27 625 Waterbeleid

Nr. 227 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2011

In het algemeen overleg waterkwantiteit van 16 en 20 juni 2011 is gesproken over de droogtesituatie in Nederland. Ik heb u uitgebreid geïnformeerd over de droogte situatie per brief van 15 juni 2011 (kamerstuk 27 625, nr. 212). Hierbij informeer ik u kort over de actuele stand van zaken.

De huidige situatie

In Nederland en de overige delen van de stroomgebieden Rijn en Maas is de afgelopen week een flinke hoeveelheid neerslag gevallen. De afvoer van de Rijn is hierdoor gestegen tot circa 1 600 m3/s, en is daarna weer gaan dalen.

Vandaag trekken zware buien met onweer en veel neerslag over Nederland. Dit kan lokaal tot wateroverlast leiden. Op andere plekken zal niets vallen en de verwachting is dat het daarna overwegend droog weer wordt.

Dankzij de vele buien is de verhouding tussen neerslag en verdamping iets gunstiger. Vooral de landbouw profiteert hier van. De hogere rivierafvoer leidt ook tot minder beperkingen voor de scheepvaart.

Ondanks dat het neerslagtekort momenteel ca. 132 mm bedraagt, worden de komende 2 weken geen problemen verwacht. Een aandachtspunt blijft dat de basisafvoer, de afvoer die gaat optreden als neerslag uitblijft, bij de Rijn nog steeds zeer laag is. Dit betekent dat de Rijnafvoer bij droog weer terug kan zakken naar zeer lage waarden. De kans op droogteproblemen blijft daardoor de komende maanden hoger dan normaal.

De afvoer van de Maas bedraagt circa 60 m3/s, ongeveer de helft van het normale niveau voor de tijd van het jaar. Op de Maas worden de komende weken geen problemen verwacht.

Gezien de gestegen afvoeren zijn er sinds mijn vorige brief van 15 juni 2011 geen nieuwe maatregelen genomen om de gevolgen van de droogte situatie te beperken.

De maatregelen om de watervoorraad op peil te houden, onder andere op het IJsselmeer, blijven gehandhaafd.

In de afgelopen periode zijn maatregelen genomen om de verzilting te bestrijden, voorbeelden hiervan is de aanvoer van zoetwater uit de Lek via de Krimpenerwaard naar de Hollandsche IJssel om daar de verzilting bij Gouda te bestrijden en het beperkt doorspoelen van het Volkerak Zoommeer.

De hogere Rijnafvoer geeft de mogelijkheid de verzilting in het westen van Nederland te beperken. De chloride concentraties in de Hollandsche IJssel zijn gedaald, waardoor er weer water bij Gouda ingelaten kan worden. Daarom is de maatregel «Kleinschalige Water Aanvoervoorziening» voorlopig stop gezet.

Gedurende de zomer wordt de droogte situatie scherp in de gaten gehouden door Rijkswaterstaat, de provincies en waterschappen. De waterschappen blijven de dijken inspecteren en waar nodig herstelwerkzaamheden uitvoeren. Als de situatie daarom vraagt zullen op advies van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling opnieuw maatregelen genomen worden. Ik zal uw kamer daarvan op de hoogte houden.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

Naar boven