26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding

31 953 Vaststelling van overgangsrecht en wijziging van diverse wetten ten behoeve van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Nr. 118 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 februari 2012

In vervolg op mijn brief van 31 januari 2012 (Kamerstuk 31 953, nr. 51) over de vorming van de RUD’s en met het oog op het algemeen overleg Externe veiligheid op 6 maart 2012 informeer ik u hierbij over de laatste stand van zaken op het gebied van de RUD-vorming.

Het IPO heeft mij op 30 januari 2012 het Plan van aanpak BRZO-infrastructuur toegezonden, overeenkomstig mijn verzoek. Bij brief van 13 februari 2012 heeft het IPO vervolgens ook de zes RUD’s (inclusief hun verzorgingsgebieden) benoemd die zich zullen specialiseren in de uitvoering van de Wabo- en BRZO-taken voor de BRZO- en IPPC-categorie 4-bedrijven. Ik verwijs kortheidshalve naar de bijlagen bij deze brief.1

Bijzonder relevant voor de op te zetten en in te richten BRZO-infrastructuur zijn de aan mij gerichte aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid in zijn rapport over de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk op 5 januari 2011. Bij brief van 10 februari 2012 aan uw Kamer heeft de minister van VenJ daarop reeds mede namens mij gereageerd2.

Ik noem in de eerste plaats aanbeveling 4 om te preciseren «met welke maatstaven in de aangekondigde evaluatie3 van deze reorganisatie geoordeeld zal worden zodat er volstrekte helderheid vooraf is over het programma van eisen: wanneer worden de regionale uitvoeringsdiensten/BRZO als geslaagd beschouwd.»

Ik ben voornemens overeenkomstig deze aanbeveling van de Onderzoeksraad een programma van eisen in april 2012 bekend te maken. Met dat programma van eisen zal ik voor wat betreft de zes BRZO-RUD’s ook uitvoering geven aan het tweede gedeelte van aanbeveling 3 om te waarborgen «dat in deze regionale uitvoeringsdiensten alle benodigde expertise wordt ondergebracht onder gezaghebbende enkelvoudige verantwoordelijkheid».

Aan rijkszijde ben ik momenteel in gesprek met de meest betrokken collega’s, dit mede in het licht van de noodzaak om de rijksinspecties goed te verbinden met de regionale uitvoeringsdiensten BRZO in wording.

Ik noem tenslotte in de derde plaats aanbeveling 5: «zorg samen met de industrie, voor een jaarlijkse verslaglegging over de «Staat van de veiligheid van risicovolle ondernemingen».» Hierin ligt een duidelijke opgave besloten voor de zes BRZO-RUD’s (in samenwerking met het bedrijfsleven, de veiligheidsregio’s en de betrokken rijksinspecties) tot monitoring en rapportage, die dan ook in het programma van eisen een plaats zal krijgen.

Het Plan van aanpak van het IPO is tijdens het bestuurlijk overleg op 15 februari 2012 tussen Rijk, OM, IPO, VNG en UvW enthousiast ontvangen door alle deelnemers. Het plan is ambitieus en wordt gezien als de agenda voor 2012. Het wordt nu met alle betrokkenen verder uitgewerkt en afgestemd op het programma van eisen in ontwikkeling.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

TK 26 956, nr. 116.

X Noot
3

D.w.z. de evaluatie in 2014 van het succes van de RUD’s waarom is verzocht in de motie Houwers, Leegte en Van der Werf, TK 33000-XII, 33000-A, nr. 19.

Naar boven