29 461
Arbeidsgehandicapten en reïntegratie

nr. 48
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2008

In het Algemeen Overleg op 17 april 2008 over de hoofdlijnen participatiebudget (29 461, nr. 45) heeft minister Vogelaar onder meer aangegeven dat de afspraken over educatie tussen vorige bewindslieden en de Tweede Kamer gehandhaafd worden. Zij heeft gewezen op de overgangsperiode die daartoe is opgenomen in het wetsvoorstel voor het participatiebudget. Naar aanleiding hiervan heeft het lid Spekman (PvdA) verzocht deze informatie op papier te krijgen om de precieze afspraken te kunnen beoordelen. Minister Vogelaar heeft dit toegezegd. Omdat de educatie onder mijn verantwoordelijkheid valt doe ik deze toezegging, mede namens minister Vogelaar, gestand.

Bestedingsverplichting bij roc’s Wat betreft de verplichte inzet van de educatiemiddelen bij de roc’s zijn in de nota naar aanleiding van het verslag op de «Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de voorschriften inzake educatie, splitsing van instellingen en vaststelling ondergrens aan de bekostiging deeltijds beroepsopleidingen» (Kamerstukken 2005–2006, 30 170, nr. 6) vragen beantwoord over de gedwongen winkelnering voor educatie. Deze vragen zijn in paragraaf 1.2 «De onderbrenging van educatiemiddelen in de brede doeluitkering» beantwoord door mijn voorganger, staatssecretaris Rutte. Daarbij wordt onder meer gemeld dat met de roc’s is afgesproken de gedwongen winkelnering te handhaven tot de resultaten van de evaluatie van het wetsvoorstel Inburgering bekend zijn.

Onder punt 1.3 van genoemde nota staat onder meer dat over de gevolgen van de structurele overheveling van een deel van het educatiebudget naar de begroting voor inburgering voor de roc’s een convenant tussen de Staat der Nederlanden en de Bve Raad (thans MBO Raad) is gesloten. In artikel 7, eerste lid, van dit convenant is bepaald dat resp. 1 en 2 jaar na inwerkingtreding van de WI de eerste ontwikkelingen op de markt zullen worden geïnventariseerd.

Inmiddels is dit onderzoek naar de marktwerking voor de inburgeringscursussen gestart. De eerste uitkomsten van dit onderzoek zullen in het najaar 2008 bekend worden. De eindrapportage wordt in april 2009 verwacht. Deze uitkomsten zullen ook gebruikt worden voor de besluitvorming over de afbouw van de bestedingsverplichting bij roc’s bij het participatiebudget, zodat voor de roc’s een soepele overgang van publieke naar private aanbieder mogelijk wordt gemaakt. Tenzij de resultaten van de onderzoeken dit in de weg staan, zal de bestedingsverplichting bij roc’s met ingang van 2011 gefaseerd worden afgebouwd.

Oormerking educatie Met de invoering van het nieuwe inburgeringstelsel (Wet Inburgering) zijn zowel de oudkomers als de nieuwkomers verplicht een inburgeringsexamen te halen. In dat kader zijn de educatiemiddelen die door gemeenten voor oudkomers werden ingezet voor de opleidingen Nederlands als tweede taal, op de voor de inburgering relevante niveaus overgeboekt van de begroting van OCW naar de begroting van het ministerie van Justitie/VenI (thans het ministerie van VROM/WWI) voor inburgering. Consequentie hiervan is dat gemeenten de educatiemiddelen niet meer mogen inzetten voor de doelgroepen van de Wet Inburgering en voor de zogenoemde vrijwillige inburgeraars, waar het de opleidingen Nederlands als tweede taal betreft, met uitzondering van de opleidingen Nederlands als Tweede taal, gericht op alfabetisering. Dit wordt gerealiseerd door een inschrijvingsbeperking voor deze groep bij bedoelde opleidingen. Voor de vrijwillige inburgeraars moet de WEB op dit punt nog worden aangepast. Deze wijziging van de WEB (Kamerstukken 2007–2008, 30 853, nr. 8), die op 15 april 2008 door de Tweede Kamer is aanvaard, ligt ter behandeling in de Eerste Kamer. Voor de wetgeving rond de inburgeringsplichtigen verwijs ik u kortheidshalve naar de Kamerstukken 2005–2006, 30 170, nr. 7. Voor alfabetisering kunnen gemeenten wel educatiemiddelen inzetten voor de inburgeraars.

In het kader van het participatiebudget komt de oormerking voor educatie te vervallen op het moment dat er over educatie bestuurlijke afspraken met gemeenten zijn gemaakt over de educatieprestaties. Wanneer de oormerking voor educatie komt te vervallen, zal het ook mogelijk worden om verplichte en vrijwillige inburgeraars in te schrijven voor alle educatie-opleidingen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven