29 407
Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten

nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2008

U verzocht ons de Tweede Kamer te informeren over de resultaten van de Migrantentop die op 19 juni jl. plaatsvond (SZW-08-B-51). Het betrof hier een overleg dat door een aantal gemeenten werd georganiseerd. De resultaten kunnen wij u derhalve niet meedelen. Daar zult u het oordeel van de organisatoren over moeten vragen. Wel kunnen wij u enkele waarnemingen meedelen.

Allereerst hebben wij geconstateerd dat de gemeenten in zijn algemeenheid tevreden zijn over de in de afgelopen periode bereikte resultaten. Gemeenten vinden dat het kabinet de afgelopen periode hard heeft gewerkt aan aanvullende maatregelen om de resterende knelpunten op te lossen, en dat de samenwerking met gemeenten en andere betrokkenen zijn vruchten heeft afgeworpen. Aan de wensen zoals vorig jaar door de gemeenten naar voren gebracht, is daarmee goeddeels voldaan.

Wij zien deze constatering als een ondersteuning van het ingezette beleid. Samen met gemeenten zullen wij de verdere uitwerking en monitoring hiervan ter hand nemen, waarbij ook de activiteiten van de gemeenten zelf worden betrokken. Wij zullen daartoe het overleg met gemeenten en andere betrokken organisaties voortzetten.

Gemeenten hebben tijdens de Migrantentop een aantal speerpunten benoemd, die zijn onder te brengen in de categorieën huisvesting, arbeid en integratie. Hieronder gaan wij in op de onderscheiden onderwerpen.

1 Huisvesting

Voor gemeenten is van belang dat zij beschikken over adresgegevens van arbeidsmigranten, zodat zij gericht kunnen controleren op huisvesting. De gecreëerde voorzieningen om adresgegevens van tijdelijke arbeidsmigranten te verstrekken via de Belastingdienst en CWI, werken naar tevredenheid, maar gemeenten roepen het kabinet op haast te maken met het Register Niet-Ingezetenen (RNI). Hiermee kunnen gemeenten direct zelf beschikken over gegevens van hun tijdelijke inwoners. Wij zullen dit onder de aandacht brengen van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken.

Als reactie op de wens van gemeenten om de lasten meer te spreiden over de regio’s, kan worden gesteld dat gemeenten hierover onderling afspraken kunnen maken. Zo zijn er regio’s waar is afgesproken dat de gemeenten elk afzonderlijk voldoende huisvesting zullen bieden voor de arbeidsmigranten die in die gemeente werken. Daarmee wordt voorkomen dat een andere gemeente onevenredig wordt belast met een concentratie van arbeidsmigranten.

Gemeenten zouden graag zien dat de periode voor tijdelijke vrijstellingen van het bestemmingsplan langer wordt gemaakt dan 5 jaar. Bij een langere termijn dan 5 jaar kan echter het bestemmingsplan worden aangepast. De termijnen voor aanpassing van het bestemmingsplan zijn in de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) aanmerkelijk bekort. Een andere wens van gemeenten is om gebruik in strijd met het bestemmingsplan toe te staan. Gebruik toestaan in strijd met het bestemmingsplan, zonder gebruik van de bestaande procedures op dit punt, kan niet aan de orde zijn. Dat verdraagt zich niet met de rechtsbescherming van omwonenden en andere belanghebbenden. In dit kader wordt nog bezien of binnen de systematiek van de nieuwe Wro andere mogelijkheden bestaan om ontheffing voor de bestaande bestemming te verlenen die wellicht ook voor dit dossier een gunstige werking kunnen hebben.

Enkele provincies hebben specifiek ruimtelijk beleid ontwikkeld voor arbeidsmigranten: dat verdient navolging. Als een gemeente problemen ervaart met het ruimtelijk beleid van de provincie, kan de VROM-Inspectie gevraagd worden te interveniëren. De gemeenten zijn opgeroepen om vooral van deze mogelijkheid gebruik te maken.

2 Arbeid

Gemeenten vinden het van belang dat er een «waterdicht systeem» komt voor de handhaving van arbeidsrecht, om uitbuiting tegen te gaan. Hiermee wordt met name gedoeld op de aanpak van koppelbazen. Het kabinet is van mening dat met de in de brief van 19 juni jl. aangekondigde maatregelen (inlenersaansprakelijkheid voor loon op WML-niveau en versterking van de zelfregulering in de branche) een goede aanpak mogelijk is. Ook is de Arbeidsinspectie uitgebreid met 24 fte inspectiecapaciteit (motie-Spekman). Deze zullen na hun opleiding volledig operationeel worden.

3 Integratie

Het kabinet acht het, met gemeenten, van belang dat arbeidsmigranten zowel in hun land van herkomst als in Nederland worden geïnformeerd over hun rechten en plichten in Nederland. Voor maatregelen die het kabinet treft in het kader van voorlichting aan arbeidsmigranten, verwijzen wij u naar de brief van 16 juni jl. (Kamerstuk 29 407, nr. 81). Verder is in het kader van de Regeling Vrijwillige Inburgering al geld beschikbaar om migranten die zich vestigen te laten inburgeren. Het is van groot belang dat werkgevers en de uitzendbranche samen met gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen om deze groep te laten inburgeren. Wij zoeken naar mogelijkheden om hen te stimuleren een actief en laagdrempelig aanbod te realiseren.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C. P. Vogelaar

Naar boven