31 209 Schoon en zuinig

Nr. 154 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2011

Hierbij bied ik u het RIVM-rapport «Sanering windturbinegeluid – een kostenraming»aan1. Dit was toegezegd bij de behandeling van het Ontwerp Besluit milieuregels windturbines in 2009 (Kamerstuk 31 209, nr. 99), welk besluit inmiddels per 1-1-2011 in werking is getreden.

Uit deze kostenraming blijkt dat ongeveer 525 woningen in Nederland een hogere geluidsbelasting ondervinden dan de 47 Lden cq 41 Lnight die nu als nieuwe norm geldt. 450 Woningen staan bij windturbines die minder dan 15 jaar oud zijn, de overige 75 bij oudere windturbines die op afzienbare tijd vervangen zullen worden wegens het bereiken van hun technische of economische levensduur. Van de 450 woningen is echter meer dan de helft een bedrijfswoning of niet geluidgevoelige bestemming en komt niet voor sanering in aanmerking. Volgens het RIVM is het kosteneffectief om via gevelisolatie de ongeveer 225 daarvoor in aanmerking komende woningen te saneren. Daarmee zou een bedrag van tussen de 1,6 en 2,6 miljoen euro gemoeid zijn gebaseerd op ervaringscijfers met betrekking tot isolatiekosten. Saneren door het stiller maken van de turbine – bronaanpak – dat gewoonlijk de voorkeur geniet is pas kosteneffectief als er meer dan 5 woningen per turbine gesaneerd worden. Dat komt echter niet voor.

Dat neemt niet weg dat het stiller maken van de turbines een punt van aandacht blijft. Gelukkig behoren de turbines die nu gebouwd worden tot de stillere generatie waaraan al veel gedaan is. Meer geluidreducerende maatregelen aan de turbines zijn wel mogelijk, maar zijn nog in ontwikkeling. Bij het plaatsen van nieuwe turbines (en zeker bij vervanging van bestaande waar woningen boven de grenswaarde van 47 Lden of 41 Lnight voorkomen) is het bevoegd gezag gehouden er op toe te zien dat de best bestaande technieken worden toegepast.

Het voornemen is in de loop van 2012 een pilot uit te voeren. Daaruit moet blijken hoe groot de participatiegraad is van de bewoners en de effectiviteit van de maatregelen. Op basis daarvan wordt bezien of het effectief is een subsidieregeling voor de sanering van woningen middels geluidsisolatie in het leven te roepen.

Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende geïnformeerd heb en zal de uitkomsten van de pilot eind 2012 graag met u delen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven