30 413 Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet)

Nr. 152 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2011

Bij de regeling van werkzaamheden op 8 maart jl. heeft uw Kamer gevraagd om een brief over de voortgang van de besprekingen met sociale partners inzake een pensioenakkoord.

Ik heb de verschillende berichten in de media over de ontwikkelingen rond een pensioenakkoord gezien. Ik vind het echter niet verstandig gedurende het onderhandelingsproces (op onderdelen) naar buiten te treden. Dit geldt ook voor de koppeling van de AOW aan de lonen en de wijze van omgaan met de oude rechten, waar uw Kamer naar vraagt. Met reeds opgebouwde rechten dient uiteraard zorgvuldig te worden omgegaan. Juridisch is dit een lastige kwestie; ik heb hierover nog geen definitief standpunt ingenomen. Ik ben hierover met sociale partners in gesprek.

Gelet op de grote belangen is een goed akkoord belangrijker dan een snel akkoord. Ik kan stellen dat er nog steeds voortgang wordt gemaakt en streef naar een akkoord in het vroege voorjaar. Zodra er een akkoord is tussen kabinet en sociale partners, zal ik de Kamer direct informeren.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp

Naar boven