29 388 Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs

Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Ontvangen ter Griffie van de Tweede Kamer op 15 november 2011.

De goedkeuring van de wijziging van het accreditatiekader kan niet eerder plaatsvinden dan op 15 december 2011.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2011

Ter voldoening aan artikel 5a.2a, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) bied ik u hierbij, mede namens mijn ambtgenoot van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, een wijziging aan van het accreditatiekader zoals die aan mij is voorgelegd door de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO)1.

De aanleiding voor de wijziging is de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Ruim baan voor talent op 27 juli 2011. In dat wetsvoorstel is geregeld dat ik toestemming kan geven voor selectie van studenten en collegegeldverhoging bij een opleiding met residentieel, kleinschalig en intensief onderwijs. De NVAO zal mij adviseren bij mijn beslissing en dient daartoe haar advieskader en haar werkwijze in het accreditatiekader vast te leggen. Zij heeft dat gedaan in de vorm van een bijzonder kenmerk «Kleinschalig en intensief onderwijs». Een eerste versie van dit beoordelingskader heeft uw Kamer ontvangen bij brief van 30 januari 2009 (Kamerstuk 29 388, nr. 18).

Ik ben voornemens de wijziging van het accreditatiekader goed te keuren. De WHW schrijft voor dat ik mijn definitieve goedkeuring niet eerder kan verlenen dan nadat er vier weken zijn verstreken sinds ik mijn voornemen daartoe aan de beide Kamers der Staten-Generaal heb voorgelegd.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven