Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2011
Bij brief van 17 februari jl. (2011D08466) vroeg u mij de Tweede Kamer te informeren over de stand van zaken inzake innovatieve lerarenopleidingen. Met deze brief
voldoe ik aan dat verzoek.
Recent heeft de Inspectie van het Onderwijs gerapporteerd over de uitvoering van Krachtig Meesterschap, de kwaliteitsagenda
voor het opleiden van leraren. Een van de activiteiten waarover in dat kader is gerapporteerd, is de uitvoering van de regeling
Krachtig meesterschap. De Inspectie rapporteert hier als volgt over:
«Deze regeling beoogt samenwerkingsverbanden van scholen en lerarenopleidingen te stimuleren, en projecten te ontwikkelen
op het gebied van excellentie bij het opleiden van leraren en/of het beroep van leraar. Dit moet uiteindelijk bijdragen aan
meer en beter opgeleide leraren. Met de regeling wordt beoogd meer excellentie binnen het opleiden van leraren en het beroep
van leraar te bevorderen. Hiermee neemt de kwaliteit van opleiding en beroep toe en worden lerarenopleiding en het beroep
van leraar aantrekkelijker voor diverse (potentiële) doelgroepen. Het «bevorderen van excellentie bij het opleiden van leraren»
kan zowel betrekking hebben op aankomende als zittende leraren.
In totaal hebben 41 excellentieprojecten subsidie ontvangen. Op grond van de eerste ronde audits concludeert AgentschapNL
dat de toegekende projecten 2009 goed op schema lopen. In alle projecten wordt aangegeven dat «excellentiebevordering» een
positieve impact heeft op de organisatie.»
Voortgezette monitoring in 2011 en 2012 zal uitwijzen wat de opbrengsten van de projecten op het gebied van excellentiebevordering
zullen zijn.
Bijgevoegd bij deze brief treft u het eerste monitorrapport van de Inspectie van het Onderwijs over de implementatie van acht
activiteiten uit de nota Krachtig Meesterschap, kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren aan1. De algemene conclusie van de Inspectie is dat dankzij de subsidies voortvloeiend uit de nota Krachtig Meesterschap op alle
acht terreinen zinvolle initiatieven zijn ontstaan.
Deels zijn nu al resultaten zichtbaar, bijvoorbeeld bij de Kennisbasis, Intake- en studiekeuzegesprekken, Summercourses, Opleiden
in de school, Educatieve minor en Eerst de Klas. Op andere gebieden zijn de eerste noodzakelijke stappen gezet, maar is verdere
voortgang nog niet vast te stellen (kennistoetsing, diversiteit en excellentie). Het ligt in de verwachting dat dat in 2011
of 2012 wel het geval zal zijn. Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat bovengenoemde ontwikkelingen bijdragen aan
duurzaam betere opleidingen van leraren.
Ook in 2011 en 2012 monitort de Inspectie de uitvoering van deze agenda. Ik ben voornemens u dit voorjaar mijn professionaliseringsagenda
aan te bieden. De uitkomsten van deze eerste monitor zal ik bij deze agenda betrekken.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de actuele stand van zaken over de innovatieve projecten
ten aanzien van het opleiden van leraren en de uitvoering van de kwaliteitsagenda Krachtig Meesterschap in het algemeen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
H. Zijlstra