5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van één van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Waterschapswet tot het invoeren van de verkiezing van de vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap door de leden van de gemeenteraden (33097);

  • - het wetsvoorstel Herziening van de regels over toegelaten instellingen en instelling van een Nederlandse Autoriteit toegelaten instellingen volkshuisvesting (Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting) (32769).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Aangezien voor een aantal stukken de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen: 33155; 33101-1; 32779-2; 31209-153; 31209-152; 29893-125; 29398-310; 29383-188; 29388-19; 31524-119; 33120-1; 29279-138.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 32308-4; 32304-35; 32304-34; 32252-50; 31953-51; 31953-38; 31936-102; 31936-48; 31801-21; 31793-60; 31793-59; 31793-58; 31793-57; 31710-25; 31710-24; 31710-22; 31527-9; 31409-38; 31305-199; 31305-198; 31305-196; 31232-33; 31209-155; 31209-154; 31209-150; 31209-120; 31089-90; 31089-89; 31089-88; 30952-62; 30952-61; 30872-80; 30872-67; 30872-66; 30872-65; 30872-64; 30523-67; 30523-66; 30523-64; 30495-14; 30495-13; 30490-22; 30490-21; 30490-20; 30196-155; 30196-154; 30196-147; 30196-141; 30175-131; 30175-130; 30175-129; 30175-128; 30175-127; 29684-102; 29383-190; 29383-186; 29296-25; 29296-24; 28694-88; 28694-87; 28240-112; 27664-77; 28753-25; 27664-69; 27664-68; 27625-253; 27625-252; 27625-251; 27625-250; 27625-249; 27625-248; 27625-245; 27625-237; 27625-227; 27625-226; 27625-225; 27625-192; 27625-187; 27625-186; 27625-184; 27625-182; 27625-179; 26956-119; 26956-118; 26956-114; 24691-114; 31311-87; 33000-XV-66; 25883-203; 25883-207; 33110-1; 32043-73; 29817-82; 33000-XV-65; 22112-1279; 21501-31-263; 22112-1355; 21501-31-267; 21501-31-264; 30523-69; 26448-474; 33000-XV-64; 30982-8; 29544-361; 32211-64; 26448-469; 26448-472; 29407-81; 29407-82; 29407-97; 29407-117; 29427-56; 29427-79; 29461-48; 29461-49; 29461-59; 29544-153; 29544-154; 29544-155; 29544-158; 29544-171; 29544-175; 29544-182; 29544-188; 29544-204; 29544-219; 29544-248; 29544-251; 29544-257; 29544-258; 29544-260; 29544-322; 29544-341; 29544-342; 29544-369; 29817-49; 29817-50; 29817-51; 29817-58; 29817-74; 29817-75; 29817-80; 30012-20; 30413-111; 30413-127; 30413-142; 30413-143; 30413-147; 30413-150; 30413-152; 30413-155; 30413-158; 2011Z24727; 2011Z25114; 2011Z26394; 2011Z27324; 21501-34-177; 21501-34-178; 21501-34-180; 22112-1248; 22112-1268; 26643-187; 26643-219; 27017-91; 27923-110; 27923-117; 27923-119; 27923-120; 27923-121; 27923-123; 27923-125; 27923-135; 32500-V-127; 32500-VIII-167; 32500-VIII-183; 32500-VIII-190; 32500-VIII-215; 32770-16; 32820-48; 32820-52; 32820-53; 32820-54 en 32820-55.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO maatschappelijke opvang, met als eerste spreker het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink;

  • - het VAO water en ontwikkeling, met als eerste spreker het lid Ouwehand;

  • - het VAO opvang en terugkeer, met als eerste spreker het lid Schouw;

  • - het VAO regionale benadering, met als eerste spreker het lid El Fassed;

  • - het VAO huurbeleid en huurtoeslag, met als eerste spreker het lid Monasch.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Steur.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. Ik zou graag een brief willen vragen van de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht – en met name ook het promotieonderzoek van mevrouw Van Esch – waaruit blijkt dat de rechtbankrapportages van psychologen en psychiaters onder de maat zijn.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Mijnheer Recourt?

De heer Recourt (PvdA):

Samen met collega Bouwmeester heb ik schriftelijke vragen over dit onderwerp gesteld. Ik verzoek de minister deze vragen mee te nemen in de brief.

De voorzitter:

Dat zal worden vermeld in het stenogram.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Geen sneeuw, geen blaadjes door de herfst, maar stralend weer buiten, en dan is er een grote sein- en wisselstoring. Het was meteen weer hommeles op het spoor en de hele Randstad lag zo'n beetje plat. Ik zou graag een brief van de minister van Infrastructuur en Milieu willen vragen over die grote verstoringen van hedenochtend, met het oog op een eventueel debat. Ik wil met name opheldering over de back-upsystemen, de reizigersinformatie, het alternatieve vervoer en het gebrek daaraan, en de samenwerking tussen de NS en ProRail. Ik zou deze brief uiterlijk binnen twee weken willen ontvangen.

De heer Bashir (SP):

De betrouwbaarheid van het spoor staat tegenwoordig permanent ter discussie. De verantwoordelijk minister lijkt afwezig. Ik zou graag in de brief willen laten meenemen hoe de minister hier zelf in staat en wat zij gedaan heeft om dit probleem aan te pakken. Ik steun dus het verzoek om een brief.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Steun voor een brief. De minister komt echter in mei met een heel pakket. Ik stel voor de beantwoording af te wachten en die brief daar verder bij te betrekken. We steunen dus de brief, maar niet een direct aansluitend debat.

De heer Aptroot (VVD):

Ik was ook wat verbaasd. Er is een storing en dat is vervelend, maar zoiets kan gebeuren. Ik ben ervoor dat we in een brief uitleg krijgen, maar mevrouw Van Gent kondigde elders al meteen aan dat er een debat moet komen. Ik vind dat allemaal een beetje hysterisch. Laten we nou eens afwachten. Ik zou wel graag in de brief van de minister willen lezen hoe het komt dat alles plat ligt, en of dat niet komt doordat Kamerleden zoals mevrouw Van Gent het rondje om de kerk afwijzen. Daardoor is het systeem hier veel kwetsbaarder dan in andere landen.

De voorzitter:

U gaat politiek bedrijven in de regeling.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Het is bijna hysterisch, voorzitter.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Het was weer één groot drama op het spoor. Wij steunen dan ook het verzoek om een brief. Zoals zojuist ook al door de heer Monasch is aangegeven, staat de komende periode redelijk wat op de agenda over het spoor. Ik wacht graag de brief af. Ik hoor graag hoe de minister hier tegenover staat en wat ze heeft gedaan. Dit zou ik willen betrekken bij de volgende behandeling, zodra de brief binnen is.

De voorzitter:

Mevrouw Van Gent, u krijgt steun voor de brief.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat begrijp ik, voorzitter. Ik geef nog even een korte reactie. Er is namelijk een aanvulling gevraagd over de positie en de rol van de minister in dezen. De minister heeft eerder aangekondigd dat zij de regie meer naar zich toe wil trekken. Ik ben het helemaal met de heer Bashir eens en wat hij voorstelt was ook mijn bedoeling. Het lijkt me dus heel goed als dat wordt meegenomen. Ik kan u verzekeren dat ik niet hysterisch ben, maar ik wil wel opheldering.

De voorzitter:

Heel goed. We gaan het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Leijten en zij doet de verzoeken van de heer Van Gerven en van haarzelf in één keer.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Het eerste verzoek betreft een herhaald verzoek om antwoorden op schriftelijke vragen over het bericht dat de helft van de artsen en verpleegkundigen niet in de ouderenzorg wil werken en over de stand van zaken binnen de instelling Charim. En het wordt nu toch echt wel tijd voor antwoorden wat ons betreft.

Het tweede verzoek doe ik mede namens de fracties van de PVV, de PvdA en GroenLinks, en dat is om het debat over de informatieverstrekking aan de Tweede Kamer over de investeringskosten van de Olympische Spelen volgende week te plannen.

De voorzitter:

Ik ga het stenogram over uw eerste verzoek doorgeleiden naar het kabinet.

Dan ligt er nog uw tweede verzoek, namelijk om het debat over de Olympische Spelen de volgende week te plannen.

De heer De Liefde (VVD):

Voorzitter. De VVD gaat graag het debat aan over de Olympische Spelen 2028, maar bij voorkeur niet de volgende week maar de week daarop.

De heer De Mos (PVV):

We steunen het verzoek van ganser harte. Alleen, ik merk aan de collega's dat ze wat moeite hebben met een week. Het zou voor ons ook niet erg zijn als het binnen twee weken is, maar wel heel graag snel een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, kunt u ermee leven als het twee weken wordt?

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb wel een zeer groot probleem met de minister. Zij heeft bij het mondelinge vragenuur gezegd dat ik niet zou kunnen rekenen met de scenario's die er zijn gekomen. Maar hoe ik ook reken – dat kan ik zelfs met een rekenmachine – er komt geen 8 mld. aan investeringskosten uit.

De voorzitter:

Nee, u gaat nu het debat proberen te …

Mevrouw Leijten (SP):

Maar dat is voor mij de reden dat ik een probleem heb met de minister.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen. En als u allemaal een beetje snel en kort formuleert … Een meerderheid wil het de volgende week, mijnheer De Liefde.

De heer De Liefde (VVD):

Ik heb ook de heer De Mos goed gehoord die onderdeel uitmaakt van de meerderheid die mevrouw Leijten eerst aankondigde en die aangaf geen bezwaar te hebben tegen een debat over twee weken.

Mevrouw Leijten (SP):

Maar wat is uw bezwaar tegen volgende week?

De voorzitter:

Nee, nee, we gaan nu niet allemaal …

De heer De Liefde (VVD):

Om helder te zijn: over vier jaar nemen we een eventueel besluit over het al dan niet doorgaan met een bid op de Olympische Spelen die over zestien jaar plaatsvinden. Ik vraag collega Leijten om een week respijt om het goed voor te bereiden. Ik kan mij niet voorstellen dat gezien de verre vooruitzichten van het toernooi dat we gaan bespreken, een week heel bezwaarlijk is.

De heer Van Dekken (PvdA):

Voorzitter. De fractie van de Partij van de Arbeid neemt de kwestie dusdanig serieus dat wij echt zo snel mogelijk het debat willen voeren.

Mevrouw Leijten (SP):

Het gaat er niet om óf de Olympische Spelen hier komen en hoeveel ze kosten, het gaat erom wat de Kamer mag weten. En daarover heb ik een groot probleem met de minister, omdat zij tegen mij in het mondelinge vragenuur zei dat ik niet kon rekenen, terwijl het ons niet is gemeld. We kunnen dit dan nog een week langer laten hangen, maar liever niet. Dus ik vraag aan u, voorzitter, om, als het kan, het debat volgende week te houden. Het lijkt mij goed dat wij er dan opheldering over krijgen. Anders kleeft het ook nog een week aan de minister.

De voorzitter:

Nee, ik ga niet nog een ronde doen, mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik had nog niets gezegd.

De voorzitter:

U had nog niets gezegd, maar dan had u eerder moeten komen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

U had het nog niet afgesloten, voorzitter.

De voorzitter:

Jawel, ik heb de ronde al gedaan, maar toen was u er niet. Echt.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Laat ik dan wel zeggen …

De voorzitter:

Ik wist het!

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

… dat de GroenLinksfractie mevrouw Leijten ten volle steunt.

De voorzitter:

Maar dat zag ik al aan uw non-verbale communicatie, mevrouw Van Gent, en die is, zoals iedereen weet, goed te lezen. Ik ga in ieder geval mijn best doen en proberen om een compromis te vinden. Bijvoorbeeld eind volgende week, het laatste debat op de donderdag; we gaan proberen om iedereen gelukkig te maken. Ik zal het stenogram doorgeleiden. De spreektijd per fractie is drie minuten.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren en ik zal voortdurend letten op de steun van mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zal mijn non-verbale en mijn verbale communicatie met elkaar in overeenstemming proberen te brengen. Tot onze verbijstering lazen we in het FD van vanmorgen dat er helemaal geen voortgang is in het oplossen van de veiligheidsproblematiek van de chemische bedrijven. We hebben met minister Opstelten en ook met de staatssecretaris debat na debat na debat gevoerd. Er waren een en al beloften over beterschap. Twee weken geleden nog heeft de staatssecretaris ons uitgelegd dat er geen enkel probleem was en dat het heel goed ging met het uitrollen van de RUD's. Nu lezen wij in het FD dat dit misschien heel anders ligt. Wij willen dus snel opheldering van de staatssecretaris en van de minister en wij willen een debat met hen. Het kan toch niet zo zijn dat de staatssecretaris de Kamer onvolledig heeft geïnformeerd? Als dat zo is, hebben de staatssecretaris en de minister, die verantwoordelijk is, het een en ander uit te leggen en op te lossen, en snel.

De heer Paulus Jansen (SP):

De staatssecretaris van Milieu heeft in het laatste debat over dit onderwerp op 6 maart op mijn verzoek toegezegd dat hij voor het zomerreces naar aanleiding van het bestuurlijk overleg een overzicht naar de Kamer zal sturen van de integrale uitgaven voor toezicht, handhaving en vergunningverlening bij de verschillende bestuurslagen, inclusief de ontwikkeling van de uitgaven in relatie tot de vorming van de RUD's. Dat is naar mijn mening precies wat wij nodig hebben om een zinnig debat te kunnen voeren met de staatssecretaris en eventueel de minister van Veiligheid en Justitie. Ik stel voor dat wij deze toezegging over "voor de zomer" versnellen naar "binnen een maand". Dat lijkt mij haalbaar. Daarna zullen wij dan bekijken op welke manier wij deze discussie gaan voortzetten.

De heer Monasch (PvdA):

Ik steun het verzoek van de fractie van GroenLinks.

De heer Koopmans (CDA):

Dat het IPO te weinig geld heeft, lijkt mij geen reden voor een debat, want dan kunnen wij hier wel elke maand gaan debatteren. Belangrijker is dat ik hoop dat het verzoek van mevrouw Van Tongeren niet inhoudt dat de in het regeerakkoord vanuit de RID's voor Werken naar vermogen gereserveerde 90 mln. volgens GroenLinks anders besteed zou moeten worden.

De heer Elissen (PVV):

Voorzitter. Ik begrijp de zorg van mevrouw Van Tongeren. Dit is ook een ernstige zaak, maar een debat gaat heel lang duren. Ik stel voor om dit te voegen bij het geplande AO over rampenbestrijding, waarin wij dit aan de orde kunnen stellen. Dat gaat stukken sneller.

Mevrouw Hazekamp (PvdD):

De PvdD vindt deze situatie zeer ernstig. Wij hebben recentelijk grote rampen gezien: Chemie-Pack, Thermphos en North Refinery. Wij geven dus alle steun voor een debat. Wij willen ook graag op korte termijn een brief.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. Wat de VVD-fractie betreft, kan dit in ieder geval aan de orde komen in het AO over rampenbestrijding.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt niet de steun van een meerderheid voor een debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dan stel ik voor dat wij het voorstel van de SP-fractie volgen en dus vragen om vervroegde correcte informatie van de staatssecretaris. Dat is dus precies zoals mijn SP-collega het voorlas, maar dan binnen een maand. Ik weet niet precies wat de datum is voor het AO over rampenbestrijding, maar die informatie moet er gewoon liggen voor dat AO. Dan kunnen wij met de cijfers in de hand beoordelen of bij de chemische bedrijven sprake is van een verbetering van de veiligheidssituatie of dat er wel sprake is van heel veel papier en heel veel overleg, maar dat er nog niets is verbeterd.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Grashoff.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. De Stichting Das & Boom en de Stichting Otterstation Nederland luiden de alarmbel over de stand van de otter. Dat brengt mij ertoe om de staatssecretaris van EL&I een brief te vragen over de stand van de otter. De vraag daarbij is of de staatssecretaris daarin mede wil ingaan op de vraag in hoeverre de bezuinigingen op natuur gevolgen hebben voor het toekomstperspectief van de otter. Een aanvullende vraag is of de staatssecretaris bereid is om het recente rapport van Alterra over de otter als bijlage bij die brief te voegen.

De heer Koopmans (CDA):

Wij hebben eergisteren een procedurevergadering gehad. Daarin is besloten dat er een algemeen overleg over natuur komt. Ik vind dat wij hier toch eens tegen elkaar moeten zeggen dat wij, als wij de regeling gaan gebruiken om telkens brieven te vragen voor AO's die al gepland zijn, de voorzitter in overweging moeten geven om de regeling voortaan te verlengen. Dit gaat immers niet werken. Er komt al een AO. Laat die brief maar komen; dan zetten wij die mooi op de agenda. Dan hebben wij in juni een debatje; prima.

De voorzitter:

Dank u voor het meedenken.

Het stenogram zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Mijnheer El Fassed is niet aanwezig? Mevrouw Van Gent misschien? Normaal draait u uw hand daar niet voor om. Misschien is de brief inmiddels binnen, anders komt dit dinsdag wel.

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Vorige week, maar ook eergisteren, heb ik gevraagd om de eerste versie van het rapport van het Asser Instituut uit 2005. Op een gegeven moment in 2005 is er een verandering in de vraagstelling gekomen, waardoor er een tweede versie kwam, die weer naar de Kamer is gestuurd; de eerste versie echter niet. Ik heb de regering verzocht om de Kamer die eerste versie te sturen. Ik zie dat de heer Opstelten van Justitie, het departement dat destijds dit rapport uitschreef, nu in ons midden is. Ik hoop dat ik die eerste versie van dit rapport nu zo snel mogelijk krijg. Ik wil dit eigenlijk al uiterlijk 17.00 uur binnen hebben, of in ieder geval een reactie op die wens. Wij hebben hier namelijk al twee keer over gerappelleerd.

De voorzitter:

Het stenogram zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Hiermee zijn we gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden. Het ging nog best vlot, meneer Koopmans.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Nog even, voordat daarover misverstanden ontstaan: de heer El Fassed had zijn punt al van de lijst laten halen. Nou ja, dat kan gebeuren.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Gent, voor uw begrip!

Naar boven