nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR
WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2008
U verzocht ons de Tweede Kamer te informeren over de resultaten van de
Migrantentop die op 19 juni jl. plaatsvond (SZW-08-B-51). Het betrof
hier een overleg dat door een aantal gemeenten werd georganiseerd. De resultaten
kunnen wij u derhalve niet meedelen. Daar zult u het oordeel van de organisatoren
over moeten vragen. Wel kunnen wij u enkele waarnemingen meedelen.
Allereerst hebben wij geconstateerd dat de gemeenten in zijn algemeenheid
tevreden zijn over de in de afgelopen periode bereikte resultaten. Gemeenten
vinden dat het kabinet de afgelopen periode hard heeft gewerkt aan aanvullende
maatregelen om de resterende knelpunten op te lossen, en dat de samenwerking
met gemeenten en andere betrokkenen zijn vruchten heeft afgeworpen. Aan de
wensen zoals vorig jaar door de gemeenten naar voren gebracht, is daarmee
goeddeels voldaan.
Wij zien deze constatering als een ondersteuning van het ingezette beleid.
Samen met gemeenten zullen wij de verdere uitwerking en monitoring hiervan
ter hand nemen, waarbij ook de activiteiten van de gemeenten zelf worden betrokken.
Wij zullen daartoe het overleg met gemeenten en andere betrokken organisaties
voortzetten.
Gemeenten hebben tijdens de Migrantentop een aantal speerpunten benoemd,
die zijn onder te brengen in de categorieën huisvesting, arbeid en integratie.
Hieronder gaan wij in op de onderscheiden onderwerpen.
1 Huisvesting
Voor gemeenten is van belang dat zij beschikken over adresgegevens van
arbeidsmigranten, zodat zij gericht kunnen controleren op huisvesting. De
gecreëerde voorzieningen om adresgegevens van tijdelijke arbeidsmigranten
te verstrekken via de Belastingdienst en CWI, werken naar tevredenheid, maar
gemeenten roepen het kabinet op haast te maken met het Register
Niet-Ingezetenen (RNI). Hiermee kunnen gemeenten direct zelf beschikken over
gegevens van hun tijdelijke inwoners. Wij zullen dit onder de aandacht brengen
van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken.
Als reactie op de wens van gemeenten om de lasten meer te spreiden over
de regio’s, kan worden gesteld dat gemeenten hierover onderling afspraken
kunnen maken. Zo zijn er regio’s waar is afgesproken dat de gemeenten
elk afzonderlijk voldoende huisvesting zullen bieden voor de arbeidsmigranten
die in die gemeente werken. Daarmee wordt voorkomen dat een andere gemeente
onevenredig wordt belast met een concentratie van arbeidsmigranten.
Gemeenten zouden graag zien dat de periode voor tijdelijke vrijstellingen
van het bestemmingsplan langer wordt gemaakt dan 5 jaar. Bij een langere termijn
dan 5 jaar kan echter het bestemmingsplan worden aangepast. De termijnen voor
aanpassing van het bestemmingsplan zijn in de nieuwe Wet op de ruimtelijke
ordening (Wro) aanmerkelijk bekort. Een andere wens van gemeenten is om gebruik
in strijd met het bestemmingsplan toe te staan. Gebruik toestaan in strijd
met het bestemmingsplan, zonder gebruik van de bestaande procedures op dit
punt, kan niet aan de orde zijn. Dat verdraagt zich niet met de rechtsbescherming
van omwonenden en andere belanghebbenden. In dit kader wordt nog bezien of
binnen de systematiek van de nieuwe Wro andere mogelijkheden bestaan om ontheffing
voor de bestaande bestemming te verlenen die wellicht ook voor dit dossier
een gunstige werking kunnen hebben.
Enkele provincies hebben specifiek ruimtelijk beleid ontwikkeld voor arbeidsmigranten:
dat verdient navolging. Als een gemeente problemen ervaart met het ruimtelijk
beleid van de provincie, kan de VROM-Inspectie gevraagd worden te interveniëren.
De gemeenten zijn opgeroepen om vooral van deze mogelijkheid gebruik te maken.
2 Arbeid
Gemeenten vinden het van belang dat er een «waterdicht systeem»
komt voor de handhaving van arbeidsrecht, om uitbuiting tegen te gaan. Hiermee
wordt met name gedoeld op de aanpak van koppelbazen. Het kabinet is van mening
dat met de in de brief van 19 juni jl. aangekondigde maatregelen (inlenersaansprakelijkheid
voor loon op WML-niveau en versterking van de zelfregulering in de branche)
een goede aanpak mogelijk is. Ook is de Arbeidsinspectie uitgebreid met 24
fte inspectiecapaciteit (motie-Spekman). Deze zullen na hun opleiding volledig
operationeel worden.
3 Integratie
Het kabinet acht het, met gemeenten, van belang dat arbeidsmigranten zowel
in hun land van herkomst als in Nederland worden geïnformeerd over hun
rechten en plichten in Nederland. Voor maatregelen die het kabinet treft in
het kader van voorlichting aan arbeidsmigranten, verwijzen wij u naar de brief
van 16 juni jl. (Kamerstuk 29 407, nr. 81). Verder is in het
kader van de Regeling Vrijwillige Inburgering al geld beschikbaar om migranten
die zich vestigen te laten inburgeren. Het is van groot belang dat werkgevers
en de uitzendbranche samen met gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen om
deze groep te laten inburgeren. Wij zoeken naar mogelijkheden
om hen te stimuleren een actief en laagdrempelig aanbod te realiseren.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
C. P. Vogelaar