ethiek. Er is een integraal dataketenprocesmodel met bijbehorende governance ontwikkeld door de betrokken afdelingen om het data-gedreven werken te faciliteren.

EORI-nummers

De Douane heeft tevens afgelopen half jaar voorbereidingen getroffen de zogenaamde EORI-nummers (Economic Operators Registration and Identification) met een BSN van natuurlijke personen met een onderneming (eenmanszaken) te kunnen vervangen door nummers zonder BSN. Dit doet de Douane in kader van de bescherming van de privacy. De voorbereidingen lopen door tot 30 september. Vanaf die datum geeft de Douane alleen nog EORI-nummers uit zonder BSN en zijn in de Europese database niet langer EORI-nummers met BSN publiekelijk zichtbaar voor derden.

Digitale Snelweg Douane

Het programma Digitale Snelweg Douane heeft als doel om de informatievoorziening van de Douane geschikt te maken voor de huidige volumegroei. Dit gebeurt door het optimaliseren van applicaties en het robuust maken van de bijbehorende technische infrastructuur. De planning daarvan ligt op koers. Er is een plan opgeleverd om het testproces in te bedden in de reguliere werkwijze, en het nieuwe aangiftesysteem DMS wordt getest.

Daarnaast richt het programma zich op innovatie: processen en IT slimmer inrichten, ook voor het bedrijfsleven. Projectleider en projectteam Innovatie zijn in positie. Voor de inrichting van een innovatieomgeving en een innovatie-consortium (Douane, IV Belastingdienst en diverse leveranciers) zijn gesprekken gevoerd met IV Belastingdienst. Ideeën voor innovatie zijn opgehaald in een seminar. Hiermee kon een start worden gemaakt met nieuwe innovatieve initiatieven («Proofs of Concept»).

5. Traditionele eigen middelen

De afgelopen jaren heeft de Commissie in verschillende gevallen aangegeven dat ze van mening is dat Nederland te weinig traditionele eigen middelen (TEM, zoals douanerechten) heeft afgedragen en dat een nabetaling nodig is. In gevallen waarin Nederland het niet eens is met de Commissie wordt vaak gekozen om te betalen onder voorbehoud. Een betaling onder voorbehoud stopt de verdere oploop van vertragingsrente. Daarna start de zogenaamde constructieve dialoog met de Commissie. Een constructieve dialoog houdt in dat samen met de Commissie wordt gezocht naar een oplossing voor het inhoudelijke geschil. Mocht het geschil aanhouden, dan resteert eventueel een gang naar het Hof van Justitie van de EU. De Nederlandse inzet is om via een constructieve dialoog ook meer helderheid te krijgen over het beoordelingskader van de Commissie. Dit is onderdeel van de verschillende acties die in gang zijn gezet om nabetalingen op het gebied van TEM zoveel mogelijk te voorkomen. Het gaat dan zowel om interne als externe acties.

Bij interne acties betreft het onder andere de versterking van administratieve systemen, de interne controle en van de fiscale douaneprocessen. Een belangrijk punt hierbij is het versterken van de behandeling van EU-fraudemeldingen, ter beperking van het risico dat Nederland door de Commissie verantwoordelijk wordt gehouden voor oninbare douaneschulden. Bij externe acties gaat het om de inzet tijdens de onderhandelingen van de wijziging van de verordening terbeschikkingstelling eigen middelen (Making Available Regulation: MAR). Het is ten dele gelukt om met het wijzigen van de MAR de kans op toekomstige nabetalingen te reduceren.7 Slechts een formele fout hoeft onder voorwaarden niet meer tot een nabetaling te leiden. Het is nog niet duidelijk hoe de Commissie deze mogelijkheid in de praktijk gaat toepassen. Nederland heeft daarnaast gesprekken gevoerd met de diensten van de Commissie om aandacht te vragen voor de uitvoering en voor een eenduidige uitleg van regelgeving. Een beter en duidelijker kader verhoogt de compliance en kan zorgen voor een afname van geschillen en nabetalingen.

In de tabel hieronder staat een overzicht van de omvangrijke dossiers die onder voorbehoud aan de EU zijn betaald,8 omdat er een verschil van inzicht is over de verschuldigdheid. Daarnaast is ook opgenomen welke bedragen voor deze dossiers definitief zijn, of binnenkort worden, afgedragen. De vertragingsrente is in al deze dossiers nog niet betaald. Voor de eerste vier dossiers is deze ook nog niet in rekening gebracht door de Commissie. Voor de LGO-zaak wel, het gaat om € 34,7 miljoen, maar hier betreft het geschil juist de berekening van de rente. De vertragingsrente kan fors oplopen omdat voor nabetalingen een verhoogd tarief geldt tot maximaal 14 procentpunt boven de ECB-rente voor basisherfinancieringstransacties. Dit verhoogde tarief geldt voor de hele periode van de vertraging. Over de meeste zaken is de Kamer eerder geïnformeerd.9 De betaling onder voortvarendheid II is nieuw, en zal in 2022 betaald worden. Dit wordt hieronder nader toegelicht.

Tabel

Dossier

Jaar bericht CIE

Jaar afdracht

Hoofdsom TEM1 onder voorbehoud

Hoofdsom TEM1 definitief

Zonnepanelen

2019

2020

€ 634 miljoen

Textiel en Schoenen

2021

2021

€ 148 miljoen

Voortvarendheid I

2021

2021

€ 87,6 miljoen

€ 9,9 miljoen

Voortvarendheid II

2021

2022

€ 61,0 miljoen

€ 35,8 miljoen

LGO-zaak

2012

2019

 

€ 18,5 miljoen

X Noot
1

Hoofdsommen TEM zijn netto na aftrek van de ontvangen perceptiekosten (nu 25%), dit is een vergoeding voor de kosten die gemoeid zijn met de heffing en inning van douanerechten;

Zonnepanelen

Er is al een tijd sprake van een geschil over de afdracht van antidumping- en compenserende rechten bij de invoer van zonnepanelen: in de kern draait het er om waar de zonnepanelen zijn geassembleerd. Hiervoor is in 2020 een afdracht onder voorbehoud aan de Commissie gedaan (€ 634 miljoen). De constructieve dialoog hierover loopt. Onlangs is een aanvullende reactie gestuurd aan de Commissie waarin de Commissie is gewezen op een aantal specifieke redenen voor de Nederlandse interpretatie van het geschil. Binnen enkele maanden wordt hierop een reactie verwacht.

Onderwaardering textiel en schoenen

De Commissie vermoedt dat een groot aantal lidstaten – waaronder Nederland – te weinig TEM heeft geïnd vanwege een onderwaardering van textiel en schoenen. Nederland heeft daarom in 2021 een afdracht onder voorbehoud gedaan. Nederland is in afwachting van een herbeoordeling door de Commissie van de handhavingsstrategie en het eventueel gemiste bedrag aan TEM. De Commissie heeft aangegeven in september 2022 met een aanpak en planning per lidstaat te komen.

Voortvarendheid I

In een inspectierapport over de TEM-boekhouding van juni 2021 verzocht de Commissie om een nabetaling van TEM naar aanleiding van een analyse van een aantal invoerdossiers. Het gaat hierbij in het bijzonder om gevallen waarbij de Douane na het verkrijgen van bepaalde (fraude)signalen aangiftes heeft gecorrigeerd en naheffingen heeft opgelegd bij de verantwoordelijke bedrijven. Vervolgens hebben deze bedrijven de douaneschuld niet betaald en is het tot op heden niet gelukt de bedragen te innen. De Commissie stelt dat Nederland, door niet voortvarend genoeg te handelen, de financiële belangen van de EU onvoldoende heeft beschermd en daarom zelf verantwoordelijk is voor de niet-geïnde bedragen. Het kabinet heeft toen in totaal € 9,9 miljoen netto TEM definitief ter beschikking gesteld en € 87,6 miljoen netto TEM onder voorbehoud. Op deze dossiers wordt binnenkort een eerste reactie van de Commissie verwacht op het Nederlandse verweer.

Voortvarendheid II – Nieuwe afdracht

Daarnaast adviseerde de Commissie Nederland nog een groot aantal andere nog niet betaalde douaneaangiften door te lichten op mogelijk hetzelfde gebrek aan voortvarendheid als zij (meent te) hebben geconstateerd in de onderzochte dossiers. Deze zelfbeoordeling is afgerond en hieruit volgt in 2022 een afdracht van € 35,8 miljoen netto TEM definitief en € 61,0 miljoen netto TEM onder voorbehoud. Deze wordt betaald uit de reservering voor nabetalingen TEM en vertragingsrente. Voor het deel dat onder voorbehoud wordt afgedragen zal een constructieve dialoog worden gestart, om helderheid te krijgen over de verschuldigdheid.

LGO-zaak

In 2012 heeft de Commissie Nederland op grond van het beginsel van loyale samenwerking (artikel 4, lid 3 VEU) financieel aansprakelijk gesteld voor een onjuiste interpretatie van de regels begaan door de (douane)autoriteiten op Curaçao en Aruba.10 Hierover is een juridische procedure gevoerd en in oktober 2019 heeft het Hof van Justitie de Commissie in het gelijk gesteld. Nederland heeft daarop de hoofdsom van € 18,5 miljoen (definitief) afgedragen. Op dit moment is Nederland nog met de Commissie in gesprek over de rechtsbasis van de vertragingsrente. In deze specifieke situatie heeft Nederland namelijk betaald op grond van bovengenoemd beginsel van loyale samenwerking.

Tot slot

Op Douanegebied gebeurt veel. De Douane speelt een belangrijke rol in de uitvoering van de sancties Rusland. En ook in de aanpak van ondermijning – prioriteit uit het coalitieakkoord – vervult de Douane een cruciale rol. Deze brief geeft inzicht in deze onderwerpen, en andere onderwerpen waar de Douane op dit moment mee bezig is. Alsmede welke uitdagingen zij daarbij tegenkomt. In het vervolg van dit jaar zal de Douane onverminderd haar inzet op deze belangrijke maatschappelijke thema’s continueren.

De volgende stand van zaken brief Douane zal ik u in november van dit jaar doen toekomen.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

Kamerstuk 31 934, nr. 58.

X Noot
2

Kamerstuk 31 934, nr. 55

X Noot
3

Betreft alle BOA’s werkzaam binnen de Douane op grond van artikel 7, eerste lid van de Politiewet 2012.

X Noot
4

Mede naar aanleiding van het rapport van Europol en het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) – Intellectual Property Crime Treat Assessment 2022, zie https://euipo.europa.eu/ohimportal/en/news/-/action/view/9231590

X Noot
5

Kamerstuk 31 934, nr. 58.

X Noot
6

De vijf prioritaire programma’s van SMP zijn 1) gelaagde handhaving, 2) klantgericht toezicht, 3) strategische personeelsopgave, 4) verbetering informatiepositie en 5) integriteit.

X Noot
7

Kamerstuk 22 112, nr. 3371

X Noot
8

Daarnaast is ook een aantal kleinere bedragen onder voorbehoud betaald, bijvoorbeeld om in afwachting van de beslissing in een rechtszaak tussen de Douane en een marktdeelnemer de vertragingsrente te stoppen en in een ander geval met als doel helderheid te krijgen over het startpunt dat de Commissie hanteert bij de beoordeling of een douaneschuld tijdig is geboekt.

X Noot
9

Zie onder meer Kamerstuk 31 934, nr. 38 (zonnepanelen), Kamerstuk 21 501-03, nr. 161 (textiel en schoenen), Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1058 (LGO-zaak), Kamerstuk 21 501-03 nr. 165 (Voortvarendheid/TEM-boekhouding).

X Noot
10

In het EU-recht hebben zij de status van LGO: landen en gebieden overzee.

Naar boven