31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 58 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2011

Op 1 juni 2011 heeft de Vaste Kamercommissie voor IenM bij mij geïnformeerd naar de stand van zaken van de uitvoering van de Motie-Neppérus (31 793, nr. 54) (2011Z11677/2011D28976). In deze motie wordt de regering verzocht «zich ervoor in te zetten dat zaken bij het IPCC echt anders gaan worden aangepakt en dat ook klimaatsceptici bij vervolgstudies worden betrokken».

Mede op initiatief van Nederland is de Inter Academy Council (IAC) gevraagd een review uit te voeren van de werkwijze van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Vervolgens is Nederland zeer actief geweest om de hervormingsagenda van het IPCC vorm te geven en uit te voeren. Die inspanningen hebben al tot eerste resultaten geleid. De 33ste vergadering van het IPCC van 10–13 mei 2011 in Abu Dhabi heeft verschillende besluiten genomen die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit en betrouwbaarheid van toekomstige producten, die de transparantie verbeteren en die de betrokkenheid versterken van deskundigen buiten de teams die de rapporten schrijven.

Ik wil enkele van de besluiten met name noemen, omdat die van speciaal belang zijn voor de Motie-Neppérus.

  • De hele verscheidenheid aan wetenschappelijke opvattingen (full range of views) is op drie punten vastgelegd:

    • 1. bij het selecteren van de deelnemers aan scoping meetings (waar een concept-inhoudsopgave voor nieuwe rapporten wordt gemaakt),

    • 2. bij het samenstellen van de auteursteams die de rapporten gaan schrijven, en

    • 3. door vast te leggen dat alle wetenschappelijke inzichten op evenwichtige wijze weergegeven zullen worden in de achterliggende werkgroeprapporten, de beleidssamenvatting en de syntheserapporten.

  • Niet langer is de individuele auteur verantwoordelijk voor de kwaliteit van de bronnen in de eigen bijdrage, maar de hele auteursgroep van het betreffende hoofdstuk.

  • Voor de personen die toezien op het correct verwerken op commentaren wordt een protocol opgesteld dat hun taak beter vastlegt, en de commentaren en de reactie daarop worden tegelijk met het rapport toegankelijk.

  • Er is een procedure om mogelijke fouten in rapporten te behandelen en werkelijke fouten zullen zo snel mogelijk worden gecorrigeerd.

  • Er is een Executive Committee opgericht die verantwoordelijk is voor het management van het IPCC tussen IPCC vergaderingen. De agenda en het verslag van deze Committee worden toegestuurd aan de landen, zodat die erop toe kunnen zien dat de Committee adequaat functioneert.

Daarmee is het hervormingsproces van het IPCC nog niet afgerond. Op de 34ste vergadering (november 2011) zullen aanvullende besluiten worden genomen om een aantal IAC-aanbevelingen die nog meer werk nodig hadden ook uit te kunnen voeren. Tot slot heeft IPCC besloten belangrijke elementen van de nieuwe werkwijze op termijn te evalueren, zodat duidelijk wordt of de innovaties ook werken zoals ze bedoeld zijn.

De Nederlandse ambtenaren en wetenschappers die betrokken zijn bij IPCC voeren ook een dialoog met enkele sceptici om hun visie te krijgen over hoe proces en inhoud IPCC-rapporten beter kunnen worden. Deze inzichten neem ik mee bij het formuleren van de Nederlandse inzet om het IPCC verder te verbeteren en de kwaliteit van de rapporten verder te verhogen.

Ook laat ik me informeren door mensen die vanuit verschillende uitgangspunten naar klimaatwetenschap kijken, zodat ik een goed beeld heb van de verschillende inzichten op dit terrein.

Tot slot zal ik u informeren over verdere ontwikkelingen van de IPCC hervormingsagenda direct na de 34ste vergadering.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

Naar boven