Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 300 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2020

Nr. 2 Memorie van toelichting

Vergaderjaar 2019‒2020

INHOUDSOPGAVE

Blz.

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

3

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

4

1

LEESWIJZER

4

2

BELEIDSAGENDA

7

Beleidsprioriteiten

7

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

21

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

25

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

26

Overzicht van risicoregelingen

29

3

BELEIDSARTIKELEN

32

Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

32

Artikel 2. Nationale veiligheid

47

Artikel 3. Woningmarkt

49

Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

60

Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

70

Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

79

Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

91

Artikel 8. Kwaliteit Rijksdienst

100

Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

102

4

NIET-BELEIDSARTIKELEN

107

Artikel 11. Centraal apparaat

107

Artikel 12. Algemeen

109

Artikel 13. Nog onverdeeld

111

5

BEGROTING AGENTSCHAPPEN

112

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

112

Logius

120

P-Direkt

128

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

135

FMHaaglanden (FMH)

142

Shared Service Center ICT (SSC-ICT)

149

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

155

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

167

6.

BIJLAGEN

174

Bijlage 1: Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

174

Bijlage 2: Verdiepingsbijlage

176

Bijlage 3: Moties en toezeggingen

195

Bijlage 4: Subsidieoverzicht

271

Bijlage 5: Evaluatie- en overig onderzoek

274

Bijlage 6: Specifieke uitkeringen

281

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat/begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H. Ollongren

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 LEESWIJZER

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2020 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Groeiparagraaf

De begroting 2020 bouwt voort op de ontwikkeling van de begroting 2019. In 2019 is de begrotingsstructuur gewijzigd om beter aan te sluiten bij de inhoudelijke doelstellingen en de huidige beleidspraktijk. Dit was een eerste stap om de begroting meer in lijn te brengen met de operatie inzicht in kwaliteit, ook in relatie tot artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 (CW). Dit jaar zijn de inhoudelijke doelstellingen en de rol en verantwoordelijkheid voor de artikelen 1 (Openbaar bestuur en democratie), 5 (Ruimtelijke ordening en omgevingswet) en 7 (Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid) herzien. Voor artikel 1 en 7 volgen de wijzigingen uit toezeggingen die zijn gedaan naar aanleiding van beleidsdoorlichtingen. Bij artikel 3 (Woningmarkt) en 9 (Uitvoering Rijksvastgoedbeleid) is de rol en verantwoordelijkheid herschreven in de verschillende rollen die door de rijksbegrotingsvoorschriften worden voorgeschreven.

Beleidsagenda

De beleidsagenda geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid. De beleidsagenda wordt afgesloten met de volgende vier overzichten:

  • Overzichtstabel belangrijkste beleidsmatige mutatiesIn dit overzicht zijn de belangrijkste beleidsmatige mutaties opgenomen.

  • Overzicht niet-juridisch verplichte uitgavenIn dit overzicht zijn de niet-juridisch verplichte uitgaven opgenomen

  • Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingenDe meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen is per artikel voor de periode 2018–2024 opgenomen wanneer een beleidsdoorlichting is gerealiseerd of gepland. De aanvullende informatie is opgenomen in bijlage 6.5 Evaluatie- en overig onderzoek.

  • Overzicht van RisicoregelingenIn de beleidsagenda zijn de tabellen «Garanties» en «Achterborgstellingen» opgenomen. Het betreft de Rijkshypotheekgaranties en de achterborgstellingen voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).

Beleidsartikelen

In de beleidsartikelen staan de beleids- en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bevat acht beleidsartikelen:

  • artikel 1 Openbaar bestuur en democratie;

  • artikel 2 Nationale veiligheid;

  • artikel 3 Woningmarkt;

  • artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit;

  • artikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet;

  • artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving;

  • artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid;

  • artikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid.

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:A. Algemene doelstelling;B. Rol en verantwoordelijkheid; C. Beleidswijzigingen; D. Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit; E. Toelichting op de instrumenten.

Budgetflexibiliteit

De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is 1 januari 2020.

Niet-beleidsartikelen

De begroting van BZK bevat drie niet-beleidsartikelen:

  • artikel 11 Centraal apparaat;

  • artikel 12 Algemeen;

  • artikel 13 Nominaal en onvoorzien.

Begroting agentschappen

De begroting van BZK kent de volgende acht baten-lastenagentschappen:

  • Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG);

  • Logius;

  • P-Direkt;

  • Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR);

  • FMHaaglanden (FMH);

  • Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT);

  • Rijksvastgoedbedrijf (RVB);

  • Dienst van de Huurcommissie (DHC).

Bijlagen

De begroting van BZK bevat zes bijlagen:

  • 1. ZBO/RWT’s;

  • 2. Verdiepingsbijlage;

  • 3. Moties en toezeggingen;

  • 4. Subsidieoverzicht;

  • 5. Evaluatie- en overig onderzoek;

  • 6. Specifieke uitkeringen.

Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2019 (RBV 2019) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van de Rijksbegrotingsvoorschriften 2019

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in €)

Technische mutaties (ondergrens in €)

1.

Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

2.

Nationale veiligheid

Verplichtingen/uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln.

3.

Woningmarkt

Verplichtingen/uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 20 mln. Ontvangsten: 10 mln.

4.

Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln.

5.

Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6.

Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7.

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

9.

Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

11.

Centraal apparaat

Verplichtingen/uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln.

12.

Algemeen

Verplichtingen/uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

13.

Nog onverdeeld

Verplichtingen/uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

2 BELEIDSAGENDA

Beleidsprioriteiten

Sterke en levendige democratie

Nederland is een land met 17 miljoen inwoners, die op een relatief klein oppervlakte met elkaar wonen, samenleven, werken en recreëren. Een land met 13 miljoen kiezers, van wie elke stem gelijk is en gehoord mag worden, zeker als die plannen van invloed zijn op de veiligheid, duurzaamheid, leefbaarheid en gezondheid van de wijk, de straat, je huis.

Nederland is ook het land waarin de democratie de grond onder onze beschaving is, waarin we iedere dag opnieuw op unieke wijze samen optrekken, samenwerken en samendoen en waarin we een goed georganiseerd en slagvaardig bestuur hebben. Prettig samenleven begint met vertrouwen. Vertrouwen in elkaar en in een overheid die alert is op hoorbare en latente geluiden en op (on)zichtbare dreigingen en die daarop acteert. Daarom werken we aan een sterke en levendige democratie, waarin mensen mee kunnen doen, waar naar mensen geluisterd wordt en waar hun stem telt.

Een sterke lokale democratie

Gemeenten zijn steeds actiever in het betrekken van inwoners bij besluitvorming en uitvoering. Inwoners hebben daar behoefte aan, omdat op lokaal niveau steeds vaker keuzes gemaakt worden met een grote impact op het dagelijkse leven, zoals het Klimaatakkoord, de jeugdzorg, woningbouw en inburgering. Het betrekken van inwoners gebeurt indirect, via een herkenbare en krachtige gemeenteraad waar de belangen van inwoners vertegenwoordigd worden. Het gebeurt ook direct door inwoners zelf betere mogelijkheden te geven voor zeggenschap en eigenaarschap. BZK ondersteunt de actievere betrokkenheid van inwoners met het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie. Daarin richten we ons met gemeenten op een herkenbare en krachtige gemeenteraad, goed toegeruste politieke ambtsdragers, betere mogelijkheden voor inwoners om te participeren, een ambtelijke organisatie met een goede maatschappelijke antenne en een levendige lokale digitale democratie.

Daarvoor gaan wij in 2020 het volgende doen. Via de Quick Scan Lokale Democratie die in het komend jaar verder ontwikkeld en uitgevoerd wordt, brengen gemeenten gezamenlijk met inwoners in kaart hoe zij de lokale democratie kunnen versterken. Met een wijziging van de Gemeentewet verstevigen we participatie van inwoners binnen de gemeente, zowel in de beleidsontwikkeling als tijdens de beleidsuitvoering. We zetten in op een verdubbeling van het aantal gemeenten dat werkt met Right to Challenge. Bovendien willen we het Right to Challenge verankeren, maar wel de ruimte laten voor lokale invulling. Ook komend jaar ondersteunen we gemeenten actief bij het betrekken van hun inwoners bij besluitvorming, vooral op het terrein van de energietransitie en de Omgevingswet. Dat gaat zowel om betere mogelijkheden om als inwoners direct mee te doen, maar ook om versteviging van de positie van de volksvertegenwoordiging. We helpen met visies, gidsen, trainingen en handreikingen. Digitalisering biedt mogelijkheden om mensen beter te betrekken. Daarom onderzoeken en testen we in de Proeftuin Lokale Digitale Democratie hoe we met (open source) digitale participatietools mensen beter kunnen betrekken. In sommige regio’s is meer ondersteuning nodig voor de versterking van de lokale democratie, zoals in het aardbevingsgebied. In deze gemeenten en provincies bieden wij op basis van de behoefte extra ondersteuning. Ook sturen we met een set aan maatregelen op een divers en inclusief samengesteld gemeentebestuur, bijvoorbeeld door het ondersteunen van gemeenten en kandidaatselectiecommissies om inclusief te werven en selecteren.

Verkiezingen vormen het hart van onze democratie

Voor de democratie is het vertrouwen in vrije en eerlijke verkiezingen essentieel. Daarom werken we aan vernieuwing van het verkiezingsproces. We verbeteren de transparantie en controleerbaarheid van het vaststellen van de uitslag: fouten kunnen eerder worden gecorrigeerd en iedereen kan controleren hoe de verkiezingsuitslag is berekend. We bereiden een wijziging van de Kieswet voor waarin we bepalen aan welke mate van transparantie, controleerbaarheid en betrouwbaarheid gebruikte digitale hulpmiddelen moeten voldoen.

We komen met een voorstel voor een experimentenwet voor nieuwe stembiljetten. Zo werken we aan biljetten die iedereen kan gebruiken, makkelijker en sneller handmatig én ook elektronisch te tellen zijn. Daarnaast dienen we een wet in om te experimenteren met early voting. Dan kunnen meer kiezers zelfstandig stemmen en daalt de behoefte aan volmachten. We creëren ook omstandigheden waarin mensen met een verstandelijke beperking bijstand kunnen krijgen in het stemhokje.

Vernieuwingen zijn nodig

Zonder onderhoud verzakt het huis van de democratie. We willen dit huis vernieuwen en mee laten groeien met de vereisten van deze tijd. Het gaat er niet om de democratie grootschalig te verbouwen. In 2018 bracht de staatscommissie parlementair stelsel haar eindrapport «Lage drempels, hoge dijken uit» met aanbevelingen voor staatkundige hervormingen. Over dat eindrapport is op 26 juni 2019 een kabinetsstandpunt uitgebracht. Dat voorziet onder meer in een nadere uitwerking ten aanzien van het kiesstelsel voor de Tweede Kamer, de invoering van een Wet op de politieke partijen, een jongerenparlement, een aangepaste procedure voor de wijziging van de Grondwet en een andere wijze van verkiezing van de Eerste Kamer. Het kabinet maakt een nadere afweging over een aantal andere aanbevelingen van de staatscommissie, waaronder het correctief bindend referendum, constitutionele toetsing en een terugzendrecht voor de Eerste Kamer.

Democratie is mensenwerk en vraagt om weerbaar bestuur

Democratie is mensenwerk. Mensen maken het bestuur. Zware politieke keuzes rond zorg, klimaat, wonen, etc. raken iedereen en krijgen op lokaal niveau concrete betekenis. Politieke ambtsdragers - volksvertegenwoordigers en bestuurders - geven invulling aan de democratische besluitvorming op dat lokale niveau. Met het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie geven we een impuls aan de duurzame toerusting van politieke ambtsdragers1. Daarbij werken we aan passende randvoorwaarden in het politieke ambt zoals adequate vergoedingen en politiek verlof, voldoende mogelijkheden voor inhoudelijke ondersteuning in het raads- en bestuurswerk en voldoende mogelijkheden om te leren, reflecteren en je te ontwikkelen in het politieke ambt. Daar hoort ook de doorontwikkeling en de borging van het in februari 2019 opgerichte kennispunt voor lokale politieke partijen bij, als ook de versterking van de positie van de gemeenteraad.

Met de groeiende omvang en complexiteit van de opgaven, groeien ook de uiteenlopende (financiële) belangen. Dat zet druk op de democratische besluitvorming. Ondemocratische middelen worden daarbij niet geschuwd. Omkoping, intimidatie en agressie bedreigen de veiligheid en integriteit van politieke ambtsdragers en hun gezinnen. Deze antidemocratische tendensen frustreren de besluitvorming, zetten de overheid buitenspel en destabiliseren het openbaar bestuur. Dit vraagt om een stevige tegenactie.

We zetten in op versterking van integer gedrag en veiligheid van politieke ambtsdragers. Voor de bestuurlijke aanpak van ondermijning zetten we samen met lokale partners in op preventie. In samenwerking met JenV, VNG NGB en de Wethoudersvereniging vergroten we de komende tijd de weerbaarheid van bestuurders. De raads- en Statenleden blijven ook een kwetsbare groep. Daarom loopt een apart project met VNG, IPO en de verenigingen van raadsleden en griffiers gericht op de weerbaarheid van raads- en Statenleden.

Samen werken aan een slagvaardig en verbonden bestuur

Nederland moet erop kunnen vertrouwen dat het bestuur slagvaardig en resultaatgericht optreedt. Voor mensen maakt het niet uit of het nu de provincie, de gemeente of de rijksoverheid is die een probleem oplost; áls het maar wordt opgelost. Veel problemen zijn echter complex, overstijgen gemeentegrenzen en vragen - daarom - om een gezamenlijke aanpak. Vanuit die één overheidsgedachte werken we als overheden steeds meer samen op basis van gelijkwaardigheid. Dit kan nog beter. Om echt tot betere oplossingen te komen vraagt dit van het Rijk dat zij beter samenwerkt met andere overheden. Dat doen we steeds meer in nationale programma’s, regiodeals, city deals, woondeals, en in de regiospecifieke aanpak van het Interbestuurlijk Programma (IBP). We gaan inventariseren wat het vermogen van Rijk en andere overheden is om tot effectieve(re) partnerschappen te komen. Deze lessen krijgen in 2020 hun weerslag in een nieuwe Code interbestuurlijke verhoudingen. Wij ondersteunen gemeenten en provincies (en ook rijkspartners) bij (regionale en gebiedsgerichte) governance vraagstukken waar nationaal beleid op regionaal niveau impact heeft. Voor interbestuurlijk toezicht zal in 2020 het actieplan verder worden uitgewerkt.

De nieuwe bestuurlijke werkelijkheid vraagt ook om passende financiële verhoudingen. Daartoe passen we met een wetsvoorstel passende Financiële verhoudingswet aan en rusten we het uitkeringsstelsel beter toe op die situaties waar overheden taken gezamenlijk oppakken. In deze wetswijziging betrekken we ook de bevindingen van de Algemene Rekenkamer over de toepassing van het instrument decentralisatie uitkeringen. Vooruitlopend op die wetswijziging toetsen we - samen met het Ministerie van Financiën - de voorstellen voor nieuwe en bestaande decentralisatie-uitkeringen en de daarmee samenhangende bestuurlijke afspraken. Daarnaast dienen we een voorstel in voor een herijkte verdeling van de algemene uitkering van het gemeentefonds in het voorjaar van 2020.

Veel vraagstukken overstijgen gemeentegrenzen, waardoor meer samenwerking nodig is tussen gemeenten. Waar dat gewenst of noodzakelijk is bieden we ruimte voor maatwerk in de Gemeentewet, Wet gemeenschappelijke regelingen en mogelijk ook in aanvullende wet- en regelgeving. Zo stellen we gemeenten beter in staat in te spelen op de opgaven op een manier die past bij hun cultuur en hun regio. We gaan in gesprek met gemeenten waar voor hen knelpunten en oplossingen zitten. Daarnaast heeft de positie van gemeenteraden bij gemeenschappelijke regelingen versterking nodig. Omdat de uitvoering van die regelingen, zowel organisatorisch als qua informatievoorziening, zich deels op afstand van betrokken raden voltrekt kunnen raden hun controlerende functie minder goed vervullen2. We kijken samen met lokale bestuurders, ambtenaren en volksvertegenwoordigers wat nu al mogelijk is en waar aanpassing van wetgeving noodzakelijk is en komen met een wetsvoorstel om deze democratische lacunes te dichten.

Ruimte geven is alleen mogelijk als er duidelijke kaders zijn, met een goed werkend stelsel van checks and balances. Lokale rekenkamers zijn een belangrijk instrument om de kaderstellende en controlerende rol van de raad te versterken en van groot belang voor de democratische verantwoording van het bestuur. Daartoe komen we met een wetsvoorstel3. Samen met bestuurlijke partners werken we de aanbevelingen van de werkgroep lokale rekenkamers uit. We richten ons vooral op de benodigde verdere ontwikkeling van de professionele relatie tussen rekenkamer, raad en college.

Fundamentele menselijke rechten en vrijheden

Ook in Nederland is de verwezenlijking van fundamentele menselijke rechten en vrijheden een permanente maatschappelijke opgave. Het tweede Nationaal Actieplan Mensenrechten dat voor het einde van het jaar door het kabinet gepresenteerd wordt, is bepalend voor de prioriteiten die we voor de komende jaren kiezen en bepaalt daarmee de inzet. In het kader van het Nationaal Actieprogramma tegen Discriminatie zal het kabinet blijvende inspanningen verrichten om discriminatie tegen te gaan en gelijke behandeling van gelijke gevallen te blijven bevorderen. Een bijzondere rol is hier weggelegd voor gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. Het kabinet ondersteunt antidiscriminatievoorzieningen met opleiding en handreikingen.

Bescherming van de democratie en grondrechten tegen dreigingen

De Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen en Veiligheid (GA I&V 2019-2022) die op 1 januari 2019 van kracht werd, is leidend voor de taakuitvoering, de aansturing en verantwoording van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) op het terrein van de nationale veiligheid. De dreiging voor de nationale veiligheid is divers en wederom toegenomen. Om op adequate wijze op de huidige ontwikkelingen in te kunnen blijven spelen, intensiveert de AIVD het onderzoek naar organisaties, personen en andere landen die een (mogelijk) gevaar vormen voor de Nederlandse democratische rechtsorde. Hiertoe heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld. De onderzoeken van de dienst dragen bij aan het handelingsperspectief van zowel publieke als private organisaties om in hun taakuitvoering nationale veiligheidsbelangen te behartigen, het functioneren van de democratische rechtsorde te waarborgen of economisch verdienvermogen in stand te houden.

Jihadistisch terrorisme, radicalisering en extremisme

De dreiging van aanslagen in het Westen van mondiaal opererende jihadistische organisaties en lokale jihadistische bewegingen of individuen blijft aanwezig. Dit geldt ook voor Nederland, getuige onder andere de aanhoudingen van diverse personen die ervan worden verdacht betrokken te zijn bij handelingen met een terroristisch oogmerk. De voornaamste exogene dreiging blijft uitgaan van ISIS en al-Qa’ida en hun invloed op aanhangers om over te gaan tot terroristische activiteiten.

Er is sprake van toenemende emancipatie van groepen en individuen binnen de samenleving gekoppeld aan een bereidheid om in actie te komen voor de eigen belangen. Wanneer deze ontwikkelingen extremistische vormen aannemen is er een taak voor de AIVD om hier zicht op te krijgen en samenwerkingspartners handelingsperspectief te bieden. Deze onderzoeken richten zich met name op salafistische aanjagers, links- en rechts-extremisme en anti-overheidsextremisme.

Spionage, cyberdreiging en ongewenste buitenlandse inmenging

Onder druk van geopolitieke ontwikkelingen en verdere digitalisering van de samenleving neemt de digitale dreiging voor de democratie en de nationale veiligheid toe. Statelijke actoren zetten steeds geavanceerdere spionagemiddelen in om zowel hun geopolitieke als economische belangen te behartigen. Hierbij kunnen statelijke actoren zich ook richten op politieke beïnvloeding en op ongewenste buitenlandse inmenging. Tegelijkertijd is en wordt de Nederlandse samenleving steeds afhankelijker van digitale processen. Aantasting van deze processen leidt in toenemende mate tot maatschappelijke ontwrichting. Bedrijven en overheden zullen hun weerbaarheid op dit terrein moeten vergroten.

Duurzaam wonen en leven in heel Nederland

De groei van onze steden, de urgente problemen op de woningmarkt, de klimaatverandering en de energietransitie stellen de kwaliteit van onze leefomgeving voortdurend op de proef. Ruimte is schaars; we moeten die zo goed mogelijk benutten. Een toekomstbestendige inrichting vraagt om vindingrijkheid en keuzes. Een gedeeld beeld over in wat voor land we willen leven en wat daarvoor nodig is helpt daarbij. Dat is de Nationale Omgevingsvisie. Hierin geeft het kabinet aan waar we kunnen combineren en waar me moeten kiezen: opwekken van warmte op plekken waar die warmte nodig is, bouwen rondom bereikbare OV-knooppunten en het zoveel mogelijk opwekken van energie door wind op zee zodat er groen en oer-Hollandse landschappen overblijven.

Ons kleine land kent grote verschillen. In de Randstad is sprake van grote druk op de woningmarkt. In Groningen gaat het om herwinnen van vertrouwen in de veiligheid van de woning en omgeving en in de overheid. In Rotterdam-Zuid draait het om meer veerkracht en veiligheid in de wijken en over gelijke kansen. Dergelijke verschillen vragen een gedifferentieerde benadering. De verduurzamingsopgave daarentegen geldt vrijwel overal. Tussen nu en 2050 zullen we onze woningen en gebouwen anders verwarmen: energiebesparing in combinatie met warmtenetten, all-electric verwarming en lokale oplossingen als alternatief voor gas en kolen voor meer dan 7 miljoen woningen en voor 1 miljoen andere gebouwen, zoals kantoren en scholen. Dat doen we samen en slim, in combinatie met andere renovaties en noodzakelijke verbeteringen.

Toekomstbestendige leefomgeving

In gezamenlijke verantwoordelijkheid maken we samenwerkingsafspraken die ervoor moeten zorgen dat de omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeenten logisch op elkaar aansluiten. Vervolgens worden landsdekkende omgevingsagenda’s opgesteld, op basis waarvan we binnen bestaande gebiedsprogramma’s prioriteren en nieuwe initiatieven ontplooien. In gezamenlijkheid pakken de verschillende overheidslagen deze uitdaging op. In 2019 is in een aantal landsdelen al gestart met het opstellen van omgevingsagenda’s (Zuid, Noord en Oost). Op basis van die ervaringen geven we de omgevingsagenda van 2020 verder vorm.

Specifiek voor de steden werken we aan verstedelijkingsstrategieën. Voor de Metropool Regio Amsterdam, de regio Utrecht en de Zuidelijke Randstad maken we voor de middellange en lange termijn de opgaven en bijbehorende keuzes voor wonen, bereikbaarheid, energie, klimaatadaptatie en groen inzichtelijk. Ook voor Groningen en Eindhoven verkennen we welke verstedelijkingsstrategieën nuttig en nodig zijn. Daarbij benaderen we de verschillende opgaven integraal, zodat de verstedelijkingsstrategie een afspiegeling is van de behoeften van de samenleving. We gaan in 2020 aan de slag met een vernieuwing van het instrumentarium voor gebiedsontwikkeling. Op basis van de adviezen van de «Studiegroep Alternatieve bekostiging gebiedsontwikkeling» brengen we opties voor na deze kabinetsperiode in beeld. Hierbij betrekken we de voorziene wijziging in de financiële verhoudingen. Evenzo essentieel is een gezond landelijk gebied. Eind 2019 sluiten Rijk en regio’s een akkoord over de plannen van aanpak voor zeven prioritaire landschappen en begin 2020 versturen we, als uitwerking van de NOVI, de beleidsbrief Landschap naar de Kamer. Tevens start de Nationale Landschapsmonitor.

Betrokkenheid van de burgers is essentieel om voortgang te boeken op duurzaam wonen en leven. Met de nieuwe Omgevingswet activeren we inwoners en bedrijven: iedereen met een plan of belang kan aan de voorkant invloed hebben. Voor de Omgevingswet is 2020 een heel belangrijk jaar. De laatste wetgevingsproducten worden aangeboden aan het parlement, met als doel inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2021. Om overheden, burgers, bedrijfsleven op weg te helpen, intensiveren we in 2020 de uitleg en oefenen we met de nieuwe werkwijze vanuit de Omgevingswet. De experimenten onder de Crisis- en herstelwet zijn daarvoor een goede springplank. Naar verwachting zullen veel nieuwe projecten en gebieden in 2020 starten met de toepassing in de praktijk.

Voor deze nieuwe manier van (samen)werken ontwikkelen we ook een nieuw digitaal instrumentarium. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) is de informatiemotor onder de Omgevingswet en zorgt ervoor dat burgers, bedrijven en overheden toegang hebben tot een gebruikersvriendelijk loket om vergunningen aan te vragen, meldingen te doen en plannen te raadplegen in de fysieke leefomgeving. Op 1 januari 2020 wordt het Digitaal Stelsel op basisniveau opgeleverd. Daarna kunnen overheden eigen systemen laten aansluiten op het Digitaal Stelsel om alvast te oefenen met de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel in de praktijk.

Goed, veilig en prettig wonen voor iedereen

Er moeten genoeg woningen zijn voor elke portemonnee en elke levensfase; woningen die qua grootte, prijs, locatie en omgeving aansluiten op de woonwensen van mensen. Op dit moment is in met name stedelijke regio’s een tekort aan betaalbare woningen. BZK ondersteunt en stimuleert provincies, gemeenten en ontwikkelaars om jaarlijks 75.000 nieuwe woningen te bouwen en om huurwoningen in de vrije sector betaalbaar te houden. In 2020 voeren we de afspraken uit de Nationale Woonagenda en de Woondeals uit.

We zien dat de toegankelijkheid van de woningmarkt sterk onder druk staat. Door snel stijgende huizenprijzen en huren is het voor middeninkomens en starters steeds moeilijker om een geschikt huis te vinden. Het kabinet neemt daarom een pakket aan maatregelen om het aanbod van betaalbare woningen een stevige impuls te geven. Met een woningbouwimpuls van € 1 mld. komen onder voorwaarden middelen beschikbaar om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren. Daarbij betrekken we ook de kosten van de ontsluiting van die gebieden op de infrastructuur, de kosten die nodig zijn voor een kwalitatief goede leefomgeving en de kosten voor het opvangen van de potentiële gevolgen van de stikstofuitspraak voor de woningbouw. Daarnaast geven we een gerichte impuls voor de bouw van sociale huurwoningen door een heffingsvermindering van structureel € 100 mln. per jaar in de verhuurderheffing. Voor de komende tien jaar gaat het om € 1 mld. Ook komt er een vrijstelling in de verhuurderheffing voor de bouw van tijdelijke flexibele woningen.

De huurlasten in Caribisch Nederland blijken voor veel huishoudens een grote opgave, zowel in de sociale als particuliere sector. Om de koopkracht van inwoners in Caribisch Nederland te verbeteren, verlagen we de woonlasten door de inwoners van Caribisch Nederland als een nieuwe doelgroep binnen de huurtoeslag op te nemen. Met een aangepaste regeling vanaf 2020 ontvangen zij een bijdrage van ongeveer € 2000 per jaar. Vanaf 2020 is hiervoor € 5 mln. per jaar beschikbaar oplopend tot structureel € 8,4 mln. per jaar vanaf 2025.

De woningmarkt moet in de toekomst beter tegen een stootje kunnen: minder uitschieters in woningprijzen, voor iedereen een redelijke en betaalbare overgang naar schone energie en in sommige regio’s goed inspelen op bevolkingskrimp. Ook kijken we naar de investeringscapaciteit van corporaties in relatie tot de maatschappelijke opgave op zowel de middellange als lange termijn, en hoe we de cycliciteit op de woningmarkt kunnen verminderen.

Daarnaast vraagt ook de kwaliteit van de woningvoorraad om betrokkenheid van de Rijksoverheid. Het gaat hierbij niet alleen om de bouwtechnische kwaliteit en het voorkomen en aanpakken van bijvoorbeeld vocht- en schimmelproblematiek evenals de verduurzaming van onze woningvoorraad. Daarvoor is in de woondeals een aantal afspraken gemaakt over het in kaart brengen en wegnemen van knelpunten in wet- en regelgeving in generieke zin. In aanvulling op het Programma Aardgasvrije Wijken gaan we in een meerjarig partnerschap met gemeenten gebiedsgericht in een aantal wijken aan de slag om innovaties in de praktijk te beproeven en uit te voeren. Dat doen we in de wijken die betrokken zijn in de woondeals en regiodeals. Daarnaast starten we in een aantal (nader te bepalen) gemeenten een city deal wijkvernieuwing. We doen dat met gemeenten die nog niet meelopen in de deals, maar die wel wijken hebben met een vergelijkbare grootstedelijke problematiek.

Leefbaarheid

Het is belangrijk dat iedereen in Nederland voor een eerlijke prijs kan wonen in een fijne, veilige omgeving, met goed bereikbare winkels, speelplaatsen, en andere voorzieningen, met zorg in de buurt en ruimte voor alle mogelijke woonwensen. Als de woningmarkt lokaal niet goed functioneert doet dat afbreuk aan de leefbaarheid. Het gaat bijvoorbeeld om discriminatie op de woningmarkt, diverse activiteiten van malafide verhuurders, negatieve effecten van toeristische verhuur op grote schaal, of de ongewenste bewoning van vakantieparken. BZK draagt bij aan het op peil houden of verbeteren van de leefbaarheid van regio’s, straten en buurten. Met de betrokken partijen uit de sector en medeoverheden bekijken we hoe we excessen gericht aan kunnen pakken, hoe we die kunnen voorkomen en of er bij partijen voldoende sturingsmogelijkheden zijn. In 2020 gaat BZK door met de aanpak goed verhuurderschap, het actieplan vakantieparken, het actieplan wonen & zorg, de handreiking toeristische verhuur en het expertisetraject woningmarkt in krimpgebieden. BZK geeft daarbij de kaders in wet- en regelgeving aan en biedt gemeenten ruimte om zelf in te grijpen.

Het behoud van een leefbare woon- en leefomgeving speelt sterk in de regio’s van Nederland die te maken hebben met bevolkingsdaling. De bevolkingsdaling in deze regio’s zorgt, in combinatie met de relatief sterke vergrijzing en ontgroening, voor woningmarktopgaven die een specifieke aanpak vragen. In de regiodeals in deze gebieden – zoals Parkstad Limburg, Zuidoost Drenthe en de Achterhoek – zijn daarover afspraken gemaakt. Daarnaast wordt vanuit het expertisetraject woningmarkt in krimpregio’s kennis en expertise opgebouwd hoe we met deze opgaven in de toekomst omgaan.

Grensoverschrijdende samenwerking

We stimuleren de samenwerking over de landsgrenzen heen om economische groei en de leefbaarheid te versterken, vooral in grensregio’s. We ondersteunen daartoe nieuwe initiatieven, nemen grensbelemmeringen zoveel mogelijk weg, creëren de juiste randvoorwaarden en zorgen dat alle overheden aan beide kanten van de grens met elkaar in contact staan en gebruik maken van de mogelijkheden die samenwerkingsverbanden, zoals de Benelux, bieden. Dit doen we aan de hand van concrete samenwerkingsagenda’s met de grensregio en de buurlanden, zoals de Grenslandagenda met Noordrijn-Westfalen. Samen met de Vlaamse overheid pakken we grensknelpunten in het Nederlands-Vlaamse grensgebied aan. Via regiodeals met regio’s langs de grens ondersteunen we grensoverschrijdende initiatieven en projecten. Verder stimuleren we uitwisseling tussen jongeren in de grensregio en maken jongeren kennis met elkaars taal en cultuur.

Versterkingsoperatie Groningen

De versterkingsoperatie komt in een volgende fase. De menselijke maat moet terug om zo het vertrouwen van de Groningers terug te krijgen. Er komt meer accent op de uitvoering met voor Groningers zichtbare resultaten. BZK zet daarom in op meer regie voor bewoners en bestuurders, het inrichten van één slagvaardige uitvoeringsorganisatie, het versterken van uitvoeringskracht en op het vereenvoudigen en versnellen van de versterking. BZK is per 1 januari 2020 verantwoordelijk voor de uitvoeringsorganisatie. Ook voor het Nationaal Programma Groningen wordt binnen het Kabinet de eerste beleidsverantwoordelijkheid bij BZK gelegd. In het Nationaal Programma Groningen werken het Rijk (waaronder BZK) en de Regio samen om te zorgen dat Groningen een toekomstbestendig en leefbaar gebied blijft, met behoud van de eigen identiteit, waar het goed wonen, werken en recreëren is. Het Rijk en NAM investeren via dit programma in totaal € 1,15 miljard in Groningen.

In het Klimaatakkoord werken aan een duurzame gebouwde omgeving

In het regeerakkoord heeft het kabinet een ambitieus klimaatdoel gesteld om de in Parijs afgesproken doelstellingen voor CO2-reductie in 2050 te realiseren. Op basis van het in het voorjaar 2019 gepubliceerde Klimaatakkoord werken we in 2020 voor de gebouwde omgeving een breed pakket aan maatregelen uit om woningeigenaren, huurders en verhuurders te ondersteunen. We ondersteunen hen door fiscale wijzigingen in de energiebelasting, door bestaande subsidieregelingen opnieuw open te stellen en te verbreden en door een Warmtefonds en een digitaal platform in te stellen. De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot en kan de energielasten voor eigenaren en huurders van gebouwen verminderen. Uitgangspunt daarbij is woonlastenneutraliteit voor kopers en huurders, waarbij de kosten voor verduurzaming niet hoger zijn dan met maatregelen aan energiebesparing terugverdiend kan worden. Door opschaling en innovatie in de productiewijze kunnen de kosten omlaag gebracht worden. Daarnaast zetten we het in 2019 ingerichte Programma Aardgasvrije Wijken voort. Een wijkgerichte aanpak sluit goed aan bij de werkwijze van gemeenten en lokaal betrokken partijen en kan gecombineerd worden met andere opgaven waar steden en dorpen mee aan de slag zijn zoals op het gebied van stads- en dorpsvernieuwing, woningbouw, klimaatadaptatie en circulaire economie. Ook is het cruciaal om bewoners en eigenaren van woningen en gebouwen goed te betrekken bij dergelijke ingrijpende maatregelen die achter de voordeur voelbaar zijn. In 2020 selecteren we, mede op basis van een evaluatie van de eerste tranche proeftuinen, een aantal nieuwe proeftuinen. Het Rijksvastgoedbedrijf ontwikkelt in het kader van de energietransitie routekaarten voor zijn verschillende gebouwenportefeuilles. De routekaart voor de kantorenportefeuille is al gereed en in 2020 in uitvoering. De routekaarten voor de overige portefeuilles zijn in ontwikkeling.

In 2020 treedt het wettelijk stelsel voor certificering van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties in werking. Daarmee willen we de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties verbeteren, om zo het aantal ongevallen met koolmonoxide te verminderen. Ook werken we aan een aantal aanpassingen in de bouwregelgeving om de toegankelijkheid van nieuw te realiseren woningen en nieuwe voor publiek openstaande gebouwen voor mensen met een beperking te verbeteren. In het voorjaar 2019 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel over kwaliteitsborging in de bouw. Het doel van de wet is versterking van de positie van iedere consument als opdrachtgever in de bouw. In 2020 treffen we voorbereidingen voor de stapsgewijze invoering in 2021.

Een waardegedreven digitale overheid

Een inclusieve digitale samenleving; toegankelijk, begrijpelijk en voor iedereen

De overheid vindt dat iedereen - ook in een wereld die steeds digitaler wordt - moet kunnen meedoen. Daarom zorgen we ervoor dat de dienstverlening vanuit de overheid beter aansluit op de situatie, wensen en behoeften van mensen. Daar waar nodig zorgen wij voor maatwerk en dat mensen die hulp nodig hebben passende ondersteuning krijgen.

Het contact met de overheid moet voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk en begrijpelijk zijn. Met de campagne ‘Direct Duidelijk’ bevorderen we dat overheidsorganisaties begrijpelijk communiceren. Door regeldruk te verminderen nemen we ergernissen van mensen weg. Dienstverlening vanuit de overheid laten we beter aansluiten op de situatie, wensen en behoeften van mensen. Daar waar nodig zorgen wij voor maatwerk.

Voor de benodigde oplossingen maken wij gebruik van experimenten, onderzoek, innovatielabs en klantreizen. Dat doen we onder in een city deal voor mensen die digitaal zijn vastgelopen. We werken daarin samen met maatschappelijke organisaties, ministeries en uitvoeringsorganisaties en een vertegenwoordiging van de doelgroep aan de benodigde oplossingen.

We helpen mensen om beter met technologie om te gaan met een landelijk dekkend cursusaanbod en door uit te leggen hoe digitale apparaten en technologie werken zodat ze deze beter begrijpen en meer vertrouwen. Ook is het belangrijk dat mensen zich bewust zijn van de kansen en risico’s van digitalisering. Om dit te bereiken zetten we in op verschillende activiteiten, zodat mensen mee kunnen blijven doen aan de (digitale) samenleving. Zo gaan we het informatiepunt Digitale Overheid verder uitrollen en experimenteren we met manieren om de hulpstructuur beter aan te laten sluiten op het dagelijks leven. Dit alles doen we samen met bedrijven en andere organisaties om elkaars kennis en ervaring te delen en te benutten vanuit de alliantie Digitaal Samenleven.

Voor mensen die niet digitaal willen of kúnnen communiceren met de overheid zorgen we met het programma ‘Machtigen’ voor een toegankelijke en robuuste oplossing. Hiermee kunnen zij iemand die ze vertrouwen, machtigen om hun digitale zaken te doen. In dit programma regelen we ook een makkelijke digitale toegang tot overheidsdiensten voor curatoren en bewindvoerders die mensen (wettelijk) vertegenwoordigen die tijdelijk zelf geen transacties mogen uitvoeren.

Een goed beschermde digitale samenleving; veilig en betrouwbaar 

Iedereen moet erop kunnen vertrouwen dat zijn of haar gegevens veilig en betrouwbaar zijn. Fraude en oneigenlijk gebruik van gegevens willen we zoveel mogelijk voorkomen. De overheid heeft de verantwoordelijkheid om de gegevens die haar zijn toevertrouwd te beschermen. Daarom is het van belang dat overheden zorgen dat hun systemen en processen veilig zijn en dat de onlinecommunicatie met burgers en ondernemers op een veilige manier verloopt. Om daartoe te komen, gaan we onder meer verder met de overheidsbrede aanpak voor i-bewustzijn en het interbestuurlijk ondersteuningsprogramma voor de implementatie van de overheidsbrede Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De implementatie van de BIO biedt de overheid een basis om de informatiebeveiliging structureel in te richten en te verbeteren. Door bewustwording en oefening met cyberincidenten helpen we overheden om als dat nodig is adequaat te kunnen reageren.

Mensen, bedrijven en overheidsorganisaties moeten erop kunnen vertrouwen dat die gegevens juist zijn. Dit borgen we bijvoorbeeld door de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit structureel in te gaan zetten. Om dit mogelijk te maken wordt de wet BRP aangepast. Daarnaast verbeteren we het aanvraag- en uitgifte proces voor paspoorten en identiteitskaarten in het programma VRS (Verbetering Reisdocumentenstelsel).

Net als snelwegen of het spoor heeft ook onze digitale basisinfrastructuur constant onderhoud nodig. Voor de BRP wordt gewerkt aan uitgesteld onderhoud als gevolg van het stopzetten van de operatie BRP, zoals gemeld in de Kamerbrief over het rapport commissie BRP en de uitkomsten van de health check (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 124).

In 2020 starten we met de implementatie van de Wet digitale overheid (WDO). Dit betreft onder meer het ontsluiten van inlogmiddelen en voorzieningen die nodig zijn voor toegang tot de digitale overheid. Het eID-stelsel dient betrouwbaar, toegankelijk, veilig en gebruiksvriendelijk te zijn waarbij de eindgebruiker centraal staat. We richten het toezicht op de inlogmiddelen en fraude- en misbruikbestrijding verder in.

We willen als overheid maatschappelijke doelen bereiken en dienen daarbij continu een afweging te maken tussen verschillende publieke waarden. Om een slag concreter te worden: publieke waarden zoals non-discriminatie en keuzevrijheid zijn bepalend voor hoe de overheid omgaat met vraagstukken zoals datagebruik en de inzet van algoritmes. ‘NL DIGIbeter: Data Agenda Overheid’ bevat maatregelen gericht op verantwoorde inzet en hergebruik van (open) overheidsdata en transparante overheidsalgoritmen waarop effectief toezicht wordt gehouden. Ontwikkelingen op het gebied van Artificial Intelligence (AI) bieden zowel kansen als risico’s. Wanneer de overheid AI inzet dient dit op een verantwoorde en transparante wijze te gebeuren. We gaan hierbij op zoek naar wat technisch kan, wat juridisch mag en wat ethisch verantwoord is. Dit doen we door te experimenteren en innovaties uit de markt te benutten.

De digitale overheid is effectief, efficiënt en transparant

Het handelen van de overheid kan grote impact hebben op het leven van mensen. Daarom zorgen wij voor een digitale overheid waar je op kunt vertrouwen. Dit doen we door open te zijn over onze werkwijze en besluiten, en gegevens en voorzieningen effectief in te zetten. Omdat digitale ontwikkelingen razendsnel gaan zorgen we ervoor dat de overheid flexibel is ingericht en voldoende is toegerust om met technologische ontwikkelingen om te gaan.

In 2020 werken we een toekomstbeeld voor het stelsel van basisregistraties uit. Met een goed werkend stelsel van basisregistraties hoeven burgers en ondernemers hun gegevens niet steeds opnieuw aan te leveren en kan de overheid de dienstverlening verbeteren en efficiënter opereren. We zorgen er bijvoorbeeld voor dat burgers hun eigen gegevens, zoals hun adres, leeftijd of inkomen digitaal kunnen delen met organisaties buiten de overheid, zoals een zorgverlener, woningcorporatie of schuldhulpverlener. Hiervoor ontwikkelen we (wettelijke) kaders, zoals is aangekondigd in de kamerbrief Regie op Gegevens. Het verplicht gebruik van gegevens uit basisregistraties gaan we stimuleren en belemmeringen voor het gebruik nemen wij stapsgewijs weg. We gaan het recht op eenmalige verstrekking van basisgegevens (ook) opnemen in de Wet digitale overheid.

In 2019 zijn we gestart met de voorbereiding van de implementatie van de Wet open Overheid (Woo). We zijn nagegaan wat de impact van de Woo zal zijn door een precieze gezamenlijke interpretatie van de wet en een uitvoeringstoets per organisatie te maken. In het Rijksprogramma Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (RDDI) werkt het hele Rijk samen aan de verbetering van de informatiehuishouding, door kaders en voorzieningen te creëren voor de archivering van websites en e-mail. Dit programma is de opvolger van het programma Rijk aan Informatie (RaI).

Versnelling naar een grenzeloos samenwerkende overheid

De wereld om ons heen verandert. Technologie, mondige burgers, internationalisering, grotere en complexere maatschappelijke opgaven, veranderende verantwoordelijkheden, beleidsterrein raken steeds meer met elkaar verweven. Maatschappelijke opgaven doorsnijden vaak de departementale en interbestuurlijke indeling. Dit vereist een samenwerkende responsieve overheid. BZK, als hoeder van een goed functioneerde overheid, heeft hierin een aanjaagfunctie. We faciliteren en helpen daar waar mogelijk een beweging op gang te brengen naar een samenwerkende Rijksoverheid, een overheid die de maatschappelijke opgaven gezamenlijk adresseert en aanpakt. Het vertrekpunt daarbij is dat departementen de opgave centraal zetten. Wat is het echte probleem in de samenleving? Waar zit de energie om er mee aan de slag te gaan? Welke rol kan de overheid daarbij vervullen? Daar gaat het om.

Dat vraagt om een Rijksoverheid die midden in de maatschappij staat, de wereld van buiten naar binnen haalt, de uitvoering en het toezicht betrekt, en - waar aan de orde - gezamenlijk optreedt. Departementen zijn drukdoende de organisatie aan te laten sluiten op dat wat vandaag de dag van de overheid wordt verwacht. BZK helpt met voorbeelden, inzicht en kennisdeling om rijksbreed van elkaar te leren.

Het Rijk kan zijn rol alleen goed vervullen met een ordentelijke bedrijfsvoering, die het primaire proces zo goed mogelijk ondersteunt. De basis op orde, het fundament stevig en tegelijkertijd flexibel en wendbaar in kunnen spelen op nieuwe of gewijzigde opgaven voor de Rijksoverheid.

De infrastructuur voor een rijksbrede bedrijfsvoering staat. De uitdaging zit in het nog meer optimaal krijgen van de verbinding tussen beleid en bedrijfsvoering. Daarnaast blijven we altijd leren. Ook in 2020 zullen daarom twee evaluaties afgerond worden. De evaluatie van het Huis voor Klokkenluiders wordt vervroegd extern uitgevoerd en de tweede wetsevaluatie Wet normering Topinkomens wordt afgerond.

In onderhandeling met de vakbonden maken we afspraken over een nieuwe cao Rijk die per 1 juli 2020 ingaat. We zetten in op arbeidsvoorwaarden die bijdragen aan aantrekkelijk werkgeverschap en duurzame en flexibele inzet van personeel. Die flexibele inzet van personeel werkt ook door in de uitvoering van het Strategisch Personeelsbeleid 2025. Opgavegericht werken vereist flexibiliteit om tijdelijke multidisciplinaire teams samen te stellen die maatschappelijk meerwaarde leveren. Vanuit het personeelsbeleid dragen onder meer de ontwikkeling van strategische personeelsplanning en een transparante interne arbeidsmarkt hieraan bij. Dit biedt kansen om alle aanwezige talenten binnen de Rijksdienst optimaal te benutten, waarbij we een inclusieve organisatiecultuur nastreven. We investeren in management development, periodiek medewerkersonderzoek en gesprekken over inclusie op de werkvloer. Om schaarse expertise binnen te halen (nodig voor de taken waar de Rijksoverheid voor staat!) spitsen we ons in arbeidsmarktcommunicatie toe op specifieke groepen en wordt binnen het Rijk nauw samen gewerkt. Markt en overheid werken samen aan de realisatie van banen voor arbeidsbeperkten - samen naar de 125.000 banen! We willen met het initiatief ‘Maatwerk voor Mensen’ afspraken maken tussen overheidswerkgevers en leveranciers over banen voor arbeidsbeperkten.

Opgavegericht werken verandert het werk van de ambtenaar. Het gaat niet meer alleen om het traditionele ‘ambtelijke handwerk’. Beleid wordt steeds meer in en met de praktijk gemaakt. We halen buiten naar binnen, waarbij soms maatwerk niet kan worden uitgesloten. Ook daarom blijft veilig en integer werken een belangrijke doelstelling. Agressief gedrag wordt niet geaccepteerd. We werken aan een infrastructuur die integer gedrag van rijksambtenaren ondersteunt.

ICT binnen de Rijksdienst

Het ministerie van BZK bevordert dat informatisering en ICT in het Rijk en ZBO’s (zelfstandig bestuursorganen) optimaal wordt vormgegeven door kaders te stellen en daarop toe te zien. Om informatiebeveiliging en ICT bij het Rijk te versterken zijn we gestart met de uitvoering van een breed pakket aan maatregelen. Die maatregelen moeten ertoe leiden dat informatie en data betrouwbaar zijn, dat onze ICT robuust is en dat kennis en kunde op I-gebied wordt versterkt binnen de Rijksdienst.

De doelstelling voor 2020 is om een robuuste informatiebeveiliging te realiseren bij het Rijk. We zetten in op het verhogen van de feitelijke veiligheid bij het Rijk, onder andere via benchmarks, een Nationaal Detectie Netwerk en door het inrichten van een Rijksbrede faciliteit voor het geautomatiseerd scannen op kwetsbaarheden. Daarnaast monitoren we de implementatie van de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) binnen het Rijk.

Het doel is de transparantie rondom ICT binnen het Rijk te verhogen. Dat doen we door de informatiewaarde van het Rijks ICT-dashboard te verbeteren (o.a. door toevoegen van meer actuele informatie) en informatie toe te voegen over ICT-beheeraspecten.

Om onder andere bovenstaande doelstellingen te bereiken versterken we de sturing op het ICT-domein Rijksbreed versterkt. In dit verband werken we in 2020 aan de implementatie van een vernieuwd sturingsmodel voor het CIO-stelsel, met meer integrale aandacht voor informatiebeveiliging en een betere borging van ICT-expertise aan de voorkant van het beleidsproces. Dit uit zich in een versterking van de bestaande rollen van departementale CIO’s, CISO’s (Chief Information Security Officers) en de creatie van de nieuwe rol van Chief Information Security Officer Rijk (CISO Rijk). Met de implementatie van een kwaliteitskader voor I-plannen van departementen sturen we op meer samenhang in strategische keuzes en verantwoording over ICT binnen de Rijksdienst.

Het is belangrijk dat binnen de Rijksdienst goede keuzes worden gemaakt over het zelf ontwikkelen van ICT en het uit de markt halen van ICT-oplossingen. In dit verband werken we aan een Rijksbrede sourcingstrategie. In 2020 zal daarom ook gebenchmarkt worden hoe de prijs en kwaliteit van interne ICT-dienstverleners zich verhoudt tot externe marktleveranciers. Een specifiek aandachtspunt daarbij is gebruik van de ‘cloud’. Deze brede term omschrijft een bepaald model waarmee software en gegevens beschikbaar gesteld kunnen worden door interne en externe ICT-dienstverleners.

Samen met de bedrijfsvoering naar een samenwerkende Rijksdienst

De doorontwikkeling van de rijksbrede bedrijfsvoering vordert gestaag. Voor 2020 is een actieagenda door de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst (ICBR) opgesteld. Focus ligt op het nog beter werkend krijgen in kwalitatieve, aansturende en tariferende zin van onze Shared Service Organisaties. Per pand wordt gekeken naar de kwaliteit van dienstverlening en de mate van harmonisering/standaardisering. Mogelijkheden zoals data-analytics, effecten robotisering en wendbaarheid van de organisatie worden onderzocht en daar waar mogelijk ingezet. Deze actieagenda brengen we, beleid en uitvoering, gezamenlijk tot stand.

Voor dit kabinet is het verduurzamen van Nederland een speerpunt. De Rijksoverheid heeft daarbij een voorbeeldrol en is expliciet onderdeel in het Klimaatakkoord. De Rijksorganisatie wil bijdragen aan de duurzame transitie van Nederland door in de eigen bedrijfsvoering en inkoop duurzame oplossingen toe te passen en andere overheden te ondersteunen en stimuleren. We actualiseren de inkoopcriteria voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen en maken een visie en aanpak voor het circulair beheren van de Rijkskantoren. We gaan verder met het ontwikkelen van het Rijksinkoopstelstel en herijken het categoriemanagement.

Het werk van ambtenaren verandert continue en daarmee ook de fysieke werkplek. Daarvoor is een nieuwe visie op de werkomgeving van de toekomst nodig. We ontwikkelen beleid voor smart kantoren, maken rijksbreed vergaderen mogelijk en maken Rijkskantoren inclusief, gastvrij en veilig. Samen met de Gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland werken we samen aan CO2 neutrale kantoren in Den Haag. In 2020 zal het Rijkshuisvestingsstelsel worden geëvalueerd.

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (ontvangsten, uitgaven en niet-belastingontvangsten)

Uitgaven

Tabel 2 Opbouw uitgaven (bedragen x € 1.000)

art. nr.

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 (incl. NvW)

5.560.406

5.586.392

5.549.792

5.629.409

5.777.381

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

123.261

70.631

47.275

35.676

18.147

Belangrijkste mutaties

1) Afdracht NHG

3

29.769

0

0

0

0

0

2) Klimaatmiddelen VNG

4

150.000

0

0

0

0

0

3) Regionale Energie Strategieën

4

0

12.500

0

0

0

0

4) Regionale Energie Strategieën (Gemeentefonds)

4

‒ 34.640

0

0

0

0

0

5) Programma Reductie Energieverbruik (PRE)

4

12.600

47.400

0

0

0

0

6) Subsidieregeling PRE

4

6.300

23.700

0

0

0

0

7) Programma Aardgasvrije Wijken

4

‒ 34.817

68.600

21.000

0

0

0

8) Subsidieregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH)

4

0

50.000

0

0

0

0

9) Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH+)

4

15.000

75.000

0

0

0

0

10) Innovatieprogramma CO2

4

0

25.000

25.000

25.000

25.000

25.000

11) Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP)

4

‒ 22.500

‒ 5.000

27.500

0

0

0

12) Omgevingswet

5

0

7.000

5.000

5.000

5.000

5.000

13) Bijdrage VNG t.b.v. beheer DSO

5

0

18.000

18.000

18.000

18.000

18.000

14) Individueel Keuzebudget (IKB)

11

0

9.306

0

0

0

0

15) Archiefachterstanden Doc-Direkt

11

0

3.323

3.323

3.323

3.323

2.867

16) Benzinestations en bodemwinning

12

34.651

9.409

3.276

3.276

3.276

3.276

Overige mutaties

‒ 394

14.563

13.620

8.369

6.454

5.942.521

Stand ontwerpbegroting 2020

5.839.636

6.015.824

5.713.786

5.728.053

5.856.581

5.996.664

Toelichting

1) Afdracht NHG

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2018 bedraagt afgerond € 29,8 mln.

2) Klimaatmiddelen VNG

Gemeenten krijgen extra taken om de energietransitie in de gebouwde omgeving vorm te geven. Daarom is in het Ontwerp Klimaatakkoord opgenomen dat het Rijk voor de periode 2019 t/m 2021 € 150 mln. ter beschikking stelt aan de VNG. Nadruk bij deze aanvullende middelen ligt op de ondersteuning van de decentrale overheden bij het realiseren van de Regionale Energie Strategieën (RES), de transitiesvisies warmte, de wijkaanpak en het informeren van bewoners.

3) Regionale Energie Strategieën

Aanvullend op de klimaatmiddelen voor de VNG stelt het Rijk € 20 mln. beschikbaar voor de ondersteuning van de RES in de 30 regio's. Voor 2020 wordt € 12,5 mln. overgeheveld naar de begroting van BZK. De middelen voor het expertisecentrum warmte worden overgeboekt naar de begroting van EZK (€ 7,5 mln.)

4) Regionale Energie Strategieën (gemeentefonds)

In het Interbestuurlijke programma (IBP) is afgesproken dat Regionale Energie Strategie (RES) in 2019 vorm moeten krijgen. Het opstellen van een RES vraagt het nodige van de decentrale overheden: expertise verwerven, overleg met stakeholders en organiseren van burgerparticipatie. Via het gemeentefonds wordt € 34,6 mln. ingezet voor de regio's die deze middelen doelgericht inzetten voor de definiëring van de RES.

5) Programma Reductie Energieverbruik (PRE)

In het kader van de Urgenda-aanpak stelt het kabinet budget beschikbaar aan gemeenten voor het PRE. Dit programma stimuleert laagdrempelige energiebesparingsmaatregelen bij huishoudens in de koopsector. Aan het gemeentefonds wordt hiervoor € 60 mln. beschikbaar gesteld te weten € 12,6 mln. in 2019 en € 47,4 mln. in 2020.

6) Subsidieregeling PRE

In het kader van de Urgenda-aanpak stelt het kabinet budget beschikbaar voor het PRE aan (private) partijen. Dit programma draagt daar aan bij door het stimuleren van de uitvoering van (een aantal) laagdrempelige energiebesparingsmaatregelen bij huishoudens in de koopsector. Er is in totaal € 30 mln. beschikbaar in de periode 2019-2020.

7) Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)

Voor 2019 ontvangt een aantal gemeenten via het gemeentefonds een bijdrage voor de geselecteerde proeftuinen voor het aardgasvrij maken van bestaande wijken. De middelen voor 2020 en 2021 zijn bedoeld voor de voortzetting van het Programma Aardgasvrije Wijken om te leren op welke manier de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van grootschalige proeftuinen (100 wijken aanpak) en een bijbehorend Kennis- en Leerprogramma (KLP).

8) Subsidieregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH)

In het Klimaatakkoord is afgesproken zo snel mogelijk bestaande woningen te verduurzamen via de Startmotor huursector. De bedoeling van deze Startmotor is om in korte tijd voldoende ervaring en schaalgrootte te realiseren bij het aardgasvrij maken van wijken, zodat een programmatische wijkaanpak mogelijk wordt.

9) Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH+)

In het kader van de Urgenda-aanpak stelt het kabinet de SEEH opnieuw open voor eigenaar-bewoners. Er is voor eigenaar-bewoners € 84 mln. aan subsidie beschikbaar, dat is ongeveer twee keer zoveel als in 2016. In 2019 is hiervoor € 13 mln. beschikbaar en in 2020 € 71 mln. De rest van het budget (€ 6 mln.) is beschikbaar voor uitvoeringskosten.

10) Innovatieprogramma CO2

Het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving vernieuwt, intensiveert en versterkt het topsectorenbeleid, in het bijzonder beleid in het kader van het Topconsortia Kennis en Innovatie Urban Energy (TKIUE) en de kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijke vastgoed. Het gaat hierbij om: ontwikkelen van commercieel toepasbare oplossingen voor een aardgasvrije gebouwde omgeving, Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP’s) en de oprichting van een Kennis- innovatieplatform Energietransitie Maatschappelijk Vastgoed.

11) Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP)

Het beschikbare budget voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) wordt met deze kasschuif in lijn gebracht met de uitbetalingsprognose van RVO.nl.

12) Omgevingswet

Voor de periode 2020-2025 wordt er in totaal € 22 mln. toegevoegd aan de begroting van BZK voor de investeringsbijdrage van het rijk voor de uitbouw van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO, fase-2).

13) Bijdrage VNG t.b.v. beheer DSO

Met deze overboeking wordt de bijdrage van de VNG aan het beheer van het DSO structureel overgeheveld naar de begroting van BZK, zoals afgesproken in de beheersovereenkomst.

14) Individueel Keuzebudget (IKB)

Voor de eenmalige kosten van de invoering van het IKB zijn er middelen toegevoegd aan de begroting van BZK.

15) Archiefachterstanden Doc-Direkt

Dit betreft de bijdrage van AZ, DEF, IenW, JenV, OCW, SZW en VWS voor het wegwerken van de archiefachterstanden van voor het jaar 2005 in de jaren 2020 t/m 2024. De uitvoering is belegd bij Doc-Direkt en het Nationaal Archief.

16) Benzinestations en bodemwinning

Het betreft een actualisatie van de af te dragen vennootschapsbelasting over de generale ontvangsten voor de veiling van locaties voor benzinestations langs Rijkswegen en bodemwinning.

Ontvangsten

Tabel 3 Opbouw ontvangsten (bedragen x € 1.000)

art. nr.

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 (incl. NvW)

679.437

696.268

657.766

640.474

634.474

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

30.808

‒ 41.819

‒ 10.219

3.805

3.005

Belangrijkste mutaties

1) Afdracht NHG

3

29.769

0

0

0

0

0

2) Bufferzonegronden

5

5.000

0

0

0

0

0

3) Diverse afrekeningen 2018

5

3.898

0

0

0

0

0

Overige mutaties

3.996

0

0

0

0

598.481

Stand ontwerpbegroting 2020

752.908

654.449

647.547

644.279

637.479

598.481

Toelichting

1) Afdracht NHG

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2018 bedraagt afgerond € 29,8 mln.

2) Bufferzonegronden

De laatste ontvangsten op de verkoop van de bufferzonegronden van het voormalige Bureau Beheer Landbouwgronden vallen hoger uit dan geraamd. Bij overdracht vanuit het voormalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu is de afspraak gemaakt dat de helft van de ontvangsten terugvloeit naar de begroting van het Ministerie van IenW.

3) Diverse afrekeningen 2018

Dit betreft de ontvangsten van de afrekeningen in 2018 met de organisaties KOOP, Geonovum, Kadaster en Rijkswaterstaat.

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

Tabel 4 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemming (bedragen x € 1.000)

Art. nr.

Naam artikel (€ totale uitgaven artikel)

Juridisch verplichte uitgaven

Niet-juridisch verplichte uitgaven

Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven

1

Openbaar bestuur en democratie (€ 59.387)

€ 48.569 (82%)

€ 10.818 (18%)

Verbinding inwoner en overheid (€ 3.809)

Bestuur en regio (€ 2.775)

Toerusting en ondersteuning Polltieke Ambtsdragers (€ 2.477)

Weerbaar bestuur (€ 1.105)

Overig (€ 652)

Totaal aan niet verplichte uitgaven

€ 102.861

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Tabel 5 Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Artikel

Naam artikel

(realisatie)

(planning)

Geheel artikel-onderdeel?

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

1

Openbaar bestuur en democratie

1.1

Bestuur en regio

Ja

1.2

Democratie

Nee

2

Nationale veiligheid

N.v.t.

3

Woningmarkt

3.1

Woningmarkt

Ja

4

Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

4.1

Energietransitie en duurzaamheid

Ja

4.2

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Ja

5

Ruimtelijke ordening en omgevingswet

5.1

Ruimtelijke ordening

Ja

5.2

Omgevingswet

Ja

6

Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

6.2

Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Ja

6.5

Identiteitsstelsel

Ja

6.6

Investeringspost digitale overheid

Ja

7

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

7.1

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Ja

7.2

Pensioenen en uitkeringen

Nee

9

Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

9.1

Doelmatige Rijkshuisvesting

Nee

9.2

Beheer materiële activa

Nee

Toelichting

1.2 Democratie

De Kiesraad en de (subsidie) Politieke partijen worden niet door het ministerie geëvalueerd vanwege hun onafhankelijke positie.

2. Nationale veiligheid

Met ingang van 1 mei 2018 is de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WiV 2017) van kracht geworden. Een beleidsdoorlichting is voor begrotingsartikel 2 (Rijksbegroting, hoofdstuk VII) op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WiV 2017) niet mogelijk. In dit kader wordt ook verwezen naar de artikelen 12, lid 3 en artikel 23 van de WiV 2017.

3.1 Woningmarkt

In dit artikel zitten ook de uitgaven voor onderzoek en kennisoverdracht besloten die niet specifiek gericht zijn op een bepaald beleidsdossier maar die ook betrekking hebben op zowel beleidsartikel 3 als 4.

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

De beleidsdoorlichting van het onderdeel Energietransitie gebouwde omgeving is gepland in 2021 en zal onder meer betrekking hebben op de realisatie van de doelen voor 2020 van het Energieakkoord. In deze beleidsdoorlichting worden de evaluaties van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP), het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF), de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) en het Revolverend fonds energiebesparing verhuurders (met betrekking tot de leningen en de uitvoeringskosten) meegenomen.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

De beleidsdoorlichting van het onderdeel Bouwkwaliteit is gepland in 2021. Hierin zal onder meer gekeken worden naar het proces van de incorporatie van de bouwregelgeving in de Omgevingswet, waarvan inwerkingtreding is voorzien voor 2021. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is in mei 2019 door de Eerste Kamer goedgekeurd en zal drie jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden. Deze evaluatie kan niet worden meegenomen in de voorziene beleidsdoorlichting voor Bouwkwaliteit in 2021 en zal in 2022 worden geëvalueerd.

5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Het plan van aanpak voor de in 2020 op te leveren beleidsdoorlichting is conform de motie Harbers (Kamerstukken II, 2013/14, 34000, nr. 36) in 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Het plan van aanpak voor de in 2020 op te leveren beleidsdoorlichting is conform de motie Harbers (Kamerstukken II, 2013/14, 34000, nr. 36) in september 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

6.5 Identiteitsstelsel

De vorig jaar aangekondigde beleidsdoorlichting zal in 2019 naar de Tweede Kamer worden verzonden.

6.6 Investeringspost digitale overheid

Artikel 6.6 betreft de Investeringspost voor doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid. De besluitvorming over besteding van deze middelen is onderdeel van de governance voor de digitale overheid. Het Instellingsbesluit sturing digitale overheid, waaronder de bepaling van de gezamenlijke middelen, wordt na één jaar geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie worden meegenomen in de evaluatie in 2020 over de besteding van de middelen. Deze resultaten zijn input voor de beleidsdoorlichting van artikelonderdeel 6.6 op basis waarvan zal worden besloten over continuering van de Investeringspost als apart artikelonderdeel.

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Vanaf 2019 bestaat artikel 7 uit een aantal onderdelen die in vorige begrotingen nog separaat zijn gepresenteerd. Voor 2018 is het onderdeel Overheid als werkgever geëvalueerd. Terwijl voor 2019 het aspect Kwaliteit Rijksdienst wordt doorgelicht. Hierbij worden de subsidies Fysieke Werkomgeving Rijk en het A&O-fonds betrokken. Verder zal ingegaan worden op de budgetten op deze begroting voor de aspecten Bedrijfsvoering Rijk en Arbeidsmarkt Communicatie. Het Bureau ICT Toetsing (BIT) dat vanaf 2016 operationeel is, zou in 2020 worden doorgelicht. Deze doorlichting is versneld naar 2019 zodat de resultaten uit deze doorlichting kunnen worden meegewogen in de besluitvorming over de toekomstige inrichting van toezicht, toetsing en verantwoording binnen het I-domein van het Rijk. Een volgende doorlichting zal een integraal beeld geven van dit nieuwe artikel.

7.2 Pensioenen en uitkeringen

Vanwege de uitvoerende aard geldt voor beleidsartikel 7.2 dat pensioenen en uitkeringen zich niet laten toetsen op doeltreffendheid en ten dele op doelmatigheid.

9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

De instrumenten op dit artikel hebben betrekking op de ondersteuning voor Rijkshuisvesting en het onroerend goed van en voor het Rijk. Voor de moederbijdrage geldt dat dit geen beleidsmatige doelstellingen kent en zich daarom niet leent voor een doorlichting in de zin van doelmatigheid en doeltreffendheid. Verder geldt dat voor artikelonderdelen 9.1 en 9.2 nu verscheidene evaluaties staan gepland t/m 2020 welke dienen als basis voor de doorlichtingen in 2021.

Voor het meest recente overzicht van de realisatie van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link: Status beleidsdoorlichtingen. Voor een verdere onderbouwing van de meerjarenprogrammering, zie in bovengenoemde overzicht «Evaluatie- en overig onderzoek».

Overzicht van risicoregelingen

Overzicht verstrekte garanties

Tabel 6 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2018

Geraamd te verlenen 2019

Geraamd te vervallen 2019

Uitstaande garanties 2019

Geraamd te verlenen 2020

Geraamd te vervallen 2020

Uitstaande garanties 2020

Totaal plafond

7 Werkgevers- en bedrijfsvoerings-beleid1

Rijkshypotheek- garanties

23

0

6

17

0

6

11

170

Totaal

23

0

6

17

0

6

11

170

X Noot
1

In 2018 viel deze garantie onder artikel 8 van dit begrotingshoofdstuk.

Toelichting

Rijkshypotheekgaranties

Het betreft de aflopende regeling Rijkshypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid gecreëerd om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. Er zijn nog 2 garanties geldig. De laatste garantie vervalt in 2024. Het theoretische risico bedraagt € 11.000. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.

Overzicht achterborgstellingen

Achterborgstelling Sociale Woningbouw (WSW)

Tabel 7 Achterborgstelling Sociale Woningbouw (WSW) (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

20181

2019

2020

Achterborgstelling

79.800

82.600

84.800

Bufferkapitaal

535

522

508

Obligo

3.000

3.100

3.200

Stand Risicovoorziening

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

X Noot
1

Bron: WSW Jaarverslag 2018, pagina 3.

Toelichting

Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat borg voor de leningen die deelnemende woningcorporaties aantrekken voor de bouw van sociale huurwoningen en andere DAEB-activiteiten (Diensten van Algemeen Economisch Belang) zoals renovatie. Het WSW zorgt er op die manier voor dat deelnemende woningcorporaties toegang hebben tot de kapitaalmarkt tegen zo optimaal mogelijke financieringskosten. De borgstelling is ingebed in een zekerheidsstructuur waarbij verliezen opgevangen worden door de sector zelf (sanering, obligo of eigen risicovermogen van het WSW). Indien deze zekerheden niet toereikend zijn, dan kan het WSW aanspraak doen op het Rijk en de gemeenten – als achterborg – voor renteloze leningen (ieder voor 50%). Deze situatie heeft zich nog nooit voorgedaan en wordt op basis van de huidige prognose ook niet verwacht.

Het WSW stuurt op een zekerheidsniveau van 99%. Dit betekent dat het WSW in een bepaald jaar met 99% zekerheid geen beroep hoeft te doen op de achtervang. Uit de prognoses volgt dat de achterborgstelling (bedrag aan gegarandeerde leningen) komende jaren iets toeneemt. Als gevolg daarvan neemt ook het obligo licht toe. Daarmee is sprake van een kentering van de trend van de afgelopen jaren waarin de achterborgstelling en het obligo een dalende lijn lieten zien. Voor het bufferkapitaal (eigen vermogen plus voorzieningen)4 wordt in 2020 net als in 2019 een daling voorzien.5 Dit heeft te maken met de uitgaven die WSW voorziet op basis van de betaalverplichtingen voor de dienst der lening van woningcorporaties SHH en WSG.

De cijfers voor 2019 en verder in de tabel betreffen voorlopige cijfers die (nog) geen onderdeel uitmaken van de jaarrekeningverantwoording van het WSW.

Achterborgstelling Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)

Tabel 8 Achterborgstelling Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) (bedragen x € 1.000.000)1

Omschrijving

2018

2019

2020 2

Gegarandeerd vermogen

205.500

206.500

212.000

Risicodragend gegarandeerd vermogen

5.431

Geen prognose beschikbaar

Geen prognose beschikbaar

Bufferkapitaal (Fondsvermogen)

1.265

1.396

1.525

Obligo

n.v.t

n.v.t.

n.v.t.

Stand risicovoorziening

167,3

193,0

219,7

X Noot
1

X Noot
2

Prognose

Toelichting

Het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) staat borg voor hypothecaire leningen afgesloten met een Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Het Rijk is de achtervanger bij het WEW. Dit betekent dat het Rijk zich verplicht heeft gesteld om zodra het fondsvermogen van het WEW onder de grens van 1,5 keer het vijfjaars gemiddelde van het verliesniveau valt, een achtergestelde renteloze lening te verschaffen. Voor gevallen tot 2011 is het Rijk samen met de gemeenten voor 50% achtervanger, vanaf 1 januari 2011 is alleen het Rijk achtervanger. Een geldnemer betaalt voor een hypothecaire lening met NHG een eenmalige premie van 0,9% aan het WEW, waarvan het WEW 0,15% afdraagt aan het Rijk als vergoeding voor diens rol als achtervanger. Deze achtervang vergoeding wordt gestort in de in de tabel genoemde risicovoorziening waaruit een eventuele aanspraak op de achtervang allereerst zal worden opgevangen.

Het gegarandeerd vermogen is het bedrag aan hypotheken waarop een NHG-garantie is afgegeven verminderd met het bedrag aan garanties dat is vervallen door volledige aflossing, oversluiting of gedwongen verkopen verminderd met de annuïtaire daling van de garantie. Het door WEW gegarandeerde vermogen groeit de komende jaren naar verwachting.

Deze toename komt door de stijgende prijzen op de koopmarkt en de daardoor teruglopende omvang en hoogte van de verliesdeclaraties. Het gegarandeerd vermogen is geen weergave van het risico dat het WEW en de overheid (als achtervanger van het fonds) lopen. Tegenover de hypothecaire leningen staat de actuele waarde van de desbetreffende woningen.

Ook heeft de borgstelling enkel betrekking op een eventuele restschuld bij gedwongen verkoop. Het risicodragend gegarandeerd vermogen is het vermogen gecorrigeerd voor deze factoren en is daarmee een inschatting van de maximale schadelast voor het WEW als alle lopende hypotheekgaranties uitmonden in een gedwongen verkoop. Eind 2018 bedroeg het risicodragend gegarandeerd vermogen € 5,4 mld.

Het bufferkapitaal van het WEW neemt de komende jaren naar verwachting toe en verbetert zo de solvabiliteit van het fonds. Hierdoor ontstaat een buffer voor toekomstige aanspraken op het waarborgfonds.

3 BELEIDSARTIKELEN

Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

A. Algemene doelstelling

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt aan een slagvaardig en betrouwbaar openbaar bestuur waarop inwoners kunnen vertrouwen. Een openbaar bestuur dat samen met de samenleving in staat is de maatschappelijke opgaven op te lossen. Veranderingen in onze maatschappij beïnvloeden hoe ons bestuur en onze democratie werkt. Om waarden als legitieme besluitvorming, slagkrachtig openbaar bestuur en transparantie daarbij te behouden en democratische waarden en vrijheden te borgen en versterken, is continue aandacht nodig voor de werking en inrichting van democratie en bestuur.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land.

Burgers verlangen in toenemende mate maatwerk van de overheid. Dat vraagt om een overheid die in kan spelen op hun individuele behoeften en om kan gaan met uiteenlopende maatschappelijke opgaven op verschillende schaalniveaus. Daarnaast zijn er grote maatschappelijke opgaven die we als overheden alleen samen met de samenleving kunnen oplossen. Om hier goed op in te kunnen spelen organiseren we de overheid zo dicht mogelijk bij de burger en met betrokkenheid van de burger.

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is een gezamenlijk inzet van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk nodig. Niet alleen om zo effectief en efficiënt mogelijk te werken, maar met voortdurende aandacht voor de legitimatie van het overheidshandelen. De belangrijkste pijler daarin is de democratische legitimatie, maar vloeit die legitimatie ook voort uit het dagelijks contact tussen overheid en burger.

De slagvaardigheid en legitimatie van het openbaar bestuur vraagt om een zo helder mogelijke taakverdeling tussen de overheden, financiering die daarbij aansluit, draagkracht in de uitvoering, onderlinge afstemming en samenwerking, betrokkenheid van burgers, ruimte voor maatwerk en zorg voor en toerusting van de mensen werkzaam in het openbaar bestuur.

De basis hiervoor ligt in de Grondwet, de Gemeente- en Provinciewet, de Financiële-verhoudingswet, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Kieswet, de Wet financiering politieke partijen en de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek.

De Minister van BZK heeft hierin een stimulerende, financierende, regisserende en uitvoerende rol.

Stimuleren

Om de slagvaardigheid van het openbaar bestuur te versterken stimuleert de Minister van BZK de samenwerking tussen overheden en het werken als één overheid, onder meer via het interbestuurlijk programma (IBP) en de regiodeals. De Minister bevordert innovatieve werkwijzen via Agenda stad en de citydeals.

Ter versterking van het democratisch bestel werkt de Minister van BZK aan een sterkere verbinding van inwoner en overheid, aan betere toerusting en ondersteuning van politieke ambtsdragers en aan een weerbaarder bestuur. De Minister stimuleert en faciliteert betrokken partijen en draagt zorg voor kennisontwikkeling en –verspreiding. Concrete voorbeelden zijn het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie en Netwerk Weerbaar bestuur.

Financieren

Op basis van de Financiële-verhoudingswet is de Minister van BZK - samen met de Staatssecretaris van Financiën (de fondsbeheerders) - verantwoordelijk voor het beheer van het gemeente- en provinciefonds. De middelen voor beide fondsen kennen een eigen begroting (gemeentefonds en provinciefonds) maar het beheer kan niet los gezien worden van de rest van het stelsel. Op basis van de Gemeente- en Provinciewet is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stelsel van decentrale belastingen.

Tevens financiert de Minister van BZK de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers.

Regisseren

Op basis van de Financiële-verhoudingswet (artikel 2) coördineert de Minister van BZK de inzet van het Rijk ter bekostiging van het takenpakket van gemeenten en provincies. Op basis van de Gemeente- en Provinciewet is de Minister van BZK daarnaast verantwoordelijk voor de interbestuurlijke verhoudingen en het Rijksbeleid dat de medeoverheden raakt. De minister coördineert hierbij het overleg tussen het Rijk en de medeoverheden. Door de Wet gemeenschappelijke regelingen waarvoor de Minister van BZK verantwoordelijk is, kunnen gemeenten, provincies en waterschappen samenwerken in publiekrechtelijke constructies.

Betrouwbare en transparante verkiezingen zijn essentieel voor het vertrouwen in de democratie. De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de Kieswet, die de verkiezingen voor de leden van de Eerste Kamer en Tweede Kamer der Staten-Generaal, het Europees Parlement, Provinciale Staten, algemene besturen van waterschappen, eilandsraden en gemeenteraden regelt.

Om de leefbaarheid te vergroten in ondermijningsgevoelige gebieden kan de Minister van BZK op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek op verzoek van de gemeenteraad wooncomplexen of straten aanwijzen waarin aan woningzoekende huurders eisen kunnen worden gesteld of voorrang wordt verleend. Op basis van de Wet aanpak woonoverlast (artikel 151d Gemeentewet) is de Minister van BZK stelselverantwoordelijk om hiermee gemeenten de mogelijkheid te bieden ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden tegen te gaan door middel van het opleggen van een gedragsaanwijzing.

Uitvoeren

Politieke partijen vervullen een cruciale rol in de democratie. De Minister van BZK voert de Wet financiering politieke partijen uit en financiert deze ook.

De Minister van BZK geeft uitvoering aan het Nederlandse decoratiestelsel en aan de ontslag- en benoemingsprocedures van burgemeesters, Commissarissen van de Koning en leden van de Hoge Colleges van Staat.

Om het stelsel van het openbaar bestuur te ondersteunen voert de Minister onderzoek uit en ontwikkelt zij kennisproducten, zoals de Staat van het Bestuur en de website www.waarstaatjegemeente.nl.

C. Beleidswijzigingen

Scholieren naar parlement

Het kabinet-Rutte III heeft in het Regeerakkoord opgenomen dat alle kinderen tijdens hun schooltijd het parlement bezoeken. Een bezoek aan het parlement draagt bij aan het overbrengen het belang en de werking van de democratie en versterkt de burgerschapsvaardigheden en –kennis van leerlingen. Het draagt daarmee bij aan het bevorderen van democratisch burgerschap wat van belang is voor de bewustwording en kennis over en van de werking van de democratie en diens belangrijkste instituties en daarmee aan een sterke en levendige democratie. Democratische vorming is ook een belangrijk onderdeel van het burgerschapsonderwijs. Voor de uitvoering van deze maatregel vindt een geleidelijke verhoging van de subsidie aan ProDemos plaats, zodat meer scholieren mee kunnen doen.

Herijking gemeentefonds

De fondsbeheerders – de Minister van BZK en de Staatssecretaris van Financiën – hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de voornemens van het kabinet ten aanzien van de financiële verhoudingen (Kamerstukken II 2017/18, 34775-B, nr. 18). Het onderzoek omvat nagenoeg het hele gemeentefonds en is opgesplitst in twee delen: de verdeelmodellen sociaal domein en het ‘klassieke’ gemeentefonds (de overige onderdelen). De onderdelen kennen een identiek tijdpad, maar zullen parallel worden onderzocht. Het gaat bijvoorbeeld over de manier waarop in de verdeling van het gemeentefonds rekening wordt gehouden met de eigen inkomsten van gemeenten, de mogelijkheden tot vereenvoudiging van de verdeling en over de indeling van het gemeentefonds naar beleidsterreinen (clusterindeling). Invoering van de nieuwe verdeling is voorzien in 2021. Uiterlijk voorjaar 2020 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de voorgestelde aanpassingen in de verdeling. In 2019 en in 2020 wordt er verder gesproken met provincies over de financiële verhoudingen. Daarnaast komen de fondsbeheerders in 2020 met voorstellen om het belastinggebied van gemeenten te hervormen.

Herziening uitkeringsstelsel

De versterking van interbestuurlijke samenwerking vraagt tevens aanpassingen in de financiële verhoudingen. Om als één overheid te functioneren dient het uitkeringsstelsel aangepast te worden. Het huidige stelsel is nog te veel ingericht vanuit de gedachte «je gaat erover of niet». Hiervoor is een wetswijziging noodzakelijk. Deze noodzaak blijkt onder meer uit de kritiek van de Algemene Rekenkamer op de wijze waarop decentralisatie-uitkeringen worden ingezet bij situaties, waarin we als één overheid gezamenlijke afspraken willen maken over gezamenlijke doelen. De fondsbeheerders werken aan een aanpassing van de Financiële-verhoudingswet die erop is gericht om een financieel instrumentarium te creëren dat deze samenwerking tussen Rijk en decentrale overheden faciliteert.

D Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 1 Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

40.314

60.870

59.387

56.211

52.801

52.800

52.800

Uitgaven

37.196

60.870

59.387

56.211

52.801

52.800

52.800

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

82%

1.1

Bestuur en regio

16.356

12.864

10.202

9.341

8.197

8.818

8.818

Subsidies

5.796

5.596

4.538

4.258

4.264

4.405

4.405

Bestuur en regio

0

2.182

1.124

844

850

991

991

Oorlogsgravenstichting (OGS)

4.308

3.414

3.414

3.414

3.414

3.414

3.414

Diverse subsidies

1.488

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

1.799

3.292

3.969

4.591

3.641

4.121

4.121

Bestuur en regio

0

3.292

3.969

4.591

3.641

4.121

4.121

Communicatie, kennisdeling en onderzoek

1.799

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

8.661

3.941

1.660

457

257

257

257

Diverse bijdragen

8.661

3.941

1.660

457

257

257

257

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

100

35

35

35

35

35

35

Bijdragen internationaal

100

35

35

35

35

35

35

1.2

Democratie

20.840

48.006

49.185

46.870

44.604

43.982

43.982

Subsidies

16.125

30.920

32.152

29.889

28.725

28.583

28.083

Verbinding inwoner en overheid

0

3.337

2.507

2.507

1.507

1.507

1.507

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

0

2.936

3.021

2.814

2.050

2.050

2.050

Weerbaar bestuur

0

1.089

974

877

976

834

268

Politieke partijen

16.125

17.934

18.211

15.553

15.553

15.553

15.553

ProDemos

0

5.346

7.326

7.926

8.526

8.526

8.526

Comité 4/5 mei

0

113

113

113

113

113

113

Stichting Thorbeckeleerstoel

0

165

0

99

0

0

66

Opdrachten

3.099

6.364

7.568

7.115

6.629

6.949

7.249

Verbinding inwoner en overheid

0

4.391

4.715

4.327

4.043

4.843

6.503

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

0

608

1.098

923

673

673

673

Weerbaar bestuur

0

1.365

1.755

1.865

1.913

1.433

73

Raadgevend referendum

1.309

0

0

0

0

0

0

Verkiezingen

1.790

0

0

0

0

0

0

Inkomensoverdracht

0

7.782

7.781

7.782

7.782

7.782

7.782

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

0

7.782

7.781

7.782

7.782

7.782

7.782

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.374

1.070

400

400

0

0

0

Diverse bijdragen

0

1.070

400

400

0

0

0

Raadgevend referendum

1.374

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

242

0

0

0

0

0

0

Experiment centrale stemopneming

10

0

0

0

0

0

0

Verkiezingen

232

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

816

816

200

200

0

Gemeentefonds (H50)

0

0

616

616

0

0

0

Provinciefonds (H51)

0

0

200

200

200

200

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

243

68

68

68

68

68

Bijdragen internationaal

0

243

68

68

68

68

68

Bijdragen aan agentschappen

0

1.627

400

800

1.200

400

800

Dienst Publiek en Communicatie

0

1.627

400

800

1.200

400

800

Ontvangsten

25.025

21.965

21.965

21.965

21.965

21.965

21.965

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 82% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Subsidies

Het subsidiebudget is voor 89% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies aan de politieke partijen, de Oorlogsgravenstichting (OGS), ProDemos en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is voor 46% juridisch verplicht. Het betreft hier onder andere middelen voor verkiezingen, kenniscentra en onderzoeken door derden.

Inkomensoverdracht

Het inkomensoverdrachtbudget is voor 95% juridisch verplicht. Het gaat onder andere om pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige burgemeesters.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is voor 100% juridisch verplicht. Het Ministerie van BZK verstrekt bijdragen aan ICTU vanuit het programma Democratie in Actie om bewoners meer invloed te geven op besluitvorming en voor de uitvoering van het Actieplan Open Overheid 2018-2020.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan Dienst Publiek en Communicatie van het Ministerie van Algemene Zaken voor de landelijk informerende verkiezingscampagnes. In 2020 wordt de campagne van de Tweede Kamer verkiezingen in 2021 voorbereid.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Het budget voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties is voor 100% juridisch verplicht. Het Ministerie van BZK levert een jaarlijkse bijdrage ten behoeve van het Europe for Citizens Point (ECP) voor de uitvoering van het programma Europa voor de burger.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Het budget voor bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan de gemeente Den Haag voor de permanente registratie voor kiezers in het buitenland en een bijdrage aan de provincie Fryslân in het kader van de taakintensivering met betrekking tot de Wet gebruik Friese taal.

E. Toelichting op de instrumenten
1.1 Bestuur en regio

Subsidies

Bestuur en Regio

COELO

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) ontvangt een subsidie voor het onderzoek naar een laagdrempelige informatievoorziening over economische en financiële aspecten van medeoverheden.

Bevolkingsdaling

BZK zet in 2020 in op kennisdeling en regionale integrale gebiedsontwikkeling in krimp- en anticipeerregio’s. Voor alle krimp- en anticipeerregio’s kent BZK een ondersteuningsaanbod dat bestaat uit beschikbare kennis en instrumentarium, die toe te passen zijn in de regionale maatwerkaanpak. Middelen uit het programma bevolkingsdaling worden ingezet voor kennisdeling en ondersteuning van regiodeals specifiek gericht op krimpproblematiek. Daarnaast kunnen krimp- en anticipeerregio’s aanspraak maken op middelen voor het ontwikkelen van een regionale agenda.

Ondersteuning Gemeenten

De middelen worden ingezet voor een subsidie aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gericht op activiteiten van het Verbindend Landelijk Ondersteuningsteam (VLOT). Het VLOT ondersteunt gemeenten en haar partners op het gebied van bestuur, zorg en veiligheid en (verbindende) thema’s uit het Interbestuurlijk Programma (IBP).

Kenniscentrum Europa Decentraal

Het Kenniscentrum Europa Decentraal ontvangt een subsidie. Dit is een gezamenlijk initiatief van het Ministerie van BZK, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de VNG en de Unie van Waterschappen, dat zich richt op toepassing en verspreiding van kennis en expertise over Europees recht bij de medeoverheden.

Oorlogsgravenstichting (OGS)

Namens de Nederlandse overheid onderhoudt de Oorlogsgravenstichting (OGS) wereldwijd ongeveer 50.000 graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Deze graven liggen in meer dan vijftig landen, verspreid over vijf continenten. Het zwaartepunt ligt daarbij in Indonesië. Tevens verzorgt de OGS ruim 10.000 graven van militairen van de geallieerde strijdkrachten in Nederland. De OGS ontvangt een subsidie voor de uitvoering hiervan op basis van de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2019-2022.

Opdrachten

Bestuur en regio

Interbestuurlijk programma en sociaal domein

Op basis van de programmastart IBP werkt het Ministerie van BZK samen met andere departementen en medeoverheden aan urgente maatschappelijke opgaven. In 2020 doen we dit onder andere via een leer- en inspiratietraject waarin we lessen uit de verschillende opgaven uit het IBP trekken om zo tot innovatieve oplossingen te komen. Daarnaast zetten we in op het ondersteunen van de lokale en regionale praktijk en het brengen van lokale knelpunten en voorbeelden naar Den Haag. Ondersteuningsstructuren komen tot stand via subsidies en bijdragen.

BZK ondersteunt gemeenten bij het verbeteren van oplossingen voor personen die in een sociaal-maatschappelijke kwetsbare positie terecht zijn gekomen. Dit doen we onder andere middels innovatieve trajecten via het Programma Sociaal Domein en ondersteuning bij de implementatie van een persoonsgerichte aanpak voor kwetsbare personen en hun omgeving. Samen met gemeenten en de VNG zorgen we dat hulpverleners in de wijk beter en eerder hulp op maat kunnen bieden aan inwoners met complexe en urgente sociale problemen (multiproblematiek). In 2020 geven we daarnaast verdere ondersteuning om de inrichting van gegevensverwerking te verbeteren en werken we aan een wetsvoorstel om gemeenten beter in staat te stellen om gegevens te verwerken ten behoeve van een integrale aanpak bij multiproblematiek.

Met het oog op een nieuwe verdeling van het gemeentefonds met ingang van 2021 heeft de Minister van BZK ook in 2020 aandacht voor de verdeling van middelen voor het sociaal domein. Daarbij gaat het niet alleen om de middelen die samenhangen met de gedecentraliseerde taken op het gebied van Wmo, Jeugd en Participatie. Ook de verdeling van de middelen voor de taken die gemeenten al hadden in het sociaal domein wordt bezien. Een belangrijk onderdeel is het ontwerpen van een nieuwe verdeling voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang.

In het fysieke domein werken we samen met andere departementen en medeoverheden aan de vormgeving en inrichting van de Regionale Energiestrategieën (RES) en van diverse andere fysieke opgaven die in de regio’s gestalte krijgen, zoals klimaat, regionale economie en vitaal platteland. Als crossover (gemeenschappelijke deler) tussen de opgaven werken we aan de bestuurlijke innovatie die nodig is bij het anders werken. We werken samen met regio’s aan maatschappelijke opgaven en doen wat nodig is op randvoorwaarden (financiën, bestuurlijke verhoudingen, regionale samenwerken, bestuurskracht en ambtelijke innovatie).

Bevolkingsdaling

De Minister van BZK ondersteunt gemeenten en provincies bij het op peil houden van de leefbaarheid in krimpgebieden. Met de Kamerbrief ‘Tweede Voortgangsrapportage Actieplan Bevolkingsdaling’ (Kamerstukken II, 2018/19, 31757, nr. 97) is het programma Bevolkingsdaling met één jaar verlengd t/m 2020. In 2020 zal daarom een opdracht worden verstrekt voor de evaluatie van het programma. Daarnaast is de Minister van BZK in 2019 twee expertisetrajecten gestart op de thema’s wonen in krimpgebieden en energietransitie in dun(ner)bevolkte gebieden. Dit zijn twee urgente thema’s die in veel krimpgebieden bovenaan de agenda staan. Voor het vervolg van deze kennistrajecten in 2020 zullen opdrachten worden verstrekt om bijeenkomsten te organiseren en onderzoek te doen.

Agenda Stad

Het Ministerie van BZK biedt ook in 2020 ruimte voor maatwerk in de werkwijze en inrichting van het openbaar bestuur. Dit komt onder andere tot uiting in de verdere ontwikkeling en uitvoering van Agenda Stad. Dit richt zich op het (bevorderen van) groei, leefbaarheid en innovatie in Nederlandse steden door middel van City Deals. Agenda Stad ondersteunt de steden op verschillende manieren; via een team van dealmakers, een lerend netwerk met een Community of Practice, het organiseren van een grootstedelijk congres ‘de Dag van de Stad’, het bieden en ontwikkelen van een digitaal communicatie platform (www.agendastad.nl) en het coördineren van een interdepartementaal en een stedelijk kernteam. Naast de lopende City Deals start in 2020 een aantal nieuwe City Deals op het gebied van mobiliteit, diversiteit, stadsvernieuwing, cyber security en circulariteit. Deze bieden steden ruimte om te experimenteren en te vernieuwen.

Kennisopbouw en -uitwisseling

Kennis is onmisbaar voor een effectief, interbestuurlijk en democratisch gelegitimeerd samenspel tussen overheden. Hierbij staan de inhoudelijke opgaven voorop, is er sprake van gelijkwaardige partners en één overheid en worden er daadwerkelijk resultaten geboekt. De Minister van BZK wil overheden ondersteunen in de organisatie van hun samenwerking door actief bij te dragen aan de kennisopbouw en -uitwisseling in het openbaar bestuur en een feitelijke basis te creëren voor goede, interbestuurlijke afspraken. De Minister van BZK zet zich onder meer in voor het verkrijgen en vergroten van systematisch inzicht in wat wel en niet werkt bij (inter)bestuurlijk opgavegericht maatwerk. Er worden in 2020 opdrachten verstrekt voor verschillende monitoren, digitale kennisproducten, congressen, expertise- en leertrajecten, publicaties en onderzoeken op het terrein van het openbaar bestuur. Voorbeelden hiervan zijn de Staat van het bestuur, Monitor politieke ambtsdragers, Monitor Sociaal domein en Financiële data gemeenten.

Grensoverschrijdende samenwerking

De samenwerking met de buurlanden, die in 2018 een nieuwe impuls (Kamerstukken II, 2018/19, 32851, nr. 53) heeft gekregen, heeft in 2019 geresulteerd in nieuwe samenwerkingsagenda’s met als doel economische groei en sociale en fysieke leefbaarheid in de grensregio’s te versterken door kansen en initiatieven te ondersteunen en de juiste randvoorwaarden te creëren. Het Ministerie van BZK werkt in 2020 verder aan de uitvoering van deze samenwerkingsagenda’s. Er is daarbij bijzondere aandacht voor de uitvoering van afspraken die gemaakt zijn in het kader van de regio deals in de grensregio’s, uitwisseling van jongeren in de grensregio, de grenslandagenda met Noordrijn-Westfalen en de aanpak van grensknelpunten in het Nederlands-Vlaamse grensgebied.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

In 2020 wordt, voor het laatste jaar binnen het huidige contract, de bijdrage aan ICTU voor de ondersteuning van opgaven van het Interbestuurlijk Programma (IBP) in en met de regio verstrekt. De bijdragen aan ICTU betreffen personele inzet en gebiedsgericht werken.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Bijdragen internationaal

Het Ministerie van BZK betaalt een jaarlijkse contributie aan het European Urban Knowledge Network (EUKN), een Europees kennisnetwerk van landelijke overheden die verantwoordelijk zijn voor stedelijke ontwikkeling en beleid. Nederland, vertegenwoordigd door BZK, is lid en beurtelings voorzitter en vice-voorzitter. Het EUKN houdt zich in 2020 bezig met onderzoek, voorlichting en het verzamelen en delen van expertise. Het EUKN maakt ook deel uit van het secretariaat van de Urban Agenda for the EU (UAEU) en zal werkzaamheden verrichten naar aanleiding van een onderzoek naar de beleidsimpact van de UAEU en de toekomst hiervan. Daarnaast zal EUKN in 2020 twee bijeenkomsten organiseren van de General Assembly.

 

1.2 Democratie

Subsidies

Verbinding inwoner en overheid

In het kader van het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie ontvangt de VNG een subsidie. Democratie in Actie stimuleert en ondersteunt gemeenten én gemeentelijke spelers ten aanzien van responsief bestuur en democratische initiatieven, onder meer met ruimte voor bewonersinitiatief zoals Right to Challenge.

Het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) is voor BZK de gesprekspartner over bewonersinitiatieven, waaronder Right to Challenge, bewonersorganisatie en de verbinding tussen bewoners en overheid. LSA ontvangt in 2020 een subsidie voor het bevorderen van bewonersparticipatie in algemene zin. Ook de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen (LVKK) ontvangt in 2020 subsidie. Deze subsidie is gericht op activiteiten met als oogmerk het versterken van de zelforganisatie en burgerbetrokkenheid in dorpskernen.

De Tweede Kamer is op 26 juni geïnformeerd over de voortgang in het versterken en vernieuwen van de lokale democratie (Kamerstukken II, 2018/19, 35000 VIII, nr. 100).

Om de betrokkenheid bij en kennis over democratie en bewustzijn over burgerschap te stimuleren, ontvangen diverse projecten en activiteiten een subsidie, waaronder het Democratiefestival en het Prinsjesfestival. Daarbij is de aandacht met name gericht op jongeren.

Ten behoeve van evidence based beleid worden meerjarige subsidies aan universiteiten verstrekt voor een onderzoek naar democratische kernwaarden bij jongeren, een verkenning van lokale politieke partijen in de context van (lokale) democratie en voor de ontwikkeling van een monitor waarmee systematisch actuele kennis wordt verzameld over politieke ambtsdragers op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau en bij de waterschappen.

In de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer 2019-2023 (BFTK) (bijlage bij Kamerstukken II, 2018/19, 35000 VII, nr. 83) is overeengekomen dat het Ministerie van BZK voor de looptijd van de BFTK jaarlijks € 110.000 begroot voor de leerstoel Friese taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

Op decentraal niveau zijn er in Nederland ongeveer 12.000 politieke ambtsdragers actief in gemeenten, provincies en waterschappen. Om te zorgen dat er voldoende goed toegeruste politieke ambtsdragers beschikbaar zijn en beschikbaar blijven, verstrekt de Minister van BZK subsidies aan politieke partijen en aan de beroepsgroepen van politieke ambtsdragers en griffiers, waaronder de beroepsverenigingen van politieke ambtsdragers (Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Wethoudersvereniging, Statenlid.nu, Nederlandse vereniging van raadsleden) en de Vereniging van Griffiers, en aan de VNG. Samen met de beroepsgroepen, de koepels van medeoverheden en (bestuurdersverenigingen van) politieke partijen wordt via subsidies zorggedragen voor passende eigentijdse inwerk- en opleidingsprogramma’s voor de verschillende beroepsgroepen. Daarnaast wordt middels de subsidies in 2020 ook bijzondere inzet gepleegd om onderlinge kennisdeling en een brede, diverse instroom in het ambt te bevorderen en te zorgen dat mensen na het ambt weer goed landen op de arbeidsmarkt. Ook wordt er een subsidie verstrekt voor de doorontwikkeling en borging van het in 2019 opgerichte kennispunt voor lokale politieke partijen.

De Tweede Kamer is in juli 2019 geïnformeerd over de beleidswijziging vanuit BZK om te sturen op meer vrouwen in het openbaar bestuur (Kamerstukken II, 2018/19, 30420, nr. 328).

Vanuit het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie ontvangt de VNG subsidie om een collectief aanbod aan gemeenteraden te verzorgen om leren en reflecteren te stimuleren en daarmee de kwaliteit van het lokaal bestuur te versterken. Van het aanbod kan in 2020 ook door provinciale staten gebruik worden gemaakt.

Weerbaar bestuur

In het Netwerk Weerbaar Bestuur wordt door het Ministerie van BZK samengewerkt met andere departementen, beroepsverenigingen van politieke ambtsdragers, bestuurdersverenigingen van landelijke politieke partijen, koepels van medeoverheden en diverse andere relevante partners. De gezamenlijke aanpak richt zich op het bevorderen van de integriteit en veiligheid van politieke ambtsdragers. Daarbij wordt ingezet op bewustwording, vroege signalering en ondersteuning bij incidenten binnen het lokaal bestuur. BZK verstrekt daartoe subsidies aan de netwerkpartners voor (gezamenlijke) activiteiten, waaronder een goede 1e en 2e -lijnsondersteuning voor politieke ambtsdragers bij incidenten, trainingen, veiligheidsadvies en advies bij integriteitsonderzoeken. Dit eerste vindt plaats door middel van een subsidie aan het Nederlands Genootschap van Burgemeesters.

In 2020 worden ook subsidies verstrekt voor de verdere uitvoering van de Actie-agenda vakantieparken 2018-2020. Dit betreft onder andere het organiseren van regiobijeenkomsten om samen met gemeenten en provincies kennis en ervaringen te delen over de aanpak van ondermijning op vakantieparken.

Om de kennis over de implementatie van de Wet aanpak woonoverlast te vergroten ontvangt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid in 2020 subsidie voor onder meer het voortzetten van de organisatie van bijeenkomsten ten behoeve van gemeenten en andere partners.

Ook verstrekt het Ministerie van BZK subsidie voor de organisatie van kennisbijeenkomsten over de aanpak van ondermijningsgevoelige gebieden, met name kwetsbare wijken, en voor de voortzetting van de leerkring gebiedsgerichte aanpak ondermijnende criminaliteit ten behoeve van gemeenten.

De Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) ontvangt subsidie voor de versterking van de lokale rekenkamers en de ondersteuning van het kwaliteitsbeleid. Rekenkamers zijn van belang voor een weerbaar bestuur. Het doel van de subsidie is een situatie te bereiken en in stand te houden waarin weerbare gemeentelijke rekenkamers de gemeenteraad in hun gemeente op een slagvaardige wijze ondersteunen.

Politieke partijen

Politieke partijen ontvangen subsidie op grond van de Wet financieringpolitieke partijen (Wfpp). Een politieke partij komt voor subsidie in aanmerking als zij voldoet aan de in deze wet genoemde voorwaarden. Begin 2019 is de kabinetsreactie op de evaluatie van de Wfpp aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2018/19, 32752, nr. 54). In deze kabinetsreactie heeft het kabinet aangekondigd dat het na de zomer van 2019 een voorstel tot wijziging van de Wfpp in procedure zal brengen. In 2020 zal een voorstel voor een nieuwe Wet op de politieke partijen in procedure worden gebracht. De gewijzigde Wfpp zal integraal in dit voorstel worden opgenomen.

Tabel 10 Overzicht subsidies politieke partijen (bedragen in €)

Partij

Waarde 2016

Waarde 2017

Waarde 20181

Waarde 2019

VVD

3.565.054

3.332.009

3.100.663

3.112.395

PvdA

3.437.283

2.432.252

1.368.197

1.364.618

SP

1.601.846

1.581.598

1.496.922

1.513.747

CDA

1.651.300

1.924.344

2.057.472

2.058.115

D66

1.561.302

1.870.175

2.077.049

2.054.396

CU

948.044

963.474

921.182

927.838

GL

840.522

1.250.993

1.657.287

1.670.739

SGP

905.595

939.131

864.740

856.545

PvdD

632.359

763.276

886.447

881.966

50PLUS

399.277

504.017

567.935

683.309

OSF

233.002

366.571

375.581

381.851

VNL

349.831

138.482

0

0

DENK

157.231

303.606

535.373

607.763

FvD

0

589.458

718.650

811.720

Totaal

16.282.645

16.959.386

16.627.499

16.925.002

X Noot
1

Het betreft hier voorlopige bedragen voor de jaren 2018 en 2019. 80% daarvan is inmiddels uitgekeerd. Uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het subsidiejaar moeten partijen een definitieve subsidieaanvraag indienen. Als bij de beoordeling daarvan blijkt dat de partijen voldoen aan de voorwaarden, wordt de resterende 20% uitgekeerd. Daarnaast moeten de loon- en prijsbijstellingen 2018 en 2019 nog in deze bedragen worden verwerkt. De reeks loopt nu van 2016 tot en met 2019. Bij de subsidiebedragen uit 2018 en 2019 gaat het om voorlopige bedragen. De Minister van BZK beslist voor 1 november 2019 over de aanvragen tot vaststelling over 2018.

ProDemos

ProDemos, Huis voor Democratie en Rechtstaat, ontvangt subsidie voor het vergroten van de betrokkenheid en kennis van de democratische rechtstaat. Hiertoe behoort ook het bezoek van scholieren aan het parlement. Het beoogde doel is om alle leerlingen in het voorgezet onderwijs de gelegenheid te bieden om het parlement te bezoeken. De maatregel gaat in het schooljaar 2019/2020 in. Vanaf dat schooljaar vindt een geleidelijke verhoging plaats van het aantal scholieren dat het parlement bezoekt, zodat in 2022 180.000 leerlingen (de gehele populatie) kan worden bereikt. Om de drempel te verlagen vindt ook een vergoeding van de vervoerskosten naar Den Haag plaats.

Comité 4/5 mei

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei ontvangt een subsidie om de bevordering van kennis en bewustzijn over burgerschap, democratie en rechtsstaat op de bevrijdingsfestivals tijdens de jaarlijkse Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei te stimuleren.

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

De gemeente is voor burgers de meest nabije overheid. Het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie stimuleert en ondersteunt gemeenten in het versterken van de verbinding met inwoners (Kamerstukken II 2018/19, 35000 VII, nr. 100). Het Ministerie van BZK financiert hiertoe de ontwikkeling van verschillende instrumenten en het uitwisselen en vermeerderen van kennis. Vanuit Democratie in Actie wordt daarnaast ingezet op proeftuinen en pilots met manieren om inwoners meer invloed te geven op besluitvorming, bijvoorbeeld met digitale participatiemiddelen. Hiervoor worden diverse opdrachten verstrekt.

In Democratie in Actie is de agenda Open Overheid (juli 2018 – juli 2020) geïntegreerd. De focus ligt daarbij op: (1) het vergroten en verbeteren van open besluitvorming bij gemeenten en provincies; (2) het versterken van de transparantie van de financiering van politieke partijen in het decentraal bestuur; (3) het aanjagen van openheid in de lokale politiek door het uitbreiden van het Pioniersnetwerk Open Overheid voor Gemeenten.

Het kabinet wil het stemmen voor kiezers in het buitenland makkelijker maken. Een nieuwe stap daarvoor is het mogelijk maken dat het vervangend briefstembewijs (de stempas voor de kiezers in het buitenland) per mail aan de kiezers kan worden gezonden. Verder wordt samen met de gemeente Den Haag in kaart gebracht waarom niet meer Nederlanders die uit Nederland vertrekken zich laten registreren om te kunnen stemmen vanuit het buitenland. Aan de hand van de uitkomsten wordt bezien of er maatregelen te nemen zijn die eventuele belemmeringen voor registratie wegnemen ten behoeve van de Tweede Kamerverkiezing in maart 2021.

Toegewerkt wordt naar een eerste experiment in 2021 met een nieuw stembiljet. In 2020 zal dat experiment worden voorbereid. Dat houdt onder meer in dat zal worden uitgewerkt hoe de kiezers geïnformeerd moeten worden over het stemmen met een nieuw stembiljet, dat specificatieszullen worden opgesteld voor hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden bij het stemmen, etcetera.

De transitie om de Kiesraad in staat te stellen de taken en bevoegdheden voor de digitale hulpmiddelen op een adequate wijze te kunnen uitvoeren, is gestart.

De toegankelijkheid van het verkiezingsproces is van groot belang. Door onafhankelijke deskundigen wordt een review gedaan naar de checklist toegankelijkheid stemlokalen met als doel met aanbevelingen te komen die de praktische toepasbaarheid ervan en toegankelijkheid van het verkiezingsproces verhogen.

Het kabinet ziet de verspreiding van desinformatie als een multi-stakeholder probleem waarbij van verschillende partijen in de samenleving gevraagd wordt dat zij hun verantwoordelijkheid nemen. Het Ministerie van BZK zet zich als coördinerend ministerie voor de aanpak van desinformatie in op het vergroten van de weerbaarheid van de samenleving tegen de impact van desinformatie, door onder meer de bevordering van transparantie door online platforms en het vergroten van het inzicht in de aard van de dreiging.

Door het organiseren van kennisuitwisselingsbijeenkomsten, de inzet van expertise voor verdiepingssessies en adviezen zal ook in 2020 de Regieraad Responsieve Overheid onder voorzitterschap van het Ministerie van BZK zich inzetten om belangrijke knelpunten in de contacten tussen overheid en burger te helpen op te lossen, het vertrouwen in de overheid te versterken en de doelmatigheid van het overheidsoptreden te helpen vergroten.

In 2020 wordt het verloop van de maatregel om alle leerlingen in het voorgezet onderwijs de gelegenheid te bieden om het parlement te bezoeken, geëvalueerd. Het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) en BZK zijn opdrachtgever van de evaluatie, waarbij het parlement wordt betrokken.

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

Om te zorgen dat er voldoende goed toegeruste politieke ambtsdragers beschikbaar zijn en beschikbaar blijven, verstrekt de Minister van BZK – naast de beroeps- en belangenverenigingen van politieke ambtsdragers, de griffiersen de koepels van medeoverheden – samen met bestuurdersverenigingen van politieke partijen en andere relevante organisaties opdrachten om te komen tot een duurzaam ondersteuningsaanbod voor politieke ambtsdragers (Kamerstukken II 2018/19, 35000 VII, nr. 100). Hiervoor worden inwerkprogramma’s, opleidingen en leermodules mogelijk gemaakt. Daarnaast wordt de rolneming van raden, staten en algemene besturen versterkt. In 2020 worden ook opdrachten verstrekt om maatregelen te realiseren die een betere afspiegeling in volksvertegenwoordiging en bestuur (zoals meer vrouwen en mensen met een beperking) realiseren.

Weerbaar bestuur

Naast subsidies worden er via het Netwerk Weerbaar Bestuur ook opdrachten verstrekt ter versterking van de integriteit en veiligheid van het openbaar bestuur. Het gaat in 2020 om opdrachten ten behoeve van de implementatie en borging van activiteiten die de afgelopen twee jaar zijn ontwikkeld.

Het Ministerie van BZK heeft in 2019 een aantal gemeenten met een impuls Weerbaar Bestuur ondersteund, waarbij nieuwe aanpakken worden ontwikkeld en toegepast. Het betreft in 2020 het verder uitvoeren van de door hen voorgestelde innoverende, domeinoverstijgende initiatieven die bijdragen aan het bevorderen van de integriteit en veiligheid van politieke ambtsdragers, het wegnemen van voedingsbodems in ondermijningsgevoelige gebieden en het tegengaan van ondemocratische beïnvloeding van de lokale besluitvorming. In 2020 zullen via opdrachten de opgedane praktijken en kennis in de impulsgemeenten breder verspreid worden.

In 2020 worden de voorgestelde initiatieven uit Actie-agenda vakantieparken 2018-2020 (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 453), waarvoor het Ministerie in 2019 aan de provincies een impuls heeft gegeven, verder tot uitvoering gebracht en worden de kennis- en leerbijeenkomsten voor de provincies voortgezet, onder andere ter voorkoming en bestrijding van ondermijnende criminaliteit op en rondom vakantieparken.

Ter ondersteuning van de lokale aanpak van ondermijning, en leefbaarheid (maatschappelijke weerbaarheid en gebiedsgerichte aanpak) verstrekt het Ministerie van BZK opdrachten voor onder andere kennisbijeenkomsten en leerkringen, voor de uitvoering en onderhoud van de Leefbaarometer en voor pilots en onderzoeken.

Ten behoeve van de uitvoering van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) wordt in 2020 voor de betrokken gemeenten de ondersteuning voortgezet, onder andere via een leerkring. Tevens worden gemeenten ondersteund bij het voorbereiden van de aanvragen voor de toepassing van selectieve woningtoewijzing (bijvoorbeeld ten behoeve van het screenen van woningzoekenden op overlastgevend en crimineel gedrag). Evaluatie van de wet zal in 2020 plaatsvinden.

De wetten die het bestuur in Nederland regelen, moeten ruimte bieden aan het lokaal bestuur om weerbaar, slagvaardig en verbonden met inwoners met de grote diversiteit in maatschappelijke opgaven om te kunnen gaan. De Minister van BZK regisseert een maatschappelijke en bestuurlijke discussie met burgers, koepels, beroeps- en bestuurdersverenigingen, gemeenten, provincies en de wetenschap om te bezien of het huidige wettelijke kader is toegesneden op de opgaven voor het lokale bestuur. Het doel is om het lokaal bestuur te versterken door uitleg en tools om gebruik te maken van de ruimte die er al is in de regelgeving en waar nodig de regelgeving aan te passen om meer maatwerk en differentiatie mogelijk te maken. Daartoe worden verschillende opdrachten verstrekt.

Inkomensoverdracht

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

Het Ministerie van BZK financiert de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers. Het betreft pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige burgemeesters.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

Ter versterking van de positie van het lokaal bestuur worden aan ICTU en CBS bijdragen verstrekt voor de verdere uitvoering van de City Deal Zicht op ondermijning.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds

De gemeente Den Haag is volgens de Kieswet verantwoordelijk voor de permanente registratie van kiezers in het buitenland en voor de organisatie van de verkiezing door kiezers in het buitenland van leden van de Tweede Kamer en het Europees Parlement. Met de invoering van de permanente registratie zijn de verkiezingen voor Nederlanders die buiten Nederland woonachtig toegankelijker geworden. Aan de gemeente Den Haag wordt hiervoor meerjarig een bijdrage verstrekt.

Provinciefonds

In de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer 2019-2023 (BFTK) (bijlage bij Kamerstukken II, 2018/19, 35000 VII, nr. 83) is overeengekomen dat het Ministerie van BZK gedurende de looptijd van de BFTK jaarlijks € 150.000 ter beschikking stelt aan de provincie Fryslân in het kader van de taakintensivering met betrekking tot de Wet gebruik Friese taal. Tevens ontvangt het adviesorgaan voor de Friese taal DINGtiid een jaarlijkse bijdrage.

Bijdragen aan (inter)nationale organisatie

Bijdragen Internationaal

Het Ministerie van BZK levert een jaarlijkse bijdrage ten behoeve van het Europe for Citizens Point (ECP) voor de uitvoering van het programma «Europa voor de burger» dat actief Europees burgerschap bevordert, om zo het proces van Europese integratie te stimuleren en de kloof tussen de burger en de Europese Unie te verkleinen. Dutch Culture voert de ECP-activiteiten in Nederland uit.

Bijdragen aan agentschappen

Dienst Publiek en Communicatie

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van landelijk informerende verkiezingscampagnes. De campagne ‘Elke stem telt’ is in 2019 opnieuw aanbesteed voor de komende vier jaar en in 2020 wordt de campagne van de verkiezing van leden van de Tweede Kamer in 2021 voorbereid. Hiervoor wordt een bijdrage verstrekt aan Dienst Publiek en Communicatie van het Ministerie van Algemene Zaken. In de campagne wordt ook aandacht geschonken aan de voorlichting over het stemmen in stemlokalen op stations en informatieverstrekking aan Nederlanders die tijdelijk in het buitenland verblijven.

Ontvangsten

De ontvangsten betreffen de bijdragen van de waterschappen ten behoeve van de Waarderingskamer.

Artikel 2. Nationale veiligheid

A. Algemene doelstelling

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) beschermt de nationale veiligheid. Dit doet de AIVD door tijdig dreigingen, internationale politieke ontwikkelingen en risico’s te onderkennen, die niet direct zichtbaar zijn en doet daartoe onderzoek in binnen- en buitenland. De AIVD signaleert, adviseert en deelt gericht informatie met samenwerkingspartners zodat deze de dreiging en risico’s kunnen reduceren. Waar nodig reduceert de AIVD zelfstandig risico’s.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Uitvoeren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de taakuitvoering van de AIVD. Dit doet de AIVD door het tijdig onderkennen van dreigingen en risico's voor de nationale veiligheid en de nationale belangen in het binnen- en buitenland. De AIVD verricht onderzoek met behulp van bijzondere inlichtingenmiddelen. Op basis van de bevindingen informeert en adviseert de AIVD de samenwerkingspartners met ambtsberichten en analyses (waaronder openbare publicaties). De Minister van BZK legt zo veel als mogelijk in het openbaar verantwoording af aan de Tweede Kamer als geheel of in de vaste Kamercommissie BZK. Waar dat niet kan, vanwege geheimhoudingsnoodzaak, gebeurt dit via de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.

Voor de taakuitvoering zijn stevige waarborgen ingericht in de vorm van toetsing, toezicht en controle. Dit vanwege de inbreuk in de persoonlijke levenssfeer van mensen die de inzet van bijzondere inlichtingenmiddelen kan hebben. Voor de inzet van een groot aantal bijzondere inlichtingenmiddelen is toestemming nodig van de Minister van BZK. Met de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 is na de toestemming van de minister en voorafgaand aan de inzet van een groot aantal bijzondere inlichtingenmiddelen een onafhankelijke toetsing nodig van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Daarnaast houdt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) toezicht tijdens en na afloop van de inzet van bevoegdheden of op andere werkzaamheden van de AIVD.

C. Beleidswijzigingen

Diverse geopolitieke ontwikkelingen zorgen ervoor dat onze democratische rechtsorde, de nationale veiligheid, ons economisch verdienmodel en andere gewichtige belangen van de staat sterk onder druk staan. Statelijke actoren laten zich internationaal steeds assertiever en agressiever gelden. Ook kenmerkt de jihadistische dreiging zich door een voortdurende dreiging van aanslagen in en tegen het Westen. Daarbij komt dat de nationale en internationale dreigingen in toenemende mate met elkaar zijn verweven. Om te kunnen blijven voldoen aan de behoeftestelling in de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (GA I&V 2019-2022) heeft het kabinet Rutte-III structureel extra middelen, voor onder andere bestrijding van jihadisme, toegevoegd aan de begroting van de AIVD.

De verhoging van de capaciteit geeft de AIVD de mogelijkheid om meer diepteonderzoeken te doen. Dit zal de AIVD in staat stellen om tijdig waarschuwingen af te geven voor concrete activiteiten van (non-) statelijke actoren en om handelingsperspectief te bieden aan de nationale veiligheid gerelateerde publieke, vitale en private organisaties. Om op adequate wijze op de ontwikkelingen in te kunnen blijven spelen werkt de AIVD nauw samen met de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de Nationale Politie, het Openbaar Ministerie, beleidsdepartementen en gemeenten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 2 Nationale veiligheid (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

260.757

293.485

297.861

308.106

309.846

309.682

309.123

Waarvan garantieverplichtingen

Uitgaven

265.091

293.485

297.861

308.106

309.846

309.682

309.123

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

2.1

AIVD apparaat

249.741

278.140

282.116

292.361

294.101

293.937

293.378

2.2

AIVD geheim

15.350

15.345

15.745

15.745

15.745

15.745

15.745

Ontvangsten

16.233

14.714

14.714

14.714

14.714

14.714

14.714

Budgetflexibiliteit

Omdat het budget als apparaat wordt aangemerkt, is het gehele budget juridisch verplicht verondersteld.

E. Toelichting op de instrumenten

Vanwege het bijzondere karakter van dit begrotingsartikel en de gedeeltelijk geheime uitgaven zijn de uitgaven niet nader uitgesplitst en zijn de apparaatsuitgaven niet opgenomen in het centraal apparaatsartikel.

Ontvangsten

De Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO), het samenwerkingsverband tussen de AIVD en de MIVD verricht veiligheidsonderzoeken voor andere (overheids-)organisaties en brengt daarvoor een tarief in rekening. De ontvangsten hebben hier voornamelijk betrekking op.

Artikel 3. Woningmarkt

A. Algemene doelstelling

Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Het toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig mogelijk maken van de woningmarkt voor iedereen, lukt alleen door veel samen te werken en telkens goed alle belangen af te wegen. Als Rijksoverheid, met provincies, gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen, investeerders, projectontwikkelaars, bouwers, makelaars en vele anderen. Ieder heeft een eigen rol, maar altijd samen met anderen.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) jaagt die samenwerking aan. We nemen zoveel mogelijk belemmeringen weg, bieden perspectief in wetten en regels en bewaken de kwaliteit en duurzaamheid van bouwen en wonen, zodat prettig en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk is én blijft.

Beleid en regelgeving

Onder meer via de Wet op de huurtoeslag, de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen. Tevens is de Minister van BZK medeverantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de huurtoeslag. Tevens is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de Wet op de huurtoeslag.

Regisseren

De Minister van BZK voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de Minister van BZK de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden. Tevens is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de verhuurderheffing.

Tevens draagt de Minister van BZK zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Uitvoeren

De Minister van BZK draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).

De uitvoering van de verhuurderheffing en de huurtoeslag is onder verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën belegd bij de Belastingdienst. De Belastingdienst is ook verantwoordelijk voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de verhuurderheffing en huurtoeslag.

C. Beleidswijzigingen

Huurtoeslag

Met ingang van 1 januari 2020 treedt de Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale inkomensgrenzen in werking. Met deze wet wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag jaarlijks geïndexeerd met de verwachte huurprijsontwikkeling. Hiermee vervalt de automatische compensatie via de huurtoeslag voor een achterblijvende bijstandsontwikkeling en ontstaat meer transparantie. Door altijd te indexeren met het percentage van de huurprijsontwikkeling ontstaat er een eenduidige relatie met het huurbeleid. Ook wordt hiermee de doorwerking van bijvoorbeeld maatregelen in de sociale zekerheid uit de regeling gehaald. Ook vervallen met deze wet de maximale inkomensgrenzen van de huurtoeslag. De huurtoeslag wordt over een langer inkomenstraject afgebouwd. Hierdoor wordt voor huurders voorkomen dat bij een beperkte stijging van het inkomen ineens de volledige huurtoeslag vervalt en wordt de armoedeval en de marginale druk beperkt (Stb. 2019, nr. 171).

Toeristische verhuur

In sommige gemeenten heeft toeristische verhuur ongewenste effecten, zoals bijvoorbeeld overlast in buurten en oneigenlijk gebruik van woonruimten. Om dat aan te pakken wordt gewerkt aan het wetsvoorstel toeristische verhuur van woningen (Kamerstukken II 2018-2019, 27926, nr. 309). Het wetsvoorstel bevat drie maatregelen waarmee een gemeente met schaarste op de woningmarkt toeristische verhuur van woningen kan reguleren. De gemeente kan een eenmalige registratieplicht invoeren waarbij de aanbieder het registratienummer moet vermelden bij elke aanbieding. Ten tweede kan de gemeente een meldplicht per feitelijke aanbieding invoeren. Ten slotte kan de gemeente indien er ernstige negatieve effecten zijn van toeristische verhuur een vergunningensysteem invoeren. De verwachting is dat het wetsvoorstel in de zomer van 2020 in werking kan treden. Om de uniformiteit en laagdrempeligheid te borgen zal bij AmvB (algemene maatregel van bestuur) worden bepaald waar een registratiesysteem minimaal aan moet voldoen. De bestuurlijke boete bij illegale verhuur wordt verhoogd bij recidive.

Wijziging maximale huursomstijging voor woningcorporaties

De minister heeft in haar brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 470)het belang benadrukt van het borgen van betaalbare woningen en de verduurzamingsopgave waarvoor woningcorporaties staan. Op 21 december 2018 hebben Aedes en de Woonbond een Sociaal Huurakkoord 2018-2021 gesloten. Naar aanleiding van dit akkoord wordt de maximale huursomstijging, dit is de maximale gemiddelde huurverhoging per woningcorporatie per kalenderjaar, per 2020 gewijzigd. De maximale huursomstijging zal op inflatieniveau gesteld worden, wat gunstig is voor de betaalbaarheid van zittende huurders. Woningcorporaties krijgen de bevoegdheid om met hun huurdersorganisatie(s) en betrokken gemeenten een hogere huursomstijging (maximaal 1 procentpunt hoger) af te spreken, indien de investeringsopgave voor woningcorporaties te groot is voor een inflatievolgende huursomontwikkeling.

Middenhuur

In 2019 zijn meerdere beleidsvoornemens gepresenteerd om de positie van middeninkomens op de woningmarkt te verbeteren. Deze zullen in 2020 zijn uitwerking vinden in de vorm van wetsvoorstellen (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 546). Daarnaast zal in 2020 de Wet Maatregelen Middenhuur met bijbehorende AmvB in werking treden die de markttoets voor woningcorporaties vergaand vereenvoudigt. Daarmee wordt het toegankelijker gemaakt voor woningcorporaties om, onder andere, te bouwen in het middensegment.

Met de Regeling vermindering verhuurderheffing voor verduurzaming is het voor heffingsplichtige verhuurders mogelijk een vermindering te krijgen op de verhuurderheffing, als er geïnvesteerd wordt in de verduurzaming van woningen. Voor deze regeling is in 2019 € 78 mln. beschikbaar. Vanaf 2022 is structureel € 104 mln. beschikbaar gesteld. De regeling is per 1 juli 2019 gesloten als gevolg van overschrijding van het beschikbare budget. Gezien de omvang van het aangevraagde bedrag zal de regeling op zijn vroegst op 1 januari 2022 opengesteld kunnen worden voor nieuwe aanvragen.

Maatregelen woningmarkt

Om te zorgen dat starters en middeninkomens toegang houden tot de woningmarkt, geeft het kabinet met deze begroting een cruciale budgettaire impuls. Met een woningbouwimpuls van € 1 mld. komen onder voorwaarden middelen beschikbaar om de bouw van betaalbare woningen te kunnen realiseren. Daarbij wordt onder andere ook gedacht aan de kosten van infrastructurele ontsluiting, het zorgdragen voor een kwalitatief goede leefomgeving en het opvangen van de potentiële gevolgen van de stikstofuitspraak voor de woningbouw.

De middelen staan op de Aanvullende Post gereserveerd en de reeks wordt onder voorwaarde van een goedgekeurd bestedingsplan overgeheveld naar de begroting van BZK. Via de begroting van BZK worden de middelen als een specifieke uitkering uitgekeerd aan gemeenten voor het realiseren van betaalbare woningen en onder meer de daar bijbehorende infrastructurele ontsluiting. Voor een specifieke uitkering is gekozen om voorwaarden te kunnen stellen aan de bijdrage aan gemeenten. De precieze voorwaarden worden richting 2020 verder uitgewerkt. Uitgangspunt voor de bijdrage van het rijk is dat deze additioneel is aan bijdrage van andere partijen. Daarbij zal ook gekeken worden naar alternatieve manieren van bekostiging.

In de verhuurderheffing wordt een structurele heffingsvermindering van € 100 mln. per jaar opgenomen voor nieuwbouw van woningen. Voor de komende tien jaar is dat € 1 mld. Daarmee ontstaat een gerichte impuls voor woningcorporaties die meer woningen bouwen. Doordat voor deze heffingsvermindering geld is vrijgemaakt, gaat het niet ten koste van de middelen die beschikbaar zijn voor de betaalbaarheid en verduurzaming van de bestaande voorraad. Ook komt er een vrijstelling in de verhuurderheffing voor de bouw van tijdelijke flexibele woningen.

Verlaging woonlasten Caribisch Nederland

De huurlasten in Caribisch Nederland blijken voor veel huishoudens een grote opgave, zowel in de sociale als particuliere sector. Het verlagen van de woonlasten is een zeer gerichte maatregel in het kader van inkomensondersteuning voor huishoudens die dat echt nodig hebben. Voor Caribisch Nederland wordt een structurele koopkrachtimpuls gerealiseerd met een aangepaste huurtoeslag-regeling. Via deze regeling worden inwoners van Caribisch Nederland opgenomen in de doelgroep van de Huurtoeslag. De regeling daartoe kan per 2020 ingaan en levert een groot aandeel in het oplossen van de koopkrachtproblematiek. Eerst voor huurders in de sociale sector en vanaf 2022, na onderzoek naar de meest geëigende vorm om tot een rechtmatige bijdrage te komen, ook voor huurders in de particuliere sector.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 3 Woningmarkt (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

4.511.926

4.145.962

4.297.396

4.439.914

4.575.882

4.711.968

4.857.877

Uitgaven

4.518.316

4.146.087

4.297.396

4.439.789

4.575.882

4.711.968

4.857.877

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

3.1

Woningmarkt

4.513.949

4.146.087

4.297.396

4.439.789

4.575.882

4.711.968

4.857.877

Subsidies

505.468

37.707

14.374

10.453

10.841

11.341

14.741

Binnenstedelijke transformatie

28.000

10.000

0

0

0

0

0

Woningmarkt

0

15.168

3.641

4.214

3.141

3.141

2.080

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

4.033

6.239

6.239

6.239

7.700

8.200

11.600

Huisvestingsvoorziening statushouders

1.231

6.300

4.494

0

0

0

0

Beleidsprogramma betaalbaarheid

256

0

0

0

0

0

0

Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG

470.767

0

0

0

0

0

0

Woonconsumentenorganisaties

1.181

0

0

0

0

0

1.061

Opdrachten

32.655

35.524

2.019

3.191

3.540

2.804

2.804

Woningmarkt

0

3.822

2.019

3.191

3.540

2.804

2.804

WSW risicovoorziening

1.132

0

0

0

0

0

0

NHG risicovoorziening

30.608

0

0

0

0

0

0

Beleidsprogramma betaalbaarheid

915

0

0

0

0

0

0

Inkomensoverdracht

3.963.679

4.058.400

4.269.200

4.413.800

4.549.200

4.685.600

4.824.200

Huurtoeslag

3.963.679

4.058.400

4.269.200

4.413.800

4.549.200

4.685.600

4.824.200

Bijdragen aan agentschappen

12.147

9.883

7.406

7.406

7.406

7.406

11.436

Dienst van de Huurcommissie

11.214

9.543

7.066

7.066

7.066

7.066

7.066

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

933

340

340

340

340

340

673

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

3.039

2.857

3.399

3.355

3.277

3.156

Woningmarkt

0

3.039

2.857

3.399

3.355

3.277

3.156

Bijdragen aan andere begrotingsstukken

0

1.534

1.540

1.540

1.540

1.540

1.540

Financiën en Nationale Schuld (H9)

0

1.534

1.540

1.540

1.540

1.540

1.540

3.2

Onderzoek en kennisoverdracht

4.367

0

0

0

0

0

0

Subsidies

1.147

0

0

0

0

0

0

Samenwerkende kennisinstellingen e.a.

1.147

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

2.269

0

0

0

0

0

0

Basisonderzoek en verkenningen

2.269

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

951

0

0

0

0

0

0

Basisonderzoek en verkenningen

951

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

957.719

521.979

472.000

465.600

463.800

457.000

435.300

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 100%6 juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Subsidies

Het subsidiebudget is voor 87% juridisch verplicht. Het betreft vooral in het verleden aangegane verplichtingen op basis van de Wet bevordering eigenwoningbezit (BEW), de subsidie voor huisvestingsvoorziening statushouders en subsidies ten behoeve van onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van de woningmarkt (onder andere onderzoek naar flexwonen, bevolkingsdaling en woonwagenbeleid).

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is voor 34% juridisch verplicht. Het gaat hier hoofdzakelijk om opdrachten voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen en bouwen.

Inkomensoverdracht

Het huurtoeslagbudget 2020 is voor 100% juridisch verplicht. Jaarlijks wordt een verplichting aangegaan voor het gehele huurtoeslagbudget voor het begrotingsjaar.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen aan de Inspectie Leefomgeving Transport (ILT) en de Dienst van de Huurcommissie (DHC).

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is 100% juridisch verplicht. De activiteiten voor (basis)onderzoek en kennisoverdracht hebben betrekking op het terrein van wonen en bouwen, specifiek in samenwerking met onder andere het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en het Kadaster.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Het budget voor bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken is 100% juridisch verplicht. Dit betreft de jaarlijkse opdracht aan de Belastingdienst voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurstijging en verhuurderheffing.

E. Toelichting op de instrumenten
3.1 Woningmarkt

Subsidies

Woningmarkt

De Minister van BZK verstrekt subsidies ten behoeve van onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van de woningmarkt om te komen tot evidence-based beleidsvorming. Het betreft incidentele subsidies, zoals voor het onderzoek naar flexwonen, bevolkingsdaling en woonwagenbeleid. Daarnaast betreft het structurele subsidies, zoals voor de Woonbond, om de positie van de huurder op de woningmarkt te versterken en voor Platform 31 die een onafhankelijke positie inneemt tussen overheid, corporaties, bewoners en overige stakeholders op de woningmarkt en (on)gevraagd advies geeft op diverse volkshuisvestelijke vraagstukken.

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

De Wet Bevordering eigen woningbezit is gericht op de bevordering van het eigen woningbezit onder lagere inkomensgroepen. Zoals gemeld aan de Tweede Kamer, is voor nieuwe toekenningen op grond van de Wet Bevordering eigen woningbezit geen budget meer beschikbaar (Kamerstukken II 2009/10, 32123 XVIII, nr. 74). De meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen.

Huisvestingsvoorziening statushouders

Met deze tijdelijke subsidieregeling (looptijd tot 1 januari 2021, met de voorwaarde dat de woonvoorziening uiterlijk eind 2018 was aangemeld bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)) wordt de realisatie van extra huisvestingscapaciteit gestimuleerd. De wijze waarop de regeling is vormgegeven, zorgt ervoor dat er zo weinig mogelijk verdringing plaatsvindt ten opzichte van reguliere woningzoekenden en dat de kosten voor de samenleving voor de huisvesting van vergunninghouders worden beperkt. Er kan bij bewoning door tenminste vier vergunninghouders geen aanspraak worden gemaakt op huurtoeslag als gevolg van een vastgestelde maximale huurprijs en via het toepassen van de kostendelersnorm kan de druk op het bijstandsbudget worden beperkt.

Opdrachten

Woningmarkt

Het gaat hier vooral om opdrachten voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen en bouwen. De ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om actuele gegevens. Het budget wordt besteed aan onder meer verkenningen, monitoring en het op feiten gebaseerd onderbouwen van beleid, dataverzamelingen en doorontwikkeling van het ramingsmodel voor de huurtoeslag.

Inkomensoverdracht

Huurtoeslag

Circa 1,4 miljoen huishoudens ontvangen huurtoeslag. De huurtoeslag is een bijdrage in de huurlasten en kan aangevraagd worden als de huur in verhouding tot het inkomen te hoog is. Per saldo is er over de jaren sprake van mee- en tegenvallers bij de huurtoeslag. Zo is de werkloosheid op basis van CEP2019 minder sterk gedaald dan eerder gedacht op basis van CEP2018. Dit zorgt in 2020 voor hogere aantallen huurtoeslagontvangers en daarmee hogere uitgaven aan huurtoeslag. Ook een lagere inkomensontwikkeling zorgt voor hogere uitgaven. Anderzijds is er een lagere huurprijsontwikkeling door een lagere verwachte inflatie en wordt verwacht dat verhuurders minder gebruik zullen maken van de ruimte die zij hebben om de huren te verhogen. Dit zorgt voor lagere uitgaven bij de huurtoeslag. Bij de uitvoering door de Belastingdienst zorgt het uitstellen van de stroomlijning van het invorderingsbeleid voor een verschuiving over de jaren. Dit leidt tot lagere ontvangsten in de eerste jaren en hogere ontvangsten in latere jaren. Het uitstellen van de Wet beslagvrije voet leidt tot incidenteel hogere ontvangsten in de eerste jaren. Daarnaast worden in de periode 2019-2024 minder terugvorderingen verwacht.

Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten voor ontvangers van huurtoeslag tonen onderstaande grafieken het aandeel van de bruto huur dat per saldo (na aftrek van de huurtoeslag) nog netto door ontvangers van huurtoeslag is verschuldigd. Het percentage is berekend voor voorbeeldhuishoudens met een minimum inkomen en een huur op exact 90% van de diverse huurgrenzen van de huurtoeslag.

Uit de grafieken blijkt dat het aandeel van de bruto huur dat door de ontvanger van huurtoeslag nog zelf netto betaald moet worden in 2020 voor de voorbeeldhuishoudens nagenoeg gelijk blijft ten opzichte van 2019. In de grafieken valt de daling in 2017 op. Deze daling is het gevolg van het besluit om de koopkracht voor lagere inkomens te ondersteunen. Hierdoor is de eigen bijdrage in 2017 met € 10,50 per maand verlaagd.

Figuur 1

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/-huurtoeslag)/bruto huur).

Figuur 2

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/-huurtoeslag)/bruto huur).

Figuur 3

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/-huurtoeslag)/bruto huur).

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/-huurtoeslag)/bruto huur).

Bijdragen aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

Om huurders te beschermen ontvangt de Huurcommissie een bijdrage van BZK. De Huurcommissie bestaat uit het ZBO de Huurcommissie en het agentschap de Dienst van de Huurcommissie, die het ZBO ondersteunt in zijn taken. Het werkterrein van de Huurcommissie wordt gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders een geschil hebben over de hoogte van de huurprijs of van de servicekosten en er ook met eventuele hulp van de Huurcommissie onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraak. De Huurcommissie beslecht ook geschillen in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv).

ILT (Autoriteit woningcorporaties)

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ontvangt een bijdrage van BZK voor de Autoriteit woningcorporaties (Aw), die namens de Minister van BZK toezicht houdt op de Wet Normering Topinkomens (WNT) bij woningcorporaties. De totale kosten voor de Aw worden voor het jaar 2020 geraamd op ongeveer € 0,33 mln. Op grond van de Woningwet wordt dit grotendeels via een heffing bij de woningcorporaties gefinancierd, gecorrigeerd voor een batig/negatief saldo van het voorafgaande jaar. De heffing wordt na goedkeuring door het Ministerie van BZK door de ILT uitgevoerd en wordt op de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) verantwoord.

RVO (Uitvoeringskosten BEW)

De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van de Wet Bevordering Eigen Woningbezit, de Regeling Vermindering Verhuurderheffingen de Tijdelijke Regeling subsidie huisvesting vergunninghouders. Deze uitgaven worden verantwoord op artikel 4 vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.

RVO (Uitvoeringskosten Huisvestingsvoorziening statushouders)

De RVO.nl ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van de Tijdelijke Regeling subsidie huisvesting vergunninghouders. Deze uitgaven worden verantwoord op artikel 4 vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.

Bijdragen aan ZBO’s / RWT’s

Woningmarkt

De activiteiten voor (basis)onderzoek en kennisoverdracht hebben betrekking op het terrein van wonen en bouwen, specifiek in samenwerking met bijvoorbeeld het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en het Kadaster. De ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om actuele gegevens over de woningmarkt. Het budget wordt besteed aan onder meer verkenningen, monitoring en op feiten gebaseerd onderbouwen van beleid, dataverzamelingen en ontwikkeling van ramingsmodellen.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Financiën en Nationale Schuld (H9)

De Belastingdienst ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurstijging en verhuurderheffing.

Ontvangsten

De ontvangsten bestaan uit teruggevorderde huurtoeslag. Terugvorderingen op de huurtoeslag ontstaan tijdens het toeslagjaar door controles van de Belastingdienst en na afloop van het subsidiejaar bij de definitieve vaststelling van de bijdrage.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op de woningmarkt. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. Naast de fiscale regelingen die in onderstaande tabel zijn opgenomen, heeft ook de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor stedelijke herstructurering betrekking op dit beleidsartikel. Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 13 Fiscale regelingen 2018-2020, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljoen)

1

2018

2019

2020

Hypotheekrenteaftrek

10.627

9.665

9.532

Aftrek financieringskosten eigen woning

193

175

166

Aftrek periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming

31

31

31

Aftrek renteen kosten van geldleningen restschuld vervreemde eigen woning

27

26

26

Eigenwoningforfait

‒ 3.310

‒ 3.221

‒ 3.241

Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

645

621

614

Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling eigen woning

190

190

190

OVB Verlaagd tarief woning2

2.737

2.716

2.865

Vermindering verhuurderheffing

74

181

242

Kamerverhuurvrijstelling

11

10

10

X Noot
1

[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

X Noot
2

OVB = Overdrachtbelasting

Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

A. Algemene doelstelling

Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

Met deze doelstelling doet het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden.

  • De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot kan de woonlasten/gebruikslasten voor eigenaren en huurders van gebouwen verminderen. Uitgangspunt daarbij is dat voor steeds meer huishoudens – kopers en huurders - de kosten voor verduurzaming via een lagere energierekening terugverdiend kunnen worden.

  • Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

  • Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.

Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:

  • vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 3,4 Mton in 2030 in het kader van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 49% ten opzichte van 1990, zoals afgesproken in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III;

  • aardgasvrije gebouwde omgeving richting 2050. Conform het in het voorjaar 2019 gepubliceerde Klimaatakkoord uitvoering van grootschalige proeftuinen in minimaal 100 wijken gericht op opschaling en het opdoen van kennis en ervaring;

  • samen met maatschappelijke partners 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) realiseren in 2030 als tussendoel. Dit is in lijn met het programma ‘Nederland circulair in 2050’ met als einddoel een volledig circulaire economie in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). De bouw is hierbij als een van de vijf prioriteiten genoemd;

  • verbetering van de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties teneinde het aantal koolmonoxideongevallen te reduceren.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen zijn gestart met het Interbestuurlijke Programma (IBP) van 2018 en een gezamenlijke agenda. Het belangrijkste doel van het IBP is een optimale samenwerking tussen de overheden, zodat er rond belangrijke maatschappelijke opgaven een meer gezamenlijke aanpak tot stand komt. De minister heeft hierbij een stimulerende en regisserende rol.

Stimuleren

Op basis van de Woningwet (artikel 120), de Wet milieubeheer (hoofdstuk 4) en de Kadasterwet is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister van BZK geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De Minister van BZK stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.

Regisseren

Op basis van de Woningwet (artikel 2) is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.

C. Beleidswijzigingen

Het beleid ten aanzien van de gebouwde omgeving staat de komende jaren vooral in het licht van de in Parijs afgesproken doelstellingen in 2050 van de reductie van CO2(-emissies) in de gebouwde omgeving. Daarvoor wordt zowel nationaal als Europees beleid geïmplementeerd.

Totstandkoming en uitvoering Klimaatakkoord gebouwde omgeving

In het kader van het Klimaatakkoord wordt in 2020 een breed pakket aan maatregelen uitgewerkt ter ondersteuning van de woningeigenaar, de huurder en verhuurder. Dit pakket heeft onder meer de volgende onderdelen:

  • fiscale wijzigingen in de energiebelasting en de opslag duurzame energie die moeten leiden tot een lagere belastingdruk voor huishoudens, een eerlijke verhouding tussen de bijdrage van huishoudens en bedrijven aan de energietransitie en de juiste prikkels om te willen investeren in duurzaamheid;

  • de bestaande EZK-subsidieregeling voor duurzame warmteopties (ISDE) wordt verbreed, waardoor ook isolatie voor subsidie in aanmerking komt;

  • het Warmtefonds wordt ingesteld, waardoor voor elke woningeigenaar het nemen energiebesparende maatregelen financieel bereikbaar wordt; 

  • bewoners en gebouweigenaren worden ondersteund bij het nemen van maatregelen met advies, een ontzorgend aanbod en op een digitaal platform dat in 2020 operationeel zal zijn;

  • verhuurders worden ondersteund door implementatie van ondersteuningsinstrumenten, via fiscaliteit (Energie Investeringsaftrek of regeling vermindering verhuurdersheffing);

  • voorts zal het Programma stimulering vermindering energieverbruik eigen woningen in 2020 worden voortgezet. Dit programma biedt woningeigenaren handelingsperspectief om hun energieverbruik te verminderen;

  • ook zal het innovatieprogramma in lijn met het Klimaatakkoord langjarig worden voortgezet. Het programma stimuleert de ontwikkeling van een betaalbaar en aantrekkelijk verduurzamingsaanbod voor verschillende gebouwtypen, productiemethoden waarmee grote schaal bereikt kan worden door digitalisering en industrialisering, en techniek voor inpassing van het nieuwe aanbod in het energiesysteem van de gebouwde omgeving. Dit gebeurt via een aantal instrumenten. Op het versnellen van de markttoepassing van aardgasvrije oplossingen wordt ingezet via de DEI + Aardgasloze wijken, woningen en gebouwen. Experimentele en industriële ontwikkeling wordt gestimuleerd via de uitvoering van meerjarige missiegedreven innovatieprogramma’s gebouwde omgeving door grootschalige consortia van kennisinstellingen en bedrijven. Tot slot zorgt het Kennis- innovatieplatform Maatschappelijk Vastgoed voor het ontwikkelen van kennis en aanjagen van innovatie voor het maatschappelijk vastgoed.

Programma aardgasvrije wijken

In het ontwerp-Klimaatakkoord is gekozen om met een wijkgerichte aanpak steden en dorpen planmatig «van het aardgas af te halen». Het streven is om in 2030 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen via de wijkenaanpak aardgasvrij te maken. Hiervoor is in 2019 het interbestuurlijke Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) ingericht. Doel van het PAW is leren hoe de wijkgerichte aanpak opgeschaald kan worden, maar heeft als secundair doel ook dat de wijken die onderdeel zijn van het programma aardgasvrij(ready) worden gemaakt. Ook worden op basis van lokale uitvoering knelpunten gesignaleerd, geagendeerd en waar mogelijk opgelost. Om dit te realiseren wordt gebruik gemaakt van grootschalige proeftuinen («100 wijkenaanpak») die aardgasvrij(ready) worden gemaakt en een bijbehorend Kennis- en Leerprogramma. In 2018 is gestart met 27 proeftuinen. De proeftuinen en het Kennis- en Leerprogramma zorgen ook voor een vliegwiel zodat gemeenten samen met de betrokken partijen op een steeds grotere schaal in staat zijn te starten met de wijkgerichte aanpak.Mede op basis van een evaluatie van de eerste tranche worden nieuwe proeftuinen toegewezen. Tevens vindt een nadere uitwerking plaats over de monitoring van de voortgang van de proeftuinen; hierbij wordt geparticipeerd in Inzicht in Kwaliteit van het Ministerie van Financiën.

Koolmonoxide

In mei 2019 is het wetsvoorstel Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (Kamerstukken II, 2017/18, 35022) in de Tweede Kamer aanvaard. In 2020 zal het wettelijk stelsel hiervoor inwerking treden. Met dit stelsel wordt beoogd de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties te verbeteren, teneinde het aantal ongevallen met koolmonoxide te reduceren. In 2020 worden werkzaamheden verricht ten behoeve van de implementatie van dit stelsel. Het betreft hier onder andere een campagne om consumenten te informeren over de verplichte certificering van (installatie)bedrijven en het opzetten van een openbaar register van gecertificeerde bedrijven dat eenvoudig door consumenten kan worden geraadpleegd.

Toegankelijkheid van gebouwen

Er wordt gewerkt aan een aantal aanpassingen in de bouwregelgeving (zie Actieplan Toegankelijkheid voor de bouw (Kamerstukken II, 2018/19, 32757, nr. 154)) om de toegankelijkheid te verbeteren van nieuw te realiseren woningen en nieuwe voor publiek toegankelijke gebouwen voor mensen met een beperking.

Nieuwe bepalingsmethode energieprestatie.

Per 1 juli 2020 zal de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen in de regelgeving worden aangewezen, de NTA8800. Deze vervangt drie afzonderlijke bepalingsmethoden, waardoor een integrale toetsmethode ontstaat om de energieprestatie te bepalen van zowel woningbouw als utiliteitsbouw en van zowel bestaande bouw en nieuwbouw. Met deze verandering zullen ook de eisen voor nieuwbouw per 1 juli 2020 gaan veranderen naar eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Beiden betreffen implementatie van de richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (Energy Performance Buildings Directive (EPBD) 2018/2001/EU en 2010/31/EU). Met introductie van de nieuwe bepalingsmethode wordt ook voorzien in een werkbaar alternatief voor het vereenvoudigd energielabel (VEL).

Wet Kwaliteitsborging

In het voorjaar 2019 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel over kwaliteitsborging voor het bouwen (Kamerstukken I, 2016/17, 34453, A). Het doel van de wet is versterking van de positie van iedere consument als opdrachtgever in de bouw. De consument krijgt betere bescherming als na oplevering van een bouwwerk gebreken worden ontdekt. Het is de bedoeling het nieuwe stelsel vanaf 2021 stapsgewijs in te voeren. Tot die tijd doen marktpartijen door middel van proefprojecten alvast ervaring op, zodat zij goed voorbereid zijn wanneer het stelsel wordt ingevoerd. In 2020 zal de lagere wet- en regelgeving aangepast worden en wordt de toelatingsorganisatie opgericht.

Verduurzamen maatschappelijk vastgoed waaronder Rijksvastgoed

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is verantwoordelijk voor het beheer en de instandhouding van de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland. Het RVB ontwikkelt in het kader van de energietransitie routekaarten voor zijn verschillende gebouwenportefeuilles. De routekaart voor de kantorenportefeuille is al gereed en in 2020 in uitvoering. De routekaarten voor de overige portefeuilles zijn in ontwikkeling.

Daarnaast zet het Rijk zijn vastgoed ook in voor de energietransitie van Nederland. Zo geeft het RVB gronden uit voor hernieuwbare energieprojecten, bijvoorbeeld wind- en zonneparken. Het RVB beschikt met zijn openbare uitgifteprocedure over de mogelijkheden om te sturen op lokaal gedragen en kwalitatief hoogstaande projecten.

Het RVB participeert ook in een aantal Regionale Energiestrategieën, waaronder in West-Brabant, waar rijksvastgoed in potentie een grote bijdrage aan de energietransitie kan leveren.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

231.354

239.022

341.942

82.912

57.776

47.969

44.060

Uitgaven

176.053

347.522

480.942

110.412

57.776

47.969

44.060

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

99%

4.1

Energietransitie en duurzaamheid

148.722

341.188

475.204

105.028

52.432

42.888

38.979

Subsidies

146.076

170.852

294.621

33.614

6.982

1.452

1.452

Beleidsprogramma energiebesparing

6.264

0

0

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

0

13.735

32.821

2.614

2.482

1.452

1.452

Energiebesparing koopsector

3.348

15.000

74.000

3.500

4.500

0

0

Energiebesparing huursector

105.676

124.117

139.000

27.500

0

0

0

SAH

0

0

48.800

0

0

0

0

Revolverend fonds EGO

25.000

0

0

0

0

0

0

Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)

0

18.000

0

0

0

0

0

Beleidsprogramma bouwregelgeving

5.788

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

1.473

1.083

3.202

1.100

1.100

1.100

1.100

Beleidsprogramma energiebesparing

659

0

0

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

0

1.083

3.202

1.100

1.100

1.100

1.100

Beleidsprogramma bouwregelgeving

814

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

1.173

29.280

36.432

25.465

20.501

16.487

12.578

Dienst Publiek en Communicatie

1.173

862

0

0

0

0

0

Diverse agentschappen

0

23

0

0

0

0

0

ILT (handhaving energielabel)

0

15

515

515

515

515

515

RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)

0

20.752

11.709

10.407

10.443

10.521

6.612

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

0

7.201

24.208

14.543

9.543

5.451

5.451

RVO.nl (uitvoeringskosten FEH)

0

427

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

2.090

4.300

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

0

2.090

4.300

0

0

0

0

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

137.883

136.649

44.849

23.849

23.849

23.849

Gemeentefonds (H50)

0

136.400

112.400

21.000

0

0

0

EGO

0

1.433

24.249

23.849

23.849

23.849

23.849

Bouwregelgeving

0

50

0

0

0

0

0

4.2

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

22.427

6.334

5.738

5.384

5.344

5.081

5.081

Subsidies

294

3.591

3.491

3.163

3.080

2.380

1.387

Beleidsprogramma woningbouw

294

0

0

0

0

0

0

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

0

3.591

3.491

3.163

3.080

2.380

1.387

Opdrachten

104

1.450

1.350

1.531

1.574

2.011

3.004

Beleidsprogramma woningbouw

104

0

0

0

0

0

0

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

0

1.450

1.350

1.531

1.574

2.011

3.004

Bijdragen aan agentschappen

22.029

53

53

53

53

53

53

ILT (toezicht EU-bouwregelgeving)

0

53

53

53

53

53

53

RVO.nl (beleidsprogramma woningbouw)

22.029

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

1.170

516

309

309

309

309

Toelatingsorganisatie

0

1.170

516

309

309

309

309

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

70

328

328

328

328

328

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

0

70

328

328

328

328

328

4.3

Kwaliteit woonomgeving

2.256

0

0

0

0

0

0

Subsidies

1.844

0

0

0

0

0

0

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

1.844

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

412

0

0

0

0

0

0

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

412

0

0

0

0

0

0

4.4

Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

2.648

0

0

0

0

0

0

Leningen

2.640

0

0

0

0

0

0

Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

2.640

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

8

0

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

8

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

470

91

91

91

91

91

91

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 99% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Subsidies

Het subsidiebudget is voor 100% juridisch verplicht. De subsidies zijn in het kader van de energietransitie en duurzaamheid voor onder andere energiebesparing in de koopsector (SEEH), energiebesparing in de huursector (STEP) en de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH).

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is voor 36% juridisch verplicht. Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord en Klimaatakkoord worden in 2020 diverse onderzoeksopdrachten uitgevoerd.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan de Unie van Waterschappen ten behoeve van het Nationaal Programma voor de Regionale Energiestrategieën (NP RES). Daarnaast ontvangt de toelatingsorganisatie in de bouw een bijdrage in het kader van de voorbereiding van het nieuwe stelsel voor de wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 100% juridisch verplicht. Het betreffen bijdragen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Het budget voor bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken is 100% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen voor de regionale energiestrategie (RES), grootschalige proeftuinen (100 wijken aanpak) en de inzet voor het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving.

E. Toelichting op de instrumenten
4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Het Ministerie van BZK zet diverse instrumenten in om energietransitie in de gebouwde omgeving te bevorderen, zorg te dragen voor een minimumniveau voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid van gebouwen, de positie van de consument als opdrachtgever in de bouw te versterken en het gebruik van primaire grondstoffen te verminderen. In dit kader verstrekt het Ministerie van BZK subsidies, opdrachten en bijdragen aan partijen buiten en binnen de Rijksoverheid.

Subsidies

Energietransitie en duurzaamheid

In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord verstrekt het Ministerie van BZK in 2020 subsidies aan enkele partijen, waaronder de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal (klantcontact en informatievoorziening over het energielabel voor woningen en andere gebouwen).

Voorts zal het Programma Reductie Energieverbruik eigen woningen in 2020 worden voortgezet. Dit programma biedt woningeigenaren handelingsperspectief om hun energieverbruik te verminderen.

Tot slot worden middelen beschikbaar gesteld aan decentrale overheden om ze te ondersteunen voor het Programmabureau Regionale Energie Strategieën (RES), die de regio’s ondersteunt met expertise voor het organiseren van participatie en voor de uitbreiding van de gemeentelijke taken op dit gebied.

Energiebesparing Koopsector

Om de eigenaar-bewoner te stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen is in 2019 is de Subsidieregeling Energiebesparing eigen huis (SEEH) weer opengesteld. Dit wordt in 2020 voortgezet.

Energiebesparing Huursector

In 2020 continueert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het Ministerie van BZK de afhandeling van eerder verleende subsidies van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector voor investeringen van verhuurders in energiebesparende maatregelen (STEP). Aanvragen konden worden gedaan tot eind 2018. De subsidies worden twee jaar na verlening vastgesteld en uitbetaald in de periode tot aan het voorjaar 2022.

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)

Partijen hebben in het Klimaatakkoord afspraken gemaakt om de energietransitie op gang te brengen door zo snel mogelijk 100.000 bestaande woningen te verduurzamen via de Startmotor huursector. De bedoeling van de Startmotor is om in korte tijd voldoende ervaring en schaalgrootte te realiseren bij het aardgasvrij maken van wijken. Deze afspraak in het Klimaatakkoord heeft als doelstelling het isoleren en aardgasvrij (of aardgasvrijready) maken van 100.000 bestaande huurwoningen in de periode tot en met 2023. Ter ondersteuning van de Startmotor wordt de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen ingevoerd. Voor zowel sociale als particuliere huurwoningen kan een bijdrage worden verleend voor het aardgasvrij maken. Bij de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen staat aardgasvrij voorop en isolatie maakt hier – afhankelijk van de startsituatie van de woningen – in meer of mindere mate onderdeel van uit.

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord verstrekt het Ministerie van BZK ook in 2020 diverse onderzoeksopdrachten, waaronder aan Cendris (helpdesk Energielabel).

Daarnaast worden gemeenten ondersteund in het oppakken en uitvoeren van hun regierol in de transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving door het Kennis- en Leerprogramma (KLP). Gemeenten dienen bij het KLP de kennis, contacten en inspiratie te kunnen vinden om de volgende stap te kunnen zetten richting aardgasvrije wijken. Ook draagt het KLP bij aan de bewustwording van de opgave en de nieuwe rol van gemeenten hierin.

Bijdragen aan agentschappen

ILT (Handhaving Energielabel)

In 2020 zet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) haar werkzaamheden voort op het gebied van de handhaving van de naleving van de verplichtingen met betrekking tot het energielabel in het kader van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid))

Deze middelen zijn bestemd voor het jaarprogramma 2020 dat RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK uitvoert op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen over de hele breedte van dit beleidsterrein.

RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)

Het betreft de uitgaven voor beheer, onderhoud en verbetering van het energielabelsysteem voor woningen en andere gebouwen op basis van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Energietransitie en duurzaamheid

De Unie van Waterschappen ontvangt een bijdrage voor het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën (NP RES) ten behoeve van de ondersteuning van de dertig energieregio’s bij het opstellen van hun regionale energiestrategie (RES).

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (H50)

In de regionale energiestrategie (RES) werken overheden en maatschappelijke partijen, bedrijfsleven en burgers gedragen keuzes uit voor regionale opwek van duurzame elektriciteit, warmtetransitie en de daarbij horende infrastructuur.

De RES heeft daarmee een meervoudige functie. Allereerst is de RES een product waarin de regio beschrijft welke energiedoelstellingen er moeten worden gehaald op welke termijn. Ten tweede is de RES een belangrijk instrument om ruimtelijke inpassing met maatschappelijke betrokkenheid te organiseren. Ten derde is de RES een manier om langjarige samenwerking tussen alle regionale partijen te organiseren.

Om decentrale overheden hierbij te ondersteunen stelt de (Rijks)overheid middelen beschikbaar voor het Programmabureau RES, die de regio’s ondersteunt met expertise, voor het organiseren van participatie en voor de uitbreiding van de gemeentelijke taken op dit gebied. In deze kabinetsperiode gaat het in totaal voor de RES om € 22,5 mln. Hiervoor is € 2 mln. beschikbaar in 2020. Op deze wijze wordt bijgedragen aan een kosteneffectieve uitvoering van de energietransitie.

Daarnaast wordt ook het Programma Aardgasvrije Wijken voortgezet om te leren op welke manier de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van grootschalige proeftuinen (100 wijken aanpak) en een bijbehorend Kennis- en Leerprogramma (KLP). Hiervoor is € 63 mln. beschikbaar in 2020.

EGO

De inzet van het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving is het topsectorenbeleid, in het bijzonder beleid in het kader van het topconsortium voor Kennis en Innovatie Urban Energy (TKIUE), te vernieuwen en te intensiveren en de kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijke vastgoed te versterken. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van commercieel toepasbare oplossingen voor een aardgasvrije gebouwde omgeving, Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP’s) en de oprichting van een Kennis- innovatieplatform Energietransitie Maatschappelijk Vastgoed.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

In 2020 verstrekt het Ministerie van BZK enkele subsidies in het kader van het streven om de vraaggerichtheid in de bouwsector en de positie van de bouwconsument te versterken door middel van private afspraken zoals een benchmarkingsysteem en een opleverdossier voor de consument. Verder worden enkele subsidies verstrekt om het belang van verduurzaming in VvE’s verder onder de aandacht te brengen in het kader van de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars (Stb. 2017, 241). Deze wet verplicht VvE’s ertoe om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel van het gebouw en heeft bij VvE’s de aandacht voor de combinatie van groot onderhoud en verduurzaming vergroot.

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Het Ministerie van BZK verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving ook in 2020 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht.

Ter uitvoering van de afspraken in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte- III over circulaire bouweconomie wordt deze kabinetsperiode onderzocht hoe de bouwregelgeving effectief kan worden ingezet om de afspraken te realiseren en wordt dit op onderdelen al geïmplementeerd. Ook wordt ondersteunend beleid ingezet voor kennisontwikkeling en –verspreiding. Hiertoe verstrekt het Ministerie van BZK opdrachten aan onder meer de Stichting Bouwkwaliteit en Platform31. In het kader van het innovatieprogramma (voortvloeiend uit de klimaatenveloppe) worden middelen vrijgemaakt voor het ontwikkelen van circulaire technieken bij de verduurzaming van de woning- en kantoorvoorraad.

Bijdragen aan agentschappen

ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving)

In 2020 voert de ILT toezicht en handhaving uit op de naleving van de Europese Verordening bouwproducten.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Toelatingsorganisatie

Het Ministerie van BZK verstrekt een bijdrage aan de toelatingsorganisatie in de bouw. Deze organisatie keurt namens de overheid kwaliteitssystemen goed. Dit is ter voorbereiding van het nieuwe stelsel voor de wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

Dit betreft onder andere een bijdrage ten behoeve van het Omgevingsloket online, waarbij particulieren en bedrijven een omgevingsvergunning kunnen aanvragen en een vergunning check en melding kunnen doen.

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl en uit boetes wegens het niet nakomen van verplichtingen met betrekking tot het verstrekken van het energielabel bij verkoop en verhuur van gebouwen.

Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

A. Algemene doelstelling

Een goede kwaliteit van de leefomgeving. Het beleid is gericht op de realisatie van een veilige en gezonde woon- en leefomgeving en een efficiënt gebruik van onze ruimte, nu en in de toekomst. Daarbij werkt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan een stelsel van omgevingsrecht, waarmee overheden, burgers en bedrijven gezamenlijk kunnen werken aan een duurzaam en doelmatig beheer en ontwikkeling van de leefomgeving. Het kader wordt hiervoor gevormd door de nieuwe omgevingsvisie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Het huidige rijksbeleid voor ruimtelijke ordening is beschreven in de in 2012 vastgestelde Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) (Kamerstukken II 2011/12, 32660, nr. 50). De nieuwe Nationale Omgevingsvisie (NOVI) zal naar verwachting begin 2020 worden vastgesteld. Deze zal het kader vormen voor het omgevingsbeleid en de aanpak kenmerkt zich als integraal en gebiedsgericht. Er wordt gewerkt vanuit een richtinggevende en uitnodigende visie met duidelijke kaders die gebaseerd zijn op nationale belangen en die ruimte laat voor regionale en lokale activiteiten. In deze nieuwe sturingsfilosofie heeft de Minister van BZK zowel een stimulerende als een regisserende rol.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de stelselherziening omgevingsrecht (Omgevingswet), gericht op een samenhangende benadering van de leefomgeving, eenvoudiger regels voor burgers en bedrijven en betere en snellere besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving. De Minister van BZK is ook verantwoordelijk voor het systeem van ruimtelijke ordening en het stimuleren van (de kwaliteit van) ruimtelijke investeringen.

Regisseren

De Minister van BZK heeft een regisserende rol ten aanzien van het ruimtelijk beleid. Deze rol wordt beïnvloed door de vaststelling van de NOVI, waarmee de SVIR vervalt. Deze rol omvat:

  • de minister is systeemverantwoordelijk voor de NOVI, waaronder kennisontwikkeling voor de uitvoering en de monitoring van de NOVI;

  • de minister is stelselverantwoordelijk voor de Wet op de Ruimtelijke ordening;

  • het zorgdragen voor een gestructureerde afstemming met de regio in de vorm van het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), waarin het Rijk en de regio afspraken kunnen maken over afgestemde acties en investeringsbeslissingen;, zoals voor gebeidsontwikkeling in Eindhoven

  • het – via de omgevingsagenda’s – in kaart brengen van de inhoudelijke samenhang tussen de verschillende onderdelen van het ruimtelijk-fysieke domein (o.a. woningbouw, bereikbaarheid, economie, energie, natuur en waterveiligheid);

  • het ontwikkelen van nationale ruimtelijke visies, zoals een visie op de ruimtelijke vertaling voor duurzame energieopwekking, -opslag en -transport in 2050 (bijdrage aan het Klimaatakkoord), een ruimtelijk kader voor datacenters en een visie op verstedelijking en krimp (bijdragen aan de NOVI) en de uitwerking in regionale verstedeljkingstrategieen die samen met de regio's worden opgesteld;

  • de inbreng van ontwerp in ruimtelijke projecten en programma’s bij het Ministerie van BZK en het stimuleren van ontwerp bij projecten en programma’s, zowel interdepartementaal als bij andere overheden.

De Minister van BZK heeft een regisserende rol ten aanzien van de geo-informatie in Nederland en heeft in dat kader een systeemverantwoordelijkheid voor de Nationale Geo-informatie-Infrastructuur. De Minister van BZK geeft aan deze verantwoordelijkheid invulling door:

  • het opstellen, onderhouden en coördineren van nationale en Europese kaders en wet- en regelgeving ten aanzien van interbestuurlijke geo-informatie en de bijbehorende informatievoorziening;

  • het vertalen en implementeren van relevante Europese beleidskaders;

  • Het stimuleren van de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap in het kader van de toekomstvisie GeoSamen;

  • het initieel ontwikkelen van de Basisregistratie Ondergrond (BRO);

  • het zorgen voor een toekomstvaste exploitatie van de geo-basisregistraties en basisvoorzieningen en de verdere doorontwikkeling van deze geo-informatie-infrastructuur in het kader van de ontwikkelvisie Doorontwikkeling in Samenhang.

De Minister van BZK heeft een regisserende rol in het kader van de stelselherziening omgevingsrecht. Deze omvat:

  • het invoeren van het stelsel van Omgevingswet, samen met bestuurlijke partners, collega bewindspersonen en andere belanghebbenden;

  • faciliteren van experimenten vooruitlopend op de Omgevingswet via de Crisis- en Herstelwet;

  • de implementatie van het nieuwe stelsel via het implementatieprogramma Aan de slag met de Omgevingswet met een interbestuurlijk opdrachtgeverschap van Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO) en Unie van Waterschappen (UvW);

  • het ondersteunen van burgers, bedrijven en overheden bij de stelselherziening door het vergroten van kennis over het leren werken met de nieuwe wet- en regelgeving;

  • het implementeren, uitbouwen en in beheer nemen van een landelijke voorziening in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) die de uitvoeringsprocessen van de Omgevingswet ondersteunt.

C. Beleidswijzigingen

Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)

Nadat eind 2019 de ontwikkeling van het DSO is afgerond, wordt in 2020 het DSO overgedragen aan een beheersorganisatie. Daarnaast wordt er gewerkt aan de implementatie van het DSO bij de bevoegde gezagen en wordt er een begin gemaakt met de verdere verrijking van het DSO (uitbouw).

Nationale Omgevingsvisie

Met de vaststelling van de NOVI komt de SVIR te vervallen. De NOVI geeft het integrale beleid voor de fysieke leefomgeving voor 2030 en verder. De NOVI wordt hiermee ook kaderstellend voor de ruimtelijke ordening.

Aan de NOVI is een uitvoeringsagenda gekoppeld. Deze wordt in 2020 geïmplementeerd door het verbinden van bestaande programma’s en initiëren van enkele nieuwe programma’s en het benoemen van NOVI-gebieden. Met andere overheden worden samenwerkingsafspraken gemaakt en uitgewerkt. Voor de gebiedsgerichte uitwerking en uitvoering worden door Rijk en regio landsdelige omgevingsagenda’s ontwikkeld.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

113.283

113.760

122.524

86.461

81.727

75.474

74.279

Uitgaven

107.456

120.712

124.755

86.461

81.727

75.474

74.279

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

80%

5.1

Ruimtelijke ordening

49.240

59.412

65.788

55.147

50.957

47.676

46.481

Subsidies

2.211

2.675

1.613

380

380

380

380

Basisregistraties

680

830

380

380

380

380

380

Programma Ruimtelijk Ontwerp

1.365

1.633

1.233

0

0

0

0

Gebiedsontwikkeling

6

0

0

0

0

0

0

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

160

212

0

0

0

0

0

Opdrachten

5.187

7.516

7.724

7.632

7.006

6.462

6.462

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

2.014

1.181

1.369

777

552

0

0

Gebiedsontwikkeling

436

1.129

1.461

1.381

1.176

1.176

1.176

Nationale Omgevingsvisie

388

1.245

0

0

0

0

0

Programma Ruimtelijk Ontwerp

2.337

2.241

2.961

2.961

2.961

2.961

Ruimtegebruik bodem (diversen)

17

265

265

265

265

265

265

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

821

1.069

2.108

1.968

1.772

1.780

1.780

Geo-informatie

227

85

0

0

0

0

0

Windenergie op zee

36

205

280

280

280

280

280

Uitvoering ruimtelijk beleid

16

0

0

0

0

0

0

Architectonisch beleid

1.232

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

28.651

34.541

37.706

34.878

28.744

28.240

28.240

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

0

0

8.443

6.452

493

0

0

Geo-informatie

2.982

3.476

2.622

2.535

2.545

2.556

2.556

Diverse bijdragen

2.710

4.305

280

215

30

8

8

Kadaster (basisregistraties)

22.959

26.760

26.361

25.676

25.676

25.676

25.676

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

2.818

0

0

0

0

0

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

0

300

0

0

0

0

0

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

0

2.518

0

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

2.717

2.650

9.498

3.010

6.030

3.797

2.602

Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit

167

51

188

60

120

76

52

Diverse bijdragen

0

12

0

0

0

0

0

Gebiedsontwikkeling

0

37

0

0

0

0

0

Projecten Nota Ruimte

0

0

5.789

400

3.360

1.171

1.171

Gemeenten

0

2.550

3.521

2.550

2.550

2.550

1.379

Projecten bestaand Rotterdams gebied

2.550

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

10.474

9.212

9.247

9.247

8.797

8.797

8.797

RVB

3.026

2.430

2.413

2.413

2.413

2.413

2.413

RWS (leefomgeving)

7.448

6.482

6.384

6.384

6.384

6.384

6.384

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

300

450

450

0

0

0

5.2

Omgevingswet

58.216

61.300

58.967

31.314

30.770

27.798

27.798

Subsidies

5.000

4.000

0

0

0

0

0

Eenvoudig Beter

5.000

4.000

0

0

0

0

0

Opdrachten

2.882

3.995

35.206

11.953

11.421

8.505

8.505

Eenvoudig Beter

665

1.900

840

540

1.231

1.231

1.231

Aan de Slag

2.217

2.095

34.366

11.413

10.190

7.274

7.274

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

15

0

0

0

0

0

0

Aan de Slag

15

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

13.559

25.832

19.553

18.153

18.141

18.085

18.085

Kadaster

9.652

18.061

19.053

18.153

18.141

18.085

18.085

Geonovum

3.029

4.911

500

0

0

0

0

ICTU

878

900

0

0

0

0

0

Aan de Slag

0

1.960

0

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

35.190

22.646

4.208

1.208

1.208

1.208

1.208

Aan de Slag

33.558

21.644

3.608

608

608

608

608

RWS (Eenvoudig Beter)

990

800

600

600

600

600

600

RIVM

642

202

0

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

1.570

4.827

0

0

0

0

0

Aan de Slag

1.570

4.827

0

0

0

0

0

Ontvangsten

11.065

16.472

3.824

3.824

3.824

3.824

3.824

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 80% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Subsidies

Het subsidiebudget is voor 86% juridisch verplicht. Het betreffen onder andere subsidies aan een aantal lead partners (het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Architectuur Lokaal, de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam, de TU Delft en de Academies van Bouwkunst) in het kader van het programma ruimtelijk ontwerp. Daarnaast wordt subsidie verstrekt aan Geonovum en aan het Samenwerkingsverband bronhouders voor de basisregistratie grootschalige topografie.

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is voor 45% juridisch verplicht. Het betreft onder andere opdrachten ter bevordering van de implementatie van de Omgevingswet (Aan de Slag). Daarnaast worden er in 2020 diverse opdrachten verstrekt op het gebied van het programma ruimtelijk ontwerp, de Basisregistratie Ondergrond (BRO) en gebiedsontwikkeling.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is voor 97% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan het Kadaster voor beheer en ontwikkeling van de landelijke voorzieningen van basisregistraties, beheer en ontwikkeling van de gezamenlijke verstrekkingsvoorziening voor geo-informatie (Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK)) en het Nationaal GeoRegister (NGR).

Bijdragen aan medeoverheden

Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is voor 98% juridisch verplicht. Het betreft onder meer bijdragen aan projecten ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast betreft het diverse bijdragen ten behoeve van de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO).

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen aan Rijkswaterstaat (RWS) ten behoeve van de Ruimtelijke Inpassingsplannen en de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Daarnaast betreft het een bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor de Interdepartementale Commissie Rijksvastgoed (ICRV).

E. Toelichting op de instrumenten
5.1 Ruimtelijke ordening

Subsidies

Basisregistraties

Aan de stichting Geonovum wordt een subsidie verleend voor het basisprogramma. In het kader van dit basisprogramma wordt onderzoek uitgevoerd gericht op de ontwikkeling van de basisregistraties en de geo-informatie-infrastructuur.

Programma Ruimtelijk Ontwerp

Het budget van 2017–2020 voor de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp wordt deels als een meerjarige subsidie toegekend aan een aantal van de lead partners (het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Architectuur Lokaal, de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam, de TU Delft en de Academies van Bouwkunst) om zo goed mogelijk aan te sluiten op ontwikkelingen en concrete activiteiten in de praktijk. De subsidies ondersteunen onderwijsprogramma’s die de rol van ontwerp als onderzoeksinstrument belichten, platforms die innovatieve praktijken en onderzoeken verbinden en ondersteunen, alsmede programma’s die in een actieve kennisoverdracht naar de lokale en regionale praktijk voorzien. In 2020 wordt de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp geactualiseerd voor de programmaperiode 2021-2024.

Opdrachten

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

De opdrachten onder Basisregistratie Ondergrond (BRO) betreffen de realisatie van delen van deze basisregistratie. Het gaat hierbij o.a. om onderzoeken, kosten-baten-analyses, prototypen, batenmanagement.

Gebiedsontwikkeling

In het kader van gebiedsontwikkeling worden beleidsinhoudelijke onderzoeksopdrachten en evaluaties aan derden op het gebied van de ruimtelijke inbreng in de uitvoering van het Klimaatakkoord en in de Regionale Energiestrategieën (Nationaal Programma RES) uitbesteed. In het kader van de uitvoering van het Klimaatakkoord en de uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) wordt onder meer gewerkt aan het ‘Omgevingsprogramma voor de Energie Hoofdstructuur’, dat in nauwe samenhang met het Nationaal Programma RES eind 2019 wordt opgestart. De vigerende Structuurvisie Buisleidingen (SVB), de Structuurvisie Energievoorziening en de Structuurvisie Wind op land worden bij dit programma betrokken. Ook werkt het Ministerie van BZK, als uitwerking van het Interbestuurlijk Programma (IBP), mee aan de organisatie van het Nationaal Programma RES.

Om er zorg voor te dragen dat de omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeenten logisch op elkaar aansluiten worden er - in gezamenlijke verantwoordelijkheid - samenwerkingsafspraken gemaakt. Vervolgens worden er landsdekkende omgevingsagenda's opgesteld, op basis waarvan binnen bestaande gebiedsprogramma's wordt geprioriteerd en nieuwe initiatieven worden ontplooid. Voor deze producten worden er opdrachten uitbesteed.

Specifiek voor de steden worden er, mede als uitwerking van de woondeals, verstedelijkingsstrategieën opgesteld. Op basis van de adviezen van de «Studiegroep Alternatieve bekostiging gebiedsontwikkeling» Worden opties voor na deze kabinetsperiode in beeld gebracht. Hierbij worden de voorziene wijziging in de financiële verhoudingen betrokken. Voor deze producten worden er opdrachten uitbesteed.

Als uitwerking van de NOVI wordt begin 2020 een beleidsbrief Landschap aan de Kamer verstuurd en gaat de Nationale Landschapmonitor van start.

Programma Ruimtelijk Ontwerp

Ruimtelijk ontwerp richt zich op de goede ontwikkeling en een duurzaam beheer van de fysieke leefomgeving. De Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp is gericht op de inzet van ontwerpend onderzoek bij urgente en complexe maatschappelijke opgaven. Ruimtelijk ontwerp biedt een instrument om een integrale aanpak te bevorderen, stakeholders inzicht te laten krijgen in elkaars belangen en ambities en breed gedragen handelingsperspectieven te laten opstellen en uitvoeren. Hierbij staat de inzet van ontwerpkracht bij urgente en complexe maatschappelijke opgaven, zoals geagendeerd in de NOVI en bij het opstellen van gebiedsagenda’s en omgevingsplannen en -visies, centraal.

De middelen worden ingezet voor:

  • het College van Rijksadviseurs; ten behoeve van onafhankelijk advies aan het Rijk in zake ruimtelijke aspecten van urgente maatschappelijke opgaven en Rijksbelangen;

  • het programma Atelier X (BZK): ten behoeve van beleidsverkennend ontwerpend (interdepartementaal) onderzoek. Onderzoek onder andere op thema’s zoals energietransitie, klimaatadaptatie, verstedelijking, bereikbaarheid en beleid open ruimten;

  • het O-team; ten behoeve van ontwerpadvies lokale gebiedsontwikkeling. De uitvoering van deze programma’s gebeurt binnen een samenhangend netwerk van het Rijk met lead partners;

  • de actualisatie in 2020 van de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp voor de programmaperiode 2021-2024.

Ruimtegebruik bodem (diversen)

De uitvoering van de Structuurvisie Buisleidingen (SVB) ziet op het reserveren van ruimte ten behoeve van vervoer van gevaarlijke stoffen. In de Structuurvisie faciliteren we de aanleg van buisleidingen met het vrijhouden van ruimte. Een deel van de tracés is vastgelegd in de SVB, de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).

In de structuurvisie zijn indicatieve tracés opgenomen. Op basis van de brief van de Minister van BZK mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) van 4 april 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 33473, nr. 7), is de procedure voor het vaststellen van deze indicatieve tracés stopgezet. Het indicatieve tracé Laarbeek-Echt/Susteren is op basis van de aangenomen motie Smeulders (Kamerstukken II, 2018/19, 34682, nr. 10) geen onderdeel meer van de structuurvisie.

Ruimtelijk instrumentarium

Naar verwachting zal begin 2020 de NOVI worden vastgesteld. De SVIR komt hiermee te vervallen. De financiële middelen voor het Ruimtelijk instrumentarium worden in 2020 daarom met name ingezet:

  • om de bestaande monitor van de SVIR om te werken naar een monitor van de NOVI;

  • om zorg te dragen voor kennisontwikkeling met betrekking tot ruimtelijke ordening en ten behoeve van de uitvoering van de NOVI;

  • voor het beheer en onderhoud van het stelsel van de Wro;

  • voor de ontwikkeling van een perspectief voor het vitaal en bereikbaar houden van de krimpregio’s en de ondersteuning van provincies en gemeenten in krimp- en anticipeerregio’s door middel van kennis en experimenten;

  • voor de uitwerking van verstedelijkingsstrategieën Metropool Regio Amsterdam, de regio Utrecht en de Zuidelijke Randstad en voor verkenningen verstedelijkingsstrategieën voor Groningen en Eindhoven op basis van Dashboard verstedelijking;

  • voor het uitwerken van de acties uit het uitvoeringsprogramma Ruimtelijke Economische Ontwikkelstrategie (REOS).

Windenergie op zee

De routekaarten windenergie op zee voor 2023 en 2030 komen tezamen uit op 11,5 GW in de Noordzee in 2030. BZK draagt daaraan bij via haar rol in de energietransitie en verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke ordening van de Noordzee. De beschikbare middelen worden ingezet voor:

  • het proces van de ruimtelijke afstemming van windparken met de belangen op de Noordzee (visserij, scheepvaart, mijnbouw, natuur, etc.);

  • de voorbereiding van kavelbesluiten (mede bevoegd gezag) en voorbereidingsbesluiten daarvoor;

  • het mogelijk maken en afstemmen van meervoudig- en multifunctioneel ruimtegebruik op zee (visserij, scheepvaart, mijnbouw, natuur, etc.). In het bijzonder doorvaart en medegebruik in de huidige en toekomstige windparken;

  • de inpassing via Rijkscoördinatieregeling van het elektriciteitsnet op zee;

  • bijdragen aan het opstellen van een financieelkader voor de inpassingskosten en waar mogelijk een koppeling met de opbrengsten van nieuwe windparken;

  • bijdragen aan de uitwerking van de Routekaart windenergie op zee 2030;

  • bijdragen aan het opstellen van het ontwerp-Programma Noordzee 2022-2027 (onderdeel van Nationaal Waterplan 3, 2022-2027).

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

Ten behoeve van de Basisregistratie Ondergrond (BRO) worden bijdragen verstrekt aan onder andere ICTU, Kadaster, Geonovum en TNO. Het gaat hierbij om beheer en ontwikkeling van landelijke voorzieningen en standaarden.

Geo-informatie

In het kader van ontwikkeling van de geo-basisregistraties en andere standaardisatie in het geo-domein worden bijdragen verstrekt aan onder andere Geonovum en ICTU. Deze betreffen beheer en ontwikkeling van standaarden, begeleiding van de Europese richtlijn Inspire en de ontwikkeling van een visie op doorontwikkeling.

Kadaster (basisregistraties)

Dit betreft een structurele bijdrage aan het Kadaster. De bijdrage is bestemd voor beheer en ontwikkeling van de landelijke voorzieningen van basisregistraties en in enkele gevallen ook voor het actueel houden van de inhoud. Tevens gaat het om beheer en ontwikkeling van de gezamenlijke verstrekkingsvoorziening voor geo-informatie «Publieke Dienstverlening op de Kaart» (PDOK), het Nationaal Geo-Register (NGR) in relatie tot de Europese richtlijn INSPIRE en de beheerkosten van het landelijke online portaal voor ruimtelijke plannen.

Bijdragen aan medeoverheden

Diverse projecten Ruimtelijke Kwaliteit

Projecten BIRK

Het Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) wordt ingezet ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit in stedelijke centra of stedelijke gebieden. De projecten Arnhem, Breda Stationskwartier, Delft, Dordrecht, Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS) en Venlo zijn volop in uitvoering.

Projecten Nota Ruimte

Het budget is een extra impuls voor de versterking van de economische concurrentiepositie, krachtige steden en platteland, borging van belangrijke ruimtelijke waarden en borging van veiligheid. De projecten Maastricht, Nijmegen en Rotterdam zijn volop in uitvoering. De slotbetaling aan het laatste project is voorzien in het jaar 2020.

Gemeenten

De financiële middelen voor het project Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) zijn een jaarlijkse bijdrage vanuit het Rijk als onderdeel van het Project Mainport Rotterdam, om de doelstellingen van het deelproject BRG te kunnen bereiken. BRG bestaat uit een aantal deelprogramma's en projecten dat tot doel heeft de ruimte in de haven beter te benutten en de leefbaarheid van de regio Rijnmond te vergroten.

Bijdragen aan agentschappen

RVB

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ontvangt een bijdrage voor het slimmer gebruik maken van rijksvastgoed in het licht van maatschappelijke opgaven. Het Ministerie van BZK bekostigt activiteiten hiervoor, namelijk projectleiding en programmauitgaven voor de projecten die bijdragen aan maatschappelijke opgaven.

RWS (Leefomgeving)

Rijkswaterstaat (RWS) ontvangt een bijdrage voor diverse beleidsondersteunende en adviserende activiteiten in het domein van de fysieke leefomgeving, waaronder beheer en exploitatie van het Omgevingsloket-online (OLO).

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

RWS ontvangt een bijdrage voor de beleidsondersteunende en adviserende activiteiten in het kader van de Basisregistratie Ondergrond (BRO).

5.2 Omgevingswet

Opdrachten

Eenvoudig Beter

In 2020 wordt verder gewerkt aan de Omgevingswet. Voor expertise en onderzoek wordt er budget ingezet in diverse, kleinere opdrachten.

Aan de Slag

Om de implementatiedoelstelling «iedereen kan werken met en naar de bedoeling van de Omgevingswet» te bereiken wordt de invoering van de Omgevingswet ondersteund. Door onder andere het organiseren en creëren van bijeenkomsten, workshops, handleidingen en praktijkvoorbeelden, ter ondersteuning van overheden om eigen systemen te kunnen laten aansluiten op het Digitaal Stelsel om alvast in de praktijk te oefenen met de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel.

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

Kadaster

Dit betreft een bijdrage aan het Kadaster voor het beheer en verrijking (uitbouw) van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Voor burgers en bedrijven is het DSO het nieuwe Omgevingsloket dat digitale informatie over de fysieke leefomgeving op een plek ontsluit, inzicht geeft in wat mag op een bepaalde locatie en het proces van vergunningverlening ondersteunt.

Geonovum

Dit betreft een bijdrage aan Geonovum voor de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-Landelijke Voorziening).

Bijdragen aan agentschappen

Aan de Slag

RWS ontvangt een bijdrage voor de verrijking (uitbouw) van het DSO. Voor burgers en bedrijven is het DSO het nieuwe Omgevingsloket dat digitale informatie over de fysieke leefomgeving op een plek ontsluit, inzicht geeft in wat mag op een bepaalde locatie en het proces van vergunningverlening ondersteunt. RWS ontwikkelt in opdracht van BZK het Informatiepunt verder door. Dit informatiepunt biedt praktische informatie en inhoudelijke uitleg over de Omgevingswet, regelgeving en kerninstrumenten. Het Informatiepunt ontsluit deze kennis via de website en de helpdesk.

RWS (Eenvoudig Beter)

Ter ondersteuning van het vormgeven van Omgevingswet, wordt er inhoudelijke expertise op het gebied van de fysieke leefomgeving betrokken vanuit RWS.

Ontvangsten

Dit betreft de bijdrage van de Unie van Waterschappen aan het Kadaster voor de basisregistraties.

Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

A. Algemene doelstelling

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zorgt voor:

  • een veilige, gebruiksvriendelijke en inclusieve (digitale) overheidsdienstverlening;

  • een veilig en betrouwbaar identiteitsstelsel waarbij veilig en efficiënt gebruik wordt gemaakt van (persoons)gegevens;

  • bijdragen aan het vertrouwen in de overheid door het verbeteren van de informatiepositie van burgers en bedrijven;

  • zorgdragen voor toegankelijke en transparante overheidsinformatie;

  • het bewaken van rechten en publieke waarden, zoals privacybescherming en zelfbeschikking, in de informatiesamenleving en daarmee bijdragen aan de bewaking van de kernwaarden van de democratie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het bevorderen van een adequate digitale overheidsdienstverlening, waarbij het belangrijkste doel is dat de dienstverlening toegankelijk is voor iedereen.

In de portefeuilleverdeling zijn onderstaande rollen en verantwoordelijkheden belegd bij de Staatssecretaris van BZK.

Stimuleren

De Minister van BZK stimuleert het gebruik van nieuwe digitale technologieën voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, waarbij de markt ook nadrukkelijk uitgedaagd wordt om mee te denken over antwoorden op maatschappelijke vragen.

Regisseren

De Minister van BZK zorgt voor maatregelen die burgers rechten geven en beschermen tegen ongewenste aspecten van digitalisering. De Minister van BZK pakt de rol om voortdurend de beleidsagenda op het terrein van de informatiesamenleving en overheid te herijken aan de eisen van de tijd.

De Minister van BZK is stelselverantwoordelijk voor de inrichting en governance van de digitale overheid, waaronder de digitale basisinfrastructuur die deze mogelijk maakt.

De Minister van BZK heeft een kaderstellende rol op het gebied van de digitale overheid. Kaderstellen gebeurt in de vorm van wetgeving, standaarden, architectuurkaders en richtlijnen rekening houdend met Europese ontwikkelingen en verplichtingen.

De Minister van BZK heeft een coördinerende rol met betrekking tot alle officiële publicaties van de overheid.

Uitvoeren

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de inrichting, beschikbaarstelling, instandhouding, werking, beveiliging en betrouwbaarheid van generieke voorzieningen voor elektronisch berichtenverkeer en informatieverschaffing, alsmede voor de voorzieningen voor het inloggen bij overheidsdienstverleners(authenticatie) en registratie van machtigingen in het burgerservicenummer (BSN)-domein.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid rondom het vaststellen van de identiteit alsmede de verstrekking van reisdocumenten op basis daarvan. Ook is de Minister van BZK verantwoordelijk voor de vastlegging van persoons- en adresgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). In dat kader houdt de Minister van BZK toezicht op de uitvoering van de Paspoortwet, monitort de uitvoering van de wet BRP en ondersteunt de gemeenten die primair verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze wetten. De Minister van BZK faciliteert hiermee het juiste gebruik van persoons- en adresgegevens door andere overheidsinstanties. Het tegengaan van fraude met, en het corrigeren van fouten van, persoons- en adresgegevens en reisdocumenten vormt hiervan een integraal onderdeel.

C. Beleidswijzigingen

Regie op Gegevens

Naar aanleiding van de beleidsbrief over Regie op Gegevens wordt de beleidsinzet op een aantal terreinen vergroot. Het programma Regie op gegevens wordt voortgezet en de mogelijkheden voor inzage, correctie en delen van gegevens door burgers worden uitgebreid. Ook zal het hergebruik van gegevens uit basisregistraties binnen de overheid worden bevorderd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

188.839

178.863

169.975

165.449

109.742

109.858

106.407

Uitgaven

188.841

178.863

169.975

165.449

109.742

109.858

106.407

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

74%

6.2

Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

67.266

81.250

74.280

73.926

75.128

75.127

75.207

Subsidies

1.457

1.697

205

205

205

205

205

(Door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

413

0

0

0

0

0

0

Communicatie, kennisdeling en onderzoek

1.024

0

0

0

0

0

0

Digitale dienstverlening

20

0

0

0

0

0

0

Overheidsdienstverlening

0

1.697

205

205

205

205

205

Opdrachten

15.195

9.941

18.915

20.717

21.917

21.917

21.997

(Door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

1.205

0

0

0

0

0

0

Aanpak fraudebestrijding

11.100

0

0

0

0

0

0

Digitale dienstverlening

1.423

300

0

0

0

0

0

Informatiebeleid

1.467

2.627

6.687

8.187

8.187

8.187

8.187

Informatiesamenleving

0

906

4.920

4.920

4.920

4.920

5.000

Overheidsdienstverlening

0

6.108

7.308

7.610

8.810

8.810

8.810

Bijdragen aan agentschappen

39.305

52.077

40.652

38.496

38.498

38.497

38.497

Agentschap Telecom

0

1.809

1.639

1.639

1.640

1.639

1.639

Logius

30.991

28.887

20.514

20.642

20.642

20.642

20.642

RvIG

2.150

4.735

2.000

2.000

1.816

1.816

1.816

RvIG (aanpak fraudebestrijding)

1.490

0

0

0

0

0

0

RVO.nl

2.613

7.422

8.311

6.027

6.212

6.212

6.212

UBR

1.617

9.189

8.188

8.188

8.188

8.188

8.188

Diverse bijdragen

444

35

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

9.260

16.662

13.738

13.738

13.738

13.738

13.738

CBS

154

949

0

0

0

0

0

ICTU

4.477

7.364

5.659

5.659

5.659

5.659

5.659

Kadaster

130

120

0

0

0

0

0

KvK

2.651

7.049

8.079

8.079

8.079

8.079

8.079

RDW

1.458

0

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen

390

1.180

0

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

1.597

653

720

720

720

720

720

Gemeenten

1.481

653

720

720

720

720

720

Provincies

12

0

0

0

0

0

0

Waterschappen

104

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

261

220

50

50

50

50

50

Ministerie van Buitenlandse Zaken (H5)

20

50

50

50

50

50

50

Diverse bijdragen

241

170

0

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

191

0

0

0

0

0

0

(Door)ontwikkeling e-overheidvoorziening

191

0

0

0

0

0

0

6.3

Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen

74.146

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

2.188

0

0

0

0

0

0

Beheer e-overheidvoorzieningen

423

0

0

0

0

0

0

Officiële publicaties en wettenbank

1.765

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

65.872

0

0

0

0

0

0

Logius

45.946

0

0

0

0

0

0

RvIG

3.767

0

0

0

0

0

0

RVO.nl

6.959

0

0

0

0

0

0

Telecom

1.683

0

0

0

0

0

0

UBR

7.517

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

6.086

0

0

0

0

0

0

CBS

1.141

0

0

0

0

0

0

ICTU

245

0

0

0

0

0

0

KvK

4.700

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

6.4

Burgerschap

10.072

0

0

0

0

0

0

Subsidies

7.704

0

0

0

0

0

0

Comité 4/5 mei

216

0

0

0

0

0

0

Democratie

1.108

0

0

0

0

0

0

ProDemos

4.403

0

0

0

0

0

0

Programma burgerschap

1.977

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

2.368

0

0

0

0

0

0

Democratie

1.750

0

0

0

0

0

0

Programma burgerschap

618

0

0

0

0

0

0

6.5

Identiteitsstelsel

37.357

40.470

38.735

34.563

34.614

34.731

31.200

Opdrachten

1.230

1.913

4.251

14.672

14.672

14.707

11.176

Beleid BRP en reisdocumenten

1.230

0

0

0

0

0

0

Identiteitsstelsel

0

1.913

4.251

14.672

14.672

14.707

11.176

Bijdragen aan agentschappen

35.360

27.382

34.409

19.891

19.891

19.891

19.891

RvIG

35.360

27.382

34.409

19.891

19.891

19.891

19.891

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

11.100

0

0

0

0

0

ICTU

0

11.100

0

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

767

75

75

0

51

133

133

Gemeenten

767

75

75

0

51

133

133

6.6

Investeringspost digitale overheid

0

57.143

56.960

56.960

0

0

0

Subsidies

0

4.872

3.228

1.300

0

0

0

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

0

4.872

3.228

1.300

0

0

0

Opdrachten

0

10.144

28.743

46.160

0

0

0

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

0

10.144

28.743

46.160

0

0

0

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

500

800

0

0

0

0

Diverse bijdragen

0

500

800

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

3.575

2.800

3.100

0

0

0

ICTU

0

500

250

0

0

0

0

Diverse bijdragen

0

3.075

2.550

3.100

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

0

38.052

21.389

6.400

0

0

0

RVO.nl

0

2.362

0

0

0

0

0

RvIG

0

5.900

2.900

1.700

0

0

0

Logius

0

26.650

15.250

4.200

0

0

0

UBR

0

1.478

1.589

0

0

0

0

Diverse bijdragen

0

1.662

1.650

500

0

0

0

Ontvangsten

18.911

1.322

423

423

423

423

423

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 74% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Subsidies

Het subsidiebudget is voor 98% juridisch verplicht. Het betreft subsidie aan de Verenging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor onder andere de ontwikkeling van een nieuwe basisinfrastructuur voor de digitale overheid en voor het project «Haal Centraal».

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is voor 32% juridisch verplicht. Het betreft onder meer opdrachten met betrekking tot de investeringsagenda, het programma Nationale Data Agenda en de productie van officiële publicaties.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 94% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen aan onder andere Logius en RvIG voor het beheren en doorontwikkelen van diverse e-overheidsvoorzieningen, zoals het eID-stelsel, MijnOverheid (voor Ondernemers) en het BRP-stelsel.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is voor 83% juridisch verplicht. Het betreft onder andere een bijdrage aan de Kamer van Koophandel (KvK) voor het beheren en doorontwikkelen van het Digitaal Ondernemersplein. Daarnaast ontvangt ICTU een bijdrage voor onder meer het programma Regie op Gegevens, het programma Gebruiker Centraal en ENSIA.

Bijdragen aan medeoverheden

Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is voor 53% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen aan gemeenten voor het verstrekken van DigiD’s aan niet-ingezetenen.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Het budget voor bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het koppelen van de Machtigingsvoorziening aan het Bewindvoeringsregister van de Raad voor de Rechtspraak. Daarnaast betreft het een bijdrage aan de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het verstrekken van DigiD’s in het buitenland.

E. Toelichting op de instrumenten
6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Subsidies

Overheidsdienstverlening

Er wordt subsidie verstrekt aan het Electronic Commerce Platform Nederland (ECP) ter versterking van het maatschappelijk debat over de impact van nieuwe technologieën en om innovatie te stimuleren rond blockchain en Artificial Intelligence.

Ten behoeve van verbetering van de overheidsdienstverlening in de informatiesamenleving wordt onder andere subsidie verleend aan proeftuinen en lokale initiatieven. Dit is een voortzetting van het beleid dat in 2019 is gestart.

Daarnaast worden middelen verstrekt aan de alliantie Digitaal Samenleven om meer inzicht te krijgen in de digitale interactie met mensen. Bovendien worden incidentele (project)subsidies beschikbaar gesteld aan aangesloten publieke en private partners voor de uitvoering van gemeenschappelijke uitdagingen.

Opdrachten

Informatiebeleid

Toegankelijke overheidsinformatie versterkt de informatiepositie van burgers en bedrijven en draagt bij aan de publieke verantwoording van de overheid. Het Ministerie van BZK is verantwoordelijk voor verschillende elektronische publicaties waaronder Wetten.nl en de Staatscourant. Dit betreft een wettelijke taak. De productie van deze publicaties vindt plaats bij Sdu.

Daarnaast werkt het Ministerie van BZK aan een adequaat informatiebeveiligingsbeleid. Hiervoor wordt onder andere de overheidsbrede i-bewustzijnaanpak en het interbestuurlijk ondersteuningsprogramma voor de implementatie van de overheidsbrede Baseline Informatiebeveiliging Overheid gecontinueerd en wordt er een verdere impuls gegeven aan het overheidsbreed oefenen met incident.

Informatiesamenleving

Het kabinet heeft met NL DIGITAAL: Data Agenda Overheid (Kamerstukken II, 2018/19, 26643, nr. 597) haar ambitie op het gebied van datagebruik door de overheid met concrete acties uiteengezet. Dit gaat om het bevorderen van (de kwaliteit van) open data, verantwoord datagebruik en meer datagedreven werken.

In het kader van NL DIGITAAL organiseert het Ministerie van BZK de maatschappelijke dialoog over de impact van nieuwe technologie op publieke waarden en grondrechten. Doel is om onder alle groepen in de samenleving bewustwording hierover te creëren en het gesprek aan te gaan wat digitalisering voor hen betekent. Hiervoor organiseert het ministerie onder andere bijeenkomsten en congressen en worden communicatiematerialen zoals lespakketten ontwikkeld.

Randvoorwaardelijk voor goed beleid op het gebied van technologische ontwikkeling is gedegen onderzoek. Het ministerie laat daarom onder meer onderzoek doen naar kunstmatige intelligentie, gedragsbeïnvloedende technologie en algoritmen.

De VNG ontvangt een bijdrage van het Ministerie van BZK om met gemeenten en CBS te werken aan het verder ontwikkelen, bestendigen en opschalen van dataoplossingen op het gebied van armoede, schulden en ondermijning.

Overheidsdienstverlening

Tot de digitale vaardigheden behoort ook het digitaal bewustzijn, wat in 2020 een van de speerpunten is. Mensen moeten weten hoe ze verantwoord met hun digitale identiteit omgaan. Op basis van de uitkomsten van onderzoeken op dit terrein zal de strategie bepaald worden welke activiteiten in 2020 worden ingezet om dit doel verder te bereiken.

Daarnaast verstrekt het Ministerie van BZK een opdracht aan stichting Routerings Instituut (inter)Nationale Informatiestromen (RINIS) voor het beheer en de doorontwikkeling van het nationale knooppunt in het eDelivery-netwerk voor internationale gegevensuitwisseling tussen overheidspartijen.

Bijdragen aan agentschappen

Agentschap Telecom

Agentschap Telecom ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van toezicht op het stelsel van elektronische toegangsdiensten (eTD) in het bedrijvendomein.

Logius

Logius ontvangt een bijdrage voor de ontwikkeling van het portaal voor ondernemers. Ook ontvangt Logius bijdragen voor het beheer van het stelsel van electronische toegangsdiensten (eTD) en de uitvoering van het Standard Business Reporting programma. Daarnaast ontvangt Logius een bijdrage voor de niet-transactiegerichte voorzieningen zoals Diginetwerk en Samenwerkende Catalogi.

Verder ontvangt Logius een bijdrage voor de doorontwikkeling en voor beheer en exploitatie van het eID-stelsel. Logius ontvangt tevens een bijdrage voor activiteiten op het gebied van digitale toegankelijkheid, in het kader van het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid.

Samen met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK financiert het Ministerie van BZK het bureau Forum Standaardisatie. Het bureau ondersteunt overheidsorganisaties bij het toepassen van open ICT-standaarden.

RvIG

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een bijdrage voor de beheervoorziening Burgerservicenummer (BV-BSN). De BV-BSN zorgt voor het toekennen van een uniek Burgerservicenummer bij inschrijving in de Basisregistratie Personen en het beheer van deze nummers om een efficiënte koppeling tussen burgers en instanties te maken. In 2018 is besloten dat de kosten voor de BV-BSN als onderdeel van de digitale basisinfrastructuur vanaf 2020 worden doorbelast aan de gebruikers. Naar verwachting wordt dit in 2020 gerealiseerd.

RVO.nl

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) ontvangt een bijdrage voor het beheren en doorontwikkelen van enkele digitale overheidsvoorzieningen voor bedrijven, zoals Antwoord voor bedrijven en de berichtenbox voor bedrijven. Antwoord voor bedrijven maakt informatie over wet- en regelgeving van de overheid voor ondernemers beter toegankelijk en ontsluit deze vanuit het perspectief van de ondernemer via het digitaal ondernemersplein. De berichtenbox voor bedrijven is het beveiligd mailkanaal tussen bedrijven en overheden.

Om innovatieve aanbestedingen te bevorderen ontvangt PIANOo, het Expertisecentrum Aanbesteden van RVO.nl, een bijdrage voor het updaten van de innovatiekoffer en het mee ontwikkelen van een innovatieplatform. Ook wordt een opdracht aan RVO.nl gegeven voor de tweede fase SBIR Artificial Intelligence en eerste fase SBIR nieuwe technologieën.

UBR

Het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP), onderdeel van UBR, ontvangt een bijdrage voor het beheer en de doorontwikkeling van de Wettenbank, de Staatscourant, het open data portal en het webportaal overheid.nl. Via overheid.nl worden publicaties van alle Nederlandse overheden ontsloten.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ICTU

ICTU ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van het programma Regie op Gegevens, dat mogelijk maakt dat burgers hun gegevens digitaal kunnen delen met private organisaties. Het programma richt zich daarbij onder andere op het ontwikkelen van overheidbrede kaders, het voorbereiden van generieke wetgeving, het wegnemen van belemmeringen, en de uitwisseling van kennis en ervaring. Daarnaast ondersteunt ICTU het Ministerie van BZK in het voeren van regie op de samenhang en kwaliteit van het stelsel van basisregistraties. ICTU voert daarvoor onderzoek uit en ondersteunt de basisregistraties bij het realiseren van verbeteringen.

Ook ontvangt ICTU een bijdrage voor activiteiten voor i-Bewustzijn. Er is voorzien in een overheidsbrede i-bewustzijnaanpak om bestuurders, managers en medewerkers blijvend te doen beseffen hoe belangrijk informatieveiligheid is en hun alertheid, kennis en vaardigheden op dit vlak te vergroten.

ICTU ontvangt verder een bijdrage voor het Leer- en Expertisepunt Datagedreven werken (LED). Dit ondersteunt overheidsorganisaties bij actiepunten uit NL DIGITAAL: Data Agenda Overheid (Kamerstukken II, 2018/19, 26643, nr. 597). Daarnaast ontvangt ICTU bijdragen voor het opzetten van een transparantielab waar tests worden uitgevoerd om te onderzoeken hoe technische transparantie kan worden vormgegeven. Ook ondersteunt ICTU het Ministerie van BZK bij het voeren van de maatschappelijke dialoog met burgers en bedrijven.

Tevens ontvangt ICTU een bijdrage voor Gebruiker Centraal, een overheidsbrede kenniscommunity die bijdraagt aan een meer servicegerichte en gebruiksvriendelijke (digitale) overheid. Dat gebeurt door van elkaar te leren door ervaring en kennis uit te wisselen en de opgedane kennis te delen via instrumenten, waaronder ontwerpprincipes, een manifest voor bestuurders, een kennisbank over beeldtaal in brieven, de ‘serious game’ Optimaal Digitaal en het NL Design System.

Tot slot ontvangt ICTU een bijdrage voor stimuleren van gebruik, afstemming, actueel houden en het beheer van de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA). De communicatie over de Digitale Overheid wordt verzorgd door ICTU via de website Digitale Overheid. Daarop worden mededelingen en onderzoeken over overheidsbrede digitalisering op een overzichtelijke wijze aangeboden en worden de gebruikers via nieuwsbrieven geattendeerd op nieuwe informatie.

KvK

De Kamer van Koophandel (KvK) ontvangt een bijdrage voor het beheer en de exploitatie van het Digitaal Ondernemersplein. Op Ondernemersplein staat alle informatie van de (semi-)overheid die nodig is om te ondernemen.

Bijdragen aan medeoverheden

Gemeenten

Het Ministerie van BZK geeft een bijdrage aan gemeenten die DigiD’s aan niet-ingezetenen verstrekken.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Ministerie van Buitenlandse Zaken (HV)

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangt een bijdrage voor de uitgifte van DigiD’s in het buitenland.

6.5 Identiteitsstelsel

Opdrachten

Identiteitsstelsel

Burgers moeten kunnen vertrouwen op een betrouwbare vaststelling van hun identiteit en moeten er zeker van kunnen zijn dat deze persoons-gegevens juist zijn en veilig gebruikt worden. Een veilig en betrouwbaar identiteitsstelsel is noodzakelijk omdat dit het fundament is voor de vaststelling van wie welke rechten en plichten heeft. Een veilig en betrouwbaar identiteitsstelsel gaat mee met de ontwikkelingen in de samenleving en de wensen en behoeften van gebruikers staan daarin centraal. De belangrijkste elementen van het huidige identiteitsstelsel zijn de Basisregistratie Personen (BRP) en het stelsel van paspoorten en identiteitskaarten. Het Ministerie van BZK werkt aan de ontwikkeling van een digitaal stelsel en een digitale identiteit.

De BRP bevat persoonsgegevens van ingezetenen van Nederland en niet-ingezetenen met een band met de Nederlandse overheid. Deze gegevens worden door circa 800 overheidsorganisaties en derden gebruikt ten behoeve van de uitvoering van hun wettelijke taken. De modernisering van de BRP is een belangrijk element in het toekomstbeeld voor het stelsel van basisregistraties, dat in 2020 wordt opgesteld. Ook wordt gewerkt aan maatregelen die voortvloeien uit de health check BRP.

De Staatssecretaris van BZK, als verantwoordelijke voor de wet BRP, ondersteunt gemeenten bij het correct uitvoeren van hun wettelijke taken met betrekking tot het bijhouden van de gegevens van hun inwoners in de Basisregistratie Personen. Bijzonder punt van aandacht is de problemen die burgers ondervinden indien zij niet of niet op de juiste wijze worden geregistreerd in de BRP. Bijvoorbeeld als zij ingeschreven moeten worden op een adres zonder woonbestemming of op een briefadres. Doel is het verbeteren van de dienstverlening aan burgers.

Binnen het stelsel van paspoorten en identiteitskaarten staan de aanvraag, uitgifte, registratie van paspoorten en identiteitskaarten centraal. De minister van BZK is verantwoordelijk voor het beheer van de stelselvoorzieningen (zoals het basisregister reisdocumenten en de aanvraagstations bij uitgevende instanties) en houdt toezicht op de uitvoering van de Paspoortwet door de uitgevende instanties. Het Ministerie van BZK werkt aan verbetering van dit stelsel (Kamerstukken II 2018/19, 25764, nr. 120).

Het Ministerie van BZK voert daarnaast de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) uit. Doel daarvan is het verhogen van de kwaliteit van het adresgegeven in de BRP. Hierdoor wordt een bijdrage geleverd aan het juist gebruik van persoonsgegevens en wordt een bijdrage geleverd aan het correct toekennen van rechten en plichten. Om de kwaliteit van de BRP te verhogen en adresfraude op te sporen, leggen gemeenten adresbezoeken af en wisselen ketenpartners gegevens beter uit.

Bijdragen aan agentschappen

RvIG

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een bijdrage voor het beheer en onderhoud van de centrale voorzieningen van de BRP (waaronder de GBA-V, het Register Niet-Ingezetenen (RNI) en de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba Verstrekkingen (PIVA-V)) en voor activiteiten voor het uitgestelde onderhoud als gevolg van het stopzetten van de operatie BRP, zoals gemeld in de Kamerbrief over het rapport commissie BRP en de uitkomsten van de health check (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 124).

Om het identiteitsstelsel veilig en betrouwbaar te houden is het belangrijk dat burgers melding kunnen doen als hun identiteitsgegevens onjuist zijn of onjuist gebruikt worden. Om dit mogelijk te maken ontvangt RvIG een bijdrage voor activiteiten rondom ondersteuning van burgers bij identiteitsfraude en -fouten.

Bijdragen aan medeoverheden

Gemeenten

Saba ontvangt in 2020 een ondersteuningsbijdrage voor het burgerzakenloket.

6.6 Investeringspost digitale overheid

De Investeringspost digitale overheid is bestemd voor gezamenlijke doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid, waaronder de generieke digitale (basis)infrastructuur (GDI). De bestemming van de Investeringspost wordt afgestemd in de governance van de digitale overheid (Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid: OBDO) en wordt opgenomen in de Investeringsagenda Digitale Overheid. Hierbij zijn NL DIGIbeter en het Programmaplan Basisinfrastructuur leidend.

Subsidies

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

Dit betreft een bijdrage aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor de ontwikkeling van onder andere een nieuwe basisinfrastructuur voor de digitale overheid, waarmee uitwisseling van gegevens binnen en tussen gemeenten en het gebruik van brondata in dienstverleningsprocessen vereenvoudigd wordt.

De VNG ontvangt ook een subsidie voor het project «Haal Centraal». Dit is een gezamenlijk initiatief van gemeenten en uitvoeringsorganisaties om door middel van gestandaardiseerde API’s ("Application Programming Interfases"; interactieafspraken voor softwareprogramma's) gegevens uit de basisregistraties te halen. Dit maakt aansluiting op de basisregistraties eenvoudiger.

Opdrachten

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

Om innovatie te stimuleren, is een meerjarig budget gereserveerd voor het interbestuurlijk aanpakken van maatschapelijke uitdagingen. Hiermee worden partijen in de gelegenheid gesteld om gezamenlijk tot oplossingen te komen.

Het doel hierbij is om door middel van het initiëren van een creatief denkproces nieuwe digitale technologieën te ontwikkelen. Dit in relatie tot de drie onderliggende pijlers: ontwikkelen kennisnetwerk, begeleiden use cases en het uitdagen van de markt. Hierbij worden opdrachten gegund voor het inrichten van een omgeving en begeleiden van creatieve voorstellen en het ontwikkelen van een virtueel innovatieplatform.

Door de Dienst Publiek en Communicatie van het Ministerie van Algemene Zaken (AZ), in samenwerking met andere overheidspartijen, worden stappen gezet om de dienstverlening vanuit de overheid rondom levensgebeurtenissen te verbeteren. Daarom werken we door middel van experimenten aan gemeenschappelijke uitgangspunten en afspraken voor een interactiestrategie.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Diverse bijdragen

Het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) ontvangt een bijdrage voor het koppelen van de Machtigingsvoorziening aan het Bewindvoeringsregister van de Raad voor de Rechtspraak.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ICTU

ICTU ontvangt een bijdrage voor de ontwikkeling van een overheidsstrategie rondom interactie-afspraken voor softwareprogramma’s. Een aantal overheidsorganisaties ontsluit hun gegevens al met behulp van deze interactieafspraken, zodat deze gegevens eenvoudig uitgewisseld kunnen worden tussen dienstverleningsprocessen.

Diverse bijdragen

De Minister van BZK streeft ernaar dat iedereen mee moet kunnen doen in het digitale tijdperk. Daarom worden er onder andere bijdragen verleend aan het Informatiepunt Digitale Overheid ter ondersteuning van minder digivaardige burgers.

Bijdragen aan agentschappen

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

RvIG verkent samen met grote afnemers van BRP-informatie (Basisregistratie personen) nieuwe mogelijkheden om deze informatie te distribueren. Daarnaast is RvIG initiatiefnemer voor het ontwikkelen en testen van prototypes waarmee de mobiele telefoon kan worden ingezet voor identificatie.

Logius

Voor de innovatieve doorontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) voorzieningen ontvangt Logius, als de grootste uitvoeringsorganisatie voor deze voorzieningen, een bijdrage voor diverse opdrachten die voortvloeien uit de investeringsagenda. Het gaat daarbij om het Programma Machtigen, hergebruik van gegevens voor MijnOverheid, het doorontwikkelen van de generieke voorzieningen in het stelsel van basisregistraties en het programma eID, waaronder ook het bereiken van een grotere doelgroep voor DigiD Substantieel valt.

Logius ontvangt tevens een bijdrage voor een onderzoek naar de herinrichting van de eigen GDI infrastructuur teneinde deze om te zetten naar generieke services. Ook krijgt Logius een bijdrage voor een onderzoek naar de obstakels in het gebruik van Standard Business Reporting. Tot slot ontvangt Logius een bijdrage voor Digicampus, een samenwerking tussen wetenschap, overheid en bedrijfsleven die gericht is op agenderen, innoveren en delen van gebleken successen.

UBR

UBR ontvangt een bijdrage voor de innovatieve ontwikkeling van een Platform voor Overheidsinformatie. Hiermee wordt gezorgd dat de documenten eenvoudig vindbaar zijn, onderling worden gerelateerd, van standaard metadata worden voorzien, als open data beschikbaar worden gesteld en duurzaam worden beheerd.

Diverse Bijdragen

DUO ontvangt een bijdrage voor het project Blauwe knop. Dit is een gezamenlijke pilot van DUO, VNG en CAK/UWV voor een hulpmiddel om burgers regie te geven over hun persoonlijke gegevens. Het gaat in eerste instantie om een pilot waarmee burgers gewaarmerkte bestanden kunnen downloaden.

Ontvangsten

Dit betreft de bijdrage van de Unie van Waterschappen ten behoeve van de Investeringspost digitale overheid.

Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

A. Algemene doelstelling

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) streeft naar een overheid die haar maatschappelijke taken op professionele wijze uitvoert en waar de samenleving op kan vertrouwen.

Ze draagt hieraan bij door randvoorwaarden te creëren voor het optimaal en duurzaam functioneren van ambtenaren en organisaties in de publieke sector én in het bijzonder voor een efficiënte en effectieve rijksbrede bedrijfsvoering.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van BZK heeft bij het streven naar een goed functionerende (Rijks)overheid vooral een regisserende rol. Dit houdt in dat de minister regels en kaders opstelt, afspraken en handreikingen maakt en deze monitort en onderhoudt.

De rol die de Minister van BZK heeft, verschilt per doelgroep en taak. Dit geldt ook voor de reikwijdte. Voor een aantal onderwerpen heeft de rol van de minister een bredere reikwijdte dan de Rijksdienst, namelijk boven-sectoraal: voornamelijk Nederlandse overheidsorganisaties. Dit geldt bijvoorbeeld voor deze onderwerpen:

  • de rechtspositie, arbeidsvoorwaarden en pensioenen van ambtenaren;

  • een adequaat overlegstelsel en kennispositie van overheidswerkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden;

  • de normering en openbaarmaking van topinkomens.

Stimuleren

  • De Minister van BZK stimuleert de mogelijkheden voor duurzaam samenwerken door rijksbreed vergaderen mogelijk te maken. Dit draagt bij aan het imago van de overheid als aantrekkelijke werkgever. In 2019 en 2020 wordt gewerkt aan rijksbrede samenwerkingsafspraken en worden deze getest in pilots. Op grond van de ervaringen uit de pilots worden het beleid, serviceconcept, processen en techniek nader uitgewerkt.

  • De Minister van BZK stimuleert onder andere met subsidies diverse doelen ter bevordering van professioneel werkgeverschap zoals bijvoorbeeld het vergroten van de aantrekkingskracht van het werken bij de overheid bij jongeren en het bevorderen van de kwaliteit van overheidsmanagers.

  • De Minister van BZK stimuleert kennisontwikkeling door bij te dragen aan onderzoek, bijvoorbeeld op het vlak van productiviteitsontwikkeling.

  • De Minister stimuleert het creëren van banen voor arbeidsbeperkten door in te zetten op partnerschappen tussen overheidswerkgevers en leveranciers (social return).

  • De Minister stimuleert kennisdeling over het verminderen van agressief gedrag tegen publieke werkers. Dit draagt bij aan aantrekkelijk werkgeverschap.

Financieren

  • Een goede samenwerking tussen werknemers, werkgevers en kabinet draagt bij aan de kwaliteit van de publieke sector. Om die reden ondersteunt de minister waar nodig deelnemende partijen met kennis en subsidies om de aanpak van gezamenlijke inhoudelijke opgaven mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is het subsidiëren van samenwerking en overleg tussen overheidswerkgevers en met werknemersorganisaties rondom pensioenen, de ambtelijke rechtspositie en banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit draagt bij aan het bevorderen van de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever.

Regisseren

  • De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel waarin (organisaties van) werkgevers en werknemers in verschillende overheids- en onderwijssectoren afspraken over de collectieve arbeidsvoorwaarden maken.

  • De Minister van BZK heeft rijksbreed een regisserende rol bij het personeelsbeleid rijk, de rijksbrede bedrijfsvoering en bij de banenafspraak voor het rijk. Als het gaat om de integriteit van medewerkers, de rechtspositie van ambtenaren, het ambtelijk vakmanschap, arbeidsvoorwaarden en pensioenen, dan heeft deze rol betrekking op meerdere overheidsorganisaties.

  • Op het gebied van rijksbrede huisvesting, inkoop en faciliteiten stelt de Minister van BZK kaders op voor een efficiënte, effectieve en duurzame bedrijfsvoering. De Minister van BZK adviseert over organisatievormen en werkwijzen en zorgt voor de naleving van de kaders. Bij het vervullen van deze kaderstellende rol is er aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en de voorbeeldrol van de rijksoverheid richting partners. Het gaat daarbij om het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect en in de masterplannen voor de Rijkskantoorhuisvesting wordt rekening gehouden met kabinetsbrede ambities op het terrein van duurzaamheid.

  • De Minister van BZK kan op het gebied van ICT samenhangende kaders opstellen voor de informatiesystemen van de Rijksdienst, in samenwerking met de andere ministeries. Zij kan, na interdepartementaal overleg, kaders vastleggen voor het aanwijzen van werkzaamheden die voor alle of een daarbij aangegeven deel van de ministeries zullen worden uitgevoerd, voor verplicht gebruik van bepaalde voorzieningen en voor de wijze waarop gegevens over informatiesystemen wordt verstrekt. De benoeming en het ontslag van CIO’s kan alleen plaatsvinden na overleg met de minister van BZK. Tenslotte regiseert de Minister van BZK de versterking van de kennis en kunde over digitalisering bij het Rijk, onder andere via het programma Versterking HR-ICT Rijksdienst.

Uitvoeren

  • De Minister van BZK zorgt ervoor dat het Rijk zich in de arbeidsmarktcommunicatie als één werkgever profileert en als één werkgever werft.

  • De Minister van BZK zorgt in samenwerking met de andere ministeries voor het realiseren van een hoogwaardig leiding­gevend kader in de Rijksdienst. Dit gebeurt door middel van werving en selectie, loopbaanbegeleiding en een gericht leer- en ontwikkel­aanbod voor een grote groep (top)managers.

  • De Minister van BZK ondersteunt de departementen bij de doelstelling om ten minste 30% van de topfuncties binnen de Rijksdienst vervuld te hebben door een vrouw, en het percentage vrouwen in topfuncties verder te laten stijgen.

  • De Minister van BZK voorziet in een aantal generieke ICT-voorzieningen voor de Rijksdienst, ter bevordering van eenheid, kwaliteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering en van samenwerking tussen rijksambtenaren. Daarnaast werkt zij aan versterking van de kennis en kunde over digitalisering bij het Rijk, onder andere via het programma RADIO.

  • De Minister van BZK stuurt door middel van de Masterplannen op de samenstelling en kwaliteit van de Rijkskantoren.

  • De Minister van BZK draagt zorg voor de toepassing van het kader Functionele Werkomgeving Rijk (FWR) in Masterplanprojecten. De FWR maakt het mogelijk dat ambtenaren op een veilige en comfortabele manier, flexibel kunnen werken.

  • De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.

C. Beleidswijzigingen

Duurzame bedrijfsvoering

Voor de realisatie van de voorbeeldrol van de Rijksbedrijfsvoering (zoals opgenomen in het Klimaatakkoord en de kabinetsreactie circulaire economie) wordt in 2020 gestart met de uitvoering van de strategische inkoopagenda van het Rijk. Ook worden de inkoopcriteria voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen geactualiseerd en een visie en aanpak voor het circulair beheren van de Rijkskantoren opgesteld. Via het programma Duurzame Bedrijfsvoering Rijk wordt de uitvoering rijksbreed ondersteund. Dit doet het programma door het organiseren van een rijksbreed netwerk, het aanbieden en delen van monitoringsinformatie en door het stimuleren van nieuwe projecten en experimenten in 2020, waaronder proeftuinen social return via de aanpak maatwerk voor mensen. De voorbeeldrol betekent ook dat het Rijk haar ervaringen actief deelt met andere overheden via de campagne Denk, Doe, Duurzaam. Over de voortgang rapporteert de Rijksoverheid via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk die op Verantwoordingsdag aan de Kamer wordt aangeboden. Deze rapportage biedt inzicht in zowel de uitgevoerde activiteiten als de voortgang op gestelde doelen zoals de CO2-uitstoot van de Rijksoverheid, energiebesparing en gerealiseerd werk via social return.

ICT

Digitalisering is een belangrijke schakel in de dienstverlening van de Rijksdienst aan burgers en bedrijven en voor haar interne bedrijfsvoering. Om dit goed te laten verlopen en nieuwe ambities te kunnen realiseren, moet de Rijksdienst een volgende stap zetten op het gebied van ICT en informatiebeveiliging. Programma’s als RADIO en Versterking HR ICT Rijksdienst dragen bij aan het op peil brengen en wendbaar maken van de (juiste) ICT-kennis en –kunde bij de Rijksdienst. RADIO breidt in 2020 haar aanbod uit naar thema’s waar behoefte aan is. Versterking HR ICT Rijksdienst werkt aan initiatieven voor het aantrekken, ontwikkelen en behouden van ICT’ers bij het Rijk, omdat er een rijksbreed gebrek aan ICT’ers bestaat. In 2020 wordt ingezet op de i-traineeships, de rijksbrede wervingscampagne voor ICT’ers, het om- en bijscholingsproject I-Flow voor schaarse ICT-functies en het ICT-stagebureau. Verder wordt het samenwerkingsplan tussen het Hoger Onderwijs en de Rijksdienst uitgevoerd. Deze samenwerking is gericht op het vergroten van de uitstroom van ICT-alumni naar de Rijksdienst en om ICT-kennis en kunde bij de Rijksdienst verder op peil te brengen.

De informatiebeveiliging binnen het Rijk wordt daarnaast versterkt door de uitbouw van het Nationaal Detectie Netwerk en het ontwikkelen en inrichten van een gezamenlijke voorziening om geautomatiseerd op kwetsbaarheden te scannen.

Arbeidsvoorwaarden

Moderne arbeidsvoorwaarden dragen eraan bij dat de overheid als werkgever aantrekkelijk blijft. Als uitvloeisel van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst (cao) Rijksoverheid 2018-2020 wordt vanaf 2020 het Individueel Keuze Budget (IKB) ingevoerd bij het Rijk. De minister streeft ernaar na afloop van de huidige cao per 1 juli 2020 met de bonden een nieuwe cao af te sluiten.

Grenzeloos samenwerken

De wereld om ons heen verandert. Onder meer technologie en mondialisering leiden tot steeds grotere en complexere maatschappelijke opgaven. Beleidsterreinen raken steeds meer met elkaar verweven. Maatschappelijke opgaven doorsnijden vaak de departementale en interbestuurlijke indeling. Dit vereist een overheid die de maatschappelijke opgaven gezamenlijk adresseert en aanpakt. Het Ministerie van BZK draagt hieraan bij door in haar werkwijze grenzeloos samenwerken centraal te zetten. Dat betekent dat beleid en uitvoering van beleid aansluiten bij de behoeften van de gebruikers en in gezamenlijkheid tot stand wordt gebracht. Dit vergt nieuwe vormen van samenwerking, over departementale grenzen heen, samen met andere overheden. Het vergt ook investeringen in het menselijk kapitaal van de overheid en de Rijksdienst in het bijzonder die deze verandering mogelijk moeten maken. Daarom wordt in 2020 verder vormgegeven aan het Strategisch Personeelsbeleid 2025, waarin het accent ligt op aantrekkelijk werkgeverschap, diversiteit en inclusiviteit en permanent ontwikkelen van medewerkers. De overheid zet in op versterking van de wendbaarheid, het beter benutten van de beschikbare kennis (incl. big data) en het verbeteren van de productiviteit en effectiviteit. Sturing door BZK richt zich op de kwaliteit van de Rijksdienst in brede zin, met waar mogelijk ook overheidsbrede effecten, alsmede op de verbetering van kostenbewustzijn.

Wet normering topinkomens

De evaluatie van de Wet normering topinkomens wordt afgerond in 2020. De besluitvorming over het wetsvoorstel tegen ontwijkingsconstructies wordt naar verwachting in 2020 afgerond.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

27.379

42.872

34.343

28.333

27.311

27.311

27.327

Uitgaven

26.403

42.872

34.343

28.333

27.311

27.311

27.327

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

67%

7.1

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

9.887

34.157

26.481

20.424

20.473

20.473

20.489

Subsidies

6.600

7.546

3.744

3.744

3.768

3.768

3.768

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

205

205

205

205

205

205

A&O-fonds

0

3.400

0

0

0

0

0

Overlegstelstel

3.125

2.801

2.901

2.901

2.901

2.901

2.901

Internationaal

175

0

0

0

0

0

0

Diverse subsidies

3.300

1.140

638

638

662

662

662

Opdrachten

2.606

10.749

10.845

8.326

8.351

8.351

8.367

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

5.043

6.275

3.756

3.756

3.756

3.756

Werkgeversbeleid

0

2.749

1.820

1.820

1.845

1.845

1.861

Digitale dienstverlening

0

210

0

0

0

0

0

Kwaliteit management rijksdienst

0

2.747

2.750

2.750

2.750

2.750

2.750

Arbeidsmarktbeleid

2.150

0

0

0

0

0

0

Zorg voor politieke ambtsdragers

456

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

13

13.150

9.792

6.254

6.254

6.254

6.254

Kwaliteitsverbetering

0

1.528

1.528

0

0

0

0

Werkgeversbeleid

0

1.618

813

813

813

813

813

I-functie Rijk

0

88

0

0

0

0

0

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

1.837

0

0

0

0

0

UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)

0

8.079

7.451

5.441

5.441

5.441

5.441

Arbeidsmarktbeleid

13

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

668

2.312

2.100

2.100

2.100

2.100

2.100

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

165

0

0

0

0

0

Digitale dienstverlening

0

90

0

0

0

0

0

Werkgeversbeleid

0

2.057

2.100

2.100

2.100

2.100

2.100

Diverse bijdragen

668

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan andere begrotingshoofstukken

0

400

0

0

0

0

0

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

400

0

0

0

0

0

7.2

Pensioenen en uitkeringen

16.516

8.715

7.862

7.909

6.838

6.838

6.838

Inkomensoverdracht

6.687

0

0

0

0

0

0

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

6.687

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

9.829

8.715

7.862

7.909

6.838

6.838

6.838

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

9.829

8.715

7.862

7.909

6.838

6.838

6.838

Ontvangsten

1.432

1.284

450

64

64

64

64

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 67% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Subsidies

Het subsidiebudget is voor 95% juridisch verplicht. Het betreft o.a. subsidies aan Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO), het Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO), projectsubsidies sociale partners bovensectoraal, de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel en Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies (IPSE).

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is voor 14% juridisch verplicht. Het betreft onder meer opdrachten ten behoeve van arbeidsvoorwaarden, pensioenen, inzet van arbeidsbeperkten, ambtelijk vakmanschap en personeels- en organisatiebeleid Rijk.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 81% juridisch verplicht. Het Expertisecentrum Organisatie & Personeel (EC O&P) van UBR ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van de Rijksbrede arbeidsmarktcommunicatie. Hierbij zorgt EC O&P ervoor dat de rijksoverheid zich profileert en werft als één werkgever. Daarnaast ontvangt UBR een bijdrage voor het programma Versterking HR ICT Rijksdienst

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP). Daarnaast ontvangt ICTU een bijdrage voor het programma Vensters voor bedrijfsvoering en het programma Internetspiegel.

E. Toelichting op de instrumenten
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Subsidies

Bedrijfsvoeringsbeleid

Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI)

In 2020 wordt een doorlopende meerjarige subsidie toegekend aan de Code Verantwoordelijk Marktgedrag, die partijen in de schoonmaak-, catering-, beveiligings- en verhuisbranche oproept om aandacht te hebben voor werkdruk, kwaliteit van het werk, bejegening van werknemers en de verharding van marktverhoudingen.

Fysieke werkomgeving Rijk

Er wordt subsidie verstrekt aan het kennisinstituut Center for People and Buildings voor Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR). De FWR is een concept voor een werkomgeving voor Rijksambtenaren dat flexibel, tijd- en plaatsonafhankelijk (samen)werken mogelijk maakt. De subsidie heeft tot doel de generieke ontwikkeling van toepasbare kennis in het domein van de kantoorhuisvesting. Daarbij gaat het om het opbouwen van kennis over kwalitatieve en financiële aspecten van de FWR voor kantoorgebouwen van het Rijk.

Overlegstelsel overheidswerkgevers

De Minister van BZK draagt bij aan het in stand houden van een adequaat overlegstelsel tussen overheidswerkgevers en met vakcentrales over arbeidsvoorwaarden, arbeidsmarktbeleid en andere relevante thema’s. Dit doet ze onder andere door subsidies te verstrekken aan koepels van overheidswerkgevers en de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) met als doel bij te dragen aan aantrekkelijk werkgeverschap en de kwaliteit en wendbaarheid van overheidsorganisaties.

Diverse subsidies

Banen arbeidsbeperkten

Markt en overheid werken samen aan de realisatie van 125.000 banen voor arbeidsbeperkten in de periode tot en met 2025. BZK verstrekt subsidie om de realisatie hiervan te stimuleren. Bijvoorbeeld door bij te dragen aan het bevorderen van afspraken tussen overheidswerkgevers en leveranciers over social return.

Internationale subsidies

Aan het European Institute of Public Administration wordt een subsidie verstrekt die wordt aangewend ter bevordering van de vaardigheden van overheidsfunctionarissen bij het afhandelen van zaken van de Europese Unie.

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

Datagedreven bedrijfsvoeringsbeleid

In 2020 zetten we nieuwe stappen in de ontwikkeling naar datagedreven bedrijfsvoeringsbeleid. Zo wordt de ICT werkplek uitgerust met nieuwe tooling die beter past bij de werkzaamheden. Verder worden opdrachten verstrekt om de dataopslag (datawarehouses) te vernieuwen of beter in te richten met oog op efficiënter werken en informatiebeveiliging. De reguliere activiteiten zoals opstellen rapportages en monitoring loopt vanzelfsprekend door.

Rijksinkoopstelsel

Een bijdrage wordt verstrekt aan PIANOo (expertisecentrum inkopen en aanbesteden van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)) en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor het MVI loket van PIANOo en het stimuleren van MVI bij andere overheden. Via dit loket deelt de Rijksoverheid haar ervaringen met andere overheden, waaronder best practices en inkoopcriteria.

Strategische I-agenda Rijksdienst

In de Strategische I-agenda Rijksdienst zijn maatregelen benoemd om de ICT en informatiebeveiliging bij het Rijk en de sturing daarop te verbeteren. De Minister van BZK werkt met de uitvoering van de maatregelen aan de versterking van de Rijksbrede informatiebeveiliging en informatiehuishouding en aan robuuste, samenhangende gemeenschappelijke ICT-voorzieningen.

Daarnaast werkt het Ministerie van BZK met de programma’s RADIO (Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid) en Versterking HR ICT Rijksdienst aan het in balans brengen en het op peil houden van ICT-kennis en -kunde binnen de Rijksdienst.

Werkgeversbeleid

Kennis arbeidsmarkt

Er worden diverse opdrachten verstrekt om de kennisbasis op het gebied van arbeidsmarktbeleid te vergroten. Hierbij gaat het onder andere om het vergaren van kennis over de omvang en samenstelling van het werknemersbestand in de publieke sector, over de drijfveren en betrokkenheid van de medewerkers en over de mate van tevredenheid over de organisatie. Hiermee ondersteunt de Minister van BZK het werkgeverschap op landelijk en lokaal niveau binnen de overheid.

Integriteit

De Minister van BZK bevordert integriteit bij de rijksoverheid door te werken met interne en externe vertrouwenspersonen. Ook levert de minister een bijdrage aan ‘de Week van de Integriteit’.

Kwaliteit Management Rijksdienst

De beschikbare middelen worden onder meer ingezet voor talent- en leiderschapsprogramma's voor (potentiële) topmanagers en voor een informatiesysteem over de functies en managers in de top van de Rijksdienst.

Om de kwaliteit van het (top)management te versterken, is een passend leer- en ontwikkelaanbod beschikbaar. Dit aanbod is toegesneden op (top)managers bij het Rijk en bestaat uit programma’s op het gebied van talent­ontwikkeling, leiderschaps­ontwikkeling en ambtelijk vakmanschap.

Voor een professionele ondersteuning bij werving en selectie, loopbaanbegeleiding en persoonlijke ontwikkeling is het van belang om inzicht te hebben in de beschikbare managementfuncties bij het Rijk en de mobiliteit van (top)managers. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een personeels­informatiesysteem.

Bijdragen aan agentschappen

Kwaliteitsverbetering

Het budget voor kwaliteitsverbetering dat afkomstig is uit het afgeroomde eigen vermogen van FMHaaglanden is voor alle SSO’s beschikbaar.

Werkgeversbeleid

UBR ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van diverse opdrachten voor de implementatie van het werkgeversbeleid.

UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)

UBR ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van de Rijksbrede arbeidsmarktcommunicatie. Hierbij zorgt UBR ervoor dat de rijksoverheid zich profileert en werft als één werkgever.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Werkgeversbeleid

In 2020 wordt evenals voorgaande jaren een rijksbreed interdepartementaal klantentevredenheidsonderzoek (iKTO) uitgevoerd.

7.2 Pensioenen en uitkeringen

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

Dit betreft de bijdrage aan de SAIP, welke verantwoordelijk is voor de pensioenen voor gewezen overheidspersoneel in de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen. De rijksbijdrage bestaat uit middelen om de pensioenen en toeslagen uit te keren (inkomens) en middelen om de regeling uit te voeren (uitvoeringskosten).

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de Garantiewet Surinaamse Pensioenen van de SAIP. Het Ministerie van BZK verrekent jaarlijks een deel van dit bedrag met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 8. Kwaliteit Rijksdienst

A. Algemene doelstelling

Het tot stand brengen van een moderne rijksoverheid met goede prestaties op het gebied van de Rijksbrede bedrijfsvoering, goed werkgeverschap, en management van de Rijksdienst van hoge kwaliteit.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een beleidsontwikkelende en kaderstellende rol op het terrein van de organisatie en bedrijfsvoering van de Rijksdienst. De Minister van BZK bevordert eenheid in het Rijksbreed bedrijfsvoeringbeleid en is systeemverantwoordelijke op de terreinen personeel, organisatie, ICT, facilitaire dienstverlening, huisvesting en beveiliging. De Minister van BZK is daarnaast verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie van de ambtenaren werkzaam bij de sector Rijk, inclusief de modernisering van het werkgeverschap.

De Minister van BZK regisseert, in samenwerking met de andere ministeries, de totstandkoming van kaders en brengt daarin meer samenhang aan, met als doel een beter bestuurbare, data gedreven en efficiëntere bedrijfsvoering binnen de Rijksdienst. Binnen die kaders zijn de afzonderlijke ministers verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van hun eigen ministerie.

De uitgaven voor de bedrijfsvoering worden verantwoord door de individuele ministers, tenzij de taak is gecentraliseerd en het budget is overgeheveld. Op dit begrotingsartikel zijn middelen beschikbaar die de Minister van BZK inzet voor het invullen van zijn systeemverantwoordelijkheid ten aanzien van de bedrijfsvoering van het Rijk. Deze verantwoordelijkheid krijgt in de praktijk vorm door één of meer van de volgende componenten:

  • Kaderstelling door het vastleggen van normen en standaarden;

  • Monitoring door het volgen van de uitvoering in de praktijk;

  • Het zo nodig plegen van interventies door het aanspreken van betrokkenen op de naleving van normen en standaarden of het aanpassen van de kaders aan de geconstateerde tekortkomingen.

Bovendien is de Minister van BZK werkgever voor de circa 90 managers op het hoogste niveau, daar waar het gaat om benoeming, arbeidsvoorwaarden en ontslag.

Om de kwaliteit van de Rijksdienst te bevorderen, verzorgt Bureau Algemene Bestuursdienst (ABD) de werving en selectie en loopbaanbegeleiding voor (top)managers in Rijksdienst en bij de Nationale Politie. Tevens zorgt het bureau voor een gericht ontwikkelaanbod voor managers op het gebied van leiderschaps- en talentontwikkeling.

Bureau ABD ondersteunt de departementen bij de doelstelling om ten minste 30% van de topfuncties binnen de Rijksdienst vervuld te hebben door een vrouw. Om de instroom van vrouwen in de ABD te vergroten, zorgt Bureau ABD er onder meer voor dat er voldoende zicht is op talent en managementpotentieel binnen de Rijksdienst. Daarnaast verleent het bureau diensten aan nieuwe doelgroepen, zoals publiekrechtelijke ZBO's en diverse gemeenten. Ook verzorgt Bureau ABD enkele HR-diensten aan de kabinetsleden, waaronder de salarisadministratie.

C. Beleidswijzigingen

Vanaf de ontwerpbegroting 2019 kent de begroting van BZK een nieuwe begrotingsstructuur. In deze nieuwe begrotingsstructuur is beleidsartikel 8 samengevoegd met beleidsartikel 7. De middelen voor het begrotingsjaar 2019 en verder worden per ontwerpbegroting 2019 verantwoord op beleidsartikel 7.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 8 Kwaliteit Rijksdienst (bedragen in € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

78.884

0

0

0

0

0

0

Uitgaven

74.031

0

0

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

8.1

Kwaliteit Rijksdienst

74.031

0

0

0

0

0

0

Subsidies

3.600

0

0

0

0

0

0

A&O-fonds

3.400

0

0

0

0

0

0

Fysieke werkomgeving Rijk

200

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

6.873

0

0

0

0

0

0

Bedrijfsvoering Rijk

6.873

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

62.686

0

0

0

0

0

0

Bedrijfsvoering beleid

1.182

0

0

0

0

0

0

DICTU

275

0

0

0

0

0

0

FMHaaglanden

1.582

0

0

0

0

0

0

Logius

3.500

0

0

0

0

0

0

SSC-ICT

45.804

0

0

0

0

0

0

UBR

2.927

0

0

0

0

0

0

UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)

7.416

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

420

0

0

0

0

0

0

Bedrijfsvoering Rijk

397

0

0

0

0

0

0

CBS

23

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

452

0

0

0

0

0

0

Bedrijfsvoering Rijk

452

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

37.074

0

0

0

0

0

0

Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

A. Algemene doelstelling

Het Ministerie van BZK geeft uitvoering aan het Rijksvastgoedbeleid door:

  • het verzorgen van de Rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor Rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid;

  • het realiseren van een optimaal financieel resultaat en maatschappelijk rendement bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van Rijksdoelstellingen, gerelateerd aan de strategische opgaven van het kabinet.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Uitvoeren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is, als opdrachtgever en uitvoerder, verantwoordelijk voor:

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ;

  • de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;

  • het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;

  • de doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.

Daarnaast is de Minister van BZK als uitvoerder op het terrein van Rijksvastgoed verantwoordelijk voor:

  • het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere ministers is gelegd;

  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) Rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk;

  • ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een Minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende Minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn geen beleidswijzigingen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

115.700

121.732

128.168

123.426

125.896

135.034

139.223

Uitgaven

117.433

121.732

128.168

123.426

125.896

135.034

139.223

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

94%

9.1

Doelmatige Rijkshuisvesting

48.954

56.190

64.606

59.349

61.365

70.488

74.677

Bijdrage aan agentschappen

48.954

56.190

64.606

59.349

61.365

70.488

74.677

RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

13.130

15.940

15.922

15.752

15.761

15.766

15.766

RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

0

25.859

35.724

30.942

33.744

42.867

47.049

RVB (bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

0

2.884

3.518

2.577

2.876

2.887

2.894

Overig

25.414

0

0

0

0

0

0

RVB (bijdrage voor monumenten)

3.811

4.935

2.870

2.870

2.915

2.899

2.899

RVB (bijdrage voor rijkshuisvesting)

6.599

6.572

6.572

7.208

6.069

6.069

6.069

9.2

Beheer materiële activa

68.479

65.542

63.562

64.077

64.531

64.546

64.546

Opdrachten

7.462

0

0

0

0

0

0

Onderhoud- en beheerkosten

7.462

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

49.296

0

0

0

0

0

0

Zakelijke lasten

49.296

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

11.721

65.542

63.562

64.077

64.531

64.546

64.546

RVB (onderhoud en beheerkosten)

0

7.092

4.717

4.717

4.717

4.717

4.717

RVB (zakelijke lasten)

0

46.524

47.038

47.557

48.013

48.013

48.013

RVB

11.721

11.926

11.807

11.803

11.801

11.816

11.816

Ontvangsten

224.364

99.782

121.690

121.574

120.282

120.282

102.984

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget van artikel 9 is 94% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 94% juridisch verplicht. De overige middelen zijn echter niet vrij besteedbaar omdat hiermee o.a. wordt bijgedragen aan het apparaat van het RVB (waaronder Atelier Rijksbouwmeester).

E. Toelichting op de instrumenten
9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

In 2015 heeft het kabinet besloten om de uitgaven die worden gedaan voor de Koning uitgebreider toe te lichten. Op de begroting van het Ministerie van BZK staan de huisvestingsbudgetten voor de paleizen. Hieronder volgt een nadere toelichting. Bij de begroting van de Koning (I) is een extracomptabele bijlage opgenomen waarin deze uitgaven ook worden gepresenteerd.

Specifieke toelichting huisvesting Koninklijk Huis

Krachtens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (artikel 4) worden drie paleizen ter beschikking gesteld aan de Koning. Dit zijn paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De uitvoering hiervan vindt plaats via de begroting van BZK.

Als bijdrage aan het RVB voor huisvesting van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ is in de begroting € 55,2 mln. opgenomen, waarvan € 15,9 mln. voor de paleizen.

De € 15,9 mln. voor de paleizen die aan het RVB wordt betaald, is opgebouwd uit een aantal componenten:

  • ten eerste € 7,9 mln. rente en afschrijving voor investeringen die via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB;

  • vervolgens € 6,4 mln. voor regulier onderhoud. Hiervoor worden de technische installaties onderhouden, worden storingen verholpen en worden gebouwen geschilderd, onderhouden en hersteld. Evenzo worden terreinen onderhouden en hersteld. Voor het onderhoud aan de paleizen geldt, vanwege het veelal monumentale karakter van de objecten, een hogere norm dan voor kantoren en;

  • het restant van ca. € 1,6 mln. betreft betalingen voor met name kleinere investeringen op basis van wet- en regelgeving (o.a. brandveiligheid) en kosten voor kleinere aanpassingen.

Ook voor latere jaren zijn deze middelen nodig, omdat gebouwen structureel onderhouden moeten worden, er langdurig wordt afgeschreven en er rente wordt betaald op de leningen. In de middelen zijn de kosten inbegrepen voor rente en afschrijving van de vervangingsinvesteringen, aanpassingen op basis van vingerende wet- en regelgeving (o.a. brandveiligheid), kosten voor kleinere aanpassingen.

Conform een toezegging van de Minister-President gedaan bij de behandeling van de ontwerpbegroting 2016 van de Koning geeft onderstaande meerjarenplanning inzicht in geplande onderzoeken naar en het meerjarig groot onderhoud/renovatie van de paleizen. Over de wijze waarop zulke projecten gefinancierd worden is de Tweede Kamer geïnformeerd in de brief van 2 december 2015 (Kamerstukken II 2015-2016 34 300 XVIII, nr. 45).

Tabel 20 Onderzoek en renovatie huisvesting Koninklijk Huis (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Onderzoek

100

100

Renovatie/groot onderhoud

- Paleis Huis ten Bosch

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

- Koninklijk Paleis Amsterdam

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

- Paleis Noordeinde

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

In 2019 vindt onderzoek plaats naar eventuele restauratie van de Burgerzaal en groot onderhoud aan het dak van het Koninklijk Paleis Amsterdam. De uitgaven voor de onderzoekswerkzaamheden worden gedekt binnen de beschikbare begrotingsmiddelen.

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

Uit de beschikbare middelen in de begroting worden rente en afschrijving, onderhoud en kleine investeringen bekostigd ten behoeve van de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat. In deze begrotingsreeks zijn ook de kosten van de renovatie van het Binnenhof opgenomen.

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

Uit de beschikbare middelen in de begroting worden rente en afschrijving, onderhoud en kleine investeringen bekostigd ten behoeve van de huisvesting van AZ.

RVB (Bijdrage voor monumenten)

De middelen zijn de bijdrage aan het RVB voor het beheer en onderhoud van een aantal monumenten dat naar hun aard niet geschikt is voor huisvesting van Rijksdiensten.

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

Dit betreft activiteiten die in het kader van verschillende beleidsdoelen op het gebied van rijkshuisvesting worden uitgevoerd. Het RVB draagt onder meer bij aan de realisatie van rijksdoelstellingen door te werken aan energiebesparing in de rijkshuisvesting, de duurzaamheid van de gebouwenvoorraad van het Rijk en de doelmatige werking van het rijkshuisvestingstelsel. En ook door bij te dragen aan de totstandkoming van de rijkswerkplek en uitvoering te geven aan professioneel publiek opdrachtgeverschap in de bouw. Dit gebeurt door middel van zorgvuldig en transparant aanbesteden, de coördinatie van deze diensten en afstemming met de markt. En ook door werkzaamheden van de Rijksbouwmeester voor de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, van de stedenbouwkundige inpassing en van de beeldende kunst. Dit komt tot uiting bij het tot stand brengen, het wijzigen en het beheren van gebouwen, werken en terreinen waarover de zorg van het RVB zich uitstrekt.

Binnen het RVB loopt het Programma Groene Technologieën (PGT). In 2020 zijn uitgebreide testresultaten beschikbaar van de toegepaste innovaties bij een tweetal testomgevingen. De succesvolle innovaties worden waar mogelijk opgeschaald binnen de portefeuille van het RVB. De planning is dat er in 2020 een aantal nieuwe PGT-projecten gereed zijn om aanbesteed te worden en enkele experimenten ontwikkeld worden op het gebied van circulair bouwen en op het gebied van verduurzaming van defensiekazernes en –terreinen.

9.2 Beheer materiële activa

Bijdragen aan agentschappen

RVB (Onderhoud- en beheerkosten)

Het betreft uitgaven voor onderhoud en beheer van de onroerende zaken (niet-rijkshuisvesting) welke in het bezit zijn van het RVB. Beheerkosten zijn (externe) kosten in verband met ingebruikgeving en vervreemding, bijvoorbeeld energie-, beveiligings- en taxatiekosten.

RVB (Zakelijke lasten)

Het betreft de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat voor zover het niet de rijkshuisvesting betreft. Gedacht moet worden aan de onroerendzaakbelasting, waterschapsheffingen en rioolheffingen bij de onroerende zaken van de Staat. De uitgaven bestaan voor circa 80% uit gemeentelasten en voor 20% uit waterschapslasten. De zakelijke lasten die samenhangen met rijkshuisvesting worden verantwoord op de baten-lastenbegroting van het agentschap RVB.

RVB

Het betreft de bijdrage aan het RVB voor de uitvoering van de wettelijke taak van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken (niet-rijkshuisvesting) die de Staat toebehoren. Dit beheer betreft met name werkzaamheden rond (ver)huur, (erf)pacht, medegebruik en de verwerking van zakelijke lasten van het Rijk.

Ontvangsten

Zakelijke lasten

De ontvangsten betreffen met name terugbetalingen door huurders - niet zijnde Rijksgebruikers - van door het RVB betaalde gebruikerslasten.

Ingebruikgeving

Het gaat hierbij om de ingebruikgeving (met name verpachting en verhuur) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.

Vervreemding

Het gaat hierbij om de vervreemding van de (o.a. agrarische) onroerende zaken van de Staat, voor zover voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. De opbrengsten uit middelenafspraken worden verantwoord via de begrotingen van het vakdepartement.

Generale ontvangsten

Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen zoals zand en de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen. Over de winst van een gedeelte van de generale ontvangsten moet het Ministerie van BZK vennootschapsbelasting afdragen. Deze uitgave vindt plaats op niet-beleidsartikel 12 Algemeen van de BZK-begroting.

4 NIET-BELEIDSARTIKELEN

Artikel 11. Centraal apparaat

A. Apparaatsuitgaven kerndepartement

Op dit artikel worden naast alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het kerndepartement ook de apparaatsuitgaven van de agentschappen gepresenteerd.

Tabel 21 Budgettaire gevolgen, niet-beleidsartikel 11 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

431.675

463.513

401.762

383.013

375.854

375.488

374.640

Uitgaven

433.319

463.513

401.762

383.013

375.854

375.488

374.640

11.1

Apparaat (excl. AIVD)

433.319

463.513

401.762

383.013

375.854

375.488

374.640

Personele uitgaven

216.040

232.814

200.694

178.664

172.706

172.577

172.138

waarvan: eigen personeel

198.271

202.529

181.324

167.944

164.356

164.216

163.777

waarvan: inhuur externen

14.298

25.638

15.290

6.640

4.270

4.271

4.271

waarvan: overige personele uitgaven

3.471

4.647

4.080

4.080

4.080

4.090

4.090

Materiele uitgaven

217.279

230.699

201.068

204.349

203.148

202.911

202.502

waarvan: bijdrage SSO's

199.074

209.495

190.896

190.927

190.468

191.015

190.646

waarvan: ICT

946

3.948

42

0

0

0

0

waarvan: overige materiële uitgaven

17.259

17.256

10.130

13.422

12.680

11.896

11.856

Ontvangsten

45.253

62.198

19.292

19.292

19.116

19.116

19.116

In deze tabel zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement opgenomen, inclusief het Huis voor Klokkenluiders (HvK). De reeks is exclusief de apparaatsuitgaven van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Deze zijn vanwege het specifieke karakter begroot op beleidsartikel 2.

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten inclusief agentschappen en ZBO/RWT's

De apparaatskosten van BZK bestaan uit de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de AIVD en de apparaatskosten voor acht baten-lastenagentschappen. In tabel 22 staan de structurele apparaatsuitgaven van het kerndepartement en de AIVD aangegeven.

Tabel 22 Totaal apparaatsuitgaven ministerie (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van BZK

683.060

741.653

683.878

675.374

669.955

669.425

668.018

Kerndepartement

433.319

463.513

401.762

383.013

375.854

375.488

374.640

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)

249.741

278.140

282.116

292.361

294.101

293.937

293.378

Tabel 23 geeft een overzicht van de apparaatskosten van de baten-lastenagentschappen, de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en de Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s).

Tabel 23 Totaaloverzicht apparaatskosten agentschappen en ZBO's/RWT's (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Totaal apparaatskosten Agentschappen

1.214.191

1.270.515

1.327.819

1.315.549

1.305.896

1.287.067

1.327.117

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

115.032

97.912

102.975

105.379

102.908

90.892

132.593

Logius

177.205

228.368

220.867

192.768

187.142

182.236

182.630

P-Direkt

78.522

86.871

91.897

93.701

91.895

89.988

87.943

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

232.415

247.250

264.841

271.841

271.841

271.841

271.841

FMHaaglanden (FMH)

118.422

123.208

130.471

130.471

130.471

130.471

130.471

SSC-ICT

226.662

209.150

212.705

212.705

212.705

212.705

212.705

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

257.046

266.706

292.810

297.431

297.681

297.681

297.681

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

8.887

11.050

11.253

11.253

11.253

11.253

11.253

Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's1

206.845

212.439

227.860

223.264

214.467

212.967

209.267

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

1.345

1.539

1.360

1.364

1.367

1.367

1.367

Referendumcommissie

0

0

0

0

0

0

0

Kadaster

205.500

210.900

226.500

221.900

213.100

211.600

207.900

X Noot
1

BZK verstrekt bijdragen aan vijf begrotingsgefinancierde ZBO’s en RWT’s: Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP), Huis voor Klokkenluiders (HVK), de Referendumcommissie, de Huurcommissie en het Kadaster. De apparaatskosten van het HVK en de Huurcommissie zijn hier niet vermeld, omdat ze respectievelijk worden bekostigd vanuit de apparaatskosten van het kerndepartement (artikel 11) en de apparaatskosten van het agentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC). De apparaatsuitgaven voor de Referendumcommissie worden geraamd op nihil, tenzij er in een jaar een referendum wordt voorzien. Bij de SAIP worden de apparaatskosten niet alleen door BZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. Voor meer informatie over de ZBO’s en RWT’s van BZK zie de bijlage ZBO’s en RWT’s in de begrotingshoofdstukken IIB en VII.

C. Apparaatsuitgaven per Directoraat Generaal

Om de Tweede Kamer inzicht te bieden in de apparaatsuitgaven per beleidsterrein wordt in tabel 24 weergegeven wat de apparaatsuitgaven zijn per onderdeel van het Ministerie van BZK.

Tabel 24 Apparaatsuitgaven per Directoraat Generaal (bedragen x € 1.000)

Directoraat Generaal

2020

Algemene Bestuursdienst (Bureau ABD)

34.921

Bestuur, Ruimte en Wonen (DGBRW)

2.435

Koninkrijksrelaties (DGKR)

1.368

Omgevingswet (PDGOW)

7.256

Overheidsorganisatie (DGOO)

169.829

Vastgoed en bedrijfsvoering Rijk (DGVBR)

12.038

SG-Cluster (SGC)

170.842

Huis voor Klokkenluiders

3.073

Artikel 12. Algemeen

Budgettaire gevolgen
Tabel 25 Budgettaire gevolgen, niet-beleidsartikel 12 Algemeen (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

6.978

63.980

21.235

12.586

11.218

10.997

10.928

Uitgaven

7.262

63.980

21.235

12.586

11.218

10.997

10.928

12.1

Algemeen

7.262

63.980

21.235

12.586

11.218

10.997

10.928

Subsidies

458

801

865

849

731

510

441

Diverse subsidies

408

750

814

798

680

459

390

Koninklijk Paleis Amsterdam

50

51

51

51

51

51

51

Opdrachten

885

803

759

759

759

759

759

Diverse opdrachten

292

313

389

408

408

408

408

Internationale samenwerking

593

490

370

351

351

351

351

Bijdrage aan agentschappen

0

22.434

0

0

0

0

0

SSC-ICT (eigenaarsbijdrage)

0

22.434

0

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

0

89

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen

0

89

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

19

0

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen

19

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

5.900

39.853

19.611

10.978

9.728

9.728

9.728

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

5.875

39.853

19.611

10.978

9.728

9.728

9.728

Justitie en Veiligheid (H6)

25

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

5.924

13.101

0

0

0

0

0

Toelichting
12.1 Algemeen

Subsidies

Diverse subsidies

Dit betreft voornamelijk een subsidie aan de Stichting Parlementaire Geschiedenis voor exploitatie van het Centrum Parlementaire Geschiedenis (CPG). Daarnaast betreft het een subsidie voor een wetenschappelijk samenwerkingsverband van de AIVD met de Technische Universiteit Delft. Omdat artikel 2 "Nationale veiligheid" een apparaatsartikel is waar geen subsidies opgenomen kunnen worden, wordt de subsidie via artikel 12 "Algemeen" verstrekt.

Koninklijk Paleis Amsterdam

Dit betreft de jaarlijkse subsidie voor de openstelling van het Koninklijk Paleis Amsterdam.

Opdrachten

Diverse opdrachten

Een veilige informatievoorziening en verbetering van de ICT is een prioriteit. De CIO-office van het departement zorgt voor samenhang in de informatievoorziening en voor de verdere versterking van de beheersing van projecten met een ICT-component, waaronder het meehelpen bij het doorvertalen van beleidsdoelen naar ICT. Het budget voor de CIO-office wordt aangewend om bij te dragen aan de verdere inrichting van strategische advisering en toezicht, IT-governance en securitygovernance, informatievoorziening en professionalisering.

Voorts zijn middelen bestemd voor de inrichting van de crisisbeheersings-organisatie bij BZK en voor fysieke- en informatiebeveiliging van de organisatie op basis van risicomanagement. Naast bovenstaande zal bijzondere aandacht uitgaan naar de verdere versterking en inrichting van de adviescapaciteit op het gebied van Openbare Orde, Inlichtingen en Veiligheid.

Internationale Samenwerking

Het betreft middelen voor het versterken van de strategische, constitutionele en wetgevende, internationale en economische advisering voor BZK breed. De advisering dient als verbindende spil tussen de (beleids)directies onderling en de politieke en ambtelijke leiding. Hier worden opdrachten verstrekt die ondersteunend zijn aan bovengenoemd doel en daarbij vaak een (specifiek) beleidsveld overstijgend karakter hebben.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

Over de winst op een aantal activiteiten op de begroting van BZK en daaronder vallende agentschappen moet vennootschapsbelasting (VPB) worden afgedragen. Het Ministerie van BZK ontvangt één aanslag van de Belastingdienst. Deze wordt verantwoord op dit artikel. De uitgave aan VPB betreft de verwachte naheffing over 2019 en de voorlopige aanslag voor 2020 over de winst op de generale en een deel van de specifieke ontvangsten van artikel 9 (Uitvoering Rijksvastgoedbeleid) van deze begroting.

Artikel 13. Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen
Tabel 26 Budgettaire gevolgen, niet-beleidsartikel 13 Nog onverdeeld

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

13.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

13.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

13.3

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

5 BEGROTING AGENTSCHAPPEN

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Inleiding

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) is de autoriteit en regisseur van het veilig en betrouwbaar gebruik van identiteitsgegevens en is de uitvoeringsorganisatie op het gebied van persoonsgegevens en reisdocumenten voor het Koninkrijk der Nederlanden. In een constant veranderende samenleving is de veiligheid en betrouwbaarheid van identiteitsgegevens van essentieel belang.

RvIG streeft samen met ketenpartners naar een uitstekende dienstverlening voor burgers. Zowel analoog als digitaal, en toekomstbestendig door innovatie.

RvIG is verantwoordelijk voor de volgende diensten:

  • de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP);

  • de beheervoorziening burgerservicenummer (BV-BSN);

  • het systeem van aanvraag, productie en distributie van reisdocumenten;

  • de persoonsinformatievoorziening van het Caribisch gebied (PIVA);

  • het beheren van voorzieningen ten behoeve van het eIDAS-stelsel;

  • het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI);

  • de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA).

Basis Registratie Personen (BRP)

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de registratie van ingezetenen, de Basis Registratie Personen (BRP) en de Registratie niet-ingezetenen (RNI). Deze registraties vormen samen het BRP stelsel en is een kernproduct uit de RvIG productportfolio. Belangrijk speerpunt voor 2020 van RvIG in het kader van de BRP werkzaamheden is de health check. Aanleiding voor de health check is het beëindigen van Operatie BRP zoals toegezegd in het Algemeen Overleg op 5 juli 2017 aan de Tweede Kamer. Daarop heeft de toenmalige Minister van BZK ook de toezegging gedaan dat er onderzoek naar het toekomstvast maken van de bestaande centrale voorziening GBA-V zal worden uitgevoerd. De werkzaamheden die onder de health check vallen, zijn de volgende:

  • Uitgesteld onderhoud van de RNI, Schouwen & Toetsen, Wet Besluit en Regeling BRP en het Logisch Ontwerp BRP;

  • Gegevensverstrekking volgens overheidsstandaarden;

  • Oplossen van knelpunten.

Burgerservicenummer (BSN)

RvIG is verantwoordelijk voor de beheervoorziening BSN. Hieronder valt het beheer van de voorziening voor het genereren, distribueren, toekennen en beheren van Burgerservicenummers.

De werkzaamheden die RvIG voor de BSN uitvoert zijn:

  • Het zorgdragen voor gedegen voorzieningen voor het stellen van verificatievragen over de identiteit van een persoon en over Nederlandse identiteitsdocumenten;

  • Het beheer van het foutenmeldpunt voor het melden van vermoedens over BSN nummerfouten;

  • Het beheren van de voorzieningen met behulp waarvan algemene informatie beschikbaar wordt gesteld met betrekking tot het gebruik van burgerservicenummers en de gegevensverwerking van gebruikers;

  • Het beheren van de voorziening waar burgers met vragen en klachten over het gebruik van hun BSN terecht kunnen (BSN-punt).

Reisdocumenten

RvIG ziet in haar verantwoordelijkheid voor het reisdocumentenstelsel toe op de productie van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten (NIK) en het aanvraag- en uitgifte proces bij uitgevende instanties. Daarnaast beheert RvIG de registers ‘Register Paspoortsignalering’ (RPS), Basisregister 'Reisdocumenten’ (BRR) en ‘Verificatieregister Reisdocumenten’ (VR).

In 2019 is er een start gemaakt met de verbetering van het aanvraag- en uitgifteproces en het proces voor het beheer van signaleringen. Op dit moment vereisen deze kennisintensieve processen nog veel handmatige handelingen. Een simpeler en minder mens-afhankelijk proces zal worden ingericht met als doel o.a. onterechte verstrekking van reisdocumenten en het onterecht vervallen van reisdocumenten te voorkomen en zo het betrouwbare imago van het Nederlandse reisdocument hoog te houden. Deze verbetering van het reisdocumentenstelsel (VRS) legt ook de basis voor veranderingen die op termijn in het nog te ontwikkelen beleidskader van de strategische visie van de Opdrachtgever kunnen worden doorgevoerd.

Caribisch gebied

In 2020 wordt gezamenlijk met het Caribisch gebied, zijnde de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland) en de landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao en Sint Maarten), gewerkt aan verdere kwaliteitsverbetering van de bevolkingsadministraties. In samenwerking met het Openbaar Lichaam Sint Eustatius wordt over de periode 1 maart 2017 tot 1 maart 2021 duurzame ondersteuning geboden in de vorm van personele inzet van RvIG medewerkers bij de afdeling burgerzaken.

Electronic Identification Authentication and Trust Services (eIDAS)

eIDAS is een stelsel om met behulp van elektronische Identiteit (eID) op een hoogbetrouwbare manier digitale dienstverlening mogelijk te maken van (semi) overheid aan burgers en bedrijven binnen Europa. Met ingang van 2019 voert RvIG het stelselbeheer over één van de voorzieningen binnen eIDAS.

Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI)

RvIG begeleidt naast slachtoffers van identiteitsfraude ook burgers met fouten met betrekking tot hun persoonsgegevens. RvIG fungeert als ketenregisseur en schakelt indien nodig ketenpartners zoals Politie, Belastingdienst, RDW, IND en Logius in.

Landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA)

De LAA kan gezien worden als de samenwerking van de toekomst. Rijksoverheid en uitvoeringsorganisaties werken nauw samen om gemeenten te voorzien van risicoadressen op basis van door RvIG uitgevoerde data-analyse. Gemeenten voeren op basis van deze risicosignalen een adresonderzoek uit, waarbij ook een huisbezoek wordt afgelegd. Deze intensieve manier van samenwerken over alle lagen van de overheid heen is van grote meerwaarde voor de kwaliteit van de BRP en tegelijkertijd een effectieve werkwijze in het kader van adresgerelateerde fraude.

Ontwikkelingen

RvIG vervult een rol in de strategische Digitale agenda Rijkdienst. Hierbij wordt samengewerkt met publieke-, private- en wetenschappelijke partijen. RvIG wil de essentie van e-governance en digital citizenship verkennen.

Staat van baten en lasten
Tabel 27 Begroting van baten-lastenagentschap RvIG voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

Omzet

146.241

75.311

73.971

73.010

78.412

72.617

166.949

- Omzet moederdepartement

37.824

42.708

48.284

45.066

46.902

47.616

47.848

- Omzet overige departementen

0

0

0

0

0

0

0

- Omzet derden

108.417

32.603

25.687

27.944

31.510

25.001

119.101

Vrijval voorzieningen

0

20.407

27.950

31.414

27.357

22.265

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

146.241

95.718

101.921

104.424

105.769

94.882

166.949

Lasten

Apparaatskosten

115.032

97.912

102.975

105.379

102.908

90.892

132.593

- personele kosten

19.447

20.355

29.346

28.987

28.763

27.742

26.728

- waarvan eigen personeel

13.459

17.426

16.702

21.011

21.327

21.646

21.971

- waarvan externe inhuur

5.988

2.929

12.644

7.976

7.436

6.096

4.757

- waarvan overige personele kosten

0

0

0

0

0

0

0

- materiële kosten

95.585

77.557

73.629

76.392

74.145

63.150

105.865

- waarvan apparaat ICT

549

1.250

850

833

833

833

833

- waarvan bijdrage aan SSO's

60

165

275

275

275

275

275

- waarvan overige materiële kosten

94.976

76.142

72.504

75.284

73.037

62.042

104.757

Afschrijvingskosten

1.281

1.350

2.083

2.675

3.565

3.990

4.449

- materieel

910

1.350

2.083

2.675

3.565

3.990

4.449

- waarvan apparaat ICT

0

1.350

1.970

1.970

1.970

1.970

1.970

- immaterieel

371

0

0

0

0

0

0

Dotaties voorzieningen

22.048

1.193

0

0

0

0

29.907

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

138.361

100.455

105.058

108.054

106.473

94.882

166.949

Saldo van baten en lasten

7.880

‒ 4.737

‒ 3.137

‒ 3.630

‒ 704

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

De omzet van RvIG is als volgt over de diverse opdrachten begroot:

Tabel 28 Omzet (bedragen x € 1.000.000)

Moederdepartement

Overige departementen

Derden

Totaal

BRP

22,9

10,4

33,3

Health Check BRP

6,4

6,4

BSN

5,1

5,1

Reisdocumenten

15,3

15,3

Caribisch Gebied

1,7

1,7

eIDAS

2,8

2,8

CMI

0,8

0,8

LAA

8,6

8,6

Totaal

48,3

25,7

74

Vrijval voorzieningen

Om te voorkomen dat er grote fluctuaties in de kostprijs van reisdocumenten ontstaan als gevolg van de invoering van de 10-jarige geldigheid, heeft RvIG een egalisatiereserve opgebouwd. Deze egalisatiereserve wordt in de dipperiode (2019-2023) aangewend, zodat tarieven in de dipperiode niet hoeven te worden verhoogd als gevolg van de invoering van de 10-jarige geldigheid. Dit maakt realisatie van kostendekkendheid over 10 jaar mogelijk. Vanaf 2019 valt per jaar een deel van het opgebouwde bedrag op de egalisatiereserve vrij om de kostprijs gelijk te houden. In 2020 is dat bedrag € 28,0 mln.

Lasten

Apparaatskosten

Personele lasten

De personele lasten bedragen € 34,1 mln. De verhoging van de eigen personele kosten heeft onder andere te maken met de verambtelijking en de nieuwe taken met betrekking tot eIDAS en LAA. De externe inhuur is sterk gestegen ten gevolge van het meerjarig programma VRS en het project Health Check BRP.

Materiële kosten

Het grootste gedeelte van de lasten betreft de kosten die worden gemaakt voor de productie en distributie van de reisdocumenten, het in stand houden van het BRP-netwerk, het beheer van de centrale verstrekkingvoorziening van de BRP (GBA-V en RNI) en de beheervoorziening BSN, CMI, PIVA-V en Sédula. Voor de uitvoering van de taken maakt RvIG gebruik van geautomatiseerde systemen die werken op een technische infrastructuur.

De geraamde kosten voor de health check BRP bedragen € 14,7 mln., waarvan € 6,4 mln. in 2020 is begroot.

Afschrijvingskosten

Op de materiële activa wordt in 2020 € 2,1 mln. afgeschreven. Dit betreft de afschrijving op de investering van de vernieuwde RvIG-infrastructuur en investeringen uit het programma VRS.

Saldo van baten en lasten

De kosten voor het beheren van de BRP worden doorberekend aan de gebruikers met een kostendekkend tarief in de vorm van een abonnementsprijs. Deze doorberekening vindt deels via het Ministerie van BZK en deels rechtstreeks aan derden plaats. De kosten voor het beheren van de reisdocumentenketen, innovatie, investering en de kosten van de productie en distributie worden in de huidige systematiek gedekt uit het tarief dat RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties. De overige opdrachten worden betaald door de opdrachtgever, namelijk het Ministerie van BZK. Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van RvIG is een kostendekkende exploitatie.

Schuld aan gebruikers BRP

Het exploitatieresultaat over het boekjaar 2018 met betrekking tot de BRP ad € 7,5 mln. wordt met de gebruikers van de BRP vereffend door de staffelprijs van de BRP in 2020 en latere jaren zoveel mogelijk gelijk te houden aan de staffelprijs in 2019. Hierdoor zijn de tarieven in 2019 niet volledig kostendekkend en ontstaat een begroot negatief saldo van baten en lasten. Deze wordt met de openstaande schuld aan gebruikers BRP verrekend.

Kasstroomoverzicht
Tabel 29 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap RvIG voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

112.849

145.311

120.710

91.706

58.485

32.447

13.120

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

169.058

75.311

73.971

73.010

78.412

72.617

166.949

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 135.315

‒ 97.912

‒ 102.975

‒ 105.379

‒ 102.908

‒ 90.892

‒ 132.593

2.

Totaal operationele kasstroom

33.743

‒ 22.601

‒ 29.004

‒ 32.369

‒ 24.496

‒ 18.275

34.356

-/- totaal investeringen

‒ 1.281

‒ 2.000

‒ 4.260

‒ 3.448

‒ 1.816

‒ 1.738

‒ 500

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 1.281

‒ 2.000

‒ 4.260

‒ 3.448

‒ 1.816

‒ 1.738

‒ 500

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

0

0

0

‒ 852

‒ 1.542

‒ 1.053

‒ 1.400

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

4.260

3.448

1.816

1.738

500

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

4.260

2.596

274

685

‒ 900

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)1

145.311

120.710

91.706

58.485

32.447

13.120

46.075

X Noot
1

Maximale roodstand is € 0,5 mln.

Toelichting

Operationele kasstroom

In 2020 vertoont de operationele kasstroom een negatief saldo. Dit wordt veroorzaakt doordat vanaf 2019 het aantal aangevraagde 10-jarige reisdocumenten terugloopt, waardoor de kasontvangsten teruglopen.

Investeringskasstroom

Voor 2020 wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 4,3 mln. Het grootste deel hiervan betreft investeringen ten behoeve van het programma VRS. Desinvesteringen worden niet verwacht.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan ter financiering van investeringen in het programma VRS.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 30 Overzicht doelmatigheidsindicatoren RvIG

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Omschrijving generiek deel

Kostprijzen per product:

Abonnementsstructuur (B) in €

2.430

2.430

2.430

2.430

2.430

2.430

2.430

Reisdocumenten: Paspoort 5 jaar (in €)

21,31

21,78

23,19

23,58

23,98

24,39

24,81

Reisdocumenten: Paspoort 10 jaar (in €)

34,61

35,37

41,04

41,74

42,45

43,17

43,90

Identiteitskaart (in €) 5 jaar

5,33

5,45

5,86

5,96

6,06

6,16

6,27

Identiteitskaart (in €) 10 jaar

27,36

27,96

33,44

34,01

34,58

35,17

35,77

Omzet per productgroep (bedragen x € 1.000)

BRP

35.344

31.742

33.249

33.249

36.429

37.391

37.653

Reisdocumenten

102.188

23.049

15.311

17.568

20.136

13.326

107.344

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

160

167

215

267

267

267

267

Saldo van baten en lasten (%)

5,7%

‒ 4,7%

‒ 3,0%

‒ 3,4%

‒ 0,7%

0,0%

0,0%

Omschrijving specifiek deel

ICT diensten

Kwaliteitsindicatoren

Beschikbaarheid GBA netwerk

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

Beschikbaarheid GBA -V

100%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Responstijd GBA-V

<3 sec

<3 sec

<3 sec

<3 sec

<3 sec

<3 sec

<3 sec

Beschikbaarheid Basisregister

100%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Beschikbaarheid Verificatieregister

100%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Beschikbaarheid BSN

100%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

99,9%

Klanttevredenheid

n.v.t

7,5

n.v.t.

7,6

n.v.t.

7,7

n.v.t.

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

2021

Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren

Kostprijzen per product

De hoogte van de leges die RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties, zoals de gemeenten, de buitenlandse posten en de Caribische gemeenten (Bonaire, Eustatius en Saba), is exclusief de gemeentelijke leges en eventuele spoedtoeslagen.

Het BRP-tarief is stabiel gebleven t.o.v. 2018 en 2019.

FTE-totaal

Het aantal FTE neemt in 2020 toe, onder andere als gevolg van de in 2019 in beheer genomen nieuwe taken met betrekking tot brpk en LAA. Naar verwachting zal in 2021 de formatie voltallig zijn op 267 FTE.

Beschikbaarheid

De doelstelling in 2020 met betrekking tot de beschikbaarheid van de diverse ICT-voorzieningen is het halen van de gestelde normen, als opgenomen onder de kwaliteitsindicatoren in bovenstaande tabel.

Klanttevredenheid

Tweejaarlijks vindt er een klanttevredenheidsonderzoek plaats, het eerstvolgende onderzoek staat gepland voor 2019.

Logius

Inleiding

Logius zorgt voor producten en diensten voor de Digitale Overheid. We bieden ICT-oplossingen en standaarden die vrijwel alle overheidsorganisaties gebruiken in hun digitale dienstverlening. Zo helpen we bedrijven, burgers en de overheid om snel, eenvoudig en veilig met elkaar te communiceren. Om dit te bereiken wordt het gesprek gevoerd met eindgebruikers, klanten en opdrachtgevers. Samen zorgen wij voor een digitale overheid die werkt voor iedereen en doen dit volgens onze kernwaarden betrouwbaar, vakkundig én in eenvoud.

Onze toegevoegde waarde

Het merendeel van de voorzieningen die bij Logius in beheer zijn valt onder de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) van de Nederlandse overheid. We passen deze voorzieningen aan met oog voor de eindgebruiker op een manier die past bij het tempo van een samenleving die nooit stilstaat. Dit doet Logius door:

  • Regie te voeren op de samenhang binnen de generieke digitale infrastructuur en besluitvorming daarover, met oog voor de eindgebruikers.

  • Ondersteunen bij een heldere afweging hoe publieke organisaties middelen voor de digitale overheid het beste kunnen in zetten.

  • Standaard voorzieningen te leveren voor de digitale overheid en het bundelen van kennis en expertise op dit gebied voor efficiënte dienstverlening. Publieke organisaties kunnen zich zo maximaal richten op hun kerntaken.

Dienstverlening

Logius biedt dienstverlening op de volgende gebieden:

  • Toegang: Logius biedt inlogmethodes waardoor mensen en organisaties veilig toegang krijgen tot de digitale overheid.

  • Standaarden en stelsels: Via standaarden en stelsels zorgt Logius voor eenduidigheid, herbruikbaarheid en generieke oplossingen binnen de digitale overheid.

  • Gegevensuitwisseling: Logius biedt oplossingen voor elektronisch berichtenverkeer tussen overheden en hun ketenpartners. Dit maakt het ontsluiten en beschikbaar stellen van gegevens mogelijk én hierdoor wordt informatie maar één keer aangeleverd.

Logius zorgt ervoor dat de voorzieningen voor de Digitale Overheid steeds meer in samenhang worden ontwikkeld. Functionaliteiten voor burgers en bedrijven worden niet vanuit een specifieke voorziening opgebouwd, maar als algemene bouwsteen die voor meer voorzieningen ingezet kan worden. Verder werkt Logius aan de Agenda Digitale Overheid NL DIGIbeter. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan doelgroep verbreding DigiD substantieel. Met dit middel is het mogelijk voor burgers gebruik makend van een smartphone met NFC-technologie, hun DigiD account te versterken naar het niveau Substantieel.

Organisatieontwikkeling

Hoofdtaak van Logius is de continuïteit leveren in voorzieningen voor de Digitale Overheid. Dit doet Logius, samen met haar stakeholders, in een complexe, veranderlijke en beperkt voorspelbare omgeving. Wij willen hier vanuit onze rol aan bijdragen door de organisatie en werkwijze steeds aan te passen, zodat we efficiënte, wendbare en robuuste dienstverlening leveren. De introductie van de Agile/SAFe werkwijze binnen Logius zorgt daarbij voor de optimale samenwerking met onze stakeholders. Een hierop afgestemde nieuwe organisatievorm en werkwijze is per 1 januari 2019 binnen Logius ingevoerd. In 2020 willen we verder investeren in deze nieuwe werkwijze die meer flexibiliteit oplevert.

Staat van baten en lasten
Tabel 31 Begroting van baten-lastenagentschap Logius voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

Omzet

178.472

228.779

221.267

193.568

188.742

184.696

185.090

- Omzet moederdepartement

70.907

26.471

46.720

44.303

43.199

42.273

42.363

- Omzet overige departementen

87.486

153.580

142.582

121.301

118.277

115.741

115.988

- Omzet derden

20.079

48.728

31.965

27.964

27.266

26.682

26.739

Vrijval voorzieningen

65

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

492

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

179.029

228.779

221.267

193.568

188.742

184.696

185.090

Lasten

Apparaatskosten

177.205

228.368

220.867

192.768

187.142

182.236

182.630

- personele kosten

54.667

53.613

61.143

59.175

57.168

55.162

55.191

- waarvan eigen personeel

26.541

29.967

33.074

35.934

38.793

41.653

41.653

- waarvan externe inhuur

26.416

21.394

25.592

20.702

15.812

10.921

10.921

- waarvan overige personele kosten

1.711

2.252

2.477

2.539

2.563

2.588

2.617

- materiële kosten

122.538

174.755

159.724

133.593

129.974

127.074

127.439

- waarvan apparaat ICT

3.648

3.500

5.576

5.894

6.137

6.395

6.668

- waarvan bijdrage aan SSO's

131

200

137

145

152

160

167

- waarvan overige materiële kosten

118.759

171.055

154.011

127.554

123.685

120.519

120.604

Afschrijvingskosten

406

410

400

800

1.600

2.460

2.460

- materieel

406

410

400

400

0

0

0

- waarvan apparaat ICT

4

0

0

0

0

0

0

- immaterieel

0

0

0

400

1.600

2.460

2.460

Dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

0

1

0

0

0

0

0

Totaal lasten

177.611

228.779

221.267

193.568

188.742

184.696

185.090

Saldo van baten en lasten

1.418

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement, overige departementen en derden

De begrote omzet voor 2020 is € 221 mln. en is circa € 42 mln. hoger dan realisatie 2018 en circa € 8 mln. lager dan begroting 2019. Logius brengt kostendekkende tarieven in rekening. De omzetstijging in 2020 ten opzichte van 2018 komt met name door een stijging in de materiële kosten. Deze kosten stijgen in 2020 met name door een uitbreiding van het betrouwbaarheidsniveau DigiD, door een groei in investeringsprogramma’s en door opname van kosten voor de aanbesteding, migratie en transitie van enkele grote contracten in het kader van infrastructuur, middleware en applicatiesoftware. Verder stijgen de kosten voor apparaat ICT door een toename van intern personeel. Ten opzichte van begroting 2019 daalt de omzet. Dit komt met name doordat in 2019 rekening is gehouden met hogere kosten voor aanbesteding, migratie en transitie van enkele grote contracten dan in jaar 2020.

Onderstaande tabel geeft de omzetverdeling 2020 weer van de voorzieningen en de programma’s.

Tabel 32 Voorzieningen en programma's (bedragen x € 1.000)

OW2020

Moederdepartement

Overige departementen

Derden

Stelselvoorzieningen

15.044

527

12.214

2.303

Samenwerkende Catalogi

364

13

295

56

PKIOverheid

1.376

48

1.117

211

Digitoegankelijk

488

17

396

75

Haagse Ring

7.460

633

6.827

Rijksdiensten

1.979

168

1.811

DigiD

42.737

8.984

21.030

12.723

MijnOverheid

33.295

1.108

20.991

11.196

DigiD Machtigen

12.068

12.067

1

Digipoort SBR

27.144

566

23.380

3.198

Digipoort H&T

29.497

29.497

Digipoort FS

1.939

1.673

266

Digipoort OTP

400

400

e-Factureren

4.134

211

3.923

DigiZSM

1.463

1.463

DigiInkoop

4.115

210

3.905

Centrale Catalogi

400

400

Diginetwerk

2.537

108

1.956

473

Toegankelijkheidstool

306

306

e-Herkenning

3.786

3.786

Bureau Forum & Standaardisatie

2.142

1.442

700

Programma eID (BSNk, Routering)

12.227

12.227

Logius Platform

1.200

1.200

DigiD Hoog

1.159

1.159

DigiCampus

1.545

1.545

Uitrol visie Stelseldiensten

797

797

Verbreding DigiD Substantieel

1.850

1.850

Programma Machtigen

7.400

7.400

SBR Verbreding

1.415

1.415

MijnOverheid Regie op Gegevens

1.000

1.000

Totaal

221.267

46.720

142.582

31.965

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De kosten voor eigen personeel zijn gebaseerd op een formatie van 347 fte’s per 31 december 2020. Voor het overige deel aan personele inzet wordt extern ingehuurd. Door de combinatie van organisatorische randvoorwaarden (formatie), arbeidsmarktproblematiek (schaarste op ICT-personeel) en politiek-bestuurlijke urgenties (nieuwe werkzaamheden) maakt dat bij Logius het aandeel externe inhuur hoog is. Daarbij wordt er zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van detacheringen, I-interim en resultaatverplichtingen, waardoor de kosten externe inhuur worden beperkt. Ten opzichte van 2018 is in de personele kosten een stijging van circa € 6 mln. te zien. Dat wordt veroorzaakt door een uitbreiding van intern personeel. Het streven voor de komende jaren is om het aandeel externe inhuur ter verlagen door verambtelijking. Hierdoor is meerjarig een daling te zien in de totale personele kosten.

Materiële kosten

De materiële kosten van € 160 mln. bestaan voor het grootste deel uit contractkosten voor de dienstverlening van Logius, zoals deze zijn opgenomen bij de omzet. Deze kosten vallen onder overig materieel en bestaan uit kosten voor leveranciers die zorgen voor o.a. applicatiebeheer, infrastructuurbeheer en hosting van de producten. Daarnaast vallen hieronder de contractkosten voor bedrijfsvoering. Een klein deel van de materiële kosten, de kantoorautomatisering en huisvesting, valt onder apparaat ICT en bijdrage SSO’s. De afschrijvingen betreffen afschrijvingskosten voor de investeringen uit 2016 van de migratie van de Digipoort. In de cijfers is rekening gehouden met de overgang van Digipoort Handel &Transport naar de Belastingdienst. Daardoor is vanaf jaar 2021 een daling te zien in de materiële kosten.

Kasstroomoverzicht
Tabel 33 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap Logius voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

65.643

48.000

48.000

50.000

56.000

60.300

60.300

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

192.087

228.779

221.267

193.568

188.742

184.696

185.090

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 189.650

‒ 228.379

‒ 222.997

‒ 199.168

‒ 191.442

‒ 182.236

‒ 182.630

2.

Totaal operationele kasstroom

2.437

400

‒ 1.730

‒ 5.600

‒ 2.700

2.460

2.460

-/- totaal investeringen

0

0

2.000

6.000

4.300

0

0

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

0

0

2.000

6.000

4.300

0

0

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

‒ 410

‒ 400

‒ 270

‒ 400

‒ 1.600

‒ 2.460

‒ 2.460

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

2.000

6.000

4.300

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 410

‒ 400

1.730

5.600

2.700

‒ 2.460

‒ 2.460

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)1

67.670

48.000

50.000

56.000

60.300

60.300

60.300

X Noot
1

Maximale roodstand is € 0,5 mln.

Toelichting

Investeringskasstroom/financieringskasstroom

In 2020 vindt de bouw plaats van de nieuwe Digipoort. Het huidig uitgangspunt is dat de kosten als immateriële vaste activa geactiveerd worden. In de begroting is daarvoor een investering opgenomen van € 2,0 mln. In 2021 en 2022 wordt respectievelijk € 6,0 mln. en € 4,3 mln. geïnvesteerd. Voor het financieren van de uitgaven wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 34 Overzicht doelmatigheidsindicatoren Logius

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Omschrijving generiek deel

Verloop kostprijs (basisjaar 2017 = 100)

99

99

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Verloop kostprijs MijnOverheid

€ 0,38

€ 0,44

€ 0,40

€ 0,40

€ 0,40

€ 0,40

€ 0,40

Verloop kostprijs DigiD

€ 0,10

€ 0,12

€ 0,14

€ 0,14

€ 0,14

€ 0,14

€ 0,14

Verloop kostprijs DigiD Machtigen

n.v.t.

€ 0,71

€ 0,73

€ 0,73

€ 0,73

€ 0,73

€ 0,73

Verloop tarieven (basisjaar 2011 = 100)

94

94

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Verloop uurtarief

n.v.t.

n.v.t.

83,14

80,27

77,39

74,51

74,51

Totale omzet Logius

€ 179 mln.

€ 229 mln.

€ 221 mln.

€ 194 mln.

€ 189 mln.

€ 185 mln.

€ 185 mln.

Omzet per cluster (in %):

Gegevensuitwisseling

n.v.t.

n.v.t.

36%

27%

27%

27%

27%

Identificatie & Autorisatie

n.v.t.

n.v.t.

37%

43%

43%

43%

43%

Infrastructuur

n.v.t.

n.v.t.

3%

4%

4%

4%

4%

Interactie

n.v.t.

n.v.t.

15%

18%

18%

18%

18%

Overig

n.v.t.

n.v.t.

8%

9%

9%

9%

9%

FTE overhead

30%

30%

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

FTE externe inhuur

n.v.t.

n.v.t.

31%

25%

19%

13%

13%

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

306 fte

356 fte

347

377

407

437

437

Saldo van baten en lasten

0,79%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Ziekteverzuim

n.v.t.

n.v.t.

2,3%

2,3%

2,3%

2,3%

2,3%

Klanttevredenheid (KTO)

uitgevoerd

n.v.t.

gepland

n.v.t.

gepland

n.v.t.

gepland

Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO)

n.v.t.

n.v.t.

gepland

n.v.t.

gepland

n.v.t.

gepland

Benchmark

uitgevoerd

n.v.t.

gepland

gepland

gepland

gepland

gepland

Omschrijving specifiek deel

DigiD

*Aantal DigiD authenticaties

308 mln.

341 mln.

317 mln.

317 mln.

317 mln.

317 mln.

317 mln.

MijnOverheid

* Aantal berichten

82 mln.

106 mln.

83 mln.

83 mln.

83 mln.

83 mln.

83 mln.

Digipoort (OTP)

* Aantal berichten via Digipoort

184 mln.

169 mln.

197 mln.

67 mln.

67 mln.

67 mln.

67 mln.

* Doorlooptijd 1e lijns vraagbeantwoording

96% 48 uur

90% 24 uur

80% in 48 uur

80% in 48 uur

80% in 48 uur

80% in 48 uur

80% in 48 uur

Serviceniveau beschikbaarheid MijnOverheid

n.v.t.

n.v.t.

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

98,0%

Serviceniveau beschikbaarheid DigiD

n.v.t.

n.v.t.

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

2020

Toelichting

Kostprijzen per product

Verloop kostprijs: deze doelmatigheidsindicator is gebaseerd op het gemiddelde verloop van de kosten van de transactiegerichte voorzieningen MijnOverheid, DigiD en DigiD Machtigen. Bij MijnOverheid wordt de kostprijs berekend door de kosten te delen door het aantal berichten. Bij DigiD wordt de kostprijs berekend door de kosten te delen door het aantal authenticaties. Kostprijs DigiD stijgt van 2018 tot 2020 door het verhogen van het beveiligingsniveau in het kader van misbruik- en fraudebestrijding. Bij DigiD Machtigen wordt de kostprijs berekend door de kosten te delen door het aantal machtigingen.

Uurtarief

Het uurtarief is gebaseerd op de som van de loonkosten intern personeel en kosten externe inhuur gedeeld door het totaal aantal productieve uren.

Omzet naar clusters

De omzet is ingedeeld naar clusters. Daarbij is aansluiting gezocht bij de indeling van de klantraden.

FTE externe inhuur

Deze doelmatigheidsindicator geeft het aantal FTE externe inhuur ten opzichte van het totaal aantal FTE weer. Het streven is om het percentage externe inhuur te verlagen naar 13% in 2024.

Ziektevezuim

De norm betreft de Verbaannorm.

Klanttevredenheid

Tweejaarlijks organiseert Logius een onderzoek naar klanttevredenheid met betrekking tot de dienstverleningsprestaties. De doelstelling is een minimale score van 7 te halen.

Medewerkertevredenheid

Tweejaarlijks organiseert het moederdepartement een onderzoek naar de medewerkertevredenheid. De uitkomsten worden op onderdelen van het departement vergeleken en tevens middels een benchmark op de publieke taak.

Benchmark

Het algemene beleid van Logius is om elk jaar de Rijksbrede Benchmark uit te voeren. Benchmarking is voor Logius een methode om op een objectieve wijze inzicht te verkrijgen in de marktconformiteit van haar dienstverlening, die van haar externe leveranciers en transparantie van de dienstverlening.

Aantal DigiD authenticaties

Het aantal authenticaties 2020 betreft een opgave van de afnemers, hierin zitten ook de DigiD authenticaties voor het inloggen bij MijnOverheid. De prognose voor 2020 is hoger dan realisatie 2018. Meerjarig is de prognose 2020 gehanteerd.

Aantal berichten MijnOverheid

Het aantal berichten 2020 betreft een opgave van de afnemers. De prognose voor 2020 is hoger dan realisatie 2018. Meerjarig is de prognose 2020 gehanteerd.

Aantal berichten via Digipoort

De prognose voor 2020 is €197 mln. Vanaf jaar 2021 is domein Handel en Transport niet meer in beheer bij Logius, daardoor is een daling in het aantal berichten zichtbaar.

P-Direkt

Inleiding

P-Direkt levert voor circa 130.000 medewerkers en managers, werkzaam binnen de Rijksoverheid, moderne, efficiënte, betrouwbare en direct toegankelijke administratieve dienstverlening voor personeelszaken. De salarisbetaling en informatievoorziening zijn belangrijke eindproducten. Onze dienstverlening wordt gewaardeerd met minimaal een 7.

P-Direkt hanteert de volgende kernwaarden: Betrouwbaar, Efficiënt, Klantgericht en Innovatief (BEKI).

De doelstellingen voor 2020 en verder

Ontwikkelingen in de rechtspositie

P-Direkt is betrouwbaar en volgt de veranderingen in de wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden en voert die waar nodig door in de dienstverlening. Zo wordt de Wet normalisering rechtpositie ambtenaren (Wnra) van kracht en verandert de rechtspositie van de (Rijks)ambtenaar per 1 januari 2020. Ook wordt dan een individueel keuzebudget ingevoerd. P-Direkt zal de dienstverlening hierop vanaf 2020 leveren.

Efficiency bij P-Direkt en voor de keten

Snel en met een hoge mate van kwaliteit, dit is wat men van P-Direkt mag verwachten. P-Direkt besteedt veel aandacht en zorg aan een zo efficiënt mogelijke dienstverlening, waarbij niet alleen wordt gedacht aan het werk dat de organisatie zelf uitvoert, maar ook te zorgen dat de gebruikers sneller hun informatie vinden en met minder inspanning hun administratieve personeelszaken uitvoeren. Ook Rijksbreed kunnen zaken slimmer worden geregeld. Zo levert P-Direkt in 2020 een rijksbrede roosterapplicatie op.

Ontwikkelingen gaan steeds sneller

De omgeving verandert snel. P-Direkt staat als een huis en kan daarom een rol spelen in de doorontwikkeling van de bedrijfsvoering van en voor het Rijk. P-Direkt kan, met zijn HR-expertise, organisaties ondersteunen in de bedrijfsprocessen op basis van e-HRM dienstverlening en zal als volwassen HR-uitvoeringsorganisatie beleidskeuzes agenderen. In 2020 presenteert P-Direkt een nieuw Masterplan 2020-2025. Omdat veranderingen steeds sneller gaan bevat het plan vooral de kaders, waarbinnen de dienstverlening van P-Direkt zich verder ontwikkelt en waarbij de (BEKI) kernwaarden het uitgangspunt blijven.

Samenwerking met de bedrijfsketen

P-Direkt zal de modernisering van haar dienstverlening zodanig vormgeven dat, met de opgedane HR-expertise, de HR-processen rijksbreed kunnen worden ondersteund op basis van e-HRM dienstverlening. P-Direkt werkt hierin samen met de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk en de uitvoeringsorganisaties Rijkswaterstaat, de Belastingdienst en de Dienst Justitiële Instellingen.

P-Direkt werkt samen met de rijksbrede facilitaire en ICT-dienstverleners aan oplossingen die zorgen voor betere processen rondom de onboarding van medewerkers, waarbij P-Direkt als uitvoerder bijvoorbeeld kan zorgen voor signalen naar diverse verstrekkers van bedrijfsvoeringsmiddelen (zoals telefoon en laptop) en bij vertrek voor de inname van deze middelen.

Verbetering Informatievoorziening vanuit «veilige haven»

Voor de verbetering en vernieuwing van de informatievoorziening voert P-Direkt de nodige vernieuwingen door aan de 'achterkant van het systeem', die ervoor zorgen dat het portaal en de bijbehorende informatievoorziening steeds sneller wordt en dat nieuwe functionaliteiten makkelijker kunnen worden ingepast.

Er wordt een bijdrage geleverd aan het meer datagedreven werken van de overheid. Het geheel ondersteunt de ministeries in de groei van kennis en toepassingen op gebied van HR-analytics.

P-Direkt wil de «veilige haven» zijn voor de privacy van en voor het Rijk, die de data van de medewerkers voor zowel de HR-administratie als de Identiteit borgt. Daarmee vervolmaakt P-Direkt de creatie van één ICT e-HRM huis.

Staat van baten en lasten
Tabel 35 Begroting van baten-lastenagentschap P-Direkt voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

Omzet

92.446

98.656

100.386

100.114

97.999

97.141

96.293

- Omzet moederdepartement

87.873

89.826

90.788

91.602

90.245

89.387

88.541

- Omzet overige departementen

4.563

8.830

9.598

8.512

7.754

7.754

7.752

- Omzet derden

10

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

556

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

168

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

93.170

98.656

100.386

100.114

97.999

97.141

96.293

Lasten

Apparaatskosten

78.522

86.871

91.897

93.701

91.895

89.988

87.943

- personele kosten

47.425

50.118

52.877

54.727

53.105

51.459

49.326

- waarvan eigen personeel

38.846

42.166

44.121

45.121

43.706

42.791

41.376

- waarvan externe inhuur

7.931

6.717

7.463

8.313

8.133

7.430

6.739

- waarvan overige personele kosten

648

1.235

1.293

1.293

1.266

1.238

1.211

- materiële kosten

31.097

36.753

39.020

38.974

38.790

38.529

38.617

- waarvan apparaat ICT

6.228

11.109

9.831

9.785

9.954

10.045

10.485

- waarvan bijdrage aan SSO's

22.284

23.394

27.002

27.002

26.693

26.384

26.075

- waarvan overige materiële kosten

2.585

2.250

2.187

2.187

2.143

2.100

2.057

Afschrijvingskosten

13.667

11.445

8.489

6.413

6.104

7.153

8.350

- materieel

233

95

150

150

150

150

150

- waarvan apparaat ICT

38

95

150

150

150

150

150

- immaterieel

13.434

11.350

8.339

6.263

5.954

7.003

8.200

Dotaties voorzieningen

323

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

652

340

0

0

0

0

0

Totaal lasten

93.164

98.656

100.386

100.114

97.999

97.141

96.293

Saldo van baten en lasten

6

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet Moederdepartement

De structurele budgettaire reeksen van de ministeries voor de P-Direkt basisdienstverlening zijn overgeheveld naar de begroting van BZK. De ministeries ontvangen geen factuur meer voor de basisdienstverlening. Met het overhevelen van deze budgetten voor P-Direkt naar de begroting van BZK, is de opdrachtgeversrol van de ministeries centraal neergelegd bij de centraal opdrachtgever BZK.

De omzet stijgt in 2020 ten opzichte van 2019 door een stijging van de aantallen medewerkers bij de departementen en in het bijzonder bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vanwege de aansluiting van de Rijks Schoonmaak Organisatie (RSO) en de aansluiting van de Raad van State op de (volledige) dienstverlening.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De stijging van de kosten van eigen personeel is het gevolg van extra benodigde IT-kennis door de hoeveelheid IT-ontwikkeling, de gestegen complexiteit van de systemen, de intensivering van het systeemonderhoud (meer kort cyclische vernieuwing) en de hogere aantallen individuele arbeidsrelaties (IAR’s).

Materiële kosten

De kosten stijgen door de hogere kosten van de dienstverlening housing & hosting van de apparatuur en indirect als gevolg van de gestegen formatie door de transitie van grote systeemvervanging naar kort cyclische vernieuwing.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten bestaan uit afschrijvingen van de investeringen in de immateriële en materiële vaste activa. Het betreft onder andere de P-Direkt-systemen Payroll, het Portaal, het HR-registratiesysteem, het Electronisch personeelsarchief en het contact center/Optimaal Verbinden.

De komende jaren worden de systemen gemoderniseerd. De afschrijvingslast zal, door minder grootschalige bouw, structureel op een lager niveau liggen, maar daar staat tegenover dat het kort cyclisch onderhoud en beheer intensiever zal worden.

Kasstroomoverzicht
Tabel 36 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap P-Direkt voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

14.143

3.919

8.400

9.222

7.658

5.927

4.985

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

102.126

98.656

100.386

100.114

97.999

97.141

96.293

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 80.204

‒ 87.211

‒ 91.897

‒ 93.701

‒ 91.895

‒ 89.988

‒ 87.943

2.

Totaal operationele kasstroom

21.922

11.445

8.489

6.413

6.104

7.153

8.350

-/- totaal investeringen

‒ 3.811

‒ 8.095

‒ 8.095

‒ 8.095

‒ 8.095

‒ 8.095

‒ 8.095

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 3.811

‒ 8.095

‒ 8.095

‒ 8.095

‒ 8.095

‒ 8.095

‒ 8.095

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

‒ 733

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

‒ 11.122

‒ 10.222

‒ 7.572

‒ 7.882

‒ 7.740

‒ 8.000

‒ 8.000

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 11.855

‒ 2.222

428

118

260

0

0

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)1

20.399

5.047

9.222

7.658

5.927

4.985

5.240

X Noot
1

Maximale roodstand is € 0,5 mln.

Toelichting

Investeringskasstroom

In 2020 verwacht P-Direkt door te gaan met de transitie naar SAP HANA, een in-memory data- en applicatieplatform, die de basis vormt voor de verdere ontwikkelingen rondom informatievoorziening en de vervanging van software die aan het eind van de levensduur is.

Verder wordt gestart met het inrichten van nieuwe koppelvlakken en een nieuw integratieplatform. In de loop van 2020 en 2021 kan hierop nieuwe tooling aansluiten voor complexe klantvragen en tooling voor informatievoorziening en HR analytics.

Beroep op de leenfaciliteit

Voor 2020 en volgende jaren wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit voor de modernisering van de ICT-technologie. De leningen worden bij aanvang van de dienstverlening of bij oplevering van het gerealiseerde actief in vijf jaar afgelost en afgeschreven.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 37 Overzicht doelmatigheidsindicatoren P-Direkt

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Omschrijving generiek deel

Kostprijzen per product (groep) (x € 1)

697

689,6

687,6

680,7

673,9

667,1

660,4

Verloop tarief (basisjaar 2011=100)

121,2

119,9

119,6

118,4

117,2

116,0

114,9

Aantal individuele arbeidsrelaties (IAR)

126.812

128.630

132.196

132.196

132.196

132.196

132.196

Totale omzet basisdienstverlening (x € 1.000)

84.643

84.126

87.344

86.467

85.603

84.740

83.889

Totale omzet overige + projecten (x € 1.000)

7.803

14.530

13.042

13.647

12.396

12.401

12.404

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

606,9

622

636

636

622,5

609

595,5

Saldo van baten en lasten (%)

0,01%

0

0

0

0

0

0

Medewerkerstevredenheid

7

7

7

7

7

7

7

Omschrijving specifiek deel ICT-diensten

Gebruikerstevredenheid:

De mate waarin de gebruiker tevreden is over de dienstverlening

7,3

>7

>7

>7

>7

>7

>7

Tijdige afhandeling wijzigingen:

P-Direkt heeft de opdracht verwerkt voor afgesproken salarisbetaling

93,10%

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

P-Direkt handelt de aangeboden «kritische mutatieopdrachten binnen 5 werkdagen af (aanstelling, overplaatsing, ontslag)

89,20%

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Tijdige afhandeling vragen, klachten, wijzigingen en documenten:

P-Direkt beantwoordt vragen en klachten binnen 5 werkdagen.

ng

90%

90%

90%

90%

90%

90%

P-Direkt verwerkt wijzigingen binnen 5 werkdagen.

ng

90%

90%

90%

90%

90%

90%

P-Direkt archiveert documenten binnen 10 werkdagen.

ng

90%

90%

90%

90%

90%

90%

De gemiddelde wachttijd per dag aan de telefoon is maximaal 45 seconden.

ng

45 sec

45 sec

45 sec

45 sec

45 sec

45 sec

Vraagafhandeling contactcenter:

P-Direkt handelt de vragen die per telefoon, email of post binnenkomen binnen 5 werkdagen af

92,00%

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Klachtbehandeling: P-Direkt handelt de klachten volgens de klachtenprocedure binnen 5 dagen inhoudelijk af

82,80%

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Responsetijden Contactcenter: het percentage gesprekken waarbij de responstijd om de telefoon op te nemen minder is dan 60 seconden (na keuzemenu)

80,40%

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Beschikbaarheid systeem:

Het P-Direktportaal is zeven dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar.

99,50%

98%

98%

98%

98%

98%

98%

Wet en regelgeving up to date. Men kan wijzigingen in de wet- en regelgeving binnen 2 weken na publicatie in de Staatscourant op het Rijksportaal Personeel raadplegen

100,00%

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Bereikbaarheid:

Het contactcenter is bereikbaar van 8.00 uur tot 22.00 uur.

ng

98%

98%

98%

98%

98%

98%

Betrouwbaarheid:

P-Direkt zorgt voor volledige en tijdige dataleveringen via interfaces.

99,40%

98%

98%

98%

98%

98%

98%

P-Direkt verwerkt wijzigingen op een juiste manier.

99,20%

98%

98%

98%

98%

98%

98%

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

2022

Toelichting

Algemeen

P-Direkt streeft naar operational excellence waarbij maximaal wordt afgestemd op de behoefte van de gebruiker. P-Direkt zet methodes in als Lean en Agile/Scrum om te zorgen voor een organisatie die in staat is (continue) kort cyclisch verbeteringen (continue) doorvoeren voor onze klant en processen.

P-Direkt werkt met een Producten- en dienstengids (PDG) inclusief servicelevels. In de PDG zijn de verschillende diensten en activiteiten, leveringsvoorwaarden en de kwaliteitsborging vastgelegd die de ministeries van P-Direkt kunnen verwachten.

Generiek deel

P-Direkt realiseert jaarlijks goedkopere basisdienstverlening: tot en met 2018 1,5% per jaar, voor 2019 en verder 1% per jaar.

P-Direkt heeft ook in 2020 weer de ambitie om minimaal 1% op de totale kosten van de uitvoering te besparen. Een groot deel van de kosten van P-Direkt zit in vaste kosten zoals ICT-hardware en software en huisvestingkosten. Om deze ambitie te realiseren is het daarom nodig om per jaar 3% te besparen op de inzet van medewerkers op het contact center.

P-Direkt operationaliseert dat in 2020 door met de inzet van Lean en agile werken de processen en techniek te verbeteren en de overname van administratieve handelingen door bijvoorbeeld de inzet van robotisering.

Specifiek deel ICT diensten

P-Direkt verantwoordt zich naar de centraal opdrachtgever, respectievelijk de achterliggende departementen, door een aantal servicelevels op de dienstverlening en beschikbaarheid/ bereikbaarheid.

Onze servicelevels gelden voor het hele jaar en zijn voor alle klanten hetzelfde. De servicelevels zijn geen doel op zich, maar minimale normen. P-Direkt informeert de stakeholders periodiek over de servicelevels. De behaalde servicelevels worden drie keer per jaar in het bestuurlijk overleg (BO) besproken. Het BO kent naast de directeur P-Direkt (de opdrachtnemer) de volgende deelnemers: de gedelegeerd eigenaar, de centraal opdrachtgever (CO), de financieel deskundige en een vertegenwoordiging van de afnemers.

Inhoudelijk zijn deze servicelevels sinds 2010 grotendeels ongewijzigd gebleven. Door alle ontwikkelingen in ons takenpakket, maar ook de huidige professionele sturingsbeginselen en verbetering op meetmethoden, sluiten deze servicelevels niet meer goed aan. Om die reden is in juni 2018 in overleg met de CO, de interdepartementale commissie organisatie- en personeelsbeleid (ICOP) en het BO gekozen voor een nieuw stelsel van servicelevels. Hierin staan de maandelijks gemeten gebruikerstevredenheid en een aantal daarvan afgeleide servicelevels centraal.

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

Inleiding

Als Rijksbrede dienstverlener werkt de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) elke dag aan het beter, sterker en slimmer maken van het Rijk. UBR doet dit door (kennisintensieve) dienstverlening te leveren op het gebied van ICT, personeel, organisatie, inkoop, overheidspublicaties, beveiliging en logistiek. Zo levert UBR op de verschillende terreinen advies-, transitie-, innovatiediensten en is UBR expert in (rijks)beveiliging en in het afhandelen van koeriers- en transportdiensten.

Onze partners en de opgaven waar ze voor staan zijn continu én in een hoog tempo in beweging. De ontwikkelingen op het terrein van digitalisering en IT-kennis is hier een sprekend voorbeeld van. Om te kunnen blijven bijdragen aan de opgaven waar onze partners voor staan, is het nodig UBR op een aantal punten door te ontwikkelen.

UBR kiest voor focus en samenhang in de doorontwikkeling van haar portfolio door te gaan richten op hoogwaardige, kennisintensieve dienstverlening op het terrein van ICT, Personeel, Organisatie en Inkoop. Voor dienstverlening die nu is ondergebracht bij UBR, maar niet meer past binnen de focus van de doorontwikkeling van het portfolio, worden passende landingsplekken verkend. Op dit moment is de dienstverlening op het gebied van rijksbeveiliging en logistiek hier het meest prominente voorbeeld van.

UBR focust op het exploitabel maken van technologische ontwikkelingen, innovatieve dienstverleningsconcepten en nieuwe manieren van werken. Daarmee draagt UBR bij aan het invullen van politiek-bestuurlijke ambities en Rijksbrede prioriteiten. Zo helpt UBR het Rijk bij haar ICT opgaven door tijdelijke expertise te leveren en kennis uit te wisselen. Niet alleen levert UBR interim capaciteit, ook zoeken wij een duurzame oplossing voor het groeiend tekort aan ICT-personeel met de opbouw van het RijksICTGilde voor schaarse hoogwaardig technische ICT-capaciteit van de Rijksoverheid en het programma Rijksaanpak HR-ICT. Belangrijk onderdeel van het HR-ICT programma zijn onderstaande traineeships:

  • Rijks ICT Trainee Pool (RiTP);

  • Rijksdata Traineeship (RDTP);

  • Rijkscybersecurity Traineeship (RCSTP).

Het programma is gestart als onderdeel van de Innovatieagenda Bedrijfsvoering Rijk en draagt bij aan de rapporten ‘Maak waar’ en het vervolg daarop ‘Aan de Slag’. Dit programma is vanaf 2018 uitgevoerd in opdracht van DGOO/CIO-Rijk.

Daarnaast draagt UBR bij aan de arbeidsmarktopgaven van de maatschappij en het Rijk voor mensen met een arbeidsbeperking. Zo is UBR eind 2016 met de programmaorganisatie Binnenwerk gestart. Deze organisatie creëert banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor rijksonderdelen verzorgt Binnenwerk het werven, begeleiden en organiseren van banen. Het programma Binnenwerk geeft invulling aan de Wet Arbeidsparticipatie en het convenant Banenafspraak. Het programma wordt gefinancierd vanuit deelnemende organisaties.

De activiteiten van UBR worden bekostigd uit de omzet gebaseerd op aan afnemers geleverde producten en diensten tegen jaarlijks vastgestelde tarieven (veelal p x q). Het onderdeel Personeel i.o. heeft een belangrijk deel van haar dienstverlening budgetgefinancierd op basis van het doorberekenen van de jaarlijkse kosten naar rato van het aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) bij de betreffende departementen.

Staat van baten en lasten
Tabel 38 Begroting van baten-lastenagentschap UBR voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

Omzet

238.808

248.788

266.379

273.379

273.379

273.379

273.379

- Omzet moederdepartement

75.653

71.457

75.608

76.808

76.808

76.808

76.808

- Omzet overige departementen

156.087

170.287

183.586

189.386

189.386

189.386

189.386

- Omzet derden

7.068

7.044

7.185

7.185

7.185

7.185

7.185

Vrijval voorzieningen

44

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

9

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

238.861

248.788

266.379

273.379

273.379

273.379

273.379

Lasten

Apparaatskosten

232.415

247.250

264.841

271.841

271.841

271.841

271.841

- personele kosten

148.063

159.432

172.935

178.885

178.885

178.885

178.885

- waarvan eigen personeel

121.720

135.334

147.774

152.674

152.674

152.674

152.674

- waarvan externe inhuur

22.574

16.599

15.483

15.483

15.483

15.483

15.483

- waarvan overige personele kosten

3.769

7.499

9.678

10.728

10.728

10.728

10.728

- materiële kosten

84.352

87.818

91.906

92.956

92.956

92.956

92.956

- waarvan apparaat ICT

8.875

3.437

3.641

3.641

3.641

3.641

3.641

- waarvan bijdrage aan SSO's

16.676

17.418

19.724

20.774

20.774

20.774

20.774

- waarvan overige materiële kosten

58.801

66.963

68.541

68.541

68.541

68.541

68.541

Afschrijvingskosten

2.436

1.536

1.536

1.536

1.536

1.536

1.536

- materieel

426

307

307

307

307

307

307

- waarvan apparaat ICT

18

67

67

67

67

67

67

- immaterieel

2.010

1.229

1.229

1.229

1.229

1.229

1.229

Dotaties voorzieningen

3.795

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

1

2

2

2

2

2

2

Totaal lasten

238.647

248.788

266.379

273.379

273.379

273.379

273.379

Saldo van baten en lasten

214

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van UBR is een kostendekkende exploitatie. Bij het opstellen van de begroting 2020 is uitgegaan van de 2019 tarieven, geïndexeerd (2%) met een gewogen loon- en prijsontwikkeling. In de jaren vanaf 2021 is geen rekening gehouden met een indexatie voor loon- en prijsontwikkeling. Ingeval van (momenteel nog onvoorziene) grote structurele prijsstijgingen van toeleveranciers berekent UBR dit door in de betreffende tarieven.

Baten

Omzet

Hieronder zijn de begrote omzetcijfers voor 2020 per organisatieonderdeel (afgerond op miljoenen euro’s) weergegeven:

  • UBR|Rijks Beveiligings Organisatie (RBO) € 78 mln.

  • UBR|Interdepartementale Post en Koeriersdienst (IPKD) € 16 mln.

  • UBR|Haagse Inkoop Samenwerking (HIS) € 13 mln.

  • UBR| Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) € 17 mln.

  • UBR|I-Interim Rijk (IIR) € 31 mln.

  • UBR|Organisatie i.o. € 13 mln.

  • UBR|Personeel i.o. € 55 mln.

  • UBR|Ontwikkelbedrijf (OW) € 39 mln.

  • UBR|Bedrijfsvoering & Financiën/Concernstaf (Bv&F/CS) € 4 mln.

Voor UBR|HIS geldt een daling als gevolg van overheveling van categoriemanagement IWR naar het Ministerie van EZK. De groei van de activiteiten bij UBR|OW als gevolg van de verdere uitrol van het ICT-traineeship leidt vanaf september 2019 tot een hogere omzet:

  • in 2019 een toename van de omzet van € 3 mln. (reeds verwerkt in de 1e suppletoire begroting 2019);

  • in 2020 een toename van de omzet van € 10 mln.;

  • in 2021 een toename van de omzet van € 7 mln.

Lasten

De ontwikkeling van de lasten is gerelateerd aan de omzetontwikkelingen bij de organisatieonderdelen van UBR.

Apparaatskosten

Personele kosten

De ontwikkeling van de kosten eigen personeel is met name een gevolg van de ontwikkeling in de groei van de activiteiten bij UBR|OW en door generieke loonontwikkeling. De externe inhuur voor UBR komt naar verwachting uit op € 15,5 mln. in 2020. Om de flexibiliteit in de vraag te kunnen opvangen huurt UBR|Personeel i.o. arbeidsjuristen in en UBR|HIS inkoopdeskundigen. De overige externe inhuur bij UBR|Personeel hangt samen met het business model bij het onderdeel Workflow en de dienstverlening op gebied van recruitment, waarbij gewerkt wordt met een kleine vaste bezetting en aangevuld met een grote flexibele schil van zzp-ers conform afspraken in het Interdepartementale Commissie Organisatie en Personeel.

Materiële kosten

De ontwikkeling van de materiële kosten is gerelateerd aan de omzetontwikkeling bij de organisatieonderdelen van UBR.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn met name immaterieel en betreffen de geactiveerde investeringen in het klantvolgsysteem InBeeld van UBR|Personeel i.o. en de geactiveerde investeringen in het financiële systeem voor UBR en een aantal collega-SSO’s.

Kasstroomoverzicht
Tabel 39 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap UBR voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

4.508

7.404

36.252

37.208

38.165

39.122

40.078

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

297.662

254.731

272.322

279.322

279.322

279.322

279.322

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 269.294

‒ 252.774

‒ 270.365

‒ 277.365

‒ 277.365

‒ 277.365

‒ 277.365

2.

Totaal operationele kasstroom

28.368

1.957

1.957

1.957

1.957

1.957

1.957

-/- totaal investeringen

‒ 938

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

684

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 254

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

2.927

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

‒ 527

‒ 727

0

0

0

0

0

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

1.000

0

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

2.400

273

0

0

0

0

0

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)1

35.022

8.634

37.208

38.165

39.122

40.078

41.035

X Noot
1

Maximale roodstand is € 0,5 mln.

Toelichting

Het rekening-courantsaldo ultimo 2020 is een resultante van de ontwikkeling van de operationele kasstroom. De investering in de jaren 2020 t/m 2024 betreft voor € 1 mln. overige materiële vaste activa bij organisatieonderdelen van UBR, waaronder reguliere vervanging van bedrijfsmiddelen en vervoersmiddelen voor UBR|IPKD en UBR|Personeel i.o. (bedrijfsmaatschappelijk werk). Voor de financiering van de investeringen zal naar verwachting geen beroep worden gedaan op de leenfaciliteit. Aflossingen vanaf 2020 zijn 0 aangezien de langlopende lening in 2019 volledig is afgelost.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 40 Overzicht doelmatigheidsindicatoren UBR

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Omschrijving generiek deel

Kostprijzen per product(groep) (indexcijfer)

110,1

113,4

117,0

117,0

117,0

117,0

117,0

Tarieven/uur (indexcijfer)

110,2

113,4

117,0

117,0

117,0

117,0

117,0

Omzet per FTE (x € 1.000)

160

144

148

147

147

147

147

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

1.495

1.635

1.796

1.856

1.856

1.856

1.856

Saldo van baten en lasten (%)

0,1%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Kwaliteitsindicator 1 - KTO

n.v.t.

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

Kwaliteitsindicator 2 - MTO

6,8

nvt

7,5

nvt

7,5

nvt

7,5

Werkplezier

6,8

ng

> 7

nvt

> 7

nvt

> 7

Werkdruk

5,6

ng

> 7

nvt

> 7

nvt

> 7

Omschrijving specifiek deel

Tevredenheid dienstverlening:

UBR|Bv&F

7

7

7

7

7

7

7

UBR|EC O&P

n.v.t.

7

7

7

7

7

7

UBR|HIS

8,8

7

7

7

7

7

7

UBR|ICG

8,1

8

8

8

8

8

8

UBR|IIR

ng

8

8

8

8

8

8

UBR|KOOP

ng

7

7

7

7

7

7

UBR|IPKD

ng

7

7

7

7

7

7

UBR|RBO

ng

7

7

7

7

7

7

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

2021

Toelichting

Kostprijzen per product

UBR levert als Shared Service Organisatie vele producten en diensten. Door de diversiteit van producten en diensten en bijbehorende tarieven is gekozen voor een tweetal overall indicatoren voor de integrale kostprijzen en de tarieven. Beide zijn door indexcijfers weergegeven (2011 = 100). Bij de vastgestelde begroting voor 2019 is uitgegaan van een lagere indexatie van de indexcijfers (2,8%) dan uiteindelijk daadwerkelijk is gerealiseerd (3,9%). Rekeninghoudend met de daadwerkelijke indexatie komen beide indexcijfers in 2019 uit op 114,7. Voor 2020 zijn de UBR-tarieven gemiddeld met 2,0% geïndexeerd voor loon- en prijsontwikkeling. Het indexcijfer kostprijs en indexcijfer tarieven komen als gevolg hiervan uit op 117,0 in 2020.

FTE totaal

De toename van het aantal FTE’s in 2020 en 2021 t.o.v. 2019 is vooral een gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening bij UBR|OW.

Groei van UBR is geen doel op zich, UBR zal organisch groeien als gevolg van het vollediger aansluiten van departementen. Hierdoor hoeven de departementen minder in eigen beheer uit te voeren dan wel uit te besteden in de markt.

KTO en tevreden dienstverlening

Als belangrijke graadmeter voor de kwaliteit hanteert UBR de indicator tevredenheid diensteverlening per organisatieonderdeel. De gestelde doelstellingen per organisatieonderdeel resulteren in een totaal gemiddelde klanttevredenheid doelstelling voor UBR van 7,1.

MTO, werkplezier en werkdruk

In 2020 wordt het medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO) weer uitgevoerd. Twee belangrijke indicatoren in het MTO zijn werkplezier en werkdruk. De doelstelling van UBR is om op beide indicatoren een score van 7 of hoger te halen. UBR stelt zich ten doel om voor het gehele MTO een gemiddelde score van 7,5 te realiseren.

FMHaaglanden (FMH)

Inleiding

FMHaaglanden (FMH) is de professionele facilitair dienstverlener voor rijksorganisaties in de Haagse regio. FMH levert werkplekken met faciliteiten die het mogelijk maken dat mensen comfortabel kunnen werken, met aandacht voor service in nabijheid, klanttevredenheid en eenvoud in bekostiging en aansturing. Alle dienstverlening wordt gecontracteerd en geregisseerd en in samenhang op en rond de werkomgeving aangeboden.

In 2020 levert FMH dienstverlening voor de kerndepartementen (uitgezonderd het Ministerie van Algemene Zaken) en diverse rijksorganisaties in de regio Den Haag. Voor Financiën levert FMH alleen personenvervoer. Daarnaast voert FMH DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-contractmanagement uit voor de panden Bezuidenhoutseweg 30 en Rijnstraat 8.

FMH heeft de volgende meerjarige doelen:

  • Voorbereid zijn op en uitvoeren van veranderingen verzorgingsgebied;

  • Vormgeven en intensiveren samenwerking en partnerschap;

  • Doorontwikkeling bedrijfsvoering Rijk;

  • Doorontwikkeling medewerkers en dienstverlening FMH.

De komende jaren staan voor FMH in het teken van nieuwe aansluitingen, het masterplan Rijkskantoorhuisvesting (2019-2023), het overnemen van facilitaire resttaken (Hervormingsagenda Rijksdienst) en verdere kwaliteitsverbetering.

FMH zoekt de verdere kwaliteitsverbetering in innovatieve dienstverlening, betere aansluiting op klantprocessen en intensivering van de samenwerking met onder andere de rijkspartners binnen het Directoraat Generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) en de facilitaire concerndienstverleners.

Staat van baten en lasten
Tabel 41 Begroting van baten-lastenagentschap FMH voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

Omzet

127.994

129.762

137.321

137.321

137.321

137.321

137.321

- Omzet moederdepartement

87.066

90.287

96.318

96.318

96.318

96.318

96.318

- Omzet overige departementen

38.042

36.626

38.097

38.097

38.097

38.097

38.097

- Omzet derden

2.886

2.849

2.906

2.906

2.906

2.906

2.906

Vrijval voorzieningen

5

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

127.999

129.762

137.321

137.321

137.321

137.321

137.321

Lasten

Apparaatskosten

118.422

123.208

130.471

130.471

130.471

130.471

130.471

- personele kosten

38.389

42.585

44.947

44.947

44.947

44.947

44.947

- waarvan eigen personeel

33.552

37.407

39.651

39.651

39.651

39.651

39.651

- waarvan externe inhuur

4.837

5.177

5.296

5.296

5.296

5.296

5.296

- waarvan overige personele kosten

0

0

0

0

0

0

0

- materiële kosten

80.033

80.623

85.524

85.524

85.524

85.524

85.524

- waarvan apparaat ICT

40

60

61

61

61

61

61

- waarvan bijdrage aan SSO's

55.338

48.733

52.052

52.052

52.052

52.052

52.052

- waarvan overige materiële kosten

24.654

31.830

33.411

33.411

33.411

33.411

33.411

Afschrijvingskosten

5.621

6.300

6.592

6.592

6.592

6.592

6.592

- materieel

5.621

6.300

6.592

6.592

6.592

6.592

6.592

- waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

- immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

282

254

258

258

258

258

258

Totaal lasten

124.325

129.762

137.321

137.321

137.321

137.321

137.321

Saldo van baten en lasten

3.674

0

0

0

0

0

0

Toelichting 

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement heeft met name betrekking op de generieke facilitaire dienstverlening binnen het verzorgingsgebied. De budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) zijn overgeheveld naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De toename is het gevolg van meer afname van generieke dienstverlening. Het gaat daarbij met name om extra afname van vervoer en werkplekken en nieuwe dienstverlening die FMH levert zoals de product/dienst Kunst. De toename van het aantal werkplekken is mede het gevolg van de aansluiting van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op de dienstverlening van FMH.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen heeft betrekking op de generieke dienstverlening van de nog niet centraal bekostigde departementen en de specifieke dienstverlening die geleverd wordt aan de overige departementen. De stijging is het gevolg van meer afname van specifieke dienstverlening.

Tabel 42 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)

Departementen

1e supp 2019

2020

2021

2022

2023

2024

BZ

11.494

11.725

11.725

11.725

11.725

11.725

DEF

401

409

409

409

409

409

EZK

2.883

3.678

3.678

3.678

3.678

3.678

FIN

1.331

1.357

1.357

1.357

1.357

1.357

IenW

11.600

11.833

11.833

11.833

11.833

11.833

JenV

7.457

7.607

7.607

7.607

7.607

7.607

OCW

493

503

503

503

503

503

SZW

333

339

339

339

339

339

VWS

634

646

646

646

646

646

Totaal

36.626

38.097

38.097

38.097

38.097

38.097

Omzet derden

De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd wordt aan met name de Kansspelautoriteit, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De toename van de personele kosten is gerelateerd aan de extra dienstverlening die wordt geleverd.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit directe inkoopkosten van de dienstverlening (circa 88% van de materiële kosten). De inkoopkosten zijn opgenomen onder de posten bijdrage SSO’s en overige materiële kosten. De toename is ook het directe gevolg van de extra dienstverlening die wordt geleverd.

In de bijdrage aan SSO’s hebben de kosten voor Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) een groot aandeel. Dit betreft bijvoorbeeld de kosten voor de Rijksbeveiligersorganisatie in de panden waar FMH de dienstverlening verzorgt. Daarnaast zijn de kosten voor onder andere Rijnstraat 8 door het consortium DBFMO hier opgenomen, aangezien deze kosten via het RVB bij FMH in rekening worden gebracht.

Afschrijvingskosten

De overgenomen activa (m.n. meubilair en audiovisuele middelen) van de departementen zijn geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing.

Rentelasten

Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële vaste activa vanuit het Ministerie van Financiën.

Kasstroomoverzicht
Tabel 43 Begroting van baten-lastenagentschap FMH voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

16.089

12.598

11.334

12.812

15.106

17.772

22.055

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

144.152

129.762

137.321

137.321

137.321

137.321

137.321

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 142.777

‒ 122.540

‒ 130.729

‒ 130.729

‒ 130.729

‒ 130.729

‒ 130.729

2.

Totaal operationele kasstroom

1.375

7.222

6.592

6.592

6.592

6.592

6.592

-/- totaal investeringen

‒ 3.282

‒ 10.723

‒ 4.088

‒ 1.116

‒ 460

‒ 545

‒ 600

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

173

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 3.109

‒ 10.723

‒ 4.088

‒ 1.116

‒ 460

‒ 545

‒ 600

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

‒ 1.331

‒ 3.618

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

‒ 4.626

‒ 4.868

‒ 5.114

‒ 4.298

‒ 3.926

‒ 2.309

‒ 1.170

+/+ beroep op leenfaciliteit

4.200

10.723

4.088

1.116

460

545

600

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 1.757

2.237

‒ 1.026

‒ 3.182

‒ 3.466

‒ 1.764

‒ 570

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)1

12.598

11.334

12.812

15.106

17.772

22.055

27.477

X Noot
1

Maximale roodstand is € 0,5 mln.

Toelichting

FMH investeert in voornamelijk meubilair en audiovisuele middelen. De investeringen hebben met name betrekking op vervanging van activa in het verzorgingsgebied.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 44 Overzicht doelmatigheidsindicatoren FMH

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Omschrijving generiek deel

Verloop tarieven generieke dienstverlening

ntb

ntb

ntb

ntb

ntb

ntb

Omzet per productgroep (pxq) (x € 1.000)

127.994

122.438

137.321

137.321

137.321

137.321

137.321

*Generiek

109.345

109.107

119.602

119.602

119.602

119.602

119.602

*Specifiek

18.856

13.331

17.719

17.719

17.719

17.719

17.719

*Overig

‒ 207

0

0

0

0

0

0

Tarieven/uur

Saldo van baten en lasten (%)

2,9%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Personele kosten als % van de totale kosten

30,9%

32,1%

32,7%

32,7%

32,7%

32,7%

32,7%

Materiële kosten als % van de totale kosten

69,1%

67,9%

67,3%

67,3%

67,3%

67,3%

67,3%

Omschrijving specifiek deel

Apparaatskosten (x € 1.000)

47.907

48.392

55.210

55.210

55.210

55.210

55.210

Klanttevredenheid KTO

Tevreden

nvt

Tevreden

nvt

Tevreden

nvt

Tevreden

Tevredenheid maatwerk

7,7

7

7

7

7

7

7

Medewerkerstevredenheid

Tevreden

nvt

Tevreden

nvt

Tevreden

nvt

Tevreden

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

476

492

531

531

531

531

531

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

2019

2024

Toelichting

Verloop tarieven generieke dienstverlening

De intentie is om per 2020 de verrekensystematiek voor de generieke dienstverlening aan te passen naar een regiotarief (tarief per m2) waardoor een vergelijking met voorgaande jaren niet gemaakt kan worden.

Omzet per productgroep

De productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast.

De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever, afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid, een prijs per product/dienst betaalt (vb. catering, extra beveiliging, overig vervoer) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (vb. uitvoering van maatwerkprojecten).

Saldo van baten en lasten (%)

Het saldo baten en lasten van 0% geeft een sluitende begroting weer.

Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten

Dit betreft de procentuele verhouding van de respectievelijk de personele en materiële kosten in de totale lasten. Het aandeel van de personele kosten in de totale kosten laat een lichte toename zien. Dit komt met name doordat de uitbreiding van de dienstverlening verhoudingsgewijs een grotere personele inzet kent.

Apparaatskosten

De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten exclusief de inkoopkosten voor de dienstverlening. De toename is ook het directe gevolg van de extra dienstverlening die wordt geleverd. 

Klanttevredenheid/medewerkerstevredenheid

Tweejaarlijks wordt de klanttevredenheid gemeten en vindt er een medewerkersonderzoek plaats. De eerstvolgende zijn gepland in 2020.

Tevredenheid maatwerk

Na afronding van een project wordt de klant gevraagd een evaluatieformulier in te vullen. FMH streeft naar een gemiddelde score van minimaal 7.0.

FTE-totaal

De toename van het aantal FTE is gerelateerd aan de extra dienstverlening die wordt geleverd. Hierbij wordt zoveel mogelijk ingezet op invulling door ambtelijk personeel.

Shared Service Center ICT (SSC-ICT)

Inleiding

SSC-ICT is het Shared Service Centrum ICT van en voor het Rijk, onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het is één van de grootste fullservice ICT-dienstverleners binnen het rijk en levert onder meer rijksbrede ICT-services. SSC-ICT ondersteunt 40.000 werkplekken en mobiele devices in Nederland en op 160 ambassadeposten over de gehele wereld.

SSC-ICT beheert en ontwikkelt ruim duizend applicaties, verzorgt de housing en hosting in het overheidsdatacenter (ODC), biedt IT-diensten met extra hoge beveiligingsniveaus en voert jaarlijks zo’n 260 ICT-projecten uit.

SSC-ICT verzorgt voor de aangesloten departementen binnen het verzorgingsgebied de telecommunicatie, hosting van bedrijfsspecifieke applicaties en op de Digitale Werkplekomgeving Rijk (DWR) gebaseerde kantoorautomatisering. In 2020 betreft dit de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Buitenlandse Zaken, Financiën, Infrastructuur en Waterstaat, Justitie en Veiligheid, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met de Tweede Kamer zijn alleen afspraken gemaakt over housing dienstverlening.

Staat van baten en lasten
Tabel 45 Begroting van baten-lastenagentschap SSC-ICT voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

Omzet

258.312

275.200

267.595

267.595

267.595

267.595

267.595

- Omzet moederdepartement

67.882

67.413

65.550

65.550

65.550

65.550

65.550

- Omzet overige departementen

189.764

207.787

202.045

202.045

202.045

202.045

202.045

- Omzet derden

666

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

2.060

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

29

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

260.401

275.200

267.595

267.595

267.595

267.595

267.595

Lasten

Apparaatskosten

226.662

209.150

212.705

212.705

212.705

212.705

212.705

- personele kosten

122.022

114.800

114.428

114.428

114.428

114.428

114.428

- waarvan eigen personeel

76.382

80.200

77.984

77.984

77.984

77.984

77.984

- waarvan externe inhuur

40.916

29.000

30.999

30.999

30.999

30.999

30.999

- waarvan overige personele kosten

4.724

5.600

5.445

5.445

5.445

5.445

5.445

- materiële kosten

104.640

94.350

98.277

98.277

98.277

98.277

98.277

- waarvan apparaat ICT

85.933

75.550

78.130

78.130

78.130

78.130

78.130

- waarvan bijdrage aan SSO's

16.566

16.100

15.655

15.655

15.655

15.655

15.655

- waarvan overige materiële kosten

2.141

2.700

4.492

4.492

4.492

4.492

4.492

Afschrijvingskosten

55.987

56.450

54.890

54.890

54.890

54.890

54.890

- materieel

46.860

47.300

45.993

45.993

45.993

45.993

45.993

- waarvan apparaat ICT

46.860

47.300

45.993

45.993

45.993

45.993

45.993

- immaterieel

9.127

9.150

8.897

8.897

8.897

8.897

8.897

Dotaties voorzieningen

1.424

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

0

9.600

0

0

0

0

0

Rentelasten

23

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

285.354

275.200

267.595

267.595

267.595

267.595

267.595

Saldo van baten en lasten

‒ 24.953

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Bij 1e Suppletoire begroting 2019 is de Ontwerpbegroting 2019 neerwaarts bijgesteld tot het niveau van het financieel jaarplan SSC-ICT 2019. Voor de Ontwerpbegroting 2020 zal derhalve hiervan worden uitgegaan, waarbij een eenmalige dotatie in 2019 van de klanten van € 12,0 mln. in mindering is gebracht. Wel is rekening gehouden met een indexatie van 1,67% voor loon- en prijsbijstelling. Het totaal van de begroting komt daarmee uit op € 267,6 mln.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren, kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. Als gevolg van een blijvende vraag naar specialistische ICT kennis en de arbeidsmarktproblematiek (schaarste op ICT personeel) stijgt het aandeel externe inhuur licht.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit de directe inkoopkosten van de dienstverlening, zoals kosten voor de (reguliere) ICT-werkplek en hostingskosten voor applicaties. Daarnaast vallen de kosten voor huisvesting, ICT en de servicekosten BZK onder deze post.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingen bestaan uit afschrijvingen van de investeringen in hard- en software en overige materiële vaste activa. De voor de generieke en gemeenschappelijke basis- en basisplusdienstverlening benodigde activa zijn in eigendom bij SSC-ICT.

Rentelasten

De rentelasten hebben betrekking op de financieringslasten van de bij het Ministerie van Financiën aangegane leningen voor de aanschaf van de voor de dienstverlening benodigde hard- en software en overige materiële vaste activa. In deze begroting is een rente van 0,0% gehanteerd.

Kasstroomoverzicht
Tabel 46 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap SSC-ICT voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

3.410

17.000

17.000

17.000

17.000

17.000

17.000

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

267.478

275.200

267.595

267.595

267.595

267.595

267.595

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 236.735

‒ 241.185

‒ 212.705

‒ 212.705

‒ 212.705

‒ 212.705

‒ 212.705

2.

Totaal operationele kasstroom

30.743

34.015

54.890

54.890

54.890

54.890

54.890

-/- totaal investeringen

‒ 40.424

‒ 69.098

‒ 43.375

‒ 43.375

‒ 43.375

‒ 43.375

‒ 43.375

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

818

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 39.606

‒ 69.098

‒ 43.375

‒ 43.375

‒ 43.375

‒ 43.375

‒ 43.375

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

45.805

22.435

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

‒ 67.196

‒ 56.450

‒ 54.890

‒ 54.890

‒ 54.890

‒ 54.890

‒ 54.890

+/+ beroep op leenfaciliteit

34.300

69.098

43.375

43.375

43.375

43.375

43.375

4.

Totaal financieringskasstroom

12.909

35.083

‒ 11.515

‒ 11.515

‒ 11.515

‒ 11.515

‒ 11.515

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)1

7.456

17.000

17.000

17.000

17.000

17.000

17.000

X Noot
1

Maximale roodstand is € 0,5 mln.

Toelichting

De belangrijkste ontwikkeling qua kaseffect, zijn de verwachte investeringen en het daarbij behorende beroep op de leenfaciliteit. Voor 2020 geldt dat er investeringen voorzien worden in de ICT-infrastructuur, (persoonlijke) devices en locatiegebonden investeringen zoals WIFI-apparatuur en printers.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 47 Overzicht doelmatigheidsindicatoren SSC-ICT

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Omschrijving generiek deel

Kostprijs voor beheertaken (werkplektarief)

2.325

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Kostprijs backend werkomgeving

865

865

1.015

1.015

1.015

1.015

1.015

Kostprijs locatiegebonden werkplek

795

795

870

870

870

870

870

Kostprijs Kiosk PC incl. monitor

325

245

255

255

255

255

255

Totale omzet per product of dienst (bedragen x € 1.000)

258.312

318.791

267.595

267.595

267.595

267.595

267.595

Generiek (infrastructuur, rijksportaal en samenwerkfunctionaliteit, ODC DH km2) (bedragen x € 1.000)

10.646

11.500

8.202

8.202

8.202

8.202

8.202

Gemeenschappelijk (basis kantoorautomatisering en hosting) (bedragen x € 1.000)

215.767

273.791

240.312

240.312

240.312

240.312

240.312

Specifiek (plusdiensten en maatwerk) (bedragen x € 1.000)

31.899

33.500

19.081

19.081

19.081

19.081

19.081

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

964

1.043

1.046

1.046

1.046

1.046

1.046

Aantal externe FTE's in % van de totale FTE's

22,1%

20,1%

20,1%

20,1%

20,1%

20,1%

20,1%

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 9,7%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

Klanttevredenheid (KTO)

6,8

7

7

7

7

7

7

Medewerkertevredenheid (MTO)

6,2

7

7

7

7

7

7

Omschrijving specifiek deel - ICT-diensten

Beschik-/betrouwbaarheid basisfunctionaliteit

NB

99,9%

NB

NB

NB

NB

NB

Geleverd binnen gestelde termijn

71,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

Incidenten hersteld binnen afgesproken tijd

96,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

90,0%

Kwaliteit beantwoorden vragen

Beantwoorden helpdeskvragen binnen afgesproken tijd

NB

95,0%

95,0%

95,0%

95,0%

95,0%

95,0%

Direct beantwoorden helpdeskvragen

83,0%

85,0%

85,0%

85,0%

85,0%

85,0%

85,0%

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

2019

2024

Toelichting

Kostprijs

De tarieven zijn opgenomen zoals deze voor 2019 goedgekeurd zijn. De tarieven voor 2020 zijn op het moment van verschijnen van deze begroting nog niet definitief vastgesteld.

Met de digitale (mobiele) werkomgeving wordt, via persoonlijk account, toegang verkregen tot applicaties, bedrijfsdata en selfservice oplossingen.

Locatie gebonden services betreft het beschikbaar stellen van:

  • netwerkvoorzieningen zoals LAN en WIFI, incl. WIFI voor gebruik van bezoekers van buiten de publieke sector;

  • afdrukdiensten zoals follow-me-printing m.b.v. de rijkspas;

  • verhuizing van werkplekken binnen en tussen locaties van het Rijk;

  • telefonie via het Shared Telefonieplatform Rijk;

  • audio visuele middelen voor beeld en geluidsystemen.

Omzet

De totale omzet betreft de geraamde kostendekkende opbrengsten welke grotendeels worden gerealiseerd op basis van financiële afspraken met de klanten. Deze worden vastgelegd in het Dossier Financiële Afspraken (DFA).

De totale omzet per product/dienst 2020 betreft de, bij 1e Suppletoire 2019, vastgestelde begroting voor 2019, inclusief een tariefstijging van 1,67% voor loon- en prijsontwikkeling. De voor 2019 geldende incidentele bijdrage van de departementen in het verzorgingsgebied van SSC-ICT is hierop voor 2020 in mindering gebracht.

FTE

FTE totaal betreft de vastgestelde formatie van SSC-ICT. Hierbij is rekening gehouden met de ontwikkeling van de dienstverlening naar de klanten in het verzorgingsgebied. Het percentage voor externe FTE’s is berekend op basis van de totale bezetting.

Specifieke ICT diensten

Beschikbaarheid basis functionaliteit.

Er wordt gewerkt aan een definitie voor het kunnen meten van de beschikbaarheid van de basis infrastructuur. Verwacht wordt dat deze medio 2019 zal worden opgeleverd.

Geleverd binnen gestelde termijn.

Dit maakt onderdeel uit van de strategische KPI betrouwbaar leveren (binnen streeftijd). Meting vindt plaats bij projecten, wijzigingen en offertetrajecten.

Incidenten hersteld binnen afgesproken tijd.

Voor de meting wordt vanaf 2019 gebruik gemaakt van de indicator MTTR (Mean Time To repair) gehanteerd. Hierbij wordt het percentage gemeten van alle incidenten die binnen 8 uur zijn opgelost.

Gebruikers- en medewerkerstevredenheid

Het Gebruikerstevredenheid onderzoek is een aanvullend onderzoek onder de eindgebruikers binnen het verzorgingsgebied van SSC-ICT. Hiermee wordt gemeten wat het effect is van de getroffen maatregelen naar aanleiding van de uitkomsten van het 2 jaarlijkse Rijksbrede iKTO (Intern Klant Tevredenheidsonderzoek uitgezet door DGOO in opdracht van het ICBR) met als doel de dienstverlening aan de eindgebruikers te verbeteren en te sturen op de jaarplandoelen van SSC-ICT. Meting vindt plaats middels een digitale enquête.

Het medewerker tevredenheidsonderzoek (MTO) betreft een aanvullend onderzoek onder de medewerkers van SSC-ICT om te meten wat het effect is van de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de uitkomsten van het 2 jaarlijkse BZK brede MTO, met als doel het werkplezier te verhogen voor de medewerkers van SSC-ICT. Meting vindt plaats 1x per kwartaal aan alle vaste medewerkers die minimaal 3 maanden in dienst van SSC-ICT zijn.

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Inleiding

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is een baten-lastenagentschap en heeft de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland in beheer en bestaat uit (landbouw)gronden, gevangenissen, rechtbanken, kazernes, vliegvelden, oefenterreinen, ministeries, havens, (belasting)kantoren, monumenten zonder huisvestingsfunctie, musea en paleizen. Het gaat in totaal om ruim 12 miljoen m² aan gebouwen en circa 89.000 hectare aan grond.

Het RVB zet dit vastgoed in voor de realisatie van rijksoverheidsdoelen, in samenwerking met, en met het oog voor de omgeving. De opdracht is het effectief en efficiënt inzetten van het rijksvastgoed, het maatschappelijk en financieel rendement uit vastgoed optimaliseren en het verlagen van kosten voor het Rijk.

De hiertoe strekkende vastgoedportefeuillestrategie steunt op vijf pijlers: toekomstbestendigheid, technische kwaliteit, veiligheid, maatschappelijk rendement en duurzaamheid.

Het RVB verzorgt o.a.:

  • de rijkshuisvesting via kantoren en specialties;

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken (AZ), de huisvesting van het Koninklijk Huis voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat en de instandhouding van monumenten in beheer van het RVB;

  • het onderhoud aan en beheer van defensiegebouwen en terreinen;

  • de projectontwikkeling en nieuwbouw voor Defensie;

  • de doelmatige verkoop van overtollig rijksvastgoed en/of geeft dit waar mogelijk in gebruik bij derden;

  • de uitgifte in pacht van gronden;

  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn.

Het RVB staat de komende jaren voor een aanzienlijke opgave voor de rijkshuisvesting. Tot en met 2020 moet de huisvesting worden gerealiseerd die de departementen de mogelijkheden geeft om de taakstellingen op de bedrijfsvoering in het kader van SGO-5 te realiseren. Daarnaast worden op basis van het huidige kabinetsbeleid onze ambities met betrekking tot duurzaamheid en vastgoedportefeuille verder uitgewerkt. Ook in de minst ingrijpende scenario’s vergt dit forse investeringen.

Het RVB is vraaggestuurd. De vraag vloeit met name voort uit de masterplannen voor de kantoorhuisvesting, de huisvestingsbehoeften vanuit de specialties, de wensen voor dienstverlening vanuit Defensie en de behoefte aan te verkopen/ontwikkelen projecten/gebieden.

De begrotingsposten van het RVB geven inzicht in een deel van de dienstverlening van het RVB. Op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving mogen diverse posten niet tot omzet worden gerekend. Deze posten worden daarom ook niet begroot en verantwoord bij het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat hierbij onder andere om de programmagelden van Defensie en kasstromen die voortvloeien uit de verkopen middelenafspraak, pacht en zakelijke lasten.

Aan het eind van de paragraaf ‘Overzicht doelmatigheidsindicatoren’ is een tabel opgenomen die een beter inzicht geeft in de productie van het RVB.

Staat van baten en lasten
Tabel 48 Begroting van baten-lastenagentschap RVB voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

Omzet

1.205.013

1.154.590

1.244.654

1.294.577

1.276.112

1.294.143

1.334.662

- Omzet moederdepartement

104.533

148.757

124.275

122.539

128.670

130.640

138.472

- Omzet overige departementen

747.594

876.165

998.404

1.042.435

1.027.402

1.050.013

1.090.759

- Omzet derden

352.886

129.668

121.975

129.603

120.040

113.490

105.431

Vrijval voorzieningen

8.304

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

54.379

60.085

58.601

58.601

58.601

58.601

58.601

Rentebaten

143

500

500

500

500

500

500

Totaal baten

1.267.839

1.215.175

1.303.755

1.353.678

1.335.213

1.353.244

1.393.763

Lasten

Apparaatskosten

257.046

266.706

292.810

297.431

297.681

297.681

297.681

- personele kosten

202.925

201.029

221.380

222.931

222.931

222.931

222.931

- waarvan eigen personeel

175.064

182.279

193.380

194.931

194.931

194.931

194.931

- waarvan externe inhuur

27.610

18.750

28.000

28.000

28.000

28.000

28.000

- waarvan overige personele kosten

251

0

0

0

0

0

0

- materiële kosten

54.121

65.677

71.430

74.500

74.750

74.750

74.750

- waarvan apparaat ICT

24.590

36.400

38.826

41.896

42.146

42.146

42.146

- waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

0

0

0

- waarvan overige materiële kosten

29.531

29.277

32.604

32.604

32.604

32.604

32.604

Afschrijvingskosten

303.553

350.583

361.836

404.994

398.983

421.455

447.740

- materieel

303.553

350.583

361.836

404.994

398.983

421.455

447.740

- waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

- immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Dotaties voorzieningen

1.847

4.000

3.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

618.320

504.173

550.084

544.525

525.165

512.638

514.992

Rentelasten

75.153

89.713

96.025

102.728

109.384

117.470

129.350

Totaal lasten

1.255.919

1.215.175

1.303.755

1.353.678

1.335.213

1.353.244

1.393.763

Saldo van baten en lasten

11.920

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) betaalt de kosten voor een aantal taken aan het RVB. Het gaat met name om de kosten van:

  • het leveren van ondersteuning aan BZK en de uitvoering van het rijksbeleid gerelateerd aan de rijkshuisvesting;

  • het apparaat om de uitvoering van het beheer van materiële activa mogelijk te maken;

  • de huisvesting voor de Hoge Colleges van Staat, Ministerie van AZ, de staatspaleizen en Ministerie van BZK;

  • het onderhoud van de monumenten met een erfgoedfunctie (zonder huisvestingsfunctie) in beheer bij het RVB.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen omvat opbrengsten voor geleverde producten en diensten aan departementen. Het gaat daarbij met name om ontvangen gebruiksvergoedingen voor kantoren en specialties. Op basis van de overeengekomen huurprijsmethodiek brengt het RVB een gebruiksvergoeding in rekening. In de ramingen van de gebruiksvergoeding is onder meer rekening gehouden met de (geactualiseerde concept) masterplannen kantoren, het afsluiten van nieuwe contracten en met de verwachte beëindiging van contracten.

Voor wat betreft de dienstverlening aan Ministerie van Defensie is alleen de vergoeding vanuit Defensie voor de apparaatsinzet van het RVB in deze post opgenomen. De programmagelden voor de dienstverlening aan Defensie (nieuwbouw en instandhouding) zijn niet in de omzet opgenomen.

Omzet derden

Deze omzet betreft de baten vanuit het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV), de verkoop van onroerend goed en de inkomsten vanuit de exploitatie van een aantal bijzondere objecten zoals parkeergarages en de Grafelijke Zalen van het Binnenhof. Voorts zijn in deze omzet opgenomen de baten uit verhuur aan musea en internationale organisatie.

Bijzondere baten

Dit betreft met name de uren die worden ingezet op rijkshuisvestingsprojecten. Deze worden geactiveerd en als potentiele omzet gewaardeerd zolang projecten nog niet zijn opgeleverd.

Rentebaten

Dit betreft de baten voorzien vanuit de rekening courantverhouding met het Ministerie van Financiën.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

Dit betreft de kosten van het eigen apparaat, met name van salaris- en opleidingskosten. Daarnaast betreft het de kosten van externe inzet voor zowel het primaire als het secundaire proces. De kosten van de externe inzet worden op 13% van de totale personeelskosten berekend.

Materiële kosten

Deze kosten betreffen met name de kosten voor de eigen huisvesting en van het eigen ICT-gebruik.

Afschrijvingskosten

Dit betreft met name de afschrijvingen op geactiveerde waarden van objecten, voortvloeiend uit investeringen vanuit masterplannen kantoren en huisvestingsbehoeften voor specialties. De afschrijvingstermijnen zijn afhankelijk van de categorie: grond/terreinen 0 jaar, erfpacht 5-100 jaar, gebouwen 15-60 jaar, en inventaris 3-15 jaar.

Dotaties voorzieningen

Dit betreffen dotaties aan met name de voorziening voor asbest. Deze dotaties vloeien voort uit eerder uitgevoerde inspecties.

Bijzondere lasten

De bijzondere lasten betreffen belangrijke elementen van de primaire processen van het RVB. In de tabel hieronder is een nadere toelichting van de specificatie opgenomen.

Tabel 49 Specificatie Bijzondere lasten (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

realisatie

Markthuren

184.869

180.007

170.544

171.088

157.479

147.515

140.181

DBFMO-lasten

55.395

71.829

77.938

91.347

83.493

86.368

106.012

Onderhoud rijkshuisvesting

133.213

106.505

125.265

124.083

122.619

122.090

121.190

Belastingen en heffingen

22.881

23.251

23.656

22.874

22.340

22.112

22.284

Energielasten

27.101

26.478

27.565

27.129

27.238

27.135

26.605

Ontwikkeling en verkoop OG

61.292

57.500

40.000

37.000

33.000

32.000

27.000

Overige bijzondere lasten

133.569

38.603

85.116

71.004

78.996

75.418

71.720

Totaal

618.320

504.173

550.084

544.525

525.165

512.638

514.992

Toelichting tabel specificatie bijzondere lasten

Markthuren

Deze post betreft de huren die het RVB aan de markt betaalt. Het beleid is erop gericht departementen en diensten zo veel mogelijk in eigendomsobjecten te huisvesten. Hierdoor nemen de m² huurhuisvesting en de kosten ervan af.

DBFMO-lasten

Dit betreft de lasten van lopende en nieuwe DBFMO-contracten met marktpartijen. Het investeringsdeel (Design - Build - Finance) van deze lasten omgerekend naar rente en afschrijving en aldaar opgenomen. Deze post bevat alleen de vergoeding aan de consortia voor de operationele (Maintanance -Operate) kosten van de objecten.

Onderhoud rijkshuisvesting

Deze post betreft de kosten voor onderhoud en instandhouding van gebouwen en terreinen voor de rijkshuisvestingsportefeuille.

Belastingen en heffingen

Deze post betreft met name de onroerende zaakbelasting en de waterschapslasten over de voorraad onroerend goed die het RVB inzet voor rijkshuisvesting.

Energielasten

Dit betreft de energielasten in de kantorenportefeuille bij de rijkshuisvesting. Deze kosten worden bij de departementen in rekening gebracht via het regiotarief.

Ontwikkeling en verkoop onroerend goed

Dit betreft de kosten van ingekocht onroerend goed binnen het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) en de restant boekwaarde van verkochte eigen gebouwen en terreinen (niet KORV).

Overige bijzondere lasten

De bijzondere lasten betreffen met name de wederopleveringkosten bij contracteinde, kleinere investeringen voor de gebruikers, facilitaire leegstand- en ICT kosten en verwachte waardedaling.

Rentelasten

De rentelasten vloeien voort uit investeringen en zijn geraamd op basis van de afgesloten en nog af te sluiten leningen met het Ministerie van Financiën voor rijkshuisvesting (masterplannen kantoren en huisvestingsbehoefte voor specialties) en KORV- en ontwikkelprojecten. Daarnaast is rente opgenomen op DBFMO –contracten (Design Build Finance Maintanance en Operate).

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen beschikbaar zijn gekomen of naar verwachting zullen komen en op welke wijze gebruik is, of zal worden gemaakt van deze middelen.

De operationele kasstromen zijn aanzienlijk hoger dan de inkomsten en uitgaven in de baten-lastenbegroting. Deze kasstromen zijn namelijk inclusief de dienstverlening aan Defensie, de kasstromen vanuit de kas-verplichtingenbegroting en de werkzaamheden buiten begrotingsverband, welke op basis van de verslaggevingsregels niet tot de omzet worden gerekend.

Tabel 50 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap RVB voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018 Stand Slotwet

2019 1e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

430.605

392.041

341.176

331.711

366.305

377.490

390.673

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

2.254.493

1.842.028

2.061.093

2.090.826

2.098.751

2.112.875

2.153.980

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 1.933.923

‒ 1.552.301

‒ 1.762.164

‒ 1.750.691

‒ 1.762.025

‒ 1.754.483

‒ 1.768.246

2.

Totaal operationele kasstroom

320.570

289.727

298.929

340.135

336.726

358.392

385.734

-/- totaal investeringen

‒ 669.286

‒ 737.000

‒ 647.000

‒ 456.000

‒ 456.000

‒ 456.000

‒ 456.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

88.767

36.000

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 580.519

‒ 701.000

‒ 647.000

‒ 456.000

‒ 456.000

‒ 456.000

‒ 456.000

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

‒ 34.486

‒ 9.487

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

‒ 379.015

‒ 367.105

‒ 308.394

‒ 305.541

‒ 325.541

‒ 345.209

‒ 348.105

+/+ beroep op leenfaciliteit

634.886

737.000

647.000

456.000

456.000

456.000

456.000

4.

Totaal financieringskasstroom

221.385

360.408

338.606

150.459

130.459

110.791

107.895

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 miljoen euro)

392.041

341.176

331.711

366.305

377.490

390.673

428.303

Toelichting

Investeringskasstroom

De investeringen in rijkshuisvesting en het beroep op de leenfaciliteit zijn gebaseerd op lopende en voorgenomen huisvestingsprojecten. Het RVB investeert in grond en gebouwen die in de balans onder de post materiële vaste activa worden verantwoord. In deze investeringen worden ook brandveiligheidsinvesteringen meegenomen en de investeringen uit hoofde van de instandhoudingsplicht, die bij het RVB is belegd. De investeringskasstroom neemt in 2019 en 2020 toe met name als gevolg van een aantal aankopen en voor het project EMA (European Medicine Agency). Daarnaast worden investeringen voorzien in het kader van de overname van vastgoed van andere rijksdiensten en betreft het investeringen voor ontwikkelprojecten.

Financieringskasstroom

De afdrachten aan het moederdepartement betreffen, conform de Regeling Agentschappen, het surplus op het eigen vermogen.

Daarnaast gaat het om de aflossing op lopende en toekomstige leningen in het kader van de rijkshuisvesting, de overname van vastgoed van andere rijksdiensten en aflossingen op leningen voor ontwikkelprojecten.

Het beroep op de leenfaciliteit komt overeen met de investeringsstroom. In de investeringsstroom zijn de diverse rijkshuisvestingsprojecten opgenomen. In onderstaande tabel zijn in ieder geval de grotere projecten opgenomen. Deze worden (deels) via de leenfaciliteit gefinancierd. Het meerjarige (indicatieve) bedrag van het investeringsvolume via de leenfaciliteit is opgenomen. De investeringen van PPS-marktpartijen zijn daarbij niet verwerkt.

Investeringen rijkshuisvesting boven € 20 mln.

Tabel 51 Investeringen rijkshuisvesting boven € 20 mln. (bedragen x € 1.000.000)

Project

Indicatie investeringsvolume leenfaciliteit1

Eerste jaar investering

1.      Den Haag, veiligheidsdiensten

Nog niet gegund

2016

2.      Den Haag, Binnenhofcomplex

499

lopend

3.      Amsterdam, Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA)

310

lopend

4.      Utrecht, PPS nieuwbouw RIVM

179

lopend

5.      Amsterdam, PPS nieuwbouw rechtbank Parnas

140

lopend

6.      Apeldoorn, Walterbos Complex

Nog niet gegund

2019

7.      Den Bosch, Paleizenkwartier

Nog niet gegund

2017

8.      Utrecht, Herman Gorterstraat

Nog niet gegund

2017

9.      Rotterdam, Rijkskantorencampus

55

lopend

10.    Eindhoven, Rijkskantoor

Nog niet gegund

2019

11.    Den Haag, PI Scheveningen Toekomstvast

Nog niet gegund

2017

12.    Vught, PI Nieuwe Entree

Nog niet gegund

2017

13.    De Bilt, verdichting KNMI-complex

Nog niet gegund

2017

14.    Den Haag, Defensie, Plein Kalvermarkt Complex

Nog niet gegund

2018

15.    Assen, Mandemaat EZ

Nog niet gegund

n.t.b.

16.    Alphen a/d Rijn, PI

Nog niet gegund

2018

17.    Zoetermeer, Europalaan 2

66

2018

18.    Veenhuizen, PI

Nog niet gegund

n.t.b.

19.    Utrecht, onderhoud Rechtbank Midden-Nederland

Nog niet gegund

2018

20.    Den Haag, verbouwing Bruggebouw

Nog niet gegund

2018

21.    Arnhem, Stationsplein West

Nog niet gegund

2016

22.    Haarlem, renovatie Surinameweg Rijkswaterstaat

Nog niet gegund

2018

23.    Paleis van Justitie, Den Haag

Nog niet gegund

2019

X Noot
1

Projecten die nog niet zijn gegund, zijn nog onderhevig aan definitieve besluitvorming. Van deze projecten, kunnen vanwege marktoverwegingen geen bedragen worden genoemd.

Toelichting

Den Haag, Binnenhofcomplex

De Kamer is begin 2019 geïnformeerd over de ontwikkeling met betrekking tot het prijspeil, namelijk dat de huidige marktsituatie een financiële spanning op het beschikbare budget (van € 475 mln., prijspeil 2015) geeft. In de komende periode wordt duidelijk hoe groot de prijsstijging in de bouwsector zal zijn en wat dit betekent voor de renovatie.

Amsterdam, aankoop grond, ontwerp en bouw EMA.

Het stichtingsbudget ten laste van de leenfaciliteit voor het gebouw ten behoeve van huisvesting EMA bedraagt € 310 mln. Dit bestaat uit investeringen voor ontwerp, de bouw en de grond. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 20 jaar bedraagt € 255 mln. en kent naast de investering in ontwerp en bouw ook de onderhoudscomponent van het pand.

Utrecht, PPS nieuwbouw RIVM

Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 25 jaar bedraagt € 267 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand.

Amsterdam, PPS Nieuwbouw rechtbank Parnas

Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van dit PPS-project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 30 jaar bedraagt ruim € 230 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 52 Overzicht doelmatigheidsindicatoren RVB

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Omschrijving generiek deel

Omzet per product

Ingebruikgeving

888.147

853.289

941.052

991.493

975.337

996.310

1.042.315

Waarvan extern

17.607

10.804

86.837

99.522

94.958

93.423

91.364

In stand houden vastgoed

68.236

142.192

175.358

173.140

171.676

171.147

170.247

Waarvan andere eigenaar

40.091

37.917

46.993

46.957

46.957

46.957

46.957

Projectrealisatie

81.256

33.470

62.234

69.320

74.434

77.020

78.434

Waarvan andere eigenaar

15.345

33.116

32.951

33.537

34.651

35.237

34.651

Verkoop

146.650

70.294

48.312

43.312

38.312

33.312

27.312

Expertise en advies

20.724

35.345

17.697

17.311

16.353

16.353

16.353

Saldo van baten en lasten

11.170

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten (% t.o.v. de baten)

0,90%

0,0%

0

0

0

0

0

Omschrijving specifiek deel

Rijkshuisvestingsvoorraad x 1.000 m2 BVO1

5.993

5.725

5.705

5.527

5.353

5.251

5.224

Waarvan verhuurd

5.067

4.855

4.826

4.792

4.770

4.804

4.841

Waarvan leeg frictie

ng

63

121

97

104

126

112

Waarvan leeg renovatie

ng

367

248

264

182

122

118

Waarvan leeg afstoot

ng

439

510

374

296

199

152

Waarvan eigendom

4.870

4.656

4.616

4.463

4.360

4.316

4.349

Waarvan huur

1.123

1.069

1.089

1.064

993

935

875

ITK rijkshuisvesting

2,21

2,1–2,8

2,1-2,8

2,1-2,8

2,1-2,8

2,1-2,8

2,1-2,8

Voorraad beheerde Defensieobjecten

Gebouwen x 1.000 m2 BVO

5.973

5.959

5.959

5.754

5.619

5.448

5.398

Terreinen x 1.000 m2

349.814

348.899

345.294

345.205

341.441

341.018

340.987

Doelmatigheid verkoop vastgoed

50.128

>0

>0

>0

>0

>0

>0

Bezetting ambtelijke fte's ultimo

2.070

2.122

2.122

2.122

2.122

2.122

2.122

Apparaat-omzet indicator

21,30%

22,20%

23,53%

22,98%

23,33%

23,00%

22,30%

Projecten binnen budget gerealiseerd

97%

83%

84%

84%

85%

85%

85%

Projecten tijdig gerealiseerd

97%

83%

84%

85%

85%

85%

85%

Productiviteit

954

965

975

1.000

1.025

1.025

1.025

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

2020

Toelichting

Omzet per product

Met de producten bestrijkt het RVB de gehele keten van de huisvesting, vanaf de initiële vraag van een afnemer tot en met de realisatie (bouw en/of verbouw), het beheer, ontwikkeling en de afstoot. Het RVB werkt vraaggestuurd. Dit betekent dat in principe de jaarlijkse omzet voor een groot deel bepalend is voor de benodigde omvang van het personeelsbestand. Vanwege de afslanking en concentratie van de Rijksoverheid zal er op termijn minder huisvestingsvraag zijn. Het RVB zal daardoor minder m2 huisvesting leveren.

Overigens neemt de omzet komende jaren toe. Dit heeft ermee te maken dat nieuwe huisvesting per definitie duurder is (hogere afschrijvingslasten) dan oude huisvesting. Daarbij worden oude objecten verkocht. Zodoende resteert een relatief nieuwe voorraad.

Saldo baten en lasten

Het saldo van baten en lasten geeft een sluitend resultaatbeeld.

Rijkshuisvestingsvoorraad in 1.000 m2 BVO

De huisvestingsvoorraad zal de komende jaren door enerzijds het kabinetsbeleid en anderzijds adequate sturing door het RVB afnemen. Hoewel de masterplannen voor kantoren een toename te zien geven blijft het totaal verhuurd constant door de ontwikkelingen in de andere stelsels. De toename van de leegstand is opgenomen in drie categorieën. Bij de afstootopgave voor het RVB wordt gestreefd naar een optimale verhouding tussen de te realiseren verkoopopbrengsten en de kosten van de afstootleegstand.

Indicator technische kwaliteit (ITK) rijkshuisvesting

Dit betreft het gewogen gemiddelde van de technische conditie van alle gebouwen op een schaal van 1 (nieuwbouw) t/m 6 (extreem slecht). Deze conditie wordt mede bepaald door de staat van het onderhoud en (vervangings)investeringen. Op grond van voorraadoverwegingen (o.a. is een pand wel/niet strategisch, blijft het wel/niet in de voorraad) worden economische afwegingen gemaakt over het uitvoeren van onderhoud en investeringen. Voor een deel van de (niet-strategische) voorraad kan dan een slechtere ITK-score worden geaccepteerd.

Voorraad beheerde Defensieobjecten in 1.000 m2 BVO

De Defensieobjecten worden door het RVB onderhouden (instandhouding). Defensie voorziet de komende jaren per saldo minder m2 BVO in haar portefeuille.

Doelmatigheid verkoop vastgoed

Doelstelling is objecten te verkopen tegen tenminste de voorgecalculeerde bedragen die in een businesscase waren opgenomen.

Bezetting in FTE’s

De bezetting van ambtelijk personeel neemt toe tot het niveau van de afgesproken formatie. De afgelopen jaren was er sprake van veel vacatures binnen de formatie die nu nagenoeg volledig zijn ingevuld.

Apparaat-omzet indicator

Dit betreft de procentuele verhouding van de apparaatskosten van het RVB tot de omzet (totale baten) van de dienst. Een daling van de waarde van de indicator geeft aan dat de verhouding tussen de omzet en het ingezette apparaat verbetert.

Projecten binnen budget gerealiseerd

Het percentage projecten binnen budget gerealiseerd is vanaf 2016 gesteld op meer dan 80%. Het getuigt van ambitie om als norm te hebben dat het overgrote deel van de projecten wordt uitgevoerd binnen het afgesproken budget.

De ervaring leert dat het prognosticeren van de kosten van vastgoedprojecten niet eenvoudig is. De uitkomsten van aanbestedingen laten zich lastig voorspellen. Daarnaast kunnen tijdens de uitvoering van de projecten tegenvallers aan het licht komen.

Projecten tijdig gerealiseerd

Het percentage projecten tijdig gerealiseerd is vanaf 2016 gesteld op meer dan 80%. Deze norm houdt concreet in dat minder dan 20% van de projecten later wordt opgeleverd dan met de opdrachtgever is afgesproken. Een deel van de projecten kan vertragen doordat tijdens de uitvoering feiten boven water komen, waar vooraf geen rekening mee is gehouden. Dit zal nooit uit te sluiten zijn, maar ook voor deze indicator geldt dat met een goede kennisbundeling en professionaliteit het percentage waarbij de afgesproken tijd wordt overschreden, kan worden verminderd. Over enkele jaren (2021) kan deze norm ook naar 85%.

Productiviteit

De productiviteit geeft inzicht in de sturing op directe uren. Hoe meer directe uren worden ingezet, ofwel hoe minder indirecte/overige, hoe beter wordt gepresteerd. In de periode 2018 tot en met 2020 is nog sprake van een langzaam groeipad als gevolg van de in uitvoering zijnde harmonisatie en integratie van de processen.

Invulling van vacatures heeft de afgelopen jaren geleid tot een forse groei van de bezetting. Dit betreft voor het overgrote deel direct personeel waarvoor financiële dekking aanwezig is. Het aantal indirecte functies is over de afgelopen vijf jaar niet meegegroeid waarmee per saldo een efficiency voordeel is gerealiseerd. Daarnaast is vanaf 2019 intensiever ingezet op het verhogen van het aandeel declarabele uren.

Productie RVB

De omzet van het RVB in deze baten-lastenbegroting geeft geen volledig beeld op de werkelijke omvang van de te verrichten werkzaamheden, omdat een deel van deze werkzaamheden op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving niet tot omzet mogen worden gerekend. Het gaat hierbij om de programmakosten voor Defensie, om posten uit de kas-verplichtingenbegroting en om verkopen en ingebruikgevingen op grond van middelenafspraken.

In onderstaande tabel zijn al deze werkzaamheden, gebaseerd op kasstromen, opgenomen in een overzicht van de ‘productie’.

De hoge ‘piekproductie’ in 2020 is vooral het gevolg van een aantal aankopen van objecten voor de rijkshuisvesting.

Tabel 53 Productie RVB (bedragen x € 1.000.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Ingebruikgeving

501

494

489

469

457

460

Instandhouding

342

354

352

351

347

346

Projectrealisatie

975

898

706

704

704

704

Verkoop & ontwikkeling

98

146

129

136

131

125

Expertise en advies

205

201

200

201

201

201

Totaal productie

2.121

2.093

1.876

1.861

1.840

1.836

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Inleiding

Het werkterrein van de Huurcommissie wordt voor een grootste deel gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders een geschil hebben en er onderling niet uitkomen, dan doet de Huurcommissie op verzoek van de huurder of de verhuurder een uitspraak in geschillen over de hoogte van huurprijzen en servicekosten. De Huurcommissie beslecht ook geschillen in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) en geschillen die voort vloeien uit klachten van de huurder over het handelen of nalaten van de verhuurder bij de producten en diensten die hij aan de huurder levert.

Het Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) Huurcommissie (zonder eigen rechtspersoonlijkheid) wordt ondersteund door het agentschap de Dienst van de Huurcommissie (DHC). Voor de huurders en verhuurders presenteert de Huurcommissie zich als één landelijk opererende, onpartijdige en toegankelijke organisatie.

De Huurcommissie is continu gericht op verbetermogelijkheden bij de uitvoering van haar taken: het voorkomen, helpen oplossen en waar nodig beslechten van geschillen tussen huurder en verhuurder. Het gaat daarbij om verbeteringen in de dienstverlening aan huurders en verhuurders, en verbeteringen in de bedrijfsvoering. De Huurcommissie speelt flexibel in op wijzigingen in het aantal en soort informatievragen, veranderingen in de samenleving, het aantal en soort geschillen en op wijzigingen in de huurprijswet- en regelgeving. Uitgangspunt bij deze verbeteringen is het kader van de wet- en regelgeving van het huurprijsbeleid en de Rijksbrede ontwikkelingen die bij alle uitvoeringsorganisaties spelen.

Daarnaast is de Huurcommissie officieel buitengerechtelijke geschillenbeslechter in de zin van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten (ofwel een Europese Alternative Dispute Resolution (ADR) instantie). De Huurcommissie voldoet aan de eisen die aan zo’n geschillenbeslechter – in dit geval voor huurprijsgeschillen – worden gesteld.

Ook de dienstverlening van de Huurcommissie is verbeterd. Huurders en verhuurders hebben meer keuzemogelijkheden gekregen en hebben daardoor zelf meer invloed op het verloop van de procedure.

In de begroting zijn ook de kosten van het ZBO verwerkt.

Staat van baten en lasten
Tabel 54 Begroting van baten-lastenagentschap DHC voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

Omzet

9.860

11.125

12.434

12.328

12.328

12.328

12.328

- Omzet moederdepartement

4.330

5.271

6.570

6.464

6.464

6.464

6.464

- Omzet overige departementen

0

0

0

0

0

0

0

- Omzet derden

5.530

5.854

5.864

5.864

5.864

5.864

5.864

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

460

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

10.320

11.125

12.434

12.328

12.328

12.328

12.328

Lasten

Apparaatskosten

8.887

11.050

11.253

11.253

11.253

11.253

11.253

- personele kosten

6.248

7.152

7.606

7.606

7.606

7.606

7.606

- waarvan eigen personeel

4.819

4.001

5.152

5.752

6.152

6.152

6.152

- waarvan externe inhuur

1.052

2.661

1.964

1.364

964

964

964

- waarvan overige personele kosten

377

490

490

490

490

490

490

- materiële kosten

2.639

3.898

3.647

3.647

3.647

3.647

3.647

- waarvan apparaat ICT

1.035

1.161

1.195

1.195

1.195

1.195

1.195

- waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

0

0

0

- waarvan overige materiële kosten

1.604

2.737

2.452

2.452

2.452

2.452

2.452

Afschrijvingskosten

93

75

75

75

75

75

75

- materieel

93

75

75

75

75

75

75

- waarvan apparaat ICT

0

74

74

74

74

74

74

- immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Dotaties voorzieningen

2.588

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

3.062

3.545

1.106

1.000

1.000

1.000

1.000

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

14.630

14.670

12.434

12.328

12.328

12.328

12.328

Saldo van baten en lasten

‒ 4.310

‒ 3.545

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De reeks bedragen voor Omzet moederdepartement in de jaren 2020–2024 heeft betrekking op de bekostiging van de Huurcommissie ten laste van artikel 3 van de ontwerpbegroting 2020 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Tabel 55 Productie in 2020

Productie

Aantal zaken

Huurprijsgeschillen

4.479

Servicekostengeschillen

1.851

Huurverhogingsgeschillen (inclusief IAH)

2.325

Klachten huurders jegens verhuurders

250

Wohv geschillen

5

Onderzoeksrapporten rechtbank

10

Onderzoeksrapporten publiekrechtelijke organen

60

Advies geliberaliseerde huurprijs

54

Verklaring over redelijkheid van de huurprijs

0

Totaal

9.034

Het aantal zaken betreft een prognose op basis van een meerjarige trend in de instroom van de afgelopen jaren en actuele ontwikkelingen. De productie doelstelling voor 2020 is mede afhankelijk van het succesvol werven van nieuwe medewerkers in 2019 en 2020. Op basis van de instroom prognose en rekening houdend met de ervaringen in de eerste helft van 2019 met het verloop van de werving komt de geraamde prognose voor het jaar 2020 uit op circa 9.000 zaken.

Omzet derden

Deze baten betreffen in de eerste plaats de legesopbrengsten die gebaseerd zijn op de veroordeling door de Huurcommissie van geschilpartijen tot vergoeding aan de Staat. De legesontvangsten zijn voor 2020 begroot op € 0,4 mln.

Daarnaast dragen verhuurders conform de wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw) met ingang van begrotingsjaar 2018 vast bij aan de kosten van de Huurcommissie. De verwachte verhuurdersbijdrage bedraagt in 2020 € 5,4 mln.

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten betreffen zowel de Dienst van de Huurcommissie als de salarissen en vergoedingen van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de zittingsvoorzitters en de zittingsleden van de Huurcommissie (het ZBO).

Personele kosten

De personele kosten betreffen met name de salarissen van de vaste medewerkers van DHC, maar ook de inhuur van externe medewerkers. Vanaf 2018 zijn er vanwege het personeelsverloop door de reorganisatie relatief veel externe inhuurkrachten in dienst. Het streven is om de vaste formatie weer op het niveau te krijgen waardoor geen achterstanden meer optreden. Om de achterstanden weg te werken wordt de komende jaren nog extra personeel ingehuurd.

Materiële kosten

De belangrijkste posten zijn huisvesting, bureaukosten, communicatie en ICT. De verwachting is dat deze kosten de komende jaren stijgen. De bijdrage aan SSO's loopt via het kerndepartement en is daarom niet zichtbaar in de staat van baten en lasten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn conform de door de Minister van Financiën voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Afgeschreven wordt op ICT en kantoorinventaris.

Bijzondere lasten

Onder deze post vallen de kosten voor het verbeteren en aanpassen van de digitale dienstverlening en de kosten die betrekking hebben op de doorontwikkeling van de organisatie naar aanleiding van de reorganisatie.

Kasstroomoverzicht
Tabel 56 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap DHC voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

2018Stand Slotwet

20191e suppletoire begroting

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

2.702

2.590

285

360

435

510

585

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

4.795

11.125

12.434

12.328

12.328

12.328

12.328

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 12.193

‒ 14.595

‒ 12.359

‒ 12.253

‒ 12.253

‒ 12.253

‒ 12.253

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 7.398

‒ 3.470

75

75

75

75

75

-/- totaal investeringen

0

0

0

0

0

0

0

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

0

0

0

0

0

0

0

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

‒ 2.380

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

6.884

3.545

0

0

0

0

0

-/- aflossingen op leningen

0

0

0

0

0

0

0

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

6.884

1.165

0

0

0

0

0

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)1

2.188

285

360

435

510

585

660

X Noot
1

Maximale roodstand is € 0,5 mln.

Toelichting

Operationele kasstroom

Uitgegaan is van een jaarlijks exploitatieresultaat van nihil en een stabiel saldo van debiteuren en crediteuren.

Investeringskasstroom

Voor 2020 en volgende jaren is het uitgangspunt dat geen omvangrijke investeringen worden verricht, maar diensten worden afgenomen.

Financieringskasstroom

Er wordt geen beroep gedaan op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 57 Overzicht doelmatigheidsindicatoren DHC

Omschrijving

2018Stand Slotwet

2019Vastgestelde begroting

2020

2021

2022

2023

2024

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

50

69

67

75

80

80

80

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 42%

‒ 32%

0%

0%

0%

0%

0%

% Huurprijsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

60

90

90

90

90

90

90

% Servicekostengeschillen afgerond binnen 5 maanden

61

90

90

90

90

90

90

% Huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

98

90

90

90

90

90

90

% Wohv-geschillen afgerond binnen 4 maanden

0

90

90

90

90

90

90

% ADR geschillen afgerond binnen 90 dagen

>90

>90

>90

>90

>90

>90

>90

Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in

2022

Toelichting

FTE-totaal

Het streven is om het aandeel medewerkers in vaste dienst de komende jaren te laten groeien.

Saldo van baten en lasten

De Dienst van de Huurcommissie is een baten-lasten agentschap en dient kostendekkend te werken.

Doorlooptijden

De Huurcommissie werkt met twee verschillende doorlooptijden. In de eerste plaats de doorlooptijd voor de hele procedure, gebaseerd op de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw). Deze telt vanaf het moment dat de verzoeker het voorschot op de leges heeft betaald tot en met het moment waarop de uitspraak wordt verstuurd.

In de tweede plaats de doorlooptijd van ADR (Alternative Dispute Resolution) geschillen, zoals de Implementatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten voorschrijft. Deze telt vanaf het moment dat het dossier van een zaak compleet is.

Voor de geschilbeslechting op basis van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) geldt een wettelijke termijn van acht weken, met de mogelijkheid om indien nodig gemotiveerd een langere doorlooptijd te hanteren. De ervaringen met de Wohv-geschillen leren dat partijen hechten aan overleg onder auspiciën van de Huurcommissie, als gevolg waarvan de termijn van acht weken niet gehaald wordt zonder dat dit op bezwaren van betrokkenen stuit. Om deze reden is als streeftermijn (voor 90% van de Wohv-geschillen) vier maanden geformuleerd.

De ADR doorlooptijd, zoals de Implementatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten voorschrijft, is 90 dagen. Nadat het dossier eenmaal compleet is, handelt de Huurcommissie minimaal 90% van de zaken binnen de wettelijke termijn van 90 dagen af.

Doorlichting

De doorlichting van DHC zoals bedoeld in de Regeling agentschappen heeft in 2014 plaatsgevonden. Uit efficiency overweging zal zowel de evaluatie op grond van de Kaderwet zbo’s als de doorlichting van de Dienst van de Huurcommissie in 2022 plaats vinden.

6. BIJLAGEN

Bijlage 1: Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

Tabel 58 Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen (vallend onder Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

Naam organisatie

RWT

ZBO

Functie

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen (x € 1.000)

Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO

Hyperlink uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

x

x

Namens de minister nemen van beslissingen ter uitvoering van de regelingen en aangelegenheden welke verband houden met zogenaamde overzeese pensioenen en uitkeringen. Zorgdragen voor de uitvoering van de verplichting tot voldoening van de weduwepensioenen en wezenonderstanden aan de nagelaten betrekkingen van gewezen overheidspersoneel van voormalige koloniën.

Artikel 7Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

7.862

Saip

Evaluatieplicht niet van toepassing. Wel geëvalueerd in 2017: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2017/03/22/rapport-saip/

Huis voor Klokkenluiders

x

Het Huis voor klokkenluiders heeft in de eerste plaats tot taak het informeren, adviseren en ondersteunen van werknemers over te ondernemen stappen inzake het vermoeden van een misstand en in voorkomende gevallen werknemers te verwijzen naar bestuursorganen die belast zijn met opsporing of toezicht waar het vermoeden van een misstand kan worden gemeld. Daarnaast heeft het Huis voor klokkenluiders tot taak het verrichten van onderzoek naar een vermoeden van een misstand of de wijze waarop de werkgever zich jegens de werknemer heeft gedragen naar aanleiding van een melding van een vermoeden van een misstand.

Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

0

Huis voor Klokkenluiders

Evaluatie in 2020

Artikel 11 Centraal apparaat

3.073

Huurcommissie

x

Onafhankelijk beslechten en bemiddelen van geschillen tussen huurders en verhuurders over onderhoud, (aanvangs)huurprijs, huurverhoging, energieprestatievergoeding en servicekosten. Daarnaast beslecht de Huurcommissie een geschil dat voortvloeit uit een klacht van de huurder over een gedraging van (een medewerker van) de verhuurder.

Artikel 3 Woningmarkt

6.5701

Huurcommissie

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-795373

Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland

x

De onafhankelijke instantie heeft tot taak ervoor te zorgen dat er eens per vier jaar bij corporaties een visitatie kan worden uitgevoerd, specifiek door het aanwijzen van 'deskundige instanties'. SVWN doet dat door het accrediteren van bureaus die visitaties mogen uitvoeren (zie art. 53a Woningwet).

Artikel 3 Woningmarkt

Visitaties

Evaluatie in 2019

Keuringsinstanties bouwproducten

x

Het optreden als onafhankelijke keurende instantie voor de CE-markering van bouwproducten of voor bouwproducten waarvoor een geharmoniseerde norm beschikbaar is.

Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw2

x

Kerntaak van de Toelatingsorganisatie is het toelaten tot het stelsel en toezien op de werking van instrumenten voor kwaliteitsborging voor het bouwen. De Toelatingsorganisatie zorgt ervoor dat belanghebbende partijen een gerechtvaardigd vertrouwen kunnen hebben in alle toegelaten instrumenten. Daartoe handhaaft de toelatingsorganisatie door waarschuwen, schorsen en intrekken van toelatingen van instrumenten, houdt zij een register bij, stelt vergoedingen vast voor het gebruik van de instrumenten en geeft voorlichting over de toepassing van regels van toelating. Tenslotte monitort en evalueert de toelatingsorganisatie het functioneren van het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen.

Artikel 4Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

516

Evaluatie in 2025

Dienst voor het Kadaster en de openbare registers

x

x

Als onafhankelijke partij biedt het Kadaster zekerheid door transparantie over eigendom en gebruik van vastgoed en ruimte. De gegevens zijn opvraagbaar en bieden inzicht wat van wie is en helpen bij het maken van keuzes.

Artikel 5.1Ruimtelijke ordening

26.361

Kadaster

https://archief06.archiefweb.eu/archives/archiefweb/20180227041656/https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2015/12/17/rapport-wettelijke-evaluatie-kadaster/rapport-wettelijke-evaluatie-kadaster.pdf

Artikel 5.2Omgevingswet

19.053

X Noot
1

De bijdrage uit de begroting voor de kosten van het ZBO maakt deel uit van de totale bijdrage uit de begroting aan het ZBO Huurcommissie en het agentschap DHC. In de administratie worden kosten van het ZBO niet apart verantwoord, mede omdat ze voor een groot deel samenvallen met kosten van het agentschap. De totale bijdrage aan het ZBO Huurcommissie en agentschap DHC bedraagt € 6.908. Zie voor de cijfers artikel 3 en de batenlastenparagraaf van DHC in deze begroting.

X Noot
2

De Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw wordt in 2020 opgericht.

Bijlage 2: Verdiepingsbijlage

Beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Uitgaven

Tabel 59 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

59.323

56.261

52.216

48.160

48.160

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

1.472

2.787

3.410

4.020

4.020

Extrapolatie

52.180

Nieuwe mutaties

75

339

585

621

620

620

Waarvan:

1) Experiment centrale stemopneming

‒ 1.005

0

0

0

0

0

2) Software verkiezingen

2.500

0

0

0

0

0

3) Kiezers in het buitenland

‒ 1.232

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

60.870

59.387

56.211

52.801

52.800

52.800

Toelichting

1) Experiment centrale stemopneming

Gemeenten die deelnamen aan het experiment centrale stemopneming bij de gecombineerde provinciale staten- en waterschapsverkiezingen in maart 2019 en/of bij de verkiezing van het Europees Parlement in mei 2019 ontvangen voor de hogere kosten per verkiezing een bijdrage via het gemeentefonds.

2) Software verkiezingen

Er is een nieuw digitaal hulpmiddel voor het berekenen van de verkiezingsuitslag nodig, omdat blijkt dat het huidige hulpmiddel niet betrouwbaar en veilig genoeg is. De aanbesteding kan niet voor de zomer van 2019 plaatsvinden, waardoor het nieuwe digitale hulpmiddel niet gereed is voor de volgende Tweede Kamer verkiezingen. Daarom wordt opdracht gegeven om zo spoedig mogelijk de technische beperkingen van de huidige software op te lossen.

3) Kiezers in het buitenland

De gemeente Den Haag ontvangt via het gemeentefonds een bijdrage ten behoeve van de permanente registratie voor kiezers in het buitenland en de organisatie van verkiezingen voor de kiezers in het buitenland.

Ontvangsten

Tabel 60 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

21.965

21.965

21.965

21.965

21.965

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

21.965

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

21.965

21.965

21.965

21.965

21.965

21.965

Beleidsartikel 2: Nationale veiligheid

Uitgaven

Tabel 61 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

274.253

276.438

281.779

279.423

278.952

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

10.653

13.250

18.330

22.492

22.813

Extrapolatie

301.180

Nieuwe mutaties

8.579

8.173

7.997

7.931

7.917

7.943

Waarvan:

1) Loon- en prijsbijstelling

7.022

7.080

7.823

7.757

7.743

7.743

Stand ontwerpbegroting 2020

293.485

297.861

308.106

309.846

309.682

309.123

Toelichting

1) Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling van 2019.

Ontvangsten

Tabel 62 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

13.214

13.214

13.214

13.214

13.214

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Extrapolatie

14.714

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

14.714

14.714

14.714

14.714

14.714

14.714

Beleidsartikel 3. Woningmarkt

Uitgaven

Tabel 63 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

4.104.213

4.291.902

4.445.606

4.598.243

4.749.907

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

9.813

8.900

‒ 3.400

‒ 18.700

‒ 34.200

Extrapolatie

4.857.707

Nieuwe mutaties

32.061

‒ 3.406

‒ 2.417

‒ 3.661

‒ 3.739

170

Waarvan:

1) Afdracht NHG

29.769

0

0

0

0

0

2) Woonregelingen RVO.nl

0

‒ 4.293

‒ 4.006

‒ 4.052

‒ 4.130

‒ 221

Stand ontwerpbegroting 2020

4.146.087

4.297.396

4.439.789

4.575.882

4.711.968

4.857.877

Toelichting

1) Afdracht NHG

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2018 bedraagt afgerond € 29,8 mln.

2) Woonregelingen RVO.nl

RVO.nl ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van werkzaamheden voor de vier woonregelingen BEW+, TRSHV, RVV en RVV Verduurzaming. Het beschikbare budget voor de bijdrage van RVO.nl is van artikel 3 naar artikel 4 overgeheveld, omdat RVO.nl centraal betaald wordt vanaf artikel 4.

Ontvangsten

Tabel 64 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

521.000

516.000

478.000

462.000

456.000

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

‒ 30.723

‒ 44.000

‒ 12.400

1.800

1.000

Extrapolatie

435.300

Nieuwe mutaties

31.702

0

0

0

0

0

Waarvan:

1) Afdracht NHG

29.769

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

521.979

472.000

465.600

463.800

457.000

435.300

Toelichting

1) Afdracht NHG

De Stichting WEW betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de NHG aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2018 bedraagt afgerond € 29,8 mln.

Beleidsartikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Uitgaven

Tabel 65 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

209.008

167.728

23.891

23.683

18.420

Mutatie Nota van Wijziging 2019

77.500

0

0

0

0

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

‒ 22.205

4.368

3.467

4.500

0

Extrapolatie

18.420

Nieuwe mutaties

83.219

308.846

83.054

29.593

29.549

25.640

Waarvan:

1) Klimaatmiddelen VNG

150.000

0

0

0

0

0

2) Regionale Energie Strategieën

0

12.500

0

0

0

0

3) Regionale Energie Strategieën (Gemeentefonds)

‒ 34.640

0

0

0

0

0

4) Programma Reductie Energieverbruik (PRE)

12.600

47.400

0

0

0

0

5) Subsidieregeling PRE

6.300

23.700

0

0

0

0

6) Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)

‒ 34.817

68.600

21.000

0

0

0

7) Subsidieregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH)

0

50.000

0

0

0

0

8) Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH+)

15.000

75.000

0

0

0

0

9) Innovatieprogramma CO2 (Klimaatakkoord)

0

25.000

25.000

25.000

25.000

25.000

10) Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP)

‒ 22.500

‒ 5.000

27.500

0

0

0

11) Renovatieversneller (Klimaatakkoord)

0

5.000

5.000

0

0

0

12) Meerjarig Missiegedreven Innovatie Programma (MMIP)

‒ 7.324

0

0

0

0

0

13) Woonregelingen RVO.nl

0

4.293

4.006

4.052

4.130

221

Stand ontwerpbegroting 2020

347.522

480.942

110.412

57.776

47.969

44.060

Toelichting

1) Klimaatmiddelen VNG

Gemeenten krijgen extra taken om de energietransitie in de gebouwde omgeving vorm te geven. Daarom is in het Ontwerp Klimaatakkoord opgenomen dat het Rijk voor de periode 2019 t/m 2021 € 150 mln. ter beschikking stelt aan de VNG. Nadruk bij deze aanvullende middelen ligt op de ondersteuning van de decentrale overheden bij het realiseren van de Regionale Energie Strategieën (RES), de transitiesvisies warmte, de wijkaanpak en het informeren van bewoners.

2) Regionale Energie Strategieën

Aanvullend op de klimaatmiddelen voor de VNG stelt het Rijk € 20 mln. beschikbaar voor de ondersteuning van de RES in de 30 regio's. Voor 2020 wordt € 12,5 mln. overgeheveld naar de begroting van BZK. De middelen voor het expertisecentrum warmte worden overgeboekt naar de begroting van EZK (€ 7,5 mln.).

3) Regionale Energie Strategieën (Gemeentefonds)

In het Interbestuurlijke programma (IBP) is afgesproken dat Regionale Energie Strategieën (RES) in 2019 vorm moeten krijgen. Het opstellen van een RES vraagt het nodige van de decentrale overheden: expertise verwerven, overleg met stakeholders en organiseren van burgerparticipatie. Via het gemeentefonds wordt € 34,6 mln. ingezet voor de regio’s die deze middelen doelgericht inzetten voor de definiëring van de RES.

4) Programma Reductie Energieverbruik (PRE)

In het kader van de Urgenda-aanpak stelt het kabinet budget beschikbaar aan gemeenten voor het PRE. Dit programma stimuleert laagdrempelige energiebesparingsmaatregelen bij huishoudens in de koopsector. Aan het gemeentefonds wordt hiervoor € 60 mln. beschikbaar gesteld te weten € 12,6 mln. in 2019 en € 47,4 mln. in 2020.

5) Subsidieregeling PRE

In het kader van de Urgenda-aanpak stelt het kabinet budget beschikbaar aan (private) partijen voor het PRE. Dit programma draagt daar aan bij door het stimuleren van de uitvoering van (een aantal) laagdrempelige energiebesparingsmaatregelen bij huishoudens in de koopsector. Er is in totaal € 30 mln. beschikbaar in de periode 2019-2020.

6) Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)

Voor 2019 ontvangt een aantal gemeenten via het gemeentefonds een bijdrage voor de geselecteerde proeftuinen voor het aardgasvrij maken van bestaande wijken. De middelen voor 2020 en 2021 zijn bedoeld voor de voorzetting van het Programma Aardgasvrije Wijken om te leren op welke manier de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van grootschalige proeftuinen (100 wijken aanpak) en een bijbehorend Kennis- en Leerprogramma (KLP).

7) Subsidieregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH)

In het Klimaatakkoord is afgesproken zo snel mogelijk bestaande woningen te verduurzamen via de Startmotor huursector. De bedoeling van deze Startmotor is om in korte tijd voldoende ervaring en schaalgrootte te realiseren bij het aardgasvrij maken van wijken, zodat een programmatische wijkaanpak mogelijk wordt.

8) Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH)

In het kader van de Urgenda-aanpak stelt het kabinet de SEEH opnieuw open voor eigenaar-bewoners. Er is voor eigenaar-bewoners € 84 mln. aan subsidie beschikbaar, dat is ongeveer twee keer zoveel als in 2016. In 2019 is hiervoor € 13 mln. beschikbaar en in 2020 € 71 mln. De rest van het budget (€ 6 mln.) is beschikbaar voor uitvoeringskosten.

9) Innovatieprogramma CO2

Het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving vernieuwt, intensiveert en versterkt het topsectorenbeleid, in het bijzonder beleid in het kader van het Topconsortia Kennis en Innovatie Urban Energy (TKIUE) en de kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijke vastgoed. Het gaat hierbij om: ontwikkelen van commercieel toepasbare oplossingen voor een aardgasvrije gebouwde omgeving, Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP’s) en de oprichting van een Kennis- innovatieplatform Energietransitie Maatschappelijk Vastgoed.

10) Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP)

Het beschikbare budget voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) wordt met deze kasschuif in lijn gebracht met de uitbetalingsprognose van RVO.nl.

11) Renovatieversneller

Het Ministerie van BZK, AEDES, Woonbond, Techniek Nederland, Bouwend Nederland en OnderhoudNL richten de Renovatieversneller gezamenlijk in als een landelijk ondersteuningsprogramma. Het programma biedt een stimulerende leeromgeving waarin corporaties en aanbieders samenwerken aan onder andere standaardisatie, optimaliseren van de keten door het creëren van juiste condities voor opschaling en andere vormen van innovatie. Naast het ondersteuningsprogramma zijn er middelen beschikbaar voor het gericht stimuleren van opschaling van reeds gevalideerde prototypes en gedemonstreerde nieuwe technieken via een subsidietender.

12) Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma (MMIP)

Dit betreft een bijdrage aan het Ministerie van EZK voor de subsidieregeling «Energie-innovaties in de gebouwde omgeving» van het Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma (MMIP).

13) Woonregelingen RVO.nl

RVO.nl ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van werkzaamheden voor de vier woonregelingen BEW+, TRSHV, RVV en RVV Verduurzaming. Vanaf artikel 3 wordt het beschikbare budget overgeheveld naar artikel 4, omdat RVO.nl centraal betaald wordt vanaf artikel 4.

Ontvangsten

Tabel 66 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

91

91

91

91

91

Mutatie Nota van Wijziging 2019

0

0

0

0

0

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

91

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

91

91

91

91

91

91

Beleidsartikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Uitgaven

Tabel 67 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

102.919

93.875

62.186

57.593

51.453

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

9.284

3.999

0

0

0

Extrapolatie

50.282

Nieuwe mutaties

8.509

26.881

24.275

24.134

24.021

23.997

Waarvan:

1) Omgevingswet

0

7.000

5.000

5.000

5.000

5.000

2) Bijdrage VNG t.b.v. beheer DSO

0

18.000

18.000

18.000

18.000

18.000

3) Inzet Basisregistratie Ondergrond (BRO)

‒ 4.650

0

0

0

0

0

4) Informatiepunt

3.400

0

0

0

0

0

5) Bufferzonegronden

5.000

0

0

0

0

0

6) Loon- en prijsbijstelling

2.057

1.895

1.279

1.142

1.021

997

7) Desaldering diverse afrekeningen 2018

3.898

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

120.712

124.755

86.461

81.727

75.474

74.279

Toelichting

1) Omgevingswet

Voor de periode 2020-2025 wordt er in totaal € 22 mln. toegevoegd aan de begroting van BZK voor de investeringsbijdrage van het rijk voor de uitbouw van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO, fase-2).

2) Bijdrage VNG t.b.v. beheer DSO

Met deze overboeking wordt de bijdrage van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan het beheer van het DSO structureel overgeheveld naar de begroting van BZK, zoals afgesproken in de beheersovereenkomst.

3) Inzet Basisregistratie Ondergrond (BRO)

Dit betreft een aanvullende bijdrage van circa € 4,7 mln. aan het GIP 2019 programma in het kader van de implementatie van de wet Basisregistratie Ondergrond (BRO) voor de realisatie van de volgende diensten en producten: BRO realisatie Landelijke Voorziening tranche 2 en 3, realisatie Doelarchitectuur inclusief BRO-loket, ondiepe modellering tranche 2 (harmonisatie GeoTOP, REGIS, DGM) en ketenmanager.

4) Informatiepunt

Voor de werkzaamheden van het Informatiepunt is voor 2019 en de eerste helft van 2020 een budget benodigd van € 6,8 mln., te financieren door de Ministeries van BZK en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). BZK heeft zijn aandeel in 2018 aan Rijkswaterstaat (RWS) beschikbaar gesteld. IenW draagt bij door € 3,4 mln. over te boeken naar de begroting van BZK.

5) Bufferzonegronden

De laatste ontvangsten op de verkoop van de bufferzonegronden van het voormalige Bureau Beheer Landbouwgronden vallen hoger uit dan geraamd. Bij de overdracht vanuit het voormalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) is de afspraak gemaakt dat de helft van de ontvangsten terugvloeit naar de begroting van het Ministerie van IenW.

6) Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2019.

7) Desaldering diverse afrekeningen 2018

Dit betreft de desaldering van ontvangsten van de afrekeningen 2018 met de organisaties KOOP, Geonovum, Kadaster en RWS. Hiermee worden vertraagde activiteiten uit 2018 in 2019 uitgevoerd.

Ontvangsten

Tabel 68 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

3.824

3.824

3.824

3.824

3.824

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

3.750

0

0

0

0

Extrapolatie

3.824

Nieuwe mutaties

8.898

0

0

0

0

0

Waarvan:

1) Bufferzonegronden

5.000

0

0

0

0

0

2) Diverse afrekeningen 2018

3.898

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

16.472

3.824

3.824

3.824

3.824

3.824

Toelichting

1) Bufferzonegronden

De laatste ontvangsten op de verkoop van de bufferzonegronden van het voormalige Bureau Beheer Landbouwgronden vallen hoger uit dan geraamd. Bij de overdracht vanuit het voormalige Ministerie van IenM is de afspraak gemaakt dat de helft van de ontvangsten terugvloeit naar de begroting van het Ministerie van IenW.

2) Diverse afrekeningen 2018

Dit betreft de ontvangsten van de afrekeningen 2018 met de organisaties KOOP, Geonovum, Kadaster en RWS.

Beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Uitgaven

Tabel 69 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

174.479

172.686

167.516

110.306

110.421

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

5.724

‒ 2.280

‒ 5.080

‒ 5.080

‒ 2.080

Extrapolatie

104.890

Nieuwe mutaties

‒ 1.340

‒ 431

3.013

4.516

1.517

1.517

Waarvan:

1) Sturing Informatiebeveiliging en ICT

‒ 1.600

0

0

0

0

0

2) Voorfinanciering Digipoort

0

0

3.000

3.000

0

0

3) Loon- en prijsbijstelling

1.643

1.569

1.513

1.516

1.517

1.517

4) Communicatie en juridisch advies

‒ 1.100

‒ 500

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

178.863

169.975

165.449

109.742

109.858

106.407

Toelichting

1) Sturing informatiebeveiliging en ICT

De ambities uit het regeerakkoord hebben geleid tot een Kamerbrief Sturing informatiebeveiliging en ICT (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 573) en een verdere uitwerking in de strategische I-agenda (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 591). Om de ambities waar te maken vindt er een herverdeling van middelen plaats, waarbij € 1,6 mln. van artikel 6 "Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving" naar artikel 7 "Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid" wordt overgeheveld.

2) Voorfinanciering Digipoort

Het Ministerie van BZK en Ministerie van Financiën hebben afspraken gemaakt over de voorfinanciering van de investering in Digipoort Handel en Transport. In 2019 en 2020 financiert het Ministerie van BZK € 6,7 mln. en in 2021 en 2022 wordt door het Ministerie van Financiën in totaal € 6 mln. terugbetaald. Dit betreft de boeking van Financiën naar BZK. Bij 1e suppletoire begroting heeft er reeds een kasschuif plaatsgevonden om de middelen van 2021-2022 naar 2019-2020 te schuiven.

3) Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2019.

4) Communicatie en juridisch advies

Binnen de begroting van BZK zijn middelen herschikt van artikel 6 naar artikel 11 voor onder andere de communicatie rondom Agenda NL DIGIbeter, de implementatie van eIDAS en juridische ondersteuning rondom de wet Digitale Overheid.

Ontvangsten

Tabel 70 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.609

1.612

1.612

1.612

1.612

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

‒ 1.186

‒ 1.189

‒ 1.189

‒ 1.189

‒ 1.189

Extrapolatie

423

Nieuwe mutaties

899

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

1.322

423

423

423

423

423

Beleidsartikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Uitgaven

Tabel 71 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

33.427

29.215

27.964

26.945

26.945

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

8.278

‒ 16

‒ 16

‒ 16

‒ 16

Extrapolatie

26.945

Nieuwe mutaties

1.167

5.144

385

382

382

382

Waarvan:

1) Sturing Informatiebeveiliging en ICT

500

2.850

0

0

0

0

2) Programma Versterking HR ICT Rijk

0

2.010

0

0

0

0

3) Loon- en prijsbijstelling

482

409

410

382

382

382

Stand ontwerpbegroting 2020

42.872

34.343

28.333

27.311

27.311

27.327

Toelichting

1) Sturing Informatiebeveiliging en ICT

De ambities uit het regeerakkoord hebben geleid tot een Kamerbrief Sturing informatiebeveiliging en ICT (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 573) en een verdere uitwerking in de strategische I-agenda (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 591). Om de ambities waar te maken wordt binnen de begroting van BZK in 2019 € 1,6 mln gerealloceerd van artikel 6 naar artikel 7 (€ 0,5 mln.) en artikel 11 (€ 1,1 mln.). Daarnaast wordt de loon- en prijsbijstelling ingezet ter dekking van de activiteiten in 2020 (€ 2,9 mln.). De middelen worden ingezet om het IT beheer en de informatiebeveiliging te versterken, voor de doorontwikkeling van het Rijks ICT Dashboard, en voor de ontwikkeling van een nieuw informatiebeveligingsniveau.

2) Programma Versterking HR ICT Rijk

Dit betreft de bijdragen van andere departementen aan het programma Versterking HR ICT Rijk. Het programma brengt en houdt ICT-kennis en -kunde binnen de Rijksdienst op peil.

3) LPO

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2019.

Ontvangsten

Tabel 72 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

520

450

64

64

64

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

64

Nieuwe mutaties

764

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

1.284

450

64

64

64

64

Beleidsartikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Uitgaven

Tabel 73 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

117.329

117.164

118.758

120.275

128.231

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

2.689

7.997

318

283

250

Extrapolatie

137.648

Nieuwe mutaties

1.714

3.007

4.350

5.338

6.553

1.575

Waarvan:

1) Loon- en bijstelling

1.714

1.678

1.693

1.731

1.846

1.918

Stand ontwerpbegroting 2020

121.732

128.168

123.426

125.896

135.034

139.223

Toelichting

1) Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2019.

Ontvangsten

Tabel 74 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

99.782

121.690

121.574

120.282

120.282

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

102.984

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

99.782

121.690

121.574

120.282

120.282

102.984

Niet-beleidsartikel 11. Centraal apparaat

Uitgaven

Tabel 75 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

399.997

369.717

360.946

357.101

357.212

Mutatie Nota van Wijziging 2019

1.400

0

0

0

0

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

44.994

3.598

3.598

3.182

2.750

Extrapolatie

359.640

Nieuwe mutaties

17.122

28.447

18.469

15.571

15.526

15.000

Waarvan:

1) Loon- en prijsbijstelling

12.471

10.584

12.034

10.652

10.630

10.566

2) Archiefachterstanden Doc-Direkt

0

4.043

4.043

4.043

4.043

3.587

3) Individueel Keuzebudget (IKB)

0

9.306

0

0

0

0

4) Doorberekening kosten P-Direkt

1.332

1.332

1.332

1.332

1.332

1.332

5) Communicatie en juridisch advies

1.100

500

0

0

0

0

6) Programma Aardgasvrije wijken

0

1.400

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

463.513

401.762

383.013

375.854

375.488

374.640

Toelichting

1) Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2019.

2) Archiefachterstanden Doc-Direkt

Dit betreft de bijdrage van AZ, BZK, Defensie, IenW, JenV, OCW, SZW en VWS voor het wegwerken van de archiefachterstanden van voor het jaar 2005 in de jaren 2020 t/m 2024. De uitvoering is belegd bij Doc-Direkt en het Nationaal Archief.

3) Individueel Keuzebudget (IKB)

Voor de eenmalige kosten voor invoering van het IKB zijn er middelen toegevoegd aan de begroting van BZK.

4) Doorberekening kosten P-Direkt

Het betreft bijdragen van andere departementen aan BZK voor de stijging van het aantal Individueel Arbeidsrelaties (IAR's). De benodigde dienstverlening van P-Direkt in 2019 overstijgt het aantal IAR's waarvoor destijds middelen zijn overgeheveld door departementen naar de Centraal Opdrachtgever (het Ministerie van BZK).

5) Communicatie en juridisch advies

Binnen de begroting van BZK zijn middelen herschikt voor onder andere de communicatie rondom Agenda NL DIGIbeter, de implementatie van eIDAS en juridische ondersteuning rondom de wet Digitale Overheid.

6) Programma Aardgasvrije Wijken

Vanaf de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën is € 1,4 mln. overgeheveld naar de begroting van BZK voor de te maken apparaatskosten in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken.

Ontvangsten

Tabel 76 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

17.432

17.422

17.422

17.422

17.422

Mutatie Nota van Wijziging 2019

0

0

0

0

0

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

44.366

1.870

1.870

1.694

1.694

Extrapolatie

19.116

Nieuwe mutaties

400

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

62.198

19.292

19.292

19.116

19.116

19.116

Niet-beleidsartikel 12. Algemeen

Uitgaven

Tabel 77 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

6.558

11.406

8.930

7.680

7.680

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

22.708

357

352

290

69

Extrapolatie

7.680

Nieuwe mutaties

34.714

9.472

3.304

3.248

3.248

3.248

Waarvan:

1) Benzinestations en bodemwinning

34.651

9.409

3.276

3.276

3.276

3.276

Stand ontwerpbegroting 2020

63.980

21.235

12.586

11.218

10.997

10.928

Toelichting

1) Benzinestations en bodemwinning

Het betreft een actualisatie van de af te dragen vennootschapsbelasting over de generale ontvangsten voor de veiling van locaties voor benzinestations langs Rijkswegen en bodemwinning.

Ontvangsten

Tabel 78 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

13.101

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

13.101

0

0

0

0

0

Niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 79 Uitgaven (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

29.851

27.671

26.296

24.705

24.541

Extrapolatie

24.525

Nieuwe mutaties

‒ 29.851

‒ 27.671

‒ 26.296

‒ 24.705

‒ 24.541

‒ 24.525

Waarvan:

1) Loon- en prijsbijstelling

‒ 28.351

‒ 27.671

‒ 26.296

‒ 24.705

‒ 24.541

‒ 24.525

2) Bijdrage t.b.v. Fort Oranje

‒ 1.500

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

0

Toelichting

1) Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2019.

2) Bijdrage t.b.v. Fort Oranje

Het betreft een bijdrage aan de gemeente Zundert ten behoeve van de aanpak van Fort Oranje (via het gemeentefonds).

Ontvangsten

Tabel 80 Ontvangsten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

0

Bijlage 3: Moties en toezeggingen

Tabel 81 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond

Omschrijving

Parlementaire Agenda

Afgedaan met

De motie van het lid Tellegen c.s.; Spreekt uit dat het wenselijk is dat de modernisering van de wetgeving rond de vervolging van ambtsdelicten met grote spoed ter hand wordt genomen en uiterlijk voor 1 januari 2017 tot een wetsvoorstel leidt; Verzoekt het Presidium, daartoe in overleg met de regering en de Eerste Kamer tot een voorbereidingstraject te komen.

Plenair debat Het verslag van de commissie van onderzoek d.d. 28 januari 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 48, item 9)

Afgedaan. De wet waar de motie om vraagt is op 19 september 2018 in werking getreden (Stb. 2018, 312).

De motie van het lid Sjoerdsma; Verzoekt de regering om actief voorlichting te geven aan bestuursorganen omtrent de werking van de Wet open overheid en waar nodig opleidingen te faciliteren voor personen bij deze organen die belast zijn met de uitvoering van deze wet.

Plenair debat Initiatiefwetsvoorstel Voortman/Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid) (33328) d.d. 13 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 76, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35112, nr. 4).

De motie van de leden Oosenbrug en Bruins; Verzoekt de regering er in ieder geval zorg voor te dragen dat twee of meer bestuursorganen binnen een jaar na aanvaarding van de Wet open overheid met een informatieregister gaan experimenteren, en daarbij de doeltreffendheid en kosten van reeds ingevoerde informatieregisters bij deze koplopers te evalueren; Verzoekt de regering het informatieregister uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet open overheid in werking te laten treden.

Plenair debat Initiatiefwetsvoorstel Voortman/Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid) (33328) d.d. 13 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 76, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35112, nr. 4).

De motie van de leden Veldman en Fokke; Verzoekt de regering, ten behoeve van de vervolgfase van de drie decentralisaties een onafhankelijke derde aan te wijzen die tot taak heeft om bij de transformatie in het sociaal domein een vinger aan de pols te houden, zijn bevindingen bij gemeenten aan de orde te stellen en het kabinet hierover te rapporteren; Verzoekt de regering voorts, deze rapportages aan de Tweede Kamer te zenden.

Plenair debat Sociaal Domein d.d. 22 december 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 39, item 40)

Afgedaan. Het nieuwe Kabinet is bij de invulling van het Programma Sociaal Domein niet overgegaan tot een uitwerking van de in de motie gevraagde onafhankelijke derde (het vorige Kabinet heeft het eenduidig aan het nieuwe kabinet overgelaten).

De motie van de leden Ronnes en Van der Linde; Verzoekt de regering, een bestuursakkoord met de gemeenten te sluiten opdat de leges voor omgevingsvergunningen substantieel dalen.

Plenair debat Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34 453) d.d. 16 februari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 54, item 11)

Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 17 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34453, nr. 31).

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, het VACpunt Wonen financieel behulpzaam te zijn bij de verdere ontwikkeling van het kwaliteitsstempel.

Plenair debat Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34 453) d.d. 16 februari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 54, item 11)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 28325, nr. 174).

De motie van de leden Veldman en Fokke; Verzoekt de regering om, in overleg met onder andere het Interprovinciaal Overleg en conform het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen, binnen twee jaar met een plan van aanpak te komen gericht op het binnen drie jaar herzien van de grondslagen van het Provinciefonds.

Plenair debat Wijziging van de financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds (34 568) d.d. 25 januari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 44, item 8)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-B, nr. 18).

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering om, alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat ieder stembureaulid een training volgt voor zijn of haar benoeming.

Plenair debat Evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing d.d. 20 juni 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 89, item 22)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 83).

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering om de gemeenten behulpzaam te zijn bij de ontwikkeling van een juridisch instrumentarium om toeristisch verhuur te kunnen reguleren en te handhaven en de Tweede Kamer spoedig te informeren over welk (aanvullend) instrumentarium wordt gekozen of ontwikkeld.

Plenair debat Diverse woononderwerpen d.d. 15 juni 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 88, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 27926, nr. 309).

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, spoedig in overleg te treden met de initiatiefnemers van het actieprogramma Weer Thuis teneinde gezamenlijk een plan op te stellen opdat het tekort aan geschikte huurwoningen voor verwarde personen binnen afzienbare tijd weggewerkt is.

Plenair debat Diverse woononderwerpen d.d. 15 juni 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 88, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 428).

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering, er bij gemeenten op aan te dringen om uitslagen van verkiezingen op alle relevante niveaus te publiceren en te bezien of het ministerie hierbij kan ondersteunen.

Plenair debat Evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing d.d. 20 juni 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 89, item 22)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 83).

De motie van het lid Özütok c.s.; Verzoekt de regering om, met een voorstel te komen om belemmeringen weg te nemen zodat het recht op initiatief, het right to challenge, in de praktijk gewaarborgd kan worden.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VII, nr. 69).

De motie vanf het lid Verhoeven; Verzoekt de regering, een voorlichtingscampagne te starten om het bewustzijn te vergoten over beïnvloeding door statelijke actoren van de interne aangelegenheden en democratische processen in Nederland.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30821, nr. 51).

De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering, te komen met een actieplan versterking lokale democratie.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VII, nr. 69).

De motie Van der Graaf en Kuiken; Verzoekt de regering, in kaart te brengen wat de belangrijkste obstakels zijn voor burgerinitiatieven met een coöperatieve structuur of een andere rechtsvorm en op welke wijze deze kunnen worden weggenomen.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VII, nr. 69).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe een prikkel in de verhuurderheffing van 2019 aangebracht kan worden om het verkopen van dure sociale huurwoningen ten behoeve van de nieuwbouw van nieuwe betaalbare sociale huurwoningen in gespannen woningmarkten over 2018 extra te stimuleren.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 441).

De motie van het lid Koerhuis;Verzoekt de regering, deze perverse prikkel bij berekening van bezoldigingsmaxima weg te nemen.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29453, nr. 487).

De motie van het lid Koerhuis c.s.: Verzoekt de regering, de evaluatie van de NHG-regeling af te ronden voor de indiening van de begroting voor 2019 en hierin de mogelijkheden voor verlaging van de NHG-premie mee te nemen.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 437).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, het Nibud hierover onderzoek te laten doen en een brief te sturen met een voorstel hoe dit op te lossen.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 438).

De motie van de leden Koerhuis en Ronnes; Verzoekt de regering, in gesprek te gaan met hypotheekverstrekkers, de Nationale Hypotheek Garantie en de Autoriteit financiële Markten om knelpunten weg te nemen; Verzoekt de regering voorts, dit te onderzoeken en zo snel mogelijk aan de Tweede Kamer te rapporteren.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 416).

De motie van het lid Voortman c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken of het initiatiefrecht voor huurders wettelijk verankerd kan worden en de Tweede Kamer hierover voor 1 mei te informeren.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 27926, nr. 286).

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, om spoedig met betrokken gemeenten, verhuurders en corporaties te overleggen om ongewenste excessen verder te voorkomen; en verzoekt de regering tevens de resultaten daarvan aan de Tweede Kamer te melden.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De motie van het lid Ronnes c.s.; Verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze de onvoorziene meeropbrengst van de verhuurderheffing die de komende jaren ontstaat, kan worden geïnvesteerd in de woningmarkt, de verduurzamingsopgave van de sociale woningen en instrumenten voor de doorstroming.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 441).

De motie van de leden Ronnes en Dik-Faber; Verzoekt de regering, van de genoemde verbetervoorstellen quick wins binnen de wettelijke kaders zo spoedig mogelijk toe te passen, opdat de administratievelastendruk zo snel mogelijk kan verminderen.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29453, nr. 486).

De motie van het lid Eijs c.s.; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de NHG-premie meegefinancierd kan blijven worden in de hypotheek en eventueel fiscaal aftrekbaar kan blijven, bijvoorbeeld via een aanvullende lening die wordt afgelost uit het rentevoordeel dat de NHG oplevert; verzoekt de regering voorts hierover zo spoedig mogelijk een brief te sturen met een voorstel hoe dit op te lossen.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 437).

De motie van het lid Dik-Faber c.s.; Verzoekt de regering, eventuele belemmeringen in regelgeving weg te nemen en te komen tot een «ouderenwoonakkoord» met gemeenten, woningcorporaties, ontwikkelaars, ouderenbonden en andere relevante partijen als bijdrage aan de Woonagenda.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 408).

De motie van de leden Dik-Faber en Voortman; Verzoekt de regering, te bevorderen dat het actieprogramma Weer Thuis wordt uitgebreid naar twintig regio's; Verzoekt de regering tevens, mogelijk via dit actieprogramma, een impuls te geven aan nieuwe woonvormen voor kwetsbare doelgroepen.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 428).

De motie van de leden Eijs en Koerhuis; Verzoekt de regering niet, zoals in het wetsvoorstel is opgenomen, vanaf de vierde keer dat een verhuurder in het ongelijk is gesteld kostendek-kende leges te rekenen, maar dit vanaf de derde keer te doen.

Plenair debat Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte i.v.m. een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage (34 652) d.d. 24 januari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 43, item 6)

Afgedaan. Het amendement wetsvoorstel Huurcommissie is op 30 januari 2018 aangenomen door de Eerste Kamer.

De motie van het lid Kops; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat er niet langer onrechtmatig bemiddelingskosten bij huurders in rekening worden gebracht.

Plenair debat Staat van de volkshuisvesting/Staat van de woningmarkt d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 48, item 33)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De motie van van Eijs en Ronnes; Verzoekt de regering samen met de partijen die deelnemen aan het platform maatwerk hypotheekverlening alle reële mogelijkheden om starters op de koopwoningmarkt te helpen nogmaals in beeld te brengen en de Tweede Kamer daarover dit voorjaar te informeren.

Plenair debat Staat van de volkshuisvesting/Staat van de woningmarkt d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 48, item 33)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 416).

De motie van het lid Sjoerdsma c.s.; Verzoekt het kabinet om, daartoe binnen de ministeries onderzoek te (laten) doen en indien nodig maatregelen te nemen om de veiligheid op de werkvloer te waarborgen; Verzoekt het kabinet tevens, om de Tweede Kamer te informeren over de gang van zaken zoals hierboven gevraagd.

Plenair debat Seksuele intimidatie op de werkvloer d.d. 22 februari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 56, item 23)

Afgedaan. Tijdens het Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 14 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 31490, nr. 241) heeft de minister de Tweede Kamer gemeld dat de motie wordt uitgevoerd en dat hierover periodiek in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk wordt gerapporteerd.

De motie van het lid Bosma c.s.; Verzoekt de minister, om in verband met de komende gemeenteraadsverkiezingen in gesprek te gaan met de gemeenten om te zorgen dat alle processen-verbaal en alle bijbehorende elektronische bestanden actief openbaar worden gemaakt.

Plenair debat Democratische Vernieuwing d.d. 15 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 62, item 14)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 83).

De motie van het lid Koopmans c.s.; Verzoekt de regering, nog voor het zomerreces een wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet in te dienen, die het mogelijk maakt dat raadscommissies ook door niet-raadsleden technisch kunnen worden voorgezeten.

Plenair debat Democratische Vernieuwing d.d. 15 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 62, item 14)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34807, nr. 7).

De motie van de leden Özütok en Den Boer: Verzoekt de regering, om met de VNG en de belangenvereniging van gemeenteraadsleden in overleg te treden om te inventariseren welke belemmeringen er in het besluitvormingsproces en daarmee in de democratische controle op de uitgave van middelen en de uitvoering van taken zijn en welke concrete maatregelen deze belemmeringen kunnen wegnemen, en om de Tweede Kamer hierover voor 1 juli 2018 te informeren.

Plenair debat Democratische Vernieuwing d.d. 15 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 62, item 14)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-B, nr. 17).

De motie van de leden Koerhuis en Beckerman; Verzoekt de regering, het mogelijk te maken dat woonfraude als economisch delict veroordeeld kan worden, zodat de winsten van illegale onder- en kamerverhuur afgepakt kunnen worden, en de Tweede Kamer hierover voor de zomer te informeren.

Plenair debat Een brandbrief van wethouders over huisjesmelkers d.d. 28 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 66, item 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 502).

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering om, in overleg te treden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opdat handhaving van voorschriften die aan verkamering zijn verbonden strikt worden gehandhaafd door de gemeenten.

Plenair debat Een brandbrief van wethouders over huisjesmelkers d.d. 28 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 66, item 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De motie van de leden van der Lee en Paternotte; Verzoekt de regering, de regeling zo vorm te geven dat deze zowel ruimte biedt voor lokaal maatwerk als doelmatige digitale handhaving op een maximaal aantal te verhuren dagen mogelijk maakt.

Plenair debat Toerisme d.d. 14 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 61, item 7)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 27926, nr. 309) .

De motie van de leden Beckerman en van Kent; Verzoekt de regering om, de Gezondheidsraad te verzoeken om hun onderzoek uit te breiden met de invloed van gespoten purschuim op bewoners.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

De Tweede Kamer is op 26 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 83).

De motie van de leden Koerhuis en van Eijs; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe corporaties wel een aanbod kunnen doen aan eigenwoningbezitters om beiden te laten profiteren van grotere schaal en financieel voordeliger te verduurzamen.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 410).

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering om, te onderzoeken of koolmonoxidemelders verplicht gesteld kunnen worden, te beginnen bij nieuwbouw en renovatie van woningen.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32757, nr. 151).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, deze perverse prikkel weg te nemen en corporaties bij wanbestuur financieel te laten bijdragen als er publiek geld gebruikt moet worden.

Plenair debat 125 miljoen voor Stichting Humanitas d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De motie van het lid Kops; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat wanbestuurders van woningcorporaties hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de - aantoonbaar door hen veroorzaakte - financiële schade.

Plenair debat 125 miljoen voor Stichting Humanitas d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De motie van de leden Nijboer en Van Tongeren; Verzoekt de regering om, inzicht te geven in de processtappen en ervoor te zorgen dat provincies, gemeenten, waterschappen en omwonenden voldoende geïnformeerd en betrokken zijn bij het vergunnen van geplande mijnbouwactiviteiten.

Plenair debat Omgevingsrecht d.d. 12 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 73, item 7)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 109).

De motie van het lid Ronnes en Veldman; Verzoekt de regering, haar visie op de toekomstige vormgeving van onteigening ter advies voor te leggen aan de Raad voor de rechtspraak, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de president en de procureur-generaal bij de Hoge Raad en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, en de Tweede Kamer over de resultaten te informeren.

Plenair debat Omgevingswet d.d. 3 maart 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 60, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35133, nrs. 3 en 4).

De motie van het lid Van Veldhoven en Dik-Faber; Verzoekt de regering, bij de herziening van de OEI-richtlijnen te onderzoeken hoe de MKBA-systematiek op deze punten, waar wenselijk, zou kunnen worden gemoderniseerd.

Notaoverleg MIRT d.d. 25 november 2013 (Kamerstukken II 2013/14, 33 750-A, nr. 63)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-A, nr. 69).

De motie van de leden Ronnes en Laan-Geselschap; Verzoekt de regering om te onderzoeken welke wettelijke belemmeringen er nog meer geslecht kunnen worden opdat de realisatie van (woning)bouwprojecten bespoedigd zou kunnen worden en de Tweede Kamer daarover voor de zomer te informeren.

Plenair debat Ruimtelijke Ordening d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 48, item 32)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 410).

De motie van de leden Ronnes en Geurts: Verzoekt de regering in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg te onderzoeken of gemeenten en provincies voldoende (Ruimtelijke Ordening) instrumenten hebben om de problematiek van de leegstand van agrarische bebouwing te lijf te gaan; Verzoekt de regering de resultaten voor de zomer van 2018 aan de Tweede Kamer te melden.

Plenair debat Ruimtelijke Ordening d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 48, item 32)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29383, nr. 312).

De motie van de leden Van Eijs en Laan-Geselschap; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland en bedrijfsleven om te inventariseren welke experimenteerruimte er nodig is om de problematiek van Rotterdam-Zuid in combinatie met de opgave vanuit de energietransitie in de gebouwde omgeving versneld aan te pakken, en hierover de Tweede Kamer te informeren.

Plenair debat Ruimtelijke Ordening d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 48, item 32)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 december 2018 per brief geïnformeerd. (Kamerstukken II 2018/19, 29697, nr. 57).

De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, in aanloop naar de evaluatie van de WNT, aan te geven hoe de jaarrapportages WNT cijfermatiger onderbouwd kunnen worden en daarbij te betrekken: cijfers over gesprekken met raden van commissarissen van de betrokken instellingen en wervings- en selectiebureaus, arbeidsmobiliteit en het salarisverschil tussen de publieke en private sector, en de Tweede Kamer daarover voor het komende zomerreces te informeren.

Plenair debat WNT d.d. 17 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 82, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 30111, nr. 116).

De motie van de leden Den Boer en Van der Molen; Verzoekt de regering, om de opzet van dit onderzoek inclusief de onderzoeksvragen en de te onderzoeken sectoren, de betrokken externen en partijen, alsmede de planning ervan naar de Tweede Kamer te sturen.

Plenair debat WNT d.d. 17 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 82, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34366, nr. 3).

De motie van de leden Van der Molen en Den Boer; Verzoekt de regering, de Tweede Kamer niet alleen te informeren over toegekende uitzonderingen maar ook over afgewezen uitzonderingen op het WNT-maximum.

Plenair debat WNT d.d. 17 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 82, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 30111, nr. 116).

De motie van de leden Koerhuis, Van Toorenburg en Bisschop; Verzoekt de regering, het collegebesluit te laten vernietigen door de Kroon.

Plenair debat Kraken sociale huurwoningen Amsterdam d.d. 17 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 82, item 11)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31560, nr. 50).

De motie van de leden Koerhuis, van Toorenburg en Bisschop; Verzoekt de regering om, als dit collegebesluit genomen wordt, het te laten vernietigen door de Kroon.

Plenair debat Kraken sociale huurwoningen Amsterdam d.d. 17 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 82, item 11)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31560, nr. 50).

De motie van de leden Van Toorenburg en Koerhuis; Verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat het kraakverbod in ere wordt hersteld.

Plenair debat Kraken sociale huurwoningen Amsterdam d.d. 17 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 82, item 11)

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van JenV.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, er bij de gemeenten op aan te dringen een proportioneel deel van de nieuw te bouwen woningen te bestemmen voor seniorenhuisvesting.

Plenair debat De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen d.d. 24 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 85, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 februari 2019 door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 31765, nr. 361).

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, er bij de gemeenten op aan te dringen met de woningbouwcorporaties afspraken te maken om een proportioneel deel van de bestaande sociale huurwoningen leeftijdsbestendig te renoveren.

Plenair debat De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen d.d. 24 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 85, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 februari 2019 door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 31765, nr. 361).

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, om inzicht te geven in de woonwensen van senioren.

Plenair debat De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen d.d. 24 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 85, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 520).

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt de regering, in samenwerking met gemeentes discriminatie actiever te bestrijden door actief overtredingen op te sporen en overtredingen te sanctioneren.

Plenair debat De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen d.d. 24 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 85, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De motie van de leden van Eijs en Ronnes; Verzoekt de regering om, ook voor bestaande huurwoningen exorbitante huurstijgingen tegen te gaan, te onderzoeken welke maatregelen als een tijdelijke noodstop kunnen dienen, waarbij niet de wws-systematiek wordt doorgetrokken, en daarbij oog te hebben voor de kostenstructuur van de verhuurder inclusief grondprijs; Verzoekt de regering, daarbij te zorgen dat deze maatregelen niet ten koste gaan van het aanbod van middenhuur op de langere termijn.

Plenair debat De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen d.d. 24 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 85, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 440).

De motie van de leden Azarkan en Nijboer; Verzoekt de regering te bezien of «naming-and-shaming» een instrument kan zijn tegen verhuurmakelaars die meewerken aan discriminerende verzoeken en de Tweede Kamer daarover uiterlijk eind dit jaar te informeren.

Plenair debat De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen d.d. 24 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 85, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De motie van het lid van Eijs; Verzoekt de regering, met Aedes en particuliere verhuurders in gesprek te gaan over de inkomenseisen die gelden voor middenhuur om te voorkomen dat mensen met een middeninkomen geen toegang hebben tot middenhuurwoningen.

Plenair debat Middenhuur d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 86, item 22)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 440).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, te onderzoeken of en waarom het niet terugbetalen van grondkorting geen staatssteun is en het niet terugbetalen van erfpachtkorting wel, en de Tweede Kamer hierover voor het zomerreces te informeren.

Plenair debat Middenhuur d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 86, item 22)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 434).

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering om, alles op alles te zetten om de VNG volwaardig te laten participeren in het vervolg van de Woonagenda.

Plenair debat Middenhuur d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 86, item 22)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 442).

De motie van het lid van der Lee; Verzoekt de regering om, de Autoriteit Consument & Markt te vragen een actuele marktscan van de geliberaliseerde huurmarkt uit te voeren.

Plenair debat Middenhuur d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 86, item 22)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 440).

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, het Rijksvastgoedbedrijf opdracht te geven constructief en doortastend een bijdrage te leveren aan de spoedige realisatie van de bouwlocatie Valkenburg; Verzoekt de regering tevens, als beleidslijn binnen het Rijksvastgoedbedrijf niet alleen te kijken naar winstmaximalisatie, maar ook naar maatschappelijk rendement.

Plenair debat Bouwopgave d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 86, item 23)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 410).

De motie van de leden Koerhuis en Dik-Faber; Verzoekt de regering, tijdens de gesprekken met provincies en gemeenten te vragen een goede afweging te maken tussen het tekort op korte termijn en de bouwopgave op lange termijn; Verzoekt de regering tevens, de Tweede Kamer hierover te informeren in de halfjaarlijkse rapportage over de uitvoering van de motie-Ronnes/Koerhuis (34 775 XVIII, nr. 19).

Plenair debat Bouwopgave d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 86, item 23)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 449).

De motie van de leden Özütok en Den Boer; Verzoekt de regering om, ervoor te zorgen dat het door de nationale politie en de gemeente Amsterdam opgestelde Handboek demonstratierecht voor gemeenten en politie bij alle gemeenten en bij alle politie-eenheden bekend wordt.

Plenair debat over Het grondrecht op vrije demonstraties d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 86, item 24)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34324 nr. 3).

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, ook kleine wijken en/of dorpen te betrekken bij de te houden pilots voor het aardgasvrij maken van woningen door de minimumgrens van 500 woningen per wijk en de maximumgrens van twintig wijken los te laten; Verzoekt de regering tevens, in de mix van koop- en huurwoningen en gebouwtypen een evenwichtige verdeling van de beschikbare gelden te geven aan koop- en huurwoningen en ook aandacht te geven aan buurthuizen en zorg-, onderwijs- en sportinstellingen; Verzoekt voorts om gemeenten hierover te informeren dat ook kleinere wijken en/of dorpen kunnen worden opgegeven om in aanmerking te komen voor een pilot aardgasvrij maken.

Plenair debat Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (34 902) d.d. 13 juni 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 93, item 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 429).

De motie van de leden Van der Lee en Dik-Faber; Verzoekt de regering, dit initiatief onder de aandacht te brengen bij scholen en gemeentes en te betrekken bij de programma’s voor aardgasloze wijken en voor schaalvergroting in de verduurzaming van basisscholen.

Plenair debat Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (34 902) d.d. 13 juni 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 93, item 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 72).

De motie van het lid Wassenberg; Verzoekt de regering om, in de proeftuin ook ervaring op te doen met klimaatadaptatie en vergroening van de wijk nadrukkelijk mee te nemen.

Plenair debat Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (34 902) d.d. 13 juni 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 93, item 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 522).

De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering, de opgedane kennis en kunde bij pilots voor gasvrije wijken publiek en laagdrempelig bereikbaar te maken voor inwoners, gemeenten en provincies.

Plenair debat Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (34 902) d.d. 13 juni 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 93, item 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 522).

De motie van de leden Van der Molen en Yesilgöz-Zegerius; Spreekt uit dat de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid onverkort gelden voor een ieder die in Nederland werkt voor media die uit publieke of private middelen gefinancierd worden.

Plenair debat De aanval op de vrijheid van meningsuiting en de vrije pers d.d. 19 juni 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 95, item 43)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 1418).

De motie van het lid Van der Graaf c.s.: Verzoekt de regering in overleg met Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Stafdienst Vliegtuigberging en de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 te komen tot een nationaal bergingsprogramma; Verzoekt de regering de bijdrage in de kosten aan gemeenten voor de berging van deze 30-50 vliegtuigwrakken voortaan volledig aan te vullen vanuit het gemeentefonds, waarin voor de berging van vliegtuigwrakken nu al een reservering is opgenomen; Verzoekt de regering de Tweede Kamer voor de begrotingsbehandeling BZK te informeren over de nadere uitwerking.

Plenair debat Stand van zaken van de toezegging inzake het beleid van gemeenten bij verzoeken tot berging van vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog (32 156, nr. 92) d.d. 5 juli 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 103, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32156, nr. 96).

De motie van het lid Smeulders; Verzoekt de regering om bij de evaluatie van de Woningwet, die komend najaar naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd, expliciet aandacht te besteden aan de wettelijke mogelijkheden voor gemeenten en corporaties bij het voorkomen van het ontstaan van nieuwe kwetsbare wijken.

Plenair debat Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties d.d. 5 juli 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 103, item 8)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De motie van het lid Smeulders c.s.; Verzoekt de regering om, bij het uitwerken van de verdere voorstellen voor het vereenvoudigen van de huurtoeslag de betaalrisico's voor mensen in de sociale huursector te verminderen.

Plenair debat Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale Inkomensgrenzen (34 940) d.d. 6 september 2018 (Handelingen 2017/18, nr. 106, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De motie van het lid Nijboer c.s.; Verzoekt het kabinet, te onderzoeken welke groepen mensen problemen hebben met het betalen van de woonlasten en voorstellen te doen om deze problemen op te lossen en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Plenair debat Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale Inkomensgrenzen (34 940) d.d. 6 september 2018 (Handelingen 2017/18, nr. 106, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 520).

De motie van het lid Haersma Buma; Verzoekt de regering om, in ieder geval cruciale bouwprojecten die vasthangen op een gebrek aan bestuurlijke regionale overeenstemming zo mogelijk een oplossing af te dwingen zodat voor deze kabinetsperiode het tekort aan woningen daadkrachtig wordt aangepakt.

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 21 september 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 3, item 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 442).

De motie van het lid Asscher; Verzoekt de regering, te bezien hoe de investeringen in betaalbare huurwoningen en krimpgebieden op peil gehouden kunnen worden en de Tweede Kamer hier voor de begrotingsbehandeling Wonen over te informeren.

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 21 september 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 3, item 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 441).

De motie van het lid Segers; Verzoekt de regering, voor het einde van dit jaar een uitwerking van de right-to-challengeregeling en het experiment voor recht op overname naar de Kamer te sturen; Verzoekt de regering tevens, in overleg met gemeenten concrete maatregelen te nemen om burgerinitiatieven in relatie tot de genoemde thema's te bevorderen, en de Tweede Kamer hierover voor het einde van het jaar te informeren.

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 21 september 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 3, item 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 80).

De motie van de leden Dik-Faber en van Eijs; Verzoeken de regering om, gemeenten te steunen in hun ambitie voor binnenstedelijk bouwen en conform de Ladder voor duurzame verstedelijking voor bouwen in het groen een nee-tenzijbenadering te hanteren.

Plenair debat De uitspraak van de minister van BZK over bouwen in het groen d.d. 13 september 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 109, item 18)

Afgedaan. Er is invulling gegeven aan de motie door actieve ondersteuning te bieden aan gemeenten bij de toepassing van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking. De minister heeft dit tijdens het Algemeen overleg Staat van de Woningmarkt d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 514) mondeling met de Tweede Kamer gecommuniceerd.

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering om, te onderzoeken of in de aankomende wetgeving platforms voor toeristische verhuur verplicht kunnen worden om mee te werken met het achterhalen van gegevens van verhuurders, door of het vermelden van de adressen op de site, dan wel het vermelden van een registratienummer (waarachter een adres zit).

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 27926, nr. 309).

De motie van het lid Smeulders c.s.; Verzoekt de regering om, in Europees verband te pleiten voor het verplicht delen van data door «deelplatforms» met gemeenten, zodat gemeenten effectiever kunnen handhaven.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 27926, nr. 309).

De motie van de leden Koerhuis en Beckerman; Verzoekt de regering, het mogelijk te maken dat woonfraude op Airbnb ook als economisch delict veroordeeld kan worden, zodat de winsten van illegale onder- en kamerverhuur op Airbnb afgepakt kunnen worden; Verzoekt daarnaast, te onderzoeken of het mogelijk te maken is om onlineplatforms als Airbnb te sanctioneren wanneer illegale onder- en kamerverhuur daarop wordt geconstateerd.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 27926, nr. 309).

De motie van de leden Koerhuis en Beckerman; Verzoekt de regering, gemeenten te helpen die dezelfde afspraken willen maken met Airbnb.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 27926, nr. 309).

De motie van het lid Kops; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat Airbnb de adressen bij de advertenties vermeldt, dan wel een registratienummer waarvan de gemeente het bijbehorende adres kent.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 27926, nr. 309).

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, te onderzoeken of een verbod door gemeenten om volledige huizen korter dan 30 dagen te verhuren via websites zoals Airbnb zinvol kan worden toegepast, waarbij gemeenten wel ontheffing kunnen verlenen voor specifieke gebieden, en de Tweede Kamer daarover spoedig te informeren.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 27926, nr. 309).

De motie van het lid van Nispen; Verzoekt de regering, openheid te geven over het uurtarief dat door de overheid vergoed wordt in verband met de inschakeling van een advocaat door en voor ambtenaren.

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Ministerie van Veiligheid en Justitie 2017 d.d. 13 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34 950-VI, nr. 15)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 90).

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering om, het rijksinkoopbeleid zo veel mogelijk duurzaam te laten geschieden en de Tweede Kamer hierover jaarlijks te rapporteren.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 621).

De motie van het lid van der Graaf; Verzoekt de regering, in overleg te treden met de VNG voor een structurele verhoging van de vergoeding voor raadsleden in gemeenten tot 24.000 inwoners en de dekking daarvoor te zoeken binnen het Gemeentefonds.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 37).

De motie van de leden Koerhuis en Ronnes; Verzoekt de regering, een brief naar de Tweede Kamer te sturen met een overzicht van protest- en kraakacties van woonwagenbewoners, waar de knelpunten precies zitten en waarin verduidelijkt wordt hoe de knelpunten opgelost kunnen worden.

Plenaire debat Woonaangelegenheden d.d. 14 november 2018 (Handelingen II, 2018/19, nr. 23, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 462).

De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet, om in gesprek te gaan met banken om ervoor te zorgen dat mensen minder geld kwijt zijn aan taxatierapporten.

Plenair debat Nationale woonagenda 2018-2021 d.d. 14 november 2018 (Handelingen II, 2018/19, nr. 23, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 501).

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, bij het toegezegde onderzoek naar de toekomstige ontwikkeling van de liberalisatiegrens expliciet in te gaan op de mogelijkheid en de effecten van het vanaf 2020 weer bevriezen van de toewijzingsgrens totdat het niveau van de aftoppingsgrens in de huurtoeslag is bereikt, al dan niet gekoppeld aan bevriezing van de liberalisatiegrens.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De motie van het lid Koerhuis; Spreekt als haar mening uit dat woningcorporaties de indexering van de liberalisatiegrens niet moeten aangrijpen om sociale huren te laten stijgen.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Afgedaan. De motie is onderdeel van BZK-beleid.

De motie van het lid Smeulders; Verzoekt de regering, om te onderzoeken of corporaties die extra stappen zetten in de verduurzamingsopgave aanspraak kunnen maken op korting op hun verhuurderheffing en de Tweede Kamer hier voor de Voorjaarsnota over te informeren.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 472).

De motie van het lid Ronnes c.s.; Verzoekt de regering, om te onderzoeken hoe, gegeven de financiële positie van corporaties en haar maatschappelijke opgaven, op de korte en lange termijn bereikt kan worden dat de volgende maatschappelijke opgaven in voldoende mate worden opgepakt: - investeringen in woningen geschikt voor ouderenhuisvesting; - het voorzien in de behoefte aan goedkope huurwoningen voor mensen die uitstromen uit daklozen-, vrouwen- en ggz-opvang en beschermd wonen; - het voorzien in behoefte aan woonvormen; - het voorzien in voldoende huisvesting voor jongeren en studenten; - de verduurzaming van de gebouwde omgeving; -de opgave in krimpgebieden; - het voorzien van voldoende huisvesting voor statushouders en arbeidsmigranten zonder verdringing van andere woningzoekenden; Verzoekt de regering tevens, hierbij te betrekken de mogelijke rol van prikkels in de verhuurderheffing, andere vormen van financiële prikkels en mogelijkheden om ook regionaal tot een goede balans te komen tussen de financiële mogelijkheden en maatschappelijke opgaven.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 517).

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering, mede in het kader van de volksgezondheid een integrale, landelijke aanpak te bewerkstelligen om schimmel- en vochtproblemen te voorkomen en verhelpen.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 mei 2019 per brief geïnformeerd.

De motie van het Kerstens; Verzoekt de regering, alvorens verdere stappen te zetten, met in het veld actieve organisaties in overleg te treden teneinde te bezien of en zo ja, op welke wijze dan wel in welke mate, aanpassing van het oorspronkelijk overeengekomen tijdpad om te komen tot een nieuw verdeelmodel nodig is.

Plenair debat Sociaal domein d.d. 21 november 2018 (Handelingen II, 2018/19, nr. 26, item 7)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2300).

De motie van de leden Koerhuis en Ronnes; Verzoekt de regering, op korte termijn met deze twee provincies in gesprek te gaan om gemeenten boven Amsterdam en rondom Utrecht-stad meer ruimte te geven om te plannen en te bouwen, door overprogrammeren toe te staan, en regionale woonafspraken en rode en groene contouren te verruimen.

Plenair debat Bouwopgave d.d. 6 december 2018 (Handelingen II, 2018/19, nr. 33, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 474).

De motie van de leden Ronnes en Koerhuis; Verzoekt de regering, om bij de volgende update van de Inventarisatie Plancapaciteit te laten zien in hoeverre regio's voor de periode 2018 tot en met 2020 daadwerkelijk overprogrammeren, 130%, in harde plancapaciteit; Verzoekt de regering, daarbij indien nodig alle wettige middelen te gebruiken om deze doelstelling voor voldoende plancapaciteit te bereiken; Verzoekt de regering voorts, daarover halfjaarlijks aan de hand van actuelere en meer accurate gegevens te informeren.

Plenair debat Bouwopgave d.d. 6 december 2018 (Handelingen II, 2018/19, nr. 33, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De motie van de leden Smeulders en Kröger; Verzoekt de regering, om tijdens het opstellen van het aanvullingsbesluit bodem in overleg te treden met de drinkwaterbedrijven en andere betrokken partijen om te bezien hoe de zorgen over de bescherming van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater kunnen worden gewaarborgd, en de Tweede Kamer tijdig over de uitkomsten van dit overleg te informeren.

Plenair debat Aanvullingswet bodem Omgevingswet (34 864) d.d. 13 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 36, item 16)

De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van I&W.

De motie van het lid Van Brenk; Roept de regering op het goede voorbeeld te geven en ruimte voor (instroom van) 50-plussers bij de rijksoverheid maximaal te benutten.

Plenair debat Arbeidsmarktdiscriminatie.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2550).

De motie van de leden van Rooijen en Ronnes; Verzoekt de regering, in overleg te treden met de VNG met als inzet dat in elk gemeentehuis in Nederland met contant geld afgerekend kan worden.

Plenair debat Het gebruik van contant geld in de samenleving d.d. 15 januari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 40, item 8)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 27863, nr. 82).

De motie van de leden Asscher en Buitenweg; Verzoekt de regering, uiterlijk drie weken voor de komende Provinciale Statenverkiezingen de garantie af te dwingen dat Facebook volledige transparantie geeft over de afzender van politieke advertenties.

Plenair debat Staat van de Europese Unie d.d. 7 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 51, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35078, nr. 26).

De motie van het lid Van Hattem c.s..; Roept de regering op, om alle verslagen van de vergaderingen van de klimaattafels en alle verslagen van het overkoepelende «Klimaatberaad» openbaar te maken.

Plenair debat Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2018 (Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord) d.d. 5 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 17, item 7)

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van de leden Özütok en Den Boer; Verzoekt de regering, te garanderen dat mensen ook na 31 december 2019 melding kunnen maken van onlinediscriminatie bij een onafhankelijk meldpunt en daarvoor een voorziening te treffen, en de Tweede Kamer hier uiterlijk voor de begrotingsbehandeling van 2020 over te informeren.

Plenair debat Discriminatie 13 maart 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 62, item 6)

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van Justitie en Veiligheid.

De motie van de leden Özütok en Van den Hul; Verzoekt de regering, om voor de zomer van 2019 een standpuntbepaling (over de facultatieve klachtenprotocollen) met de Tweede Kamer te delen.

Plenair debat Discriminatie 13 maart 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 62, item 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33826, nr. 27).

De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, zowel het Charter Diversiteit als de regenboog-steden onder de aandacht te brengen van alle lagen van het openbaar bestuur in Nederland.

Plenair debat Discriminatie 13 maart 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 62, item 6)

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW.

De motie van de leden Gijs van Dijk en Van den Hul; Verzoekt de regering, in gesprek te gaan met vertegenwoordigers uit de islamitische gemeenschap met als doel specifiek beleid te ontwikkelen dat bijdraagt aan het tegengaan van discriminatie van moslims, en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Plenair debat Discriminatie 13 maart 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 62, item 6)

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW.

De motie van het lid Ronnes c.s.; Verzoekt de regering, een concreet noodplan woningbouw op te stellen om gemeenten, ontwikkelaars, investeerders en corporaties aan te zetten tot het realiseren van grote aantallen (ten minste 15.000 woningen per jaar) extra tijdelijke of flexwoningen, en de Tweede Kamer daarover halfjaarlijks te informeren; Verzoekt de regering, hierbij de regelgeving specifiek voor tijdelijke woningbouw dusdanig aan te passen dat deze woningen maximaal vijftien jaar in plaats van tien jaar kunnen blijven staan.

Plenair debat Staat van de Woningmarkt d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 15)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd.

De motie van het lid Hul c.s.; Verzoekt de regering, er bij de onderwijswerkgeversorganisaties op aan te dringen om de van toepassing zijnde ruimtebrieven voortaan inzichtelijk te maken voor alle sociale partners aan de cao-onderhandelingstafel, en de Tweede Kamer te informeren over het tijdpad en uitkomsten van deze inspanning.

Plenair debat Nadere informatie ruimtebrief d.d. 19 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 64, item 38)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VIII, nr. 183).

De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, naar werkbare oplossingen te zoeken om ervoor te zorgen dat mensen die hun account al geactiveerd hebben en geen e-mailadres hebben achtergelaten dit alsnog doen; verzoekt de regering tevens, mensen beter te informeren bij het activeren van hun MijnOverheid-account over de consequenties van activeren zonder e-mailadres, en over de uitvoering van deze motie de Tweede Kamer te informeren.

Plenair debat Digitale berichtenbox Mijnoverheid d.d. 1 februari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 47, item 11)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2017/18, 26643, nr. 552)

De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, de Kamer twee keer per jaar te informeren door middel van een rapportage met betrekking tot de stand van zaken van de verbouwing van het Binnenhofcomplex; Verzoekt de regering tevens, een eventuele overschrijding in budget en tijd gedurende de planning- en uitvoeringsfase die van substantiële invloed is op dit project direct aan de Tweede Kamer te melden.

Plenair debat Renovatie Binnenhof (Handelingen II, 2017/18, nr. 94, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 34293, nr. 50)

De motie van de leden Omtzigt en Middendorp; Verzoekt de regering te monitoren welke berichten die alleen digitaal verstuurd zijn naar de berichtenboxen niet binnen 3 weken geopend zijn, zodat gebruikers van de berichtenboxen herinnerd kunnen worden aan hun belangrijke bericht; Verzoekt de regering tevens ten minste jaarlijks te rapporteren over welk percentage berichten tijdig geopend is door de gebruikers bij de verschillende overheidsorganisties en de belastingdienst en welke maatregelen genomen zijn om ervoor te zorgen dat mensen hun berichten lezen.

Plenair debat Digitale berichtenbox Mijnoverheid d.d. 1 februari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 47, item 11)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 552)

De motie van het lid van der Molen; Verzoekt de regering, te onderzoeken welke voorstellen voor wet- en regelgeving mogelijk onevenredige consequenties zouden kunnen hebben voor grensregio's, van een aantal hiervan de effecten nader te onderzoeken en op basis van de opgedane ervaring effecten van beleid voor grensregio's op te nemen in het Integraal Afwegingskader beleid en regelgeving (IAK).

Plenair debat Grensoverschrijdende samenwerking d.d. 31 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 88, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 53)

De motie van de leden Özütok en Van der Graaf; Verzoekt de regering, om ten aanzien van Caribisch Nederland te inventariseren of een vergelijkbare aanpassing door de bestuurscolleges gewenst is en, zo ja, te voorzien in een dergelijke aanpassing van de Persoonsinformatie-voorziening Nederlandse Antillen en Aruba en om ten aanzien van de landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten in goed onderling overleg een dergelijke aanpassing in overweging te geven, en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties d.d. 10 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 11, item 7)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 2019-0000200399)

De motie van het lid Diks; Verzoekt de regering om, te onderzoeken welke mogelijke duurzaamheidsmaatregelen genomen kunnen worden waarbij ook de directe omgeving van het Binnenhof kan meeparticiperen.

Plenair debat Renovatie Binnenhof (Handelingen II, 2017/18, nr. 94, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 50)

De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, bij het vormgeven van de digitaliseringsagenda ook een plan te maken met als doel te experimenteren met een kleine groep van ICT-experts van buiten, die zich onbetaald buigen over een door het ministerie geselecteerd ICT-project van de overheid en daartoe dan binnen een vastgestelde tijd concrete voorstellen doen voor de opzet en uitvoering daarvan.

Plenair debat ICT-ontwikkelingen d.d. 17 januari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 40, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 552)

De motie van de leden Oosenbrug, Voortman en Van Raak; Verzoekt de regering om, te komen met een visiedocument dat ingaat op de vraag of en hoe broncode van in eigen opdracht ontwikkelde software ter beschikking kan worden gesteld als opensourcesoftware.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (34 550-VII) incl. Gemeentefonds (34 550-B), Provinciefonds (34 550-C) en Begrotingen van de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs (34 550-IIB) d.d. 30 november 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 29, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 552)

De motie van het lid Diks; Verzoekt de regering om, de inspanningen en plannen van de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland om van het gas af te gaan en de gebouwde omgeving in het centrum van Den Haag te verduurzamen maximaal te ondersteunen.

Plenair debat Renovatie Binnenhof (Handelingen II, 2017/18, nr. 94, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 34293, nr. 50)

De motie van het lid Ronnes c.s.; Verzoekt de regering, opnieuw een weging te maken welke aspecten van de renovatie in openheid en maximale transparantie kunnen worden gedeeld.

Plenair debat Renovatie Binnenhof d.d. 23 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 28)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, Kamerstuk 34293, nr. 76)

De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, om met partners in de grensregio's in gesprek te gaan om grensoverschrijdende spoedzorg structureel te borgen, waarbij ruimte wordt gelaten voor maatwerk.

Plenair debat Grensoverschrijdende samenwerking d.d. 31 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 88, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2018/19, 32851, nr. 54)

De motie van het lid Van der Molen c.s.; Verzoekt de regering, in overleg met de betrokken grensregio's grensoverschrijdende evenementen voor jongeren op het gebied van sport en cultuur te bevorderen.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 53)

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering om, bij het verbeteren van de Berichtenbox gebruikers als ervaringsdeskundigen te betrekken en hierbij nadrukkelijk mensen die minder digitaal vaardig zijn te betrekken, zoals laaggelet-terden, mensen met een migrantenachtergrond en ouderen.

Plenair debat Digitale berichtenbox Mijnoverheid d.d. 1 februari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 47, item 11)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 552)

De motie van het lid van der Graaf; Verzoekt de regering, de uitkomsten van deze roadmap te delen met de Kamer, structureel overleg met de grensinfopunten, euregio's, provincies, gemeenten, werkgevers, beroepsorganisaties en Duitse partners te organiseren en op korte termijn met concrete oplossingen te komen voor knelpunten in de erkenning van diploma's en beroepskwalificaties.

Plenair debat Grensoverschrijdende samenwerking d.d. 31 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 88, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 53)

De motie van het lid van der Graaf; Verzoekt de regering, met een oplossing te komen voor het probleem van verschillende communicatiesystemen van Nederlandse, Duitse en Belgische hulpverleningsdiensten in de grensregio, waaronder brandweerkorpsen, en de Tweede Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren.

Plenair debat Grensoverschrijdende samenwerking d.d. 31 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 88, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juli 2018 geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32851, nr. 49)

De motie van de leden Van Eijs en Van der Graaf; Verzoekt de regering in kaart te brengen welke begrotings- of andere financiële regels de verduurzaming van Rijksvastgoed bemoeilijken en of dit anders zou zijn bij een baten- en lastenstelsel; Verzoekt de regering specifiek voor het Binnenhof voor medio september 2018 aan te geven wat de meerkosten en opbrengsten zijn van mogelijke verduurzamingsmaatregelen en zich maximaal in te spannen om het Binnenhof te verduurzamen.

Plenair debat Renovatie Binnenhof (Handelingen II, 2017/18, nr. 94, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 50)

De motie van het Ronnes c.s.; Verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze en op welke onderdelen ook de aanbesteding van opdrachten voor de werkzaamheden zo maximaal mogelijk in een openbare procedure kan plaatsvinden.

Plenair debat Renovatie Binnenhof d.d. 23 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 28)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 76)

De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, de Tweede Kamer te informeren hoe een vroegtijdige betrokkenheid van inwoners, ondernemers, het maatschappelijk middenveld en Euregioraden kan worden geborgd ten aanzien van een grensoverschrijdend mobiliteitssysteem.

Plenair debat Grensoverschrijdende samenwerking d.d. 31 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 88, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 54)

De motie van het lid Van Eijs c.s.; Verzoekt de regering, om de governancestructuur te verbeteren en aan te scherpen zodat de huidige tekortkomingen worden opgelost, zodat zowel het Rijksvastgoedbedrijf en de Tweede Kamer als controlerend orgaan in control zijn; Verzoekt de regering tevens, zo snel als mogelijk de Tweede Kamer duidelijk en eenduidig te informeren over de positie en taakafbakening van de architecten, inclusief mogelijke consequenties.

Plenair debat Renovatie Binnenhof d.d. 23 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 28)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 76)

De motie van de leden van Eijs en van der Graaf; Verzoekt de regering, in overleg te gaan met de aanbieder van warmte met als inzet het zo snel mogelijk afbouwen van de afhankelijkheid van het warmtenet van aardgas en dit contractueel vast te leggen.

Plenair debat Renovatie Binnenhof (Handelingen II, 2017/18, nr. 94, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 50)

De motie van het lid Middendorp: Verzoekt de regering, de basisregistratie personen toekomst vast te maken, eventueel door het verder ontwikkelen van de GBA-Verstrekkingsvoorziening (GBA-V); Verzoekt de regering, daartoe een plan te ontwikkelen en de Tweede Kamer daarover uiterlijk voor de zomer van 2018 te informeren.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 127)

De motie van de leden Özütok en van der Graaf; Verzoekt de regering, in overleg met Duitsland en België te onderzoeken welke praktische belemmeringen er nu zijn voor mensen met een mbo-diploma en mbo-studenten en hoe deze weggenomen zouden kunnen worden, en de Tweede Kamer over de uitkomsten hiervan te informeren.

Plenair debat Grensoverschrijdende samenwerking d.d. 31 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 88, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 53)

De motie van het lid Wassenberg; Verzoekt de regering om, de Tweede Kamer tijdig te informeren en te betrekken bij verduurzamingskeuzes die zich voordoen tijdens de renovatie van het Binnenhof.

Plenair debat Renovatie Binnenhof (Handelingen II, 2017/18, nr. 94, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 50)

De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, een plan te maken om de bestaande informatie over werken net over de grens, en met name de informatie op de websites van de grensinformatiepunten, via een app beschikbaar te stellen en de Tweede Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling dit jaar te informeren.

Plenair debat Grensoverschrijdende samenwerking d.d. 31 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 88, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 53)

Tabel 82 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond

Omschrijving

Parlementaire Agenda

Voortgangsinformatie Parlement

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, in overleg met de corporaties te gaan en hen te stimuleren om de mogelijkheid van een kettingbeding in het verkoopcontract om de maandelijkse huurprijs in het middensegment te verzekeren, daadwerkelijk te benutten; verzoekt de regering tevens, de gemeenten te informeren over het feit dat bij prestatieafspraken de bedoelde kettingbedingen afgesproken kunnen worden.

Plenair debat Staat van de volkshuisvesting/Staat van de woningmarkt d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 48, item 33)

De Tweede Kamer wordt voor zomer 2020 geïnformeerd.

De motie van de leden Smeulders en van Eijs; Verzoekt de regering om gemeenten te stimuleren om bij het maken van prestatieafspraken met corporaties expliciet aandacht te besteden aan verschillende vormen van toegankelijk wonen en de Tweede Kamer jaarlijks bij de Staat van de Volkshuisvesting hierover te informeren.

Plenair debat Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties d.d. 5 juli 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 103, item 8)

Er wordt een onderzoek gestart naar afspraken over vormen van toegankelijkheid in bestaande prestatieafspraken van eind 2018. Dit wordt aangevuld met de analyse van de prestatieafspraken van eind 2019. De Tweede Kamer wordt in 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, een impactanalyse op te stellen waarbij de effecten van de ambities op de verduurzaming in de woningmarkt en de noodzakelijke inhaalslag op de bouw van woningen in beeld worden gebracht.

Plenair debat Bouwopgave d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 86, item 23)

De Tweede Kamer wordt begin 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering te onderzoeken of en hoe een terugbetalingsplan standaard praktijk kan worden voor corporaties die publiek geld krijgen als die in de toekomst winst maken, vooral als die operationele winst maken.

Plenair debat Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties d.d. 5 juli 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 103, item 8)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd over de uitwerking van de evaluatie van de sanering.

De motie van het lid Veldman c.s.; Verzoekt de regering middels een aanpassing van artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet, of op andere wijze te bewerkstellingen dat een gemeentelijke belasting cq. heffing ten behoeve van een algemene voorziening zoals het riool of de inzameling van afvalstoffen niet afhankelijk mag worden gesteld van het eigendom van een aangesloten object, maar via het aangesloten zijn op de voorziening geregeld moet worden.

Plenair debat wetsvoorstel Omgevingswet d.d. 1 juli 2015 (Handelingen II 2014/15 nr. 103)

Het is wachten op de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel in de Tweede Kamer (eerste termijn indiener en eerste termijn minister) waarbij de ze motie zal betrekken.

De motie van de leden Dik-Faber en Ronnes; verzoekt de regering: •suggesties uit de praktijk mee te nemen voor een effectieve structurele regeling voor wooncoöperaties, waardoor het maatschappelijk kapitaal beschikbaar blijft voor het maatschappelijk doel; •een deel van investering in de financieringsregeling te gebruiken voor praktijkontwikkeling om initiatieven succesvol de eindstreep te laten halen; •hierover in overleg te gaan met wooncoöperaties, gemeenten, woningcorporaties en banken; •in overleg met de Minister van Financiën mogelijkheden te verkennen hoe financiering van wooncoöperaties kan worden versterkt en verbeterd en de resultaten aan de Tweede Kamer kenbaar te maken.

Plenair debat Huuraangelegenheden d.d. 8 november 2018 (Handelingen II 2016/17, nr. 21, item 13)

De Tweede Kamer zal in najaar 2019 nader geïnformeerd worden over de invulling van de stimuleringsregeling.

De motie van het lid Van Eijs c.s.; Verzoekt de regering, om de essentiële onderdelen van de website van de Huurcommissie in het Engels beschikbaar te maken.

Plenair debat Huuraangelegenheden d.d. 8 november 2018 (Handelingen II 2016/17, nr. 21, item 13)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Dik-Faber en Ronnes; Verzoekt de regering, in overleg te gaan met de betrokken ouderenorganisaties en gezamenlijk invulling te geven aan de opleiding en de inzet van wooncoaches, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de vragen en wensen van ouderen.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

De Tweede Kamer wordt in het vierde kwartaal van 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, te komen met een visie op de kwalitatieve woonwensen in relatie tot technologische ontwikkelingen.

Plenair debat De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen d.d. 24 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 85, item 4)

De motie wordt betrokken bij de Staat van de Woningmarkt 2019 die najaar 2019 aan de Tweede Kamer zal worden gezonden.

De motie van de leden Albert de Vries en Koolmees; Verzoekt de regering, voorstellen te doen waarmee de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor eigenaren van drijvende woningen met betrekking tot ligplaatsen vergelijkbaar worden met de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor eigenaren van grondgebonden woningen met betrekking tot bouwkavels.

Plenair debat Heropening plenair debat Wetgevingsoverleg Wet verduidelijking voorschriften woonboten (Handelingen II 2016/17, nr. 35, item 11)

Naar verwachting kan het wetsvoorstel rond 31 december 2019 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

De motie van het lid Ronnes c.s.; Verzoekt de regering voorts: •de effecten op de huurtoeslag en de marginale druk te onderzoeken; •de corporatiessector en de huurdersorganisaties bij de uitwerking te betrekken; •de Tweede Kamer over de resultaten te informeren.

Plenair debat Huuraangelegenheden d.d. 8 november 2018 (Handelingen II 2016/17, nr. 21, item 13)

Het betreffende wetsvoorstel wordt eind 2019 aan de Tweede Kamer aangeboden.

De motie van de leden Ronnes en Laan-Geselschap; Verzoekt de regering in overleg met VNG en IPO te onderzoeken hoe ‘de ladder’ als bedoeld in het Besluit Ruimtelijke Ordening zodanig aangepast en/of toegepast kan worden dat knelpunten (zoals de discussie rondom rode en groene contouren) die gemeenten ervaren in het besluitvormingstraject voor woningbouw, weggenomen worden en daarbij de volgende maatregelen worden overwogen: a. ‘de ladder’ expliciet buiten toepassing verklaren voor binnenstedelijke woningbouwplannen en bij Openbaar Vervoersknooppunten; b. een verbod aan de provincies tot nadere regelgeving ter verfijning van ‘de Ladder’; c. de gemeentelijke structuurvisie als toereikende grondslag voor de Laddertoetsing aanwijzen.

Plenair debat De uitspraak van de minister van BZK over bouwen in het groen d.d. 13 september 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 109, item 18)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering, alvorens het Digitaal Stelsel Omgevingswet in te voeren een onafhankelijke mkb-toets uit te laten voeren en de uitkomsten hiervan te gebruiken voor een zo gebruiksvriendelijk mogelijk Digitaal Stelsel.

Plenair debat Invoeringswet omgevingswet (34986) d.d. 19 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 28)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Ronnes en Koerhuis; Verzoekt de regering om, te stimuleren dat de provincies de rem op realisatie van harde plancapaciteit loslaten en over te gaan tot overprogrammeren; Verzoekt de regering voorts, om te onderzoeken of een «spoedreparatie» van de Ladder van Duurzame Verstedelijking wenselijk is om te voorkomen dat overprogrammering bij de rechter geen stand houdt.

Plenair debt De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen d.d. 24 mei 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 85, item 4)

De Tweede Kamer wordt voor eind van 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Smeulders c.s.; Verzoekt de regering, om te verkennen hoe het selectieproces voor het selecteren van potentiële huurders transparant kan worden gemaakt, waardoor het eenvoudiger wordt om eventuele discriminatie te bewijzen.

Plenair debat over discriminatie op de woningmarkt d.d. 26 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 66, item 20)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd over de wijze van uitvoering.

De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de minister, er bij deze twee bracheorganisaties op aan te dringen om makelaars die aangesloten zijn en de wet overtreden, uit de vereniging te gooien.

Plenair debat over discriminatie op de woningmarkt d.d. 26 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 66, item 20)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Eijs c.s.; Verzoekt de regering, in overleg met de sector en andere overheden een pilot te starten waarin wordt onderzocht of mysteryguests of mysterycalls een goede manier zijn om discriminatie op de woningmarkt op te sporen en aan te tonen.

Plenair debat over discriminatie op de woningmarkt d.d. 26 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 66, item 20)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd over de voortgang.

De motie van het lid Van Eijs c.s.; Verzoekt de regering, in overleg met de sector te onderzoeken hoe een actieve meldplicht voor bemiddelaars en makelaars op de woningmarkt kan worden ingesteld van discriminerende verzoeken die bij hen binnenkomen.

Plenair debat over discriminatie op de woningmarkt d.d. 26 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 66, item 20)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd over de wijze van uitvoering.

De motie van de leden Ronnes en Koerhuis; Verzoekt de regering, om met de corporatiesector afspraken te maken om in gebieden waar daar behoefte aan is, beschikbare middelen expliciet in te zetten voor meer middenhuurwoningen in de vrije sector.

Plenair debat 35036 (Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur) d.d. 27 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 67, item 3 en 6)

De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Ronnes c.s.; Verzoekt de regering regelgeving voor te bereiden waardoor het bouwen van huurwoningen met een huur tot € 1.000 per maand door middel van een (vergaande) vrijstelling van de markttoets door corporaties mogelijk wordt.

Plenair debat 35036 (Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur) d.d. 27 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 67, item 3 en 6)

De motie zal meegenomen worden bij de voorgestelde wijziging van het BTIV die tweede helft 2019 zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer.

De motie van het lid Dik-Faber; Verzoekt de regering, gemeenten aan te moedigen om over te gaan tot de instelling van een Huurteam al dan niet in regionaal verband; Verzoekt de regering tevens, te onderzoeken hoe de bekendheid van de mogelijkheid om een gang te maken naar de Huurcommissie, al dan niet via een lokaal Huurteam, kan worden verbeterd en hiertoe zo nodig met voorstellen te komen.

Plenair debat 35 036 (Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur) d.d. 27 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 67, item 3 en 6)

De Tweede Kamer wordt januari 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de regering, om te borgen dat woningcorporaties en marktpartijen op een gelijk speelveld opereren om middenhuur te realiseren.

Plenair debat 35 036 (Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur) d.d. 27 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 67, item 3 en 6)

De motie zal meegenomen worden bij de voorgestelde wijziging van het BTIV die tweede helft 2019 zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer.

De motie van het lid Smeulders; Roept het kabinet op, om tegelijkertijd met het rapport van het CPB een integrale visie naar de Tweede Kamer te sturen over welke anticyclische maatregelen op de woningmarkt het wil nemen.

Plenair debat Staat van de Woningmarkt d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 15)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, met voorstellen te komen om de overlevingskansen voor minder-zelfredzamen bij calamiteiten te verhogen door middel van vluchtroutes in gebouwen, die zijn afgestemd op minder-zelfredzamen.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Wassenberg; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe het puntensysteem op het gebied van de energieprestatie van een woning kan worden aangescherpt.

Plenair debat over huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen d.d. 12 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 73, item 8)

De Tweede Kamer wordt derde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden van der Molen en van der Graaf; verzoeken de regering, in overleg te treden met gemeenten en waterschappen om gezamenlijk te bezien hoe vermogensnormen voor kwijtschelding beter op elkaar kunnen worden afgestemd, daarbij het wettelijk kader van de Invorderingswet en Participatiewet te betrekken, en de Tweede Kamer voor de zomer van 2019 over de uitkomst hiervan te informeren.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Smeulders c.s.; Verzoekt de regering, om te inventariseren welke wettelijke mogelijkheden er voor gemeenten zijn om de massale opkoop van woningen te voorkomen en zo nodig, in overleg met gemeenten, met aanvullende voorstellen te komen als blijkt dat de bestaande wettelijke mogelijkheden onvoldoende zijn, en de Tweede Kamer hierover voor september 2019 te informeren.

Plenair debat Het opkopen van huizen door beleggers d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 16)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, om het Nibud hierover een breed onderzoek te laten doen en een brief te sturen met voorstellen hoe dit op te lossen voor het begrotingsoverleg Wonen 2019.

Plenair debat Het opkopen van huizen door beleggers d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 16)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid van Eijs; Verzoekt de regering, samen met VvE Belang zo veel mogelijk belemmeringen voor het verduurzamen van appartementen weg te nemen, door: –te onderzoeken of de fiscale behandeling van de btw voor vve’s ten aanzien van de aanschaf en installatie van zonnepanelen en het gebruik daarvan gelijkgesteld kan worden aan die van particulieren; –in gesprek te gaan met het Nationaal Energiebespaarfonds om het fonds open te stellen voor vve’s met minder woningen dan tien; – in gesprek te gaan met het Nationaal Energiebespaarfonds om leningen te laten verstrekken met een looptijd langer dan vijftien jaar; – samen met VvE Belang te onderzoeken hoe besluitvorming binnen vve’s over de verduurzaming kan worden bespoedigd.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Over het laatste onderdeel van de motie Van Eijs - over het bespoedigen van de besluitvorming binnen VvE's over verduurzaming wordt de Tweede Kamer in september 2019 geïnformeerd

De motie van het lid Özütok c.s.; Verzoekt de regering te waarborgen dat bij ieder interbestuurlijk akkoord voor de betrokken volksvertegenwoordigers duidelijk is hoe zij democratische controle kunnen uitvoeren op het gesloten akkoord en hier zo nodig in de akkoorden aandacht aan te besteden.

Plenair debat Sociaal domein/ Interbestuurlijk programma d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 12)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Smeulders c.s.; Verzoekt de regering, om het indicatieve buisleidingentracé Laarbeek-Echt-Susteren uit de Structuurvisie Buisleidingen te schrappen.

Plenair debat Nationale Omgevingsvisie (NOVI) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 10)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering om, de proeftuinen te evalueren, de uitkomsten te delen met de medeoverheden en de Tweede Kamer hierover nader te informeren.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

De Tweede Kamer wordt eind september 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Koerhuis en Beckerman; Verzoekt de regering, de twee lopende incidentele inventarisaties, van probleemvloeren en brandgevaarlijke gevels, bij te houden en naar de Tweede Kamer te sturen voor de twee geplande debatten hierover.

Plenair debat De gang van zaken rondom het bouwtoezicht d.d. 6 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 33, item 10)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Ronnes en van Gerven; Verzoekt de regering om informatie over bodemverontreiniging in de Basisregistratie Ondergrond op te nemen.

Plenair debat Aanvullingswet bodem Omgevingswet (34 864) d.d. 13 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 36, item 16)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, zich in te spannen dat verkopers en/of installateurs van verbrandingsinstallaties bedoeld voor woningen een gratis koolmonoxidemelder meeleveren en installeren.

Plenair debat Bouwregelgeving/risicovloeren d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 13)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid van der Lee; Verzoekt de regering, de mogelijkheden te onderzoeken voor het verlagen van deze eis, zonder dat dit gevaren voor de volksgezondheid oplevert.

Plenair debat Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (34902) d.d. 13 juni 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 93, item 13)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Ronnes en Krol; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe seniorencomplexen als aparte gebouwfunctie in het Bouwbesluit (en zijn opvolger de BBL) kan worden opgenomen; verzoekt de regering tevens, de verdere maatregelen die zij neemt ter verbetering van de brandveiligheidsproblematiek bij (bestaande) seniorenwoningen samen met de brandweer op effectiviteit te onderzoeken en waar nodig te verbeteren.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

De Tweede Kamer wordt september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Wassenberg; Verzoekt de regering om, te onderzoeken hoe huurders die door slecht geïsoleerde woningen tegen hogere energiekosten aanlopen, het recht kan worden gegeven om hun woning te laten verbeteren en als dat niet lukt, om deze huurders minder huur te laten betalen.

Plenair debat over huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen d.d. 12 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 73, item 8)

De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Eijs en Ronnes; Verzoekt de regering, te onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is de financiële prikkel voor verhuurders om hun woningen te verduurzamen te versterken, bijvoorbeeld door het zwaarder laten meetellen van de Energie-Index in het puntenstelsel; verzoekt de regering voorts, te onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is ook bij geliberaliseerde woningen een financiële prikkel te introduceren voor verhuurders om hun woningen te verduurzamen.

Plenair debat over huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen d.d. 12 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 73, item 8)

De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Koerhuis en Dik-Faber; Verzoekt de regering, te bezien of en welke verplichtende maatregelen, zoals een labelplicht voor corporatiewoningen, toegepast moeten worden om corporaties te kunnen verplichten te verduurzamen.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2019 geïnformeerd

De motie van het lid Öztürk; Verzoekt de regering om, in gesprek met gemeenten te bewerkstelligen dat de werking van ADV's op deze onderdelen verbetert en te bezien wat de rijksoverheid hierin kan betekenen.

Plenair debat Discriminatie d.d. 5 juli 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 96, item 6)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Öztürk en van den Hul; Verzoekt de regering om, in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te zoeken naar een alternatieve financieringssystematiek die ADV''s in staat stelt hun eigen organisatie en werkwijze vorm te geven, en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Plenair debat Discriminatie d.d. 5 juli 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 96, item 6)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Van der Molen en Verhoeven; Verzoekt de regering, een diepgaand onderzoek in te stellen naar de heimelijke beïnvloeding van de Nederlandse publieke opinie en discussie via sociale en andere media door buitenlandse statelijke actoren en om met voorstellen te komen om de weerbaarheid van onze samenleving op dit punt te vergroten.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Koerhuis en Beckerman: Verzoekt de regering, om procesverplichtingen voor gemeenten in te stellen en/of provincies als toezichthouders in te schakelen als de deadline niet gehaald wordt.

Plenair debat Bouwregelgeving/risicovloeren d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 13)

De Tweede Kamer wordt in het eerste kwartaal 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de Minister, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties proactief een regierol te nemen om ervoor te zorgen dat de randvoorwaarden voor gemeenten om de gedecentraliseerde taken uit te kunnen voeren aanwezig zijn.

Plenair debat Sociaal domein d.d. 21 november 2018 (Handelingen II, 2018/19, nr. 26, item 7)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Den Boer en Sjoerdsma; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de opkomst van kiezers in het buitenland kan worden bevorderd en hoe knelpunten in de registratie hiervoor kunnen worden weggenomen.

Plenair debat Wijziging van de Kieswet houdende maatregelen tot elektronische openbaarmaking van de processen-verbaal van de stembureaus en van de opgaven van de burgemeesters van de aantallen in de gemeenten uitgebrachte stemmen (35011), Wijziging van de Kieswet ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenlanden verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren (35012) en Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees parlement (35016) d.d. 15 november 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 24, item 21)

In de tweede helft van 2019 wordt samen met de gemeente Den Haag een poging gedaan om in kaart te brengen waarom niet meer Nederlanders die uit Nederland vertrekken zich te laten registeren om te kunnen stemmen vanuit het buitenland. Aan de hand van de uitkomsten moet volgend jaar bezien worden of er maatregelen te nemen zijn, bijvoorbeeld betere voorlichting, die eventuele belemmeringen voor registratie wegnemen ten behoeve van de Tweede Kamerverkiezing in maart 2021.

De motie van de leden Belhaj en Özütok; Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe het mogelijk te maken is dat personen binnen 24 uur na overlijden kunnen worden begraven of gecremeerd en daarbij te betrekken of dit te bewerkstelligen is op zon- en feestdagen.

Naar een moderne uitvaartwet' en kabinetsvoornemens wijziging van de wet op de lijkbezorging d.d. 27 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35077, nr. 12)

Onderzoek naar de mogelijkheid om dit te regelen, is naar verwachting voor de zomer van 2020 afgerond. De Tweede Kamer wordt over de resultaten van het onderzoek en het vervolg geïnformeerd. Een concept wetsvoorstel wijziging Wlb wordt naar verwachting op zijn vroegst begin 2021 in consultatie gebracht.

De motie van de leden Belhaj en Middendorp; Verzoekt het kabinet, om middels een wetswijziging in de Wet op de lijkbezorging te regelen dat de as zo snel als praktisch en op zorgvuldige wijze mogelijk is, bij voorkeur binnen een week na de crematie, kan worden opgehaald bij het crematorium.

Naar een moderne uitvaartwet' en kabinetsvoornemens wijziging van de wet op de lijkbezorging d.d. 27 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35077, nr. 12)

Onderzoek naar de mogelijkheid om dit te regelen, is naar verwachting voor de zomer van 2020 afgerond. De Tweede Kamer wordt over de resultaten van het onderzoek en het vervolg geïnformeerd. Een concept wetsvoorstel wijziging Wlb wordt naar verwachting op zijn vroegst begin 2021 in consultatie gebracht.

De motie van de leden Belhaj en Middendorp; Verzoekt het kabinet, om middels een wetswijziging een limitatieve uitzonderingsbepaling in de Wet op de lijkbezorging op te nemen waardoor het mogelijk wordt om in uitzonderlijke en specifieke gevallen en na toestemming van de officier van justitie van het verbod op gelijktijdig begraven en cremeren in een kist af te kunnen wijken.

Naar een moderne uitvaartwet' en kabinetsvoornemens wijziging van de wet op de lijkbezorging d.d. 27 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35077, nr. 12)

Onderzoek naar de mogelijkheid om dit te regelen, is naar verwachting voor de zomer van 2020 afgerond. De Tweede Kamer wordt over de resultaten van het onderzoek en het vervolg geïnformeerd. Een concept wetsvoorstel wijziging Wlb wordt naar verwachting op zijn vroegst begin 2021 in consultatie gebracht.

De motie van de leden Belhaj en Özütok; Verzoekt het kabinet, in het Besluit op de lijkbezorging te verduidelijken dat een kist of ander omhulsel binnen tien jaar moet kunnen afbreken.

Naar een moderne uitvaartwet' en kabinetsvoornemens wijziging van de wet op de lijkbezorging d.d. 27 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35077, nr. 12)

Onderzoek naar de mogelijkheid om dit te regelen, is naar verwachting voor de zomer van 2020 afgerond. De Tweede Kamer wordt over de uitkomsten en vervolg geïnformeerd.

De motie van het lid Van der Molen; Verzoekt de regering, bij de herziening van de Wet op de lijkbezorging en in de uitvoeringsregelgeving ook criteria op te nemen die zijn toegesneden op eeuwigdurende grafrust.

Naar een moderne uitvaartwet' en kabinetsvoornemens wijziging van de wet op de lijkbezorging d.d. 27 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35077, nr. 12)

Onderzoek naar de mogelijkheid om dit te regelen, is naar verwachting voor de zomer van 2020 afgerond. De Tweede Kamer wordt over de resultaten van het onderzoek en het vervolg geïnformeerd. Een concept wetsvoorstel wijziging Wlb wordt naar verwachting op zijn vroegst begin 2021 in consultatie gebracht.

De motie van het lid Middendorp c.s.; Verzoekt de regering, met het oog op de hiervoor genoemde aspecten onderzoek te doen naar de lengte van de termijn van de grafrust voor een algemeen graf en daarbij in ieder geval het kostenaspect te betrekken.

Naar een moderne uitvaartwet' en kabinetsvoornemens wijziging van de wet op de lijkbezorging d.d. 27 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35077, nr. 12)

Onderzoek naar de mogelijkheid om dit te regelen, is naar verwachting voor de zomer van 2020 afgerond. De Tweede Kamer wordt over de resultaten van het onderzoek en het vervolg geïnformeerd. Een concept wetsvoorstel wijziging Wlb wordt naar verwachting op zijn vroegst begin 2021 in consultatie gebracht.

De motie van het lid van der Lee: Verzoekt de regering, in overleg te treden met deze maatschappelijke organisaties over de invulling van de crisisaanpak in Groningen, hun ideeën hierover zorgvuldig te overwegen, en de Tweede Kamer daar op korte termijn over te informeren.

Plenair debat over de aardbeving in Groningen (Handelingen II 2018/19, nr. 88, item 21)

Er wordt momenteel invulling aan de motie gegeven, hierover wordt de Tweede Kamer in september 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Sienot; Verzoekt de regering, de mogelijke inzet van studenten bouwkunde te verkennen ten behoeve van versnelling van de schade en versterking door bijvoorbeeld steekproeven uit te laten voeren bij gebouwen na schadeherstel en/of versterking; Verzoekt de regering tevens, de Tweede Kamer hier voor het kerstreces over te informeren.

Plenair debat over de aardbeving in Groningen (Handelingen II 2018/19, nr. 88, item 21)

De Tweede Kamer wordt voor Kerstreces 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Sienot; Verzoekt de regering, om ruimte te bieden voor eigen regie aan de particuliere gebouweigenaar en te onderzoeken of het hieraan bijdraagt om een bouwdepot in te stellen voor elk huis met een versterkingsopgave.

Plenair debat over de aardbeving in Groningen (Handelingen II 2018/19, nr. 88, item 21)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Dik-Faber; Verzoekt de regering om een loket en een uitvoeringsorganisatie met budget en mandaat te realiseren voor schadeafhandeling en versterking.

Plenair debat over de aardbeving in Groningen (Handelingen II 2018/19, nr. 88, item 21)

De Tweede Kamer wordt in 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Agnes Mulder: Verzoekt de regering, het advies van SodM op te volgen en de Tweede Kamer over de voortgang van ieder onderdeel van het advies te informeren voor het komend overleg over Groningen en vervolgens ieder kwartaal.

Plenair debat over de aardbeving in Groningen (Handelingen II 2018/19, nr. 88, item 21)

De Tweede Kamer zal ieder kwartaal geïnformeerd worden. De Tweede Kamer najaar 2019 weer geïnformeerd.

De motie van de leden Van der Molen en Özütok; Verzoekt het presidium, de Afdeling advisering van de Raad van State te vragen de Tweede Kamer van voorlichting te dienen over de mogelijkheid van een wettelijke inspanningsverplichting van de Minister van BZK om de informatiebeveiliging bij het Rijk te bevorderen, met de bevoegdheden bezwaar, instemming/goedkeuring en aanwijzing, naar analogie van artikel 4.11 Comptabiliteitswet.

Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering, om samen met de gemeenten een onderzoek te laten uitvoeren naar hoe negatieve financiële gevolgen van het trap-op-trap-afsysteem zo veel mogelijk kunnen worden voorkomen en de Tweede Kamer over de uitkomsten te informeren.

Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018

De motie wordt meegenomen in de evaluatie van de normeringssystematiek medio september 2019.

De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering, om concrete doelstellingen te formuleren ten aanzien van het verbeteren van de rijksbrede informatiebeveiliging en de rijksbrede digitale infrastructuur en deze concrete doelstellingen op te nemen in de begroting voor het jaar 2020.

Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie Van der Molen c.s.; Verzoekt de regering, om te onderzoeken welke maatregelen genomen kunnen worden om op structurele wijze tegemoet te komen aan de toenemende ledenaantallen en activiteit van politieke jongerenorganisaties.

Plenair debat Financiering politieke partijen d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 11)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De motie van dr leden Özütok en Kerstens; Verzoekt de regering, om in het kader van de stelselverantwoordelijkheid in overleg met gemeenten in krimpgebieden in beeld te brengen of en, zo ja, waar in het sociaal domein de knelpunten zitten met betrekking tot de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de dienstverlening voor de burger, en de Tweede Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling voor het jaar 2020 te informeren.

Plenair debat Sociaal domein/ Interbestuurlijk programma d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 12)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De motie van de leden Asscher en van der Molen; Verzoekt de regering, bij wet te regelen dat politieke advertenties alleen geplaatst kunnen worden door in Nederland gevestigde personen en organisaties.

Plenair debat Desinformatie/digitale inmenging d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 5)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De motie van de leden Asscher en Van der Molen; Verzoekt de regering, in kaart te brengen welke vormen van onlinemanipulatie er zijn en welke mogelijkheden er zijn om die strenger aan te pakken, en daarbij ook specifiek in te gaan op toezicht- en sanctiemogelijkheden en de Tweede Kamer daarover zo spoedig mogelijk te informeren.

Plenair debat Desinformatie/digitale inmenging d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 5)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De motie van de leden Middendorp en Verhoeven; Verzoekt de regering, naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek een actieplan tegen digitale inmenging te maken, aan te geven hoe zij dit gaat voorkomen, signaleren en sanctioneren, daarbij de aanbevelingen van de commissie-Remkes met betrekking tot digitale campagnes te betrekken, en de Tweede Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren.

Plenair debat Desinformatie/digitale inmenging d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 5)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De motie van de leden Asscher en Van der Molen; Verzoekt de regering, te onderzoeken of huidige delictsomschrijvingen bij het manipuleren van verkiezingen kunnen worden uitgebreid, zodat bewuste onlinemanipulatie ook strafrechtelijk kan worden aangepakt, en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Plenair debat Desinformatie/digitale inmenging d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 5)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De motie van de leden Ronnes en Beckerman; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de positie van starters op de koopmarkt verbeterd kan worden door initiatieven zoals het KoopLater-project en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Dik-Faber; Verzoekt de regering, er in overleg met bouwers en gemeenten voor zorg te dragen dat er meer toegankelijke woningen beschikbaar komen en daarbij ook in overweging te nemen dat de toegankelijkheidseisen voor nieuwbouwappartementen in het Bouwbesluit worden aangepast conform het RIGO-rapport.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

De motie is gedeeltelijk afgedaan met de brief van de minister van BZK aan de Tweede Kamer d.d. 12 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32757, nr. 154) Over het eerste gedeelte van de motie wordt de Tweede Kamer in het vierde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie Van Eijs; Verzoekt de regering, om hierbij tevens in beeld te brengen hoe de toegang van koopstarters tot de woningmarkt geborgd blijft.

Plenair debat Het opkopen van huizen door beleggers d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 16)

De Tweede Kamer wordt in oktober 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Dik-Faber en Ronnes; Verzoekt de regering, in aanloop naar het eerstvolgende belastingplan een verkenning uit te voeren naar een gedifferentieerde overdrachtsbelasting, waarbij starters vrijgesteld worden van overdrachtsbelasting en beleggers vanaf de derde woning met een hoger tarief te maken krijgen, en daarover de Tweede Kamer te informeren.

Plenair debat Het opkopen van huizen door beleggers d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 16)

De Tweede Kamer wordt in oktober 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid van Eijs; Verzoekt de regering, om in samenwerking met de Nederlandse Brandwonden Stichting en overige betrokken partijen tot een plan te komen om het kennisniveau van bewoners omtrent koolmonoxidevergiftiging te verhogen, en de Tweede Kamer hierover voor de inwerkingtreding van de wet te informeren.

Plenair debat Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (35022) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 3)

De Tweede Kamer wordt in het vierde kwartaal 2019 geïnformeerd

De motie van de leden Koerhuis en Ronnes; Verzoekt de regering, voor de introductie van het nieuwe stelsel de mkb-toets uit te voeren en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Plenair debat Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (35022) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 3)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Dik-Faber; Verzoekt de regering in samenwerking met voor starters relevante belangenorganisaties te komen tot een «starterstoolkit» voor starters, met daarin aandacht voor hun rechten, kansen en risico’s op de woningmarkt.

Plenair debat Staat van de Woningmarkt d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 15)

De Tweede Kamer wordt in oktober 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Ronnes en Koerhuis; Verzoekt de regering een meldpunt in te richten, waarbij niet alleen gemeenten en provincies, maar ook bouwers en projectontwikkelaars bij het landelijke expertteam woningbouw melding kunnen maken van stagnerende bouwprojecten waarbij het expertteam dan in contact kan treden met de lokale overheden.

Plenair debat Bouwopgave d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in december 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid van Eijs; Verzoekt de regering, om in de uitwerking van het platform te kijken naar mogelijkheden om vraag en aanbod van tijdelijke woningen in het hele land inzichtelijk te maken voor spoedzoekers om zo matching van tijdelijke woningen te bevorderen.

Plenair debat Bouwopgave d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt zomer 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Yesilgöz-Zegerius; Verzoekt de regering, om met de gemeenten ervoor te zorgen dat woningeigenaren en -bewoners expliciet betrokken worden bij de wijkgerichte aanpak en huishoudens zodat mensen goed en tijdig geïnformeerd zijn over de te maken keuzes; Verzoekt de regering tevens, om met de gemeenten ervoor te zorgen dat bij het verduurzamen van wijken wordt gekeken naar reële, betaalbare alternatieven en dat de wijkgerichte aanpak gericht is op het maken van kostenefficiënte keuzes; Verzoekt de regering voorts, bij de vormgeving van het warmtefonds de subsidie- en leenvoorwaarden zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor alle bewoners en huiseigenaren; Verzoekt de regering eveneens, regelmatig na te gaan of het huidige budget toereikend is en of er voldoende privaat kapitaal aangetrokken kan worden.

Plenair debat over het pakket klimaatmaatregelen d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt vierde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Stoffer en Jetten; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat gemeenten bij de verduur-zaming van de gebouwde omgeving voldoende ruimte krijgen en houden om het tijdpad af te stemmen op de haalbaarheid en betaalbaarheid ervan; Verzoekt de regering tevens, ervoor te zorgen dat gemeenten op zowel korte als langere termijn voldoende financiële middelen krijgen om hun «heldenrol» waar te maken, rekening houdend met de verschillen tussen gemeenten; Verzoekt de regering voorts, ervoor te zorgen dat gemeenten voldoende sturingsmogelijkheden krijgen om de energietransitie op een eigen wijze vorm te geven, aansluitend op de lokale situatie; Verzoekt de regering vervolgens, in de jaarlijkse Klimaatnota aan te geven in hoeverre gemeenten in staat zijn hun rol waar te maken, waar zij tegenaan lopen en hoe zij daarbij gesteund worden.

Plenair debat over het pakket klimaatmaatregelen d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt vierde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Asscher; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat deze groepen mensen er niet op achteruit gaan en uiteen te zetten op welke wijze zij daarvoor zorgt.

Plenair debat over het pakket klimaatmaatregelen d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid De Graaf c.s.; Verzoekt de regering om een evaluatie van het Statuut met het oog op eventuele modernisering te bevorderen en daarover in overleg te treden met de andere landen binnen het Koninkrijk en de eilandbesturen in Caraibisch Nederland.

Plenair debat Evaluaties ihkv de staatkundige vernieuwing en over de Koninkrijksrelaties in den brede d.d. 21 juni 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 35, item 3 en 9)

Het kabinet zal ingaan op de motie-De Graaf in zijn reactie op het interdepartementaal beleidsonderzoek en de voorlichting van de Raad van State over de vormgeving van de verhouding tussen Europees en Caribisch Nederland. Deze kabinetsreactie wordt in het najaar van 2019 verwacht.

De motie van de leden Van Eijs en Koerhuis; Spreekt uit dat het verhogen van de NHG-premie bij dit onderzoek buiten beschouwing kan blijven en de nadruk moet liggen op de mogelijkheden tot verdere verlaging van de premie.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

De Tweede Kamer wordt medio november 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Smeulders; Verzoekt de regering, om medeoverheden waar nodig te ondersteunen bij het opstellen van ruimtelijk beleid waarin expliciet aandacht wordt besteed aan natuur, landschappelijke waarden, ruimtelijke kwaliteit en aan leefbaarheid.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Krol: Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe het verduurzamen van huizen kan worden omgevormd van kostenpost naar verdienmodel.

Plenair debat Woonaangelegenheden d.d. 14 november 2018 (Handelingen II, 2018/19, nr. 23, item 3)

De Tweede Kamer wordt vierde kwartaal van 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Smeulders; Verzoekt de regering, te waarborgen dat deze gesprekken niet tot vertraging van de opgaven leiden.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Voor eind 2019 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd, in samenhang met de motie Ronnes c.s. over opgaven/middelen corporatiesector.

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, in overleg te treden met ouderenorganisaties zoals KBO-PCOB, ANBO en KBO-Brabant om mogelijkheden te bespreken hoe deze groep senioren bereikt kan worden; Verzoekt de regering tevens, na dit overleg actief de groep die recht heeft op huurtoeslag doch dat thans mist voor zover dat mogelijk is te benaderen en hen te wijzen op de mogelijkheden.

Plenair debat Huuraangelegenheden d.d. 8 november 2018 (Handelingen II 2016/17, nr. 21, item 13)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering om, een voorlichtingscampagne te starten, gericht op ouderen en hun verzorgers, om hen te wijzen op hun mogelijke recht op zorg- en huurtoeslag.

Plenair debat Huuraangelegenheden d.d. 8 november 2018 (Handelingen II 2016/17, nr. 21, item 13)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Smeulders en Stoffer: Verzoekt de regering, in 2020 meerdere tenders op de markt te brengen die de bouwindustrie uitdagen te investeren in productiecapaciteit zodat grootschalige verduurzaming van bestaande woningen in de huursector serieus van de grond komt.

Plenair debat Energiebesparing/Energieprestatie van gebouwen d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II, 2018/19, nr. 62, item 14)

De Tweede Kamer wordt vierde kwartaal van 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Smeulders en Kröger; Spreekt uit dat dit principe van «de vervuiler betaalt» ook in de nieuwe Omgevingswet uitgangspunt blijft.

Plenair debat Aanvullingswet bodem Omgevingswet (34864) d.d. 13 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 36, item 16)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Smeulders en van Eijs; Verzoekt de regering om, in samenspraak met decentrale overheden een methode te ontwikkelen die decentrale overheden helpt bij het maken van integrale afwegingen, waarbij ook waarden die niet direct in economische waarden te vertalen zijn, zoals milieu, gezondheid en klimaat, op een evenwichtige manier worden meegenomen, en de Tweede Kamer over de uitkomsten te informeren.

Plenair debat Invoeringswet omgevingswet (34986) d.d. 19 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 28)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Laan-Geselschap en Van der Graaf; Verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze de verantwoordelijkheid voor het beveiligen van woonhuizen van bestuurders op lokaal niveau kan worden ondergebracht bij de commissaris van de Koning.

Plenair debat over burgemeesters die met de dood worden bedreigd d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II, 2018/19, nr. 62, item 9)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Dik-Faber en van Eijs; Verzoekt de regering, met voorstellen te komen om innovatie en industrialisatie aan de aanbodkant op te jagen, zodat verduurzaming van woningen en gebouwen kan worden opgeschaald en goedkoper kan worden.

Plenair debat Wijziging van de Crisis- en herstelwet in verband met het versnellen van woningbouw en het faciliteren van duurzame ontwikkeling, zoals het verduurzamen van het energiegebruik (35013) d.d. 13 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 36, item 17)

De Tweede Kamer wordt vierde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering om, te onderzoeken of en hoe een woonlastenbenadering kan worden toegepast waarbij er geen opdrijvend effect is voor de huurtoeslag.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

Het kabinet streeft ernaar het Klimaatplan en het INEK eind dit jaar aan de Tweede Kamer voor te leggen, zodat deze voor einde jaar 2019 kunnen worden vastgesteld.

De motie van de leden Koerhuis en van Eijs; Verzoekt de regering, te bezien of en welke flankerende maatregelen, zoals herverdeling van financiële middelen tussen corporaties, daarbij kunnen helpen, en daarbij ook mee te nemen dat rijkere corporaties van het financieel rendement van de investering in verduurzaming bij armere corporaties gaan profiteren.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

Voor het eind 2019 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd, in samenhang met de motie Ronnes c.s. over opgaven/middelen corporatiesector.

De motie van het lid Özütok c.s.; Verzoekt de regering, bij de overdracht van publieke taken aan semipublieke instellingen expliciet aandacht te besteden aan de bescherming van burgerrechten.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Nijboer: Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat huurders ook financieel profiteren van verduurzaming van hun woning.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Het kabinet streeft ernaar het Klimaatplan en het INEK eind dit jaar aan de Tweede Kamer voor te leggen.

De motie van het lid Van den Bosch c.s.; Verzoekt de regering, na voltooiing van het herindelingsproces de provincie Noord-Holland te verzoeken met de nieuwe gemeente Haarlemmermeer, de gemeente Haarlem, alsmede met de inwoners van Spaarndam te verkennen of voor het dorp Spaarndam een grenscorrectie een duurzame oplossing is en of dit kan rekenen op draagvlak van de inwoners van Spaarndam, en de Tweede Kamer hierover binnen een jaar te informeren.

Plenair debat Samenvoeging van de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem (34825), Samenvoeging van de gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen (34826), Samenvoeging van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer (34827), Samenvoeging van de gemeenten Bedum, De Marne, Eemsmond en Winsum (34828), Samenvoeging van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn en een deel van het grondgebied van de gemeente Winsum (34829), Samenvoeging van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard (34830), Samenvoeging van de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland (34831), Samenvoeging van de gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout (34832), Samenvoeging van de gemeenten Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen (34833), Gezamenlijke plenaire behandeling. Samenvoeging van de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen (34806) d.d. 18 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 75, 3 en 4)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe een Rijksinspectie Digitalisering, naar analogie van de Inspectie der Rijksfinanciën, zou kunnen worden vormgegeven en de uitkomsten van dit onderzoek voor het jaarverslag Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2018 naar de Tweede Kamer te sturen.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden van der Graaf en van der Molen; Verzoekt de regering, een «regiocheck» uit te werken waarbij effecten van nieuw beleid en nieuwe wet- en regelgeving op relevante terreinen voor regio's onderhevig aan bevolkings- en huishoudensdaling vooraf inzichtelijk worden gemaakt en regionaal maatwerk mogelijk te maken met oog op het versterken van economie en leefbaarheid in krimpregio's.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 in de derde voortgangsrapportage Bevolkingsdaling geïnformeerd.

De motie van het lid Nijboer c.s.; Verzoekt het kabinet, voorstellen te doen om huurders beter te ondersteunen en compenseren voor ongemakken.

Plenair debat Staat van de Woningmarkt d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 15)

Het kabinet streeft ernaar het Klimaatplan en het INEK eind 2019 aan de Tweede Kamer voor te leggen, zodat deze voor het einde van jaar 2019 kunnen worden vastgesteld.

De motie van het Nijboer c.s.; Verzoekt de regering, om te onderzoeken hoe grondeigenaren gedwongen kunnen worden om tot bouwen over te gaan.

Plenair debat Het opkopen van huizen door beleggers d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 16)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van lid Nijboer c.s.: Verzoekt de regering, om te onderzoeken hoe ook de gemeenschap kan meeprofiteren van planbaten.

Plenair debat Het opkopen van huizen door beleggers d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 16)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, om aan NEN te vragen de voorbereidingen te treffen om in de NEN norm 7010 een pictogram vast te leggen voor dergelijke vluchtroutes, opdat deze gewijzigde NEN norm in de bouwregelgeving kan worden aangewezen op het moment dat nieuwe wettelijke eisen over vluchtroutes in werking treden.

Plenair debat Bouwregelgeving/risicovloeren d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 13)

De Tweede Kamer wordt in het vierde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Verheijen c.s.; Verzoekt de regering er in te voorzien dat gemeenteraden c.q. provinciale staten, omwonenden en andere belanghebbenden in een vroegtijdig stadium betrokken kunnen worden bij het overleg over invulling, schaal, en effecten van deze project(locaties).

Plenair debat Wijziging Crisis- en herstelwet in verband met versnelling woningbouw en faciliteren duurzame ontwikkeling (35013) d.d. 21 mei 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 30, item 11)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat het toezicht op de financiering van politieke partijen volledig onafhankelijk wordt georganiseerd,.

Plenair debat Financiering politieke partijen d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 11)

De Tweede Kamer wordt medio 2020 geïnformeerd

De motie van het lid Van der Molen; Verzoekt de regering, maatregelen te nemen zodat donaties ook effectief zichtbaar zijn als zij via een of meer tussenschakels aan een partij of politicus gegeven worden en verplichte transparantie van deze tussen-schakels als een effectieve voorwaarde op te nemen in de wet; Verzoekt de regering tevens, er zorg voor te dragen dat er effectieve sanctiemechanismen in de wet worden opgenomen.

Plenair debat Financiering politieke partijen d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 11)

De Tweede Kamer wordt medio 2020 geïnformeerd

De motie van de leden Van Eijs en Dik-Faber; Verzoekt de regering, met de gemeente Amersfoort in gesprek te gaan om afspraken te maken over de aanpak van de krapte in de gemeente Amersfoort, eventueel in de vorm van een woondeal, en de Tweede Kamer over de uitkomsten te informeren.

Plenair debat Staat van de Woningmarkt d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 15)

De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2020 geïnformeerd.

De motie van de leden Beckerman en Koerhuis; Verzoekt de regering, in dit onderzoek mee te nemen of balkons die zijn gebouwd in de jaren vijftig en zestig evidente veiligheidsproblemen bij gebouwen zijn en of een onderzoeksplicht ingevoerd moet worden.

Plenair debat Bouwregelgeving/risicovloeren d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 13)

De Tweede Kamer wordt vierde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De motie Dik-Faber; Verzoekt de regering, te bezien hoe de juridische belemmeringen voor gemeenten die wensen hun koopwoningen beter dan nu te beschermen tegen bepaalde vormen van verhuur, bijvoorbeeld in oudere stadswijken, kunnen worden weggenomen met betrekking tot een zelfbewoningsplicht voor bestaande koopwoningen.

Plenair debat Het opkopen van huizen door beleggers d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 16)

De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Smeulders c.s.; Roept het kabinet op om in ieder geval een woondeal te sluiten met de regio Amersfoort en verzoeken voor woondeals uit andere regio's positief te benaderen.

Plenair debat Staat van de Woningmarkt d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 15)

De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Rombouts; Spreekt uit, dat het bij de uitwerking van een eventueel nieuwe aanstellingswijze van burgemeesters wenselijk is te kiezen voor een vorm, die recht doet aan het principe, dat de raad aan het hoofd staat van het gemeentebestuur en die waarborgen bevat voor een relatief onafhankelijke positie van de burgemeester, een eigenstandig taken- en bevoegdhedenpakket op het terrein van openbare orde en veiligheid, een taak om de integriteit van het gemeentebestuur te bevorderen en een positie als boven de partijen staand, verbindend bestuurder van álle burgers.

Plenair debat 34 716 Behandeling van het Initiatiefwetsvoorstel Jetten Deconstitutionalisering benoeming commissaris van de Koning en burgemeester d.d. 13 november 2018 (Handelingen I 2018/19, nr. 7, item 4)

Verandering van de aanstellingswijze van de burgemeester is thans niet aan de orde.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, in de Nationale Omgevingsvisie expliciet en in stimulerende zin aandacht te besteden aan ecologisch wonen en ecologische woonzones.

Plenair debat Nationale Omgevingsvisie (NOVI) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 10)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd in de uitvoeringsagenda bij de vastgestelde NOVI

De motie van de leden Krol en Nijboer; Verzoekt de regering, in de Nationale Omgevingsvisie expliciet aandacht te besteden aan en rekening te houden met de behoeften van senioren en mindervaliden.

Plenair debat Nationale Omgevingsvisie (NOVI) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 10)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd in de uitvoeringsagenda bij de vastgestelde NOVI

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, in de Nationale Omgevingsvisie expliciet en in stimulerende zin aandacht te besteden aan innovatieve en intelligente technologieën, in het bijzonder met betrekking tot slim wonen en slimme mobiliteit.

Plenair debat Nationale Omgevingsvisie (NOVI) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 10)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd in de uitvoeringsagenda bij de vastgestelde NOVI

De motie van het lid Ronnes: Verzoekt de regering, in de Nationale Omgevingsvisie vast te leggen dat de realisatie van voldoende woningbouw, met de daarbij behorende infrastructuur, als topprioriteit wordt aangemerkt.

Plenair debat Nationale Omgevingsvisie (NOVI) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 10)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd in de uitvoeringsagenda bij de vastgestelde NOVI

De motie van het lid Van Gerven; Verzoekt de regering, zorg te dragen voor adequate en laagdrempelige inspraak van burgers bij het opstellen van de lokale en regionale uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie; Verzoekt de regering, bij de presentatie van de Nationale Omgevingsvisie inzichtelijk te maken hoe deze inspraak zal worden vormgegeven.

Plenair debat Nationale Omgevingsvisie (NOVI) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 10)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd in de uitvoeringsagenda bij de vastgestelde NOVI

De motie van de leden Koerhuis en Beckerman; Verzoekt de regering per direct te beginnen met een definitieve inventarisatie van probleemvloeren waarbij de definitieve rekenregels worden gebruikt, deze inventarisatie bij te houden en voor maart 2020 naar de Tweede Kamer te sturen.

Plenair debat Bouwregelgeving/risicovloeren d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 13)

De Tweede Kamer wordt voor maart 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Engels c.s.; Verzoekt de minister een of meer modellen voor een stelsel van financiële verhoudingen tussen rijk en gemeenten te ontwikkelen waarin rekening wordt gehouden met zowel de effecten van de voorgenomen decentralisaties als met voortgaande processen van gemeentelijke herindeling.

Plenair debat Inrichting openbaar bestuur d.d. 18 juni 2013 (Handelingen I, 2012/13, nr. 31, item 2)

De Eerste Kamer wordt begin 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Dijkhoff; Verzoekt het kabinet deze ontwikkelingen in verschillende scenario's in kaart te brengen en beleidsopties voor te leggen bij de verschillende scenario's.

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 21 september 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 3, item 6)

De Tweede Kamer wordt voorjaar 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Van der Molen; Verzoekt de regering, medicijngebruik niet te hanteren als maatstaf in de toekomstige verdeelmodellen voor het sociaal domein.

Plenair debat Sociaal domein/ Interbestuurlijk programma d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 12)

De Tweede Kamer wordt in mei 2020 geïnformeerd.

De motie van de leden Kerstens en Özütok; Verzoekt de regering, in het verdere proces om te komen tot bedoeld verdeelmodel, nadrukkelijk aandacht te besteden aan het tijdig gerealiseerd moeten zijn van genoemde randvoorwaarden en daarover zo nodig met gemeenten (nadere) afspraken te maken.

Plenair debat Sociaal domein/ Interbestuurlijk programma d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 12)

De Tweede Kamer wordt voor 1 juni 2020 geïnformeerd.

De motie van de leden Smeulder en Kröger; Verzoekt de regering, om ervoor zorg te dragen dat het beschermings- niveau van de bodemkwaliteit in lagere regelgeving minimaal gelijkwaardig blijft en bij voorkeur wordt verbeterd.

Plenair debat Aanvullingswet bodem Omgevingswet (34864) d.d. 13 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 36, item 16)

De Tweede Kamer wordt medio 2020 geïnformeerd.

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, het BIT in december 2019 een update te laten doen naar de voortgang en stand van zaken van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, en de Tweede Kamer over de uitkomsten te informeren.

Plenair debat Invoeringswet omgevingswet (34986) d.d. 19 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 28)

De Tweede Kamer wordt voor 1 juli 2020 geïnformeerd.

De motie van de leden Nijboer en Ronnes; Verzoekt de minister, waar nodig de juridische risico's weg te nemen en andere studentensteden te stimuleren om eveneens een vergunningenstelsel in te voeren.

Plenair debat Huuraangelegenheden d.d. 8 november 2018 (Handelingen II 2016/17, nr. 21, item 13)

De Tweede Kamer wordt medio 2020 geïnformeerd.

De motie van de leden Ronnes en Dik-Faber: Verzoekt de regering, om op korte termijn de betreffende regelgeving in overleg met de woningcorporaties te screenen en waar nodig snel met aanpassingen te komen.

Plenair debat Staat van de Woningmarkt d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 15)

Motie is in behandeling. Eventuele wijzigingen worden meegenomen bij wetsvoorstel nav evaluatie Woningwet. Indiening wetsvoorstel voorzien voor zomer 2020.

De motie van het lid Dik-Faber; Verzoekt de regering, een top te organiseren met de betrokken gemeenten over problemen en oplossingen voor de huisvesting van Oost-Europese arbeidsmigranten.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

De Tweede Kamer wordt najaar 2020 geïnformeerd.

De motie van de leden Krol en Beckerman; Verzoekt de regering om, in overleg met een gemeente en een eigenaar van een verouderd recreatiepark, een voorbeeldproject te initiëren waarbij een recreatiepark verbouwd wordt tot een aantrekkelijk seniorendorp.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

De verkenning naar de mogelijkheden is gestart. De Tweede Kamer wordt eind 2020 geïnformeerd over de resultaten.

De motie van het lid Verhoeven; Verzoekt de regering om, bij de evaluatie van de wet nadrukkelijk de effecten op het vestigingsklimaat in Nederland te onderzoeken.

Plenair debat Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20. (34588) d.d. 8 februari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 50, item 10)

De motie wordt meegenomen in de wetsevaluatie die in 2020 plaatsvindt.

De motie van de leden Albert de Vries en Van der Linde; Verzoekt de regering, te bevorderen dat een systeem van «erkende kwaliteitsverklaringen en erkende technische toepassingen» tot stand komt, waarbij door marktpartijen aangedragen oplossingen bij gebleken geschiktheid door een onafhankelijke instantie van een erkenning worden voorzien en daarna in het kwaliteitsborgingsproces alleen nog marginaal getoetst behoeven te worden.

Plenair debat Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 16 februari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 54, item 11)

Wordt geregeld in de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Inwerkingtredingsdatum is voorzien op 1 januari 2021.

De motie van het lid Albert de Vries; Verzoekt de regering om het stelsel van kwaliteitsborging pas in een volgende fase van invoering van toepassing te verklaren op de verbouw en restauratie van rijksmonumenten,.

Plenair debat Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 16 februari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 54, item 11)

De motie is uitgevoerd bij inwerkingtreding van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, die is voorzien op 1 januari 2021.

De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, rijksmonumenten niet eerder onder deze wet te brengen dan nadat vaststaat dat monumentale waarden niet verloren gaan door de splitsing van bouwtechniek en de monumentenkwaliteit.

Plenair debat Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 16 februari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 54, item 11)

Uitvoering van deze motie is voorzien bij inwerkingtreding van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen op 1 januari 2021.

De motie van het lid Verheijen; Verzoekt de regering om in het implementatieprogramma aandacht te besteden aan het belang van een goede informatiepositie van burgers bij participatietrajecten en bij de invoeringsregelgeving de kwaliteit en de toegankelijkheid van de gegevens in het digitaal stelsel te borgen.

Plenair debat Omgevingsrecht d.d. 30 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 29, item 7)

De Tweede Kamer wordt periodiek geïnformeerd tot invoeringsstelsel per 1 januari 2021.

De motie van het lid Koerhuis c.s.; Verzoekt de regering, om dit bestuursakkoord te verwerken in een nieuwe beantwoording aan de Eerste Kamer en in de besluitvorming en algemene maatregel(en) van bestuur bij de wet, als deze wordt aangenomen.

Plenair debat De gang van zaken rondom het bouwtoezicht d.d. 6 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 33, item 10)

Wordt geïmplementeerd in de Omgevingswet, die op 1 januari 2021 inwerkingtreedt.

De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, zorg te dragen dat met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen meer controle wordt gehouden op de naleving van de eisen ten aanzien van brand- en vluchtveiligheid.

Plenair debat Bouwregelgeving/risicovloeren d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 13)

De motie is afgerond met de inwerkingtreding van de AMvB Wkb, die op 1 januari 2021 in werking treedt.

De motie van het lid Van Vliet; Verzoekt de regering, teneinde te kunnen beoordelen of betere aansluiting tussen de gereguleerde en de vrije huursector onderzocht moet worden, in de evaluatie van de Wet doorstroming huurmarkt ook cijfers over de hierboven genoemde vorm van doorstroming mee te nemen.

Plenair debat Wet doorstroming huurmarkt 2015 (34373) d.d. 4 februari 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 51, item 11)

De Tweede Kamer wordt in 2021 geïnformeerd.

De motie van de leden Den Boer en Bergkamp; Verzoekt de regering, om indien mogelijk voor het zomerreces en anders voor het einde van het jaar de juridische, financiële en technische kansen en belemmeringen voor de herziening van de geslachtsvermelding op paspoorten en identiteitskaarten in kaart te brengen en de mogelijkheden die de aanstaande verordening biometrie op identiteitskaarten daarbij biedt.

Plenair debat eID / Paspoorten d.d. 6 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 59, item 5)

Het onderzoek loopt. De Tweede Kamer wordt voor het einde van het jaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering, nog voor het zomerreces de Tweede Kamer te informeren of en hoe er een contract met Pi de Bruijn kan worden gesloten en hoe voorkomen gaat worden dat er problemen gaan ontstaan door botsende architecten.

Plenair debat Renovatie Binnenhof d.d. 23 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 28)

De Tweede Kamer wordt in september 2019, tijdens de 3e rapportage Renovatie Binnenhof, geïnformeerd.

De motie van het lid Middendorp c.s.; Verzoekt de regering om, na een gezamenlijke toets door gebruikers en het Rijksvastgoedbedrijf, het voorlopig ontwerp conform planning voor 1 juli af te ronden en de Kamer hierover te informeren; Verzoekt de regering tevens, de keuze om een architect toe te voegen pas dan definitief te maken als huidige en nieuwe architect daarmee instemmen, gebruikers akkoord zijn, teamwerk in contract geborgd is, alternatieven onderbouwd afvallen en de Tweede Kamer daarover geïnformeerd wordt.

Plenair debat Renovatie Binnenhof d.d. 23 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 28)

De Tweede Kamer wordt in september 2019, tijdens de 3e rapportage Renovatie Binnenhof, geïnformeerd.

De motie van de leden Özütok en Van Eijs; Verzoekt de regering, ten aanzien van de mogelijke verduurzamingsmaat-regelen bij de renovatie van het Binnenhof de investeringen, binnen en buiten het budget, en de bijbehorende toekomstige opbrengsten tijdig in kaart te brengen en aan de Tweede Kamer voor te leggen, zodat deze in het definitieve ontwerp meegenomen kunnen worden.

Plenair debat Renovatie Binnenhof d.d. 23 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 28)

De Tweede Kamer wordt in september 2019, tijdens de 3e rapportage Renovatie Binnenhof, geïnformeerd.

De motie van de leden Den Boer en Van der Molen; Verzoekt de regering, gemeenten te informeren over de mogelijkheden om het recht je te mogen vergissen lokaal in te voeren en eventuele belemmeringen daartoe weg te nemen.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Middendorp en Dorst; Verzoekt de regering, bij het ontwikkelen van een richtlijn voor het gebruik door overheden van algoritmes in ieder geval te betrekken selectie gebaseerd op risico's, interne risicobeheersing, rapportage over algorit-megebruik aan de samenleving, en de innovatie van dienstverlening bij de overheid niet onmogelijk te maken; Verzoekt de regering tevens, bij het uitwerken van een voorstel voor toezicht op het gebruik van algoritmes door de overheid, de resultaten van dat algoritmegebruik nadrukkelijk te betrekken.

Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018 d.d. 20 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in oktober 2019 geïnformeerd.

De motie van de leden Verhoeven en Van der Molen; Verzoekt de regering, een richtlijn te ontwikkelen voor het gebruik door overheden van algoritmes met mogelijk ingrijpende consequenties op burgerrechten, waarvan in ieder geval onderdeel uitmaken een impact-analyse van zowel dataset als algoritme en de wijze van openbaarmaking; Verzoekt de regering tevens, een voorstel uit te werken voor toezicht op het gebruik van algoritmes door de overheid, inclusief de gebruikte datasets.

Plenair debat Digitale Overheid d.d. 29 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 87, item 3)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De motie van het lid van Raak; verzoekt de regeringen van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland in een gezamenlijk overleg tot een nadere invulling te komen van de verantwoordelijkheden van de landen afzonderlijk en van het Koninkrijk als geheel en de parlementen daarover te informeren.

Plenair debat Rijkswet Koninkrijksgeschillen (35 099-R2114) re- en dupliek d.d. 4 juli 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd over de voortgang met betrekking tot deze motie.

De motie van de leden Middendorp en Van Eijs; Verzoekt de regering, deze financiële ontwikkelingen en hun invloed op het budget en tijdpad onderdeel te maken van de rapportages en deze rapportages minimaal een keer per zes maanden met de Tweede Kamer te delen, en indien er tussen de rapportages ontwikkelingen van belang voor budget of planning zijn, deze in interimrapportages met de Kamer te delen.

Plenair debat Renovatie Binnenhof d.d. 23 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 28)

De Tweede Kamer wordt in september 2019, tijdens de 3e rapportage Renovatie Binnenhof, geïnformeerd.

De motie van het lid Koser Kaya c.s.; Verzoekt de regering zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee jaar, te eindigen met de verstrekking van persoonsgegevens aan genootschappen op geestelijke grondslag, al dan niet via SILA.

Plenair debat Basisregistratie personen (BRP) en paspoorten en reisdocumenten d.d. 8 december 2015 (Handelingen II 2015/16, nr. 34, item 20)

De Tweede Kamer wordt in 2019 geïnformeerd.

Tabel 83 Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond

Omschrijving

Toegezegd in

Afgedaan met

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het volgende bestuurlijke overleg over de geschillenregeling (drie maanden na KRC).

Algemeen overleg Verzamel algemeen overleg Koninkrijksrelaties d.d. 2 juli 2015 (Kamerstukken II, 2014/15, 34000-IV, nr. 50)

Afgedaan. Met de indiening van het wetsvoorstel is de toezegging afgedaan (Kamerstukken II 2018/19 (35009(R2114, nr. 1 t/m 4).

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer een brief ontvangt over het nagesprek met het WSW over de achtervangovereenkomst.

Algemeen overleg Toezicht en borging woningcorporaties d.d. 18 mei 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 29453, nr. 440)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/, 29453, nr. 485).

De minister zegt toe dat de Tweede Kamer (vooraf) wordt geïnformeerd over de afweging dan wel het voornemen met betrekking tot premiedifferentiatie met het oog op 2018.

Algemeen overleg Toezicht en borging woningcorporaties d.d. 18 mei 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 29453, nr. 440)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29453, nr. 485).

De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Schrijver (PvdA), toe te evalueren of de gelijkebehandelingsfunctie goed is ingebed bij het College voor de Rechten van de Mens (T01421).

Plenair debat over Wetsvoorstel Wet College voor de rechten van de mens (32 467) d.d. 15 november 2011 (Handelingen I 2011/12, nr. 7, item 2)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32467, nr. J).

De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Engels (D66), De Boer (GroenLinks) en Kox (SP), dat bij de evaluatie over 5 jaar wordt meegenomen of het College voor de Rechten van de Mens oordeels- en de procesbevoegdheid moet krijgen (T01422).

Plenair debat over Wetsvoorstel Wet College voor de rechten van de mens (32 467) d.d. 15 november 2011 (Handelingen I 2011/12, nr. 7, item 2)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32467, nr. J).

De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Bijsterveld (CDA), dat bij de evaluatie over vijf jaar wordt beoordeeld of de balans van grondrechten daadwerkelijk is gerealiseerd (T01424).

Plenair debat over Wetsvoorstel Wet College voor de rechten van de mens (32 467) d.d. 15 november 2011 (Handelingen I 2011/12, nr. 7, item 2)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32467, nr. J).

De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Bijsterveld (CDA), dat het gebruik van het wettelijke inlichtingenrecht door het College voor de Rechten van de Mens wordt geëvalueerd (T01425).

Plenair debat over Wetsvoorstel Wet College voor de rechten van de mens (32 467) d.d. 15 november 2011 (Handelingen I 2011/12, nr. 7, item 2)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32467, nr. J).

De Minister van Financiën zegt namens minister BZK toe dat het Kabinet de Tweede Kamer voor Prinsjesdag een voorstel stuurt voor de vormgeving van de taken- en middelenanalyse van de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman. Daarna, maar voor de begrotingsbehandelingen ontvangt de Kamer de uitkomsten van deze onafhankelijke taken- en middelenanalyse zodat budgettaire consequenties kunnen worden verwerkt (Hoge Colleges van Staat).

Plenair debat Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 d.d. 31 mei 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 81, item 3)

Afgedaan. Bij de Voorjaarsnota 2018 zijn de uitkomsten van de taken- en middelenanalyse meegenomen in het budgettaire beeld (Kamerstukken II 2018/19, 34775, nr. IIB).

De minister zegt toe (in voorjaar 2018) de Tweede Kamer te informeren over de wijze waarop de Omgevingswet overgaat van IenW naar BZK, de wijze van invoering van de Omgevingswet en hoe het digitale stelsel zo wordt ingericht dat er tegemoet wordt gekomen aan de kritiek in het BIT-advies.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34960-VII, nr. 3).

De minister zegt toe naar verwachting in het voorjaar van 2018 de Tweede Kamer nader te kunnen informeren over het advies en de eventuele vervolgstappen van de werkgroep die opdracht heeft gekregen om met een advies te komen over de wijze waarop een kenniscentrum en afwegingskader gestalte kunnen krijgen inzake bergen van vliegtuigwrakken.

Kamerbrief inzake toezegging inzake beleid gemeenten bij verzoeken tot berging vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog d.d. 22 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 32156, nr. 83)

Afgedaan. De beantwoording van de toezegging is meegenomen in de meicirculaire gemeentefonds (Kamerstukken II 2017/18, 34775-B, nr. 16).

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de vraag van het lid Van Rooijen of termijn niet veel langer moet zijn (dan de 4 maanden totaal) (ANW-compensatie).

Plenair debat met mondelinge vraag van het lid VAN ROOIJEN (50PLUS) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat pensioenfonds ABP de ANW-compensatie verlengt tot 1 mei 2018 (Radar.avrotros.nl, 25 januari 2018) (Handelingen II 2017/18, nr. 45, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 2585).

De minister zegt de Tweede Kamer toe om samen met Financiën en AFM de stand van zaken van aflossingsvrije hypotheken te bekijken.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting 2017 en de Staat van de Woningmarkt 2017 d.d. 31 januari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 331)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 432).

De minister zegt toe (begin juni) de implementatiebrief naar de Tweede Kamer te sturen (top 3 of top 10 maken van de belangrijkste processen die het eerst in het DSO opgenomen zullen worden (bijv aanvraag dakkapel.

Algemeen overleg Omgevingsrecht d.d. 28 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 107)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 111).

De minister zegt toe de planning producten Invoeringswet voor de zomer naar de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen Overleg Nationale Omgevingsvisie (NOVI) d.d. 18 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34682, nr. 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34986, nr. 1).

De minister zegt de Tweede Kamer toe voor de zomer 2018 te kunnen informeren naar het verdiepend vervolgonderzoek waarbij onder meer wordt gekeken wat de redenen zijn dat consumenten eventueel afzien van voorbehouden en hoe zij het risico dat zij hiermee eventueel lopen inschatten.

Kamerbrief Voorbehouden bij woningaankoop d.d. 24 januari 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 32847, nr. 315)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II TK 2018/19, 32847, nr. 409).

De minister zegt de Tweede Kamer toe om regiobezoeken in Gelderland af te leggen.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting 2017 en de Staat van de Woningmarkt 2017 d.d. 31 januari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 331)

Afgedaan. De Tweede Kamer is 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 410).

Het laatste kabinet-Balkenende had een wetsvoorstel ingediend om huurders het recht van initiatief te geven om woningen te verbeteren. Dit wetsvoorstel is later weer ingetrokken. De minister zegt toe zich te verdiepen in dit eerdere wetsvoorstel en hier op een later moment op terug te komen.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 27926, nr. 286).

De minister zegt toe nog een keer te willen kijken naar een manier om die specifieke gevallen aan te pakken waar de huurtoeslag niet voor bedoeld is en hier de Tweede Kamer per brief over te informeren.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 27926, nr. 285).

De minister zegt de Tweede Kamer toe om voor de zomer na te gaan hoeveel gemeenten de voorrangsregeling voor statushouders nog gebruiken en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting 2017 en de Staat van de Woningmarkt 2017 d.d. 31 januari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 331)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34454, nr. 10).

De minister zegt toe voor de zomer de Tweede Kamer te informeren over de voorgenomen maatregelen ten aanzien van wooncoörporaties, mede in relatie met het initiatiefrecht van huurders.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting 2017 en de Staat van de Woningmarkt 2017 d.d. 31 januari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 331)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/018, 29453, nr. 480).

Het is aan gemeenten om zelf te bepalen hoeveel ruimte zij laten voor Eigenbouw. De minister zegt toe te inventariseren hoe dat in een aantal gemeenten uitpakt en in welke periodes men het eigen initiatief stimuleert en wanneer niet. De minister zal hier aandacht aan besteden tijdens haar gesprekken met regio's over de bouwproductie en de Tweede Kamer daarover informeren.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 410).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Beuving (PvdA), toe dat onderzoeksopdrachtgerichte interceptie uitsluitend op veilige internetknooppunten zal worden uitgevoerd (T02472).

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 25 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017/18, 34588, nr. K).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lintmeijer (GroenLinks), toe om het systeem van nummerherkenning te onderzoeken (T02473).

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34588, nr. L).

De minister zegt toe in gesprek te gaan met partijen over het waterzijdig inregelen van CV-installaties (een goed afgestelde CV leidt tot minder energiegebruik) en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Plenair debat Energiedoelen voor woningcorporaties d.d. 14 september 2017 (Handelingen II, 2016/17, nr. 103, item 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 30196, nr. 607).

De minister zegt toe - samen met het WSW als borger - te bezien of het wettelijke saneringskader aanleiding geeft om maatregelen te nemen zoals het aanpassen van de borgstellingsvergoeding en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Kamerbief Oplossing financiële problemen Stichting Humanitas Huisvesting d.d. 24 november 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 29453, nr. 460)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 29453, nr. 478).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Beuving (PvdA), toe dat de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) op een locatie komt waar ze volledig kan functioneren, gegeven het feit dat ze met staatsgeheime informatie werkt. Dat is niet automatisch de locatie waar de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) op dit moment zit (T02466).

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34588, nr. L).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Beuving (PvdA), Van Kappen (VVD) en Bikker (ChristenUnie), toe te zullen zorgen voor voldoende inhoudelijke en facilitaire ondersteuning voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) (concreet: drie medewerkers inhoudelijk, maximaal twee facilitair) (T02467).

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34588, nr. L).

De minister zegt toe als onderdeel in de evaluatie van de wet mee te nemen in hoeverre de toezichthouders sectorspecifieke instructies en meetlatten, eventueel onder een andere benaming, alsnog toepassen.

Plenair debat over de Wet revitalisering generiek toezicht (32 389) d.d. 14 september 2011 (Handelingen II 2010/11, nr. 106, item 8)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 29362, nr. 273).

De minister zegt toe te willen kijken naar het Openbare orde-argument (demonstreren in grote steden) en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Plenair debat met Mondelinge vraag van het lid KUZU (DENK) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Intocht Sint in Dokkum rustig verlopen, demonstranten gestopt op A7» (Nu.nl, 18 november 2017) d.d. 21 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 24, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-V, nr. 87).

De minister zegt toe erop toe te zien dat aan de verbeterpunten van de beleidsdoorlichting Burgerschap (Rijksbegroting BZK art. 6.4) uitvoering wordt gegeven en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerbrief inzake Beleidsdoorlichting Burgerschap (Rijksbegroting BZK art. 6.4) d.d. 8 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 30985 nr. 25)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VII, nr. 69).

De minister zegt toe de Tweede Kamer (voor zomerreces 2018) over vergunningaanvraag voor mijnbouwactiviteit, gaswinningaanvraag en participatie.

Algemeen overleg Omgevingsrecht d.d. 28 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 107)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 109).

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer te informeren over uitkomsten bestuurlijk overleg tussen Rijk en VNG over de noodzakelijke vervolgstappen en de gewenste aanpak nav eindrapport kwalitatief onderzoek verdeelmodellen sociaal domein.

Kamerbrief inzake Aanbieding eindrapport kwalitatief onderzoek verdeelmodellen sociaal domein d.d. 30 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34477, nr. 35)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34477, nr. 39).

De minister zegt toe de Tweede Kamer vóór het zomerreces over de voortgang van de Kustpactafspraken te informeren.

Algemeen Overleg Ruimtelijke Ordening d.d. 18 januari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 29383, nr. 292)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 29383, nr. 303).

De minister zegt de Tweede Kamer toe dat ze dit voorjaar verwacht de Tweede Kamer te informeren over de overdracht dossier omgevingswet van IenW naar BZK.

Kamerbrief inzake Overdracht dossier omgevingswet van IenW naar BZK d.d. 8 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 29383, nr. 102)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 110).

De minister zegt toe om de tijdens het debat gemaakte opmerkingen over het rapport van de Nationale ombudsman, waaronder over het afschaffen van de aanmeldplicht van kleine demonstraties, mee te nemen in de meergenoemde brief aan de Tweede Kamer. Ook de punten van Den Boer (D66) n.a.v. Dokkum dat de vrijheid van demonstreren ten allen tijde moet prevaleren, de vraag of de Wom goed functioneert, het fenomeen «hostile audience» (als onderdeel van de gesprekken met gemeenten), het veranderde karakter van demonstraties en de rol van social media, zal worden meegenomen. Nav de (aangehouden) motie Kuzu heeft de minister toegezegd het daarin gevraagde eenduidige afwegingskader bij de brief te betrekken.

Plenair debat over Het grondrecht op vrije demonstraties d.d. 29 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 86, item 24)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34324, nr. 3).

De minister verwacht (voor zomerrreces 2018) de kabinetsreactie inzake Kadaster naar de Tweede Kamer te sturen (met daarin uitgebreidere beantwoording van de vragen van het lid Verhoeven over het bericht 'Privacywet of niet, Kadaster deel privégegevens).

Kamerbrief inzake Beantwoording vragen lid Verhoeven (D66) over het bericht «Privacywet of niet, Kadaster deel privégegevens» d.d. 31 mei 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van Handelingen, 2299)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32761, nr. 123).

De minister zal de Tweede Kamer informeren over reële opties voor starters, waarbij ook de starterslening wordt betrokken.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting/Woningcorporaties d.d. 21 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 421)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 416).

De minister zegt toe het rapport van de Nationale Ombudsman te betrekken bij een informerende brief Tweede Kamer (voor zomerreces) over de Wet openbare manifestaties (voor zover de bevindingen daar aanleiding toe geven).

Kamerbrief inzake Beantwoording kamervragen over het rapport «Demonstratierecht onder druk» d.d. 9 april 2018 (Kamerstukken 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 1722)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-V, nr. 87).

De minister zegt de Tweede Kamer toe voor de zomer een brief naar de Kamer te sturen over de uitkomst van het gesprek met de sector over discriminatie op de woningmarkt.

Kamerbrief Beantwoording kamervragen over het bericht 'Slachtoffer discriminatie woningmarkt: 'Het is vernederend'' d.d. 15 mei 2018 (Kamerstukken II, Aanhangsel van de Handelingen, 2095)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 417).

De minister zegt toe het onderzoek naar de kosten van een volledig betrouwbaar elektronisch stemproces voor zomer 2018 naar de Tweede Kamer te sturen.

Plenair debat Democratische Vernieuwing d.d. 15 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 62, item 14)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 83).

De minister zegt toe de uitkomsten van het onderzoek, gestart in samenwerking met het programma Vitale Vakantieparken, om een beter beeld te krijgen van de achtergronden van de bewoning van vakantieparken (naar verwachting voor zomer 2018) aan de Tweede Kamer te zenden.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Beckerman over het bericht dat mensen vanaf Fort Oranje op een andere camping worden geplaatst d.d. 1 februari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 1034)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 452).

De minister zegt de Tweede Kamer toe dat de wetstekst voor de geschillenregeling na behandeling in de Rijksministerraad naar de Kamer zal worden toegestuurd.

Plenair debat Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 13 oktober 2016 (Handelingen II, 2016/17, nr. 12, item 16)

Afgedaan. Met de indiening van het wetsvoorstel is de toezegging afgedaan (Kamerstukken II 2018/19 (35009(R2114, nr. 1 t/m 4).

De minister zegt toe voor de zomer de evaluatie van de uitkomsten van het Platform maatwerk naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Kamervragen over het bericht «Hypotheekkeurslijf nekt starters en senioren» d.d. 10 april 2018 (Kamerstukken II, Aanhangsel van de antwoorden, 1743)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 416).

De minister zegt de Tweede Kamer toe voor de zomer 2018 met een standpunt te komen over het allocatiebeleid.

Algemeen overleg Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 7 maart 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 28325, nr. 172)

Afgedaan. De Tweede Kamer is 11 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 30196, nr. 608).

De minister zegt toe, zodra de quick scan energieprestatievergoeding en bewonerstevredenheid van huurders voltooid is, de bevindingen naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Verzamelbrief energiebesparing gebouwde omgeving d.d. 8 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 30196 nr. 563)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18 Aanhangsel van de Handelingen, 2391).

Huizenbezitters moeten de overwaarde van hun woning kunnen verzilveren en moeten daar beter over worden geïnformeerd. In het platform hypotheken wordt daar ook over gesproken. De minister zegt toe de Tweede Kamer hier voor zomer 2018 nader over te informeren.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 416).

In het regeerakkoord is een passage opgenomen over wooncoörperaties. Op dit moment is er een actieprogramma wooncoörporaties en er loopt een experiment ten aanzien van de verkoopregels aan coöperatie-initiatieven. De minister zegt toe om te kijken wat er al loopt, om te kijken naar de aanbevelingen uit het actieprogramma en daarna de Tweede Kamer te informeren welke stappen zij kan zetten op basis van het regeerakkoord en de lopende initiatieven om wooncoörporaties verder te stimuleren.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 29453, nr. 480).

De minister zegt toe in contact met andere departementen te treden om een overzicht te krijgen van uitzonderingsverzoeken aangaande de WNT-norm (incl. de afgewezen uitzonderingsverzoeken) en hierover de Tweede Kamer te informeren (bijvoorbeeld in de WNT-jaarrapportage).

Algemeen overleg WNT d.d. 19 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 30111, nr. 115)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2018 geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 30111, nr. 116).

De minister zegt toe binnen 2 maanden de nadere vragen over de uitvoering van het energielabel voor woningen (EPBD, richtlijn 2010/31/EU) van de Europese Commissie te beantwoorden en de Eerste en Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerbrief MROA EPBD d.d. 6 juni 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 30196 nr. 602)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 augustus 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 30196, nr. 602).

De minister zegt de Tweede Kamer toe, uiterlijk in april 2018, een inhoudelijk brief naar de Eerste Kamer te sturen over wetvoorstel kwaliteitsborging en zal daarbij ook ingaan op de vraag hoe de aanbeveling van de OvV om te komen tot een hoofdverantwoordelijke voor de omgevingsveiligheid op de bouwplaats wordt gerealiseerd.

Algemeen overleg Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 7 maart 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 28325, nr. 172)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 28325, nr. 177).

De minister zegt toe om de toegankelijkheid van gebouwen een de openbare ruimte mee te nemen in de verdere uitwerking van de plannen rond de Omgevingswet en de Nationale Omgevingsvisie.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34682, nr. 6).

De minister zegt toe (medio zomer 2018) een brief over het Invoeringsbesluit naar de Kamers te sturen.

Kamerbrief EK/TK inzake Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW d.d. 8 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 102)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 111).

De minister zegt toe de Kamers te informeren over de hoofdlijnen van het Invoeringsbesluit.

Kamerbrief EK/TK inzake Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW d.d. 8 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33 118, nr. 102)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 111).

De minister zegt toe de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk een gedetailleerde planning van de stelselherziening te sturen die inzichtelijk maakt wanneer welke producten/onderwerpen aan welke Kamercommissie aangeboden worden (cq behandeld worden) en door welke bewindspersoon.

Algemeen overleg Omgevingsrecht d.d. 28 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 107)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 108).

De minister zegt toe de Kamers te informeren over de uitkomsten van de interbestuurlijke besluitvorming informeren, zoals toegezegd in mijn brief met de reactie op het BIT-advies (programma DSO).

Kamerbrief EK/TK Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW d.d. 8 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 102)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 110).

De minister zegt toe, zoals per brief van 6 oktober 2017 is toegezegd, bij Voorjaarsnota meer duidelijkheid te geven over de financiële consequenties stelselherziening Omgevingsrecht van de herplanning en de opvolging van het BIT-advies.

Brief EK/TK d.d. 8 maart 2018 inzake Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW (Kamerstukken II, 2017/18, 33118, nr. 102)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 108).

De minister stuurt (voorjaar 2018) een brief aan de Tweede Kamer met de inhoudelijke kader voor een eventuele wijziging van de wet gemeenschappelijke regelingen. Daarin zal zij ook het tijdspad schetsen en ingaan op de aanpassingen in de Gemeentewet. (Tevens wordt de uitkomsten van het onderzoek over grip en controle op regionale samenwerking, gemeenschappelijke taken en herindeling onder raadsleden betrokken bij de brief.).

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-B, nr. 17).

De minister zegt toe de Tweede Kamer (na zomer 2018) te informeren over de uitkomsten van de evaluatie en het vervolgtraject inzake hergebruik elektronica rijksoverheid.

Kamerbrief Motie Cegerek inzake hergebruik elektronica rijksoverheid d.d. 4 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 30196, nr. 561)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30196, nr. 610).

De minister zegt de Tweede Kamer toe de invulling vermindering verhuurderheffing voor verduurzaming mee te laten lopen met maatregelen Belastingplan (Prinsjesdag 2018). Na overleg met corporaties zal de Tweede Kamer geïnformeerd worden. het financiële plaatje, na overleg met de corporaties.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

Afgedaan. De toezegging is afgedaan met de openbaarmaking van het belastingplan op 18 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35029, nr. 1).

De minister zegt toe (na zomer 2018) de Tweede Kamer te informeren over de uitwerking van de acties en maatregelen en het genoemde overleg met betrokken partners inzake aanhoudende integriteitsconflicten.

Kamerbrief Versterking integriteit lokaal bestuur en aanpak aanhoudende bestuurlijke problemen bij gemeenten d.d. 19 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 28844, nr. 146)

Afgedaan. de Tweede Kamer is op 12 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28844, nr. 156).

De minister zegt toe de Tweede Kamer (te zijner tijd) te informeren over outcome informatie; de juiste informatie over het gebruik en de effecten van voorzieningen in het sociaal domein.

Kamerbrief Tweede Overall rapportage sociaal domein d.d. 22 mei 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34477, nr. 36)

Afgedaan. De toezegging is ondersteuning van beleid.

De minister zegt toe de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), voor zomer 2018 de hoofdlijnen en eind 2018 het ontwerp aan de Tweede Kamer te zenden.

Kamerbrief Meer prioriteit voor woningbouw d.d. 13 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 332)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34682, nr. 6).

De minister zegt toe dat het streven is om het advies van de GRECO tot invoering van een wettelijk verbod op het tegelijkertijd zijn van rechter en kamerlid, voorzien van een standpunt van de regering, in de zomer aan de Eerste en Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Tweede compliance rapport GRECO vierde evaluatieronde d.d. 13 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VI, nr. 105)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VI, nr. 11).

De staatssecretaris zegt toe (door te geleiden naar de minister) een brief met details waarin de kosten inzichtelijk worden gemaakt en zegt toe te onderzoeken 1) of de verzonden brief ikv verkiezingen in strijd is met privacywet en 2) hoe het verkrijgen van het adressenbestand tot stand is gekomen.

Plenair debat Mondelinge vraag van het lid KOOPMANS (VVD) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij afwezigheid van de minister, over het verschijnen van verkeersborden langs Nederlandse snelwegen ten behoeve van Turkse verkiezingen (Volkskrant.nl, 17 juni 2018) d.d. 19 juni 2018, (Handelingen II 2017/18, nr. 95, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 5).

De minister zegt toe (kort na de zomer) een eerste resultaat van de monitor - de ontwikkeling van standplaatsen in Nederland - naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Aanbieding beleidskader voor gemeentelijk standplaatsenbeleid d.d. 12 juli 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 34775-VII, nr. 70)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VIII, nr. 12).

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe inzake traject heroverweging van de financiële verhoudingen binnenkort eveneens een brief.

Kamerbrief Vervolgstappen evaluatie verdeelmodellen sociaal domein d.d. 5 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34477, nr. 39)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34775-B, nr. 18).

De minister heeft de Tweede Kamer toegezegd (september 2018) een brief over de marsroute voor de vervanging van de Ondersteunende Software Verkiezingen (waarover overleg plaatsvindt met de Kiesraad).

Algemeen overleg Kiesrechtzaken d.d. 4 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 84)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 31142, nr. 87).

De minister zegt de Tweede Kamer toe (na de zomer) Plan van aanpak voor de tweede wetsevaluatie.

Algemeen overleg WNT d.d. 19 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 30111, nr. 115)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34366, nr. 3).

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren bij het Plan van aanpak voor de tweede wetsevaluatie dan wel separaat de Kamer te informeren over de mogelijkheden om de WNT-jaarrapportage uit te breiden.

Algemeen overleg WNT d.d. 19 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 30111, nr. 115)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34366, nr. 3).

De minister stuurt (voor begrotingsbehandeling BZK) een brief naar de Tweede Kamer over hoe om wordt gegaan met rentespeculatie bij woningcorporaties.

Algemeen overleg Saneringsaanvraag Woonstichting Geertruidenberg (WSG) d.d. 13 september 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 29453, nr. 483)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29453, nr. 485).

De minister zegt de Tweede Kamer toe een brief over publicatie CTIVD 56, zonder nieuwe elementen, voor de begrotingsbehandeling BZK naar de Kamer te sturen.

Algemeen overleg IVD-aangelegenheden d.d. 3 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 29924, nr. 171)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29924, nr. 170).

De minister zegt de Tweede Kamer toe (na het zomerreces, voor de begrotingsbehandeling) een brief met stand van zaken van de uitwerking acties en maatregelen (w.o. escalatieladder) Kamerbrief 19 maart 2018 + planning m.b.t. versterking integriteit/aanpak bestuurlijke problemen.

Algemeen overleg Integriteit d.d. 24 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 28844, nr. 151)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28844, nr. 156).

De minister zegt toe beide Kamers te infomeren over de reactie van de regering op de uitspraak van de voorzieningenrechter (na 26 juni 2018) nav reactie van het Kabinet op het referendum met een vijftal kritiekpunten.

Kamerbrief Inwerkingtreding Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 d.d. 25 juni 2018 (Kamerstukken I 2017/18, 34588, nr. K)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34588, nr. 78).

De minister zegt toe de inventarisatie welke samenwerkingsverbanden er in de verschillende studentensteden zijn, welke afwegingen lokaal zijn betrokken richting het nieuwe studiejaar en tot welke concrete huisvestingsacties dat heeft geleid, gelijktijdig met de Landelijke monitor studentenhuisvesting 2018 aan de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Studentenhuisvesting d.d. 7 september 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33104, nr. 19)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33104, nr. 20).

De minister zegt de Tweede Kamer toe te informeren over de ontwikkelingen ten aanzien van de bepalingsmethode (een methode die een rol kan spelen in het WWS voor zelfstandige woningen en welke toepassing gevonden kan worden voor onzelfstandige woningen en wat de effecten hiervan zijn).

Kamerbrief Erkenning van wandvast -gemonteerde elektrische verwarming in huurwaarde puntenstelsel d.d. 8 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 310)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 442).

De minister zegt toe een reactie op het verzoek van de Tweede Kamer om een jaarlijks totaaloverzicht ICT-projecten (Al dan niet overnemen suggestie om een overzicht externe leveranciers (bedrijven) toe te sturen ivm notoire bedrijven waar zaken ontsporen. Het voorstel tijdig stoppen tenzij het er goed uitziet over te brengen naar de minister. Zijn er gevaren voor mens en dier als gevolg van het uitlopen van ICT projecten).

Plenair debat Mondelinge vraag van het lid VAN DER MOLEN (CDA) aan de minister van Justitie en Veiligheid, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht «Grote ICT-projecten overheid zeker 1 miljard euro te duur» (FD, 2 juli 2018) d.d. 3 juli 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 101, item 2)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 3209).

De minister zegt toe over de thema's arbeidsmobiliteit en salarisverschil tussen de publieke en private sector (onderdeel van de wetsevaluatie, maar dataverzameling is tijdsintensief) in een later stadium aan de Tweede Kamer te rapporteren.

Kamerbrief Uitvoering moties Wet normering topinkomens (WNT) d.d. 26 juni 2018, (Kamerstukken II 2017/18, 30111, nr. 116)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30111, nr. 117).

De minister heeft toegezegd dat de Tweede Kamer geïnformeerd zal worden over de inzet van mensen met een beperking bij de rijksoverheid en de acties om dat te versnellen.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken d.d. 26 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34960-VII, nr. 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34352, nr. 140).

De minister zegt Tweede Kamer toe dat er wordt nagegaan of er praktische bezwaren zijn ten aanzien van het (alvast) meesturen van WNT-gegevens bij het jaarverslag.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken d.d. 26 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34960-VII, nr. 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 30111, nr. 116).

De minister zegt toe (voor WGO 12 november) de Tweede Kamer te informeren over stand van zaken uitwerking noodknop middenhuur.

Algemeen overleg d.d. 27 september 2018 Nationale woonagenda 2018-2021 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 435)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 440).

De vragen van het lid Krol (Tweede Kamer) had over de woonagenda worden schriftelijk afgedaan voor het Wetgevingsoverleg Wonen.

Algemeen overleg Woonaangelegenheden d.d. 18 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 451)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 442).

De minister informeert de Tweede Kamer (voor Wetgevingsoverleg Wonen) over de Groningse aanpak voor Goed verhuurderschap.

Algemeen overleg Woonaangelegenheden d.d. 18 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 451)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Rombouts (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD) en Kuiper (ChristenUnie), toe haar een brief te sturen met een nadere duiding van de motie-Rombouts c.s. en een uiteenzetting van de conclusies die ze daaraan verbindt (T02658).

Plenair debat 34 716 Behandeling van het Initiatiefwetsvoorstel Jetten Deconstitutionalisering benoeming commissaris van de Koning en burgemeester d.d. 13 november 2018 (Handelingen I 2018/19, nr. 7, item 4)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 16 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34716, nr. K).

De minister zegt de Tweede Kamer (in oktober) een brief over informaten en gestolen informatie toe te sturen.

Algemeen overleg IVD-aangelegenheden d.d. 3 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 29924, nr. 171)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken 2018/19, 34588, nr. 79).

De minister zegt toe om in overleg met de ministers van IenW en JenV te kijken hoe de resterende middelen voor compensatie van de kosten voor het opruimen van drugsdumping alsnog ingezet kunnen worden, ondanks dat de regeling is stopgezet. Daarnaast zegt de minister toe om in dit overleg te bespreken of deze problematiek ook voeding behoeft nadat alle middelen benut zijn of dat de problematiek inmiddels veranderd is, zodat het kabinet met een verbeterd voorstel moet komen. De uitkomst van het gesprek zal de minister schriftelijk aan de Tweede Kamer melden voor de begrotingsbehandeling van JenV.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 73).

De minister zegt toe in reguliere rapportage over plancapaciteit meer gedetailleerd te kijken en de Tweede Kamer te informeren (medio oktober).

Algemeen overleg d.d. 27 september 2018 Nationale woonagenda 2018-2021 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 435)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 449).

De minister zegt toe binnenkort de rapportage van de Expertteams Eigenbouw en Transformatie naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Opvolging diverse moties en toezeggingen woningmarkt d.d. 4 juli 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 32847, nr. 410)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 449).

De minister zegt toe dat vanuit BZK en OCW onder andere zal worden ingezet op het verbeteren van de cijfermatige inzichten, zodat alle partijen over een gedeeld beeld beschikken van de opgaven en de mogelijkheden in het aanbod van studentenhuisvesting en de Tweede Kamer te informeren.

Kamerbrief Kamervragen van het lid Nijboer (PvdA) over het bericht Streep door 2.500 studentenwoningen na verraad ministerie (ingezonden 3 mei 2018) d.d. 21 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 2496)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33104, nr. 20).

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten en vervolgacties van het onderzoek (prof. Wijte) nav constateringen van de Raad wat de precieze consequenties zijn voor het informatiedocument en de toelichting op het informatiedocument, en of er gevolgen zijn voor de op basis van het informatiedocument uitgevoerde onderzoeken (constructieve veiligheid).

Kamerbrief Reactie op OvV-rapport Bouwen aan constructieve veiligheid

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 186).

De minister zegt toe de Tweede Kamer (in november 2018) te informeren over inventarisatie en onderzoek - nav de brand bij Grenfell Tower - waarbij alle gemeenten gevraagd zijn een inventarisatie uit te voeren van de meest risicovolle gebouwen en daarbij te laten toetsen of de brandveiligheid van de gevels voldoet aan het Bouwbesluit.

Kamerbrief De brandveiligheid van gebouwen d.d. 13 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 608)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32757, nr. 150).

De minister zegt toe om de rijksbrede inventarisatie van vertrouwenspersonen, die voor het eind van 2018 gereed is, te delen met de Tweede Kamer. Daarbij zegt de minister toe ook te kijken of er aanwijzingen zijn die ertoe zouden moeten leiden dat je ook buitende organisatie iets doet (i.e. onafhankelijke vertrouwenspersoon buiten de organisatie).

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28844, nr. 163).

De minister zegt toe (einde jaar 2018) de Tweede Kamer nader te informeren over de inzet van 38 miljoen euro om de ontwikkeling van deze locaties in gebieden met een gespannen woningmarkt te versnellen.

Kamerbrief Voortgang aanpak woningmarkt d.d. 24 september 2018 (Kamerstukken 2018/19, 32847 nr. 428)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 459).

De minister zegt toe de Tweede Kamer (najaar) te berichten over aanpak (na gesprek met sector) over de waargenomen misstanden op de woningmarkt en de gezamenlijke inzet daarop in het kader van «Goed verhuurderschap» (het ten onrechte vragen van bemiddelingskosten en het ten onrechte in rekening gebrachte bemiddelingskosten).

Kamerbrief Kamerbrief over het bericht over studenten die naar de rechter moeten voor onterecht betaalde bemiddelingskosten d.d. 16 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van Handelingen, 324)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De minister informeert de Tweede Kamer (voor einde jaar 2018) over de vernieuwing van de volmachten van WSW op 120 woningcorporaties.

Algemeen overleg Saneringsaanvraag Woonstichting Geertruidenberg (WSG) d.d. 13 september 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 29453, nr. 483)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29453, nr. 485).

De minister zegt toe (najaar 2018) de Tweede Kamer nader te informeren over de regiogesprekken (gesprekken in de grote stedelijke regio's waar de spanning op de woningmarkt het grootst is, worden regionale afspraken gemaakt; deze kunnen indien nodig leiden tot wetswijzigingen).

Kamerbrief Beantwoording kamervragen over het bericht dat het aantal huurwoningen in handen van particulieren de afgelopen tien jaar met 40% is gestegen d.d. 4 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 3102)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 442).

De minister zegt toe de Tweede Kamer (voor einde 2018) nader te informeren over de vereenvoudigingen in de huurtoeslag in het kader van de Woonagenda.

Plenair debat Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale Inkomensgrenzen (34940) d.d. 6 september 2018 (Handelingen 2017/18, nr. 106, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De minister zegt toe (voor begrotingsbehandeling BZK) de Tweede Kamer te informeren over huurtoeslag voor mensen die (tijdelijk) beschermd wonen of (tijdelijk) huren via een zorginstelling.

Plenair debat Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale Inkomensgrenzen (34940) d.d. 6 september 2018 (Handelingen 2017/18, nr. 106, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 2549).

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe (najaar 2018) over stemmen door Nederlanders in het buitenland.

Algemeen overleg Kiesrechtzaken d.d. 4 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 84)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 31142, nr. 87).

De minister zegt de Tweede Kamer toe in het najaar met een uitgebreidere reactie (uitwerking van het plan) te komen op het Rob advies ‘voor de publieke zaak'.

Kamerbrief Uitstelbericht kabinetsreactie Rob-advies Voor de publieke zaak d.d. 20 augustus 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VII, nr. 71)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 88).

Met de sector wordt momenteel een gezamenlijke aanpak voor "goed verhuurderschap” uitgewerkt. De minister zal najaar 2018 de Tweede Kamer informeren over de stand van zaken gezamenlijke aanpak.

Kamerbrief Brief aan Tweede Kamer uitkomsten gesprek «goed verhuurderschap» met de sector naar aanleiding van discriminatie en huisjesmelkerij d.d. 5 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 417)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De minister zegt de Eerste Kamer toe (najaar 2018) een plan van aanpak inzake knelpunten geconstateerd die in samenhang aangepakt gaan worden in het programma Uitwisseling van persoonsgegevens en privacy aan de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Vragen tweede overall rapportage sociaal domein d.d. 9 mei 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VII, nr. E)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34477, nr. 46).

De minister zegt de Tweede Kamer toe (voor einde jaar 2018) een brief te sturen met een tussenstand van EUvsDisinfo.

Plenair debat De aanval op de vrijheid van meningsuiting en de vrije pers d.d. 19 juni 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 95, item 43)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 814).

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de resultaten van het onderzoek naar de mogelijke negatieve gevolgen van bouwactiviteiten van werelderfgoederen die zonder omgevingsvergunning plaatsvinden (en op basis hiervan zo nodig voorstellen te doen om de vergunningsvrije bouwmogelijkheden in deze erfgoederen af te schaffen dan wel in te perken).

Kamerbrief Hoofdlijnen ontwerp Invoeringsbesluit Omgevingswet d.d. 9 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 111)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33118, nr. 114).

De minister zal de Tweede Kamer in het kader van de Woonagenda informeren over het Actieprogramma Weer Thuis.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting/Woningcorporaties d.d. 21 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 421)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 december 2019 geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29325, nr. 95).

De minister verwacht in najaar 2018 de strategische agenda (Rijk, provincies en gemeenten) voor de toekomst (vernieuwing van het interbestuurlijk en financieel) van het toezicht naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Vervolg afspraak toezicht interbestuurlijk programma naar aanleiding evaluaties financieel toezicht en Revitalisering generiek toezicht d.d. 20 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 29362, nr. 273)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29362, nr. 275).

De minister zegt de Tweede Kamer toe met betrokken partijen te verkennen hoe de juiste toepassing van de verschillende contractvormen van huurovereenkomsten kan worden bevorderd en zo nodig afspraken over te maken en de Kamer daarover te informeren.

Kamerbrief Motie van het lid Beckerman c.s. over de huurprijsbescherming d.d. 9 april 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 34652, nr. 27)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 439).

De minister zegt toe de Tweede Kamer een brief te sturen die ingaat op de koepelvergunning (welke ervaringen en uitdagingen met de pilots opgedaan. Hoe is dit in de Ow geregeld).

Algemeen overleg Omgevingsrecht d.d. 28 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 107)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33118, nr. 114).

De minister zegt toe het wetsvoorstel Aanvullingswet Geluid najaar 2018 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW d.d. 8 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118, nr. 102)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35054 nr. 1).

De minister zegt toe (voorjaar 2018) de Tweede Kamer te informeren over afspraken convenant administratieve lastenreductie voor woningcorporaties.

Kamerbrief Meer samenwerking en minder administratieve lasten in het woningcorporatiestelsel d.d. 5 december 2017

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 20128 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29453, nr. 486).

De minister zegt de Tweede Kamer toe de eindrapportage van de Beleidsdoorlichting BZK H VII artikel 7 (Arbeidszaken Overheid) in 2018 naar de Kamer te sturen.

Kamerbrief Aanvullende informatie n.a.v. onderzoeksopzet Beleidsdoorlichting BZK H VII artikel 7 d.d. 23 oktober 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 30985, nr. 24)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30985, nr. 29).

De minister zegt toe (voor einde jaar 2018) de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van gesprekken met (belangen)organisaties of stembureau-leden in het stemhokje bijstand mogen gaan verlenen aan mensen met een verstandelijke beperking. (Daarbij wordt ook het evaluatieadvies van de Kiesraad betrokken.).

Kamerbrief Toegankelijkheid verkiezingsproces d.d. 20 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 82)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 31142, nr. 87).

De minister zegt de Tweede Kamer toe later dit jaar te informeren over de nadere plannen (overkoepelend instrumentarium dat voorziet in de behoefte van gemeenten aan een juridisch kader en zicht op de verhuuradressen).

Kamerbrief Uitvoering van de moties van Beckerman en Paternotte inzake toeristische verhuur d.d. 3 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 27926, nr. 282)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19 27926, nr. 309).

De minister zegt toe (in de tweede helft van 2018) de Tweede Kamer nader te informeren over de beleidsvoorstellen met betrekking tot de Wet op de lijkbezorging. Daarin zullen ook de resultaten van het onderzoek van de TU Delft "Beoordelingskader alternatieve vormen lijkbezorging" worden betrokken.

Kamerbrief Aanbieding rapport TU Delft beoordelingskader alternatieve vormen lijkbezorging d.d. 19 februari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 30696, nr. 43)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30696, nr. 44).

De minister zegt toe het onderzoeksrapport met kabinetsreactie op adviezen van de commissie Dijkstal op korte termijn naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Werken aan een duurzame ondersteuning van politieke ambtsdragers, raadsleden voorop d.d. 13 mart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VII, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 28479, nr. 78).

De minister zegt aan de heer Bisschop (SGP) toe om nog eens te kijken naar de grondwetsherzieningsprocedure (artikel 137 Grondwet) en zal de Tweede Kamer daarover informeren.

Plenair debat Voorstel van wet van het lid Jetten houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot de deconstitutionalisering van de benoeming van de CdK en de burgemeester (34716) d.d. 17 januari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 40, item 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 31570, nr. 35).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Beuving (PvdA) en Köhler (SP), toe dat als het vragen van medewerking aan iemand ertoe leidt dat de AIVD die persoon iets laat doen waarvoor, als de AIVD het zelf zou doen, een last nodig is omdat sprake is van een bijzondere bevoegdheid, de autorisatie gegeven zal worden op hetzelfde niveau als wanneer er inderdaad sprake zou zijn van een daad van de AIVD zelf (T02469).

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20. (34588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Afgedaan. De toezegging is meegenomen met de nieuwe wet. Inmiddels is de wet aangenomen en in werking getreden.

De minister zegt toe (eind 2017) de Tweede Kamer te informeren middels een brief waarin een beeld wordt geschetst van hoe gemeenten met deze wet zijn omgegaan wat betreft de voorrang van vergunninghouders (er van uitgaande dat de wet wordt aangenomen) /statushouders.

Plenair debat Wijziging van de Huisvestingswet 2014 inzake de huisvesting van vergunninghouders (34 454) d.d. 15 september 2018 (Handelingen II 2015/16, nr. 112, item 16)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34454, nr. 10).

De minister zegt de Tweede Kamer toe beschikbaar te zijn om met provincies in overleg te gaan en zodra er nieuws is, dit te melden aan de Tweede Kamer (intimidatie ambtenaren).

Plenair debat Mondelinge vraag van het lid Van Bruin Slot (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Brabantse burgemeesters: ambtenaren vaker geïntimideerd' (Nrc.nl, 5 mei 2017) d.d. 9 mei 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 72, item 4)

Afgedaan. Toezegging is onderdeel van beleid. Er wordt gesproken met de kring van CdK over veiligheid, ondermijning en hieraan gerelateerde integriteitsvraagstukken. Ook is de kring en het IPO onderdeel van het Netwerk Weerbaar Bestuur waar o.a. wordt ingezet op preventie en zorg voor bedreigde burgemeesters.

De minister zegt de Tweede Kamer toe met een voorstel te komen om invulling te geven aan art. 12a Statuut; regering streeft naar 1 januari 2011 (toezegging gedaan door MinJus Hirsch Ballin).

Wetgevingsoverleg Staatkundige verhoudingen Koninkrijk d.d. 12 april 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 32 213-(R1903), nr. 46)

Afgedaan. Met de indiening van het wetsvoorstel is de toezegging afgedaan (Kamerstukken II 2018/19 (35009(R2114, nr. 1 t/m 4).

De Minister zegt de Eerste Kamer een integrale evaluatie in 2016 toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen, van de effecten van de eerdere wijzigingen van de Appa-uitkeringsaanspraken uit 2010 (verkorting uitkeringsduur en invoering sollicitatieplicht) voor alle Appa-gerechtigden (T01602).

Plenair debat Wet aanpassing uitkeringsduur Appa (33.298) d.d. 11 september 2018 (Handelingen I 2011/12, nr. 38, item 6)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017/18, 33298, nr. C).

De minister zegt de Tweede Kamer toe in de evaluatie in 2017 van de zogenaamde Dijkstalwetgeving uit 2010 over de rechtspositie van politieke ambtsdragers de vraag van het lid Fokke of het gerechtvaardigd is dat politieke ambtsdragers geen sollicitatieplicht kennen gedurende de eerste drie maanden na hun aftreden mee te nemen.

Algemeen overleg Rechtspositie politieke ambtsdragers d.d. 25 mei 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 28479, nr.77)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 28479, nr. 78).

De minister zegt toe bij de evaluatie Dijkstalwetgeving ten behoeve van het oordeel van de Tweede Kamer een voorstel te doen voor een permanente Adviescommissie die gevraagd en ongevraagd advies kan geven over rechtspositionele aangelegenheden die de politieke ambtsdragers betreffen, zodat de Kamer in staat wordt gesteld goede, weloverwogen en onderbouwde beslissingen te nemen.

Algemeen overleg Rechtspositie politieke ambtsdragers d.d. 25 mei 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 28479, nr.77)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 28479, nr. 78).

De minister zegt toe op voorstel van het lid Bisschop de doorgevoerde rechtspositionele wijzigingen van de afgelopen jaren (toen de visie er nog niet was) tegen het toetsingskader van de visie aan te houden om te bezien of deze, gezien deze visie, ook bij nadere beschouwing redelijk en billijk zijn te achten, en in 2017 in het kader van de evaluatie de Tweede Kamer te informeren.

Algemeen overleg Rechtspositie politieke ambtsdragers d.d. 25 mei 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 28479, nr.77)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 28479, nr. 78).

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren of de door het lid Koser Kaya voorgestelde optie van de invoering van een ‘defined contribution regeling' in de Appa het mogelijk maakt om de fondsvorming Appa eerder dan 2021 door te voeren.

Algemeen overleg Rechtspositie politieke ambtsdragers d.d. 25 mei 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 28479, nr.77)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 28479, nr. 78).

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Tweede Kamer toe te kijken naar de mogelijkheid van een eventueel ruimere toepassing van de Wob.

Algemeen overleg Persoonsgebonden budgetten (pgb) van d.d. 23 februari 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 25657, nr. 287)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35112, nr. 4).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Pijlman (D66) en Verheijen (PvdA), toe de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, indien deze door de Kamer wordt aanvaard, pas per 1 januari 2019 in te voeren. Daardoor resteert meer tijd voor behandeling van de relevante AMvB, voor het informeren van consumenten, voor nader overleg met de gemeenten en voor het monitoren van de tussenstappen (T02462).

Plenair debat 34 453 Kwaliteitsborging voor het bouwen (eerste termijn) d.d. 4 juli 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 34, item 6)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 29 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 34453, nr. I).

De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Vries-Leggedoor (CDA), toe met de VNG te overleggen om te bevorderen dat gemeentelijke woonvisies op grote schaal en zo mogelijk landelijk dekkend tot stand komen. In de evaluatie wordt nagegaan in welke mate gemeentelijke woonvisies tot stand gekomen zijn (T02074).

Plenair debat Novelle Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting d.d. 10 maart 2015 (Handelingen 2014/15, nr. 23, item 3)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32769, nr. S).

De minister is voornemens om (kort na zomerreces 2018) een integrale kabinetsreactie (en een voorstel) op het rapport van de commissie aan de Tweede Kamer te zenden. De commissie heeft- conform taakopdracht - tijdens de evaluatie aandacht besteed aan de vraag of met de Wfpp het beoogde doel wordt bereikt of uitgangspunten van de wet voldoende aansluiten op rol en positie van politieke partijen op dit moment en of zij voldoende toekomstbestendig zijn en onderwerpen waarvan aan de Staten-Generaal is toegezegd dat deze betrokken zullen worden bij de evaluatie van de wet.

Kamerbrief Aanbieding evaluatie Wet financiering politieke partijen d.d. 1 februari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32752, nr. 50)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32752, nr. 54).

De minister zegt de Tweede Kamer toe te streven naar inwerkingtreding van de spoedwet o.b.v. de CHW op 1 januari 2019 of zoveel eerder als mogelijk.

Algemeen Overleg Ruimtelijke Ordening d.d. 18 januari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 29383, nr. 292)

Afgedaan. De toezegging is afgedaan met indiening van de wet en inmiddels inwerking.

De minister zegt toe met de Tweede Kamer te verkennen welke heffingskortingen mogelijk en wenselijk zijn, waaronder in elk geval krimpgebieden.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting/Woningcorporaties d.d. 21 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 421)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 441).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe de uitkomsten van de gesprekken met gemeenten en andere partijen over de brede aanpak van huisjesmelkers ook aan de Eerste Kamer te sturen. (T02579).

Plenair debat Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (34 652) d.d. 29 mei 2018 (Handelingen I, 2017/18, nr. 31, item 5)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34652, nr. E).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe haar te informeren over het moment van inwerkingtreding van de wet (T02614).

Plenair debat Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding (34.349) d.d. 12 juni 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 33, item 4)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34349, nr. J).

De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Teunissen (PvdD), toe dat zij een eenduidig toetsingskader zal ontwikkelen waarin de grondslagen voor het afwijken van het basisbeschermingsniveau helder worden beschreven ten aanzien van geur en trillingen. Dit kader zal worden opgenomen in de nota van toelichting (T02441).

Plenair debat Behandeling Ontwerpbesluiten Omgevingswet d.d. 30 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 29, item 7)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 24 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 33118, nr. AI).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Lintmeijer (GroenLinks), toe het nieuwe Beleidskader gemeentelijke herindeling ook naar de Eerste Kamer te sturen. Het rapport van de commissie-Jansen wordt bij het nieuwe Beleidskader betrokken (T02624).

Plenair debat Behandeling met betrekking tot de twaalf gemeentelijke herindelingen (tweede termijn) d.d. 10 juli 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 38, item 17)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 22 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 28750, nr. F).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Engels (D66) en Bikker (ChristenUnie), toe nader te bezien of de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) moet worden aangepast (T02625).

Plenair debat Behandeling met betrekking tot de twaalf gemeentelijke herindelingen (tweede termijn) d.d. 10 juli 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 38, item 17)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 22 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 28750, nr. F).

De minister zegt toe om voor het eind van 2018 een voorstel naar de Tweede Kamer te sturen met een verdere uitwerking van de maatregelen die genomen zouden kunnen worden op weg naar een campagne (m.b.t. desinformatie). In dit voorstel zal ook worden meegenomen hoe het onderzoek (naar invloed van o.a. sociale media en zoekmachines) tijdens de verkiezingen voor de Provinciale Staten en het Europees Parlement er uit zal zien.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30821, nr. 51).

De minister zegt toe om het vraagstuk rondom de afspraken van 10-12 jaar geleden m.b.t. het budget voor Statenleden die volgens de SGP daarna een stille dood zijn gestorven, mee te nemen wanneer zij de Kamer informeert over de uitkomst van de gesprekken met de VNG over de vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten. Tevens zegt de minister toe om de Tweede Kamer voor het eind van 2018 te informeren over de uitkomst van de gesprekken met de VNG over de vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000 VII, nr. 88).

Zoals in het kader van de Nationale Woonagenda met partijen is afgesproken, zal mede op basis van de resultaten uit de evaluatie worden bezien of meer ruimte, flexibiliteit of maatwerk mogelijk is als de specifieke situatie van de huurder of van de lokale woningmarkt daarom vraagt. De minister zal de Tweede Kamer daarover eind dit jaar informeren.

Kamerbrief Beantwoording kamervragen lid Beckerman (SP) over de achteruitgang van leefbaarheid in wijken d.d. 15 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 663)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

Zoals in de kabinetsreactie onderzoek ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland (CN) is aangegeven kijkt de minister van BZK samen met de staatssecretaris van BZK als coördinerend bewindspersoon voor CN, naar alternatieve mogelijkheden voor huurcompensatie in CN. De Tweede Kamer wordt hierover geïnformeerd zodra duidelijk is wat de (praktische) mogelijkheden zijn om hier invulling en uitvoering aan te geven. (De mogelijkheid van een vereenvoudigde vorm van huursubsidie zal in deze verkenning worden meegenomen.).

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen Koninkrijksrelaties d.d. 28 augustus 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-IV, nr. 51)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-IV, nr. 37).

De minister zegt de Tweede Kamer toe schriftelijk terug te komen op de vraag van mw. Özütok (GroenLinks) naar hoe het kan dat de Europese Commissie wel informatie verkrijgt over belastingplichtigen en hoe zich dat verhoudt tot artikel 68 Grondwet artikel 67 Algemene wet inzake rijksbelastingen (in overleg met staatssecretaris van Financiën).

Algemeen overleg Toepassing van artikel 68 Grondwet d.d. 5 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 28362, nr. 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28362, nr. 13).

De minister zegt toe, zodra het bestuursakkoord Minister-VNG Kwaliteitsborging formeel gereed is, de Tweede Kamer hierover zal worden geïnformeerd.

Plenair debat De gang van zaken rondom het bouwtoezicht d.d. 6 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 33, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34453, nr. 31).

De minister zegt toe de Tweede Kamer, in de tweede helft 2018, te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar het gebruik van liften bij brand.

Algemeen overleg Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 7 maart 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 28325, nr. 172)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32757, nr. 151).

De minister zegt toe - nadat (eind 2017) de genoemde acties inzake brandveiligheid van ouderen te verbeteren zijn geëvalueerd - de Tweede Kamer te informeren over de resultaten.

Kamerbrief Brandveiligheid en langer zelfstandig thuis wonende ouderen d.d. 8 maart 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 32757, nr. 120)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32757, nr. 151).

De minister zegt toe - samen met ministerie van Financiën - de mogelijkheden te bezien van effectievere handhaving huurinkomsten uit airbnb en de Tweede Kamer te informeren.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 27926, nr. 309).

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe over stand van zaken BRP (zowel de «kleine onderwerpen» als toekomst BRP) en landelijke aanpak Adresfraude.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 27926, nr. 309).

De minister zegt toe na te gaan wat er op de website van de belastingdienst staat over belastingplicht over huurinkomsten uit verhuur van huurwoningen (nagaan in hoeverre er aanvulling nodig is op de website van de Belastingdienst) en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 27926, nr. 309).

De minister zegt toe juridische toetsen of de aanpak van San Fransisco mogelijk is in Nederland bij de aanpak van airbnb's en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Plenair debat Het bericht dat huisjesmelkers prominent aanwezig zijn op airbnb d.d. 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 29)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 27926, nr. 309).

De minister zegt toe, na de bestuurlijke overleggen MIRT dit najaar, de Tweede Kamer geïnformeerd zal worden over de gezamenlijke inzet van het Rijk en de betrokken regio's inzake actieve inzet op regionale knelpunten.

Kamerbrief Voortgang aanpak woningmarkt d.d. 24 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 428)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 442).

De minister zegt toe actieplan studentenhuisvesting naar de Tweede Kamer te zenden.

Algemeen overleg Huuraangelegenheden d.d. 26 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 436)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33104, nr. 20).

De minister zegt de Tweede Kamer toe, na het kerstreces, de strategische I-agenda toe te sturen. Hierbij worden alle maatregelen (inhoudelijke, organisatorische en bestuurlijke) in samenhang beschouwd.

Kamerbrief Sturing informatiebeveiliging en ICT binnen de Rijksdienst d.d. 11 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 573)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 591).

Zoals afgesproken in het regeerakkoord vindt overleg plaats met de indieners van de Wet open overheid (Woo) hoe de verruiming van openheid gestalte kan krijgen zonder hoge kosten voor de organisatie en uitvoering. De minister zegt toe de Tweede Kamer na de afronding daarvan te informeren.

Kamerbrief Lijst van vragen 35000 VII (Vraag 13) d.d. 12 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35112, nr. 4).

De minister zegt toe (voorafgaand aan het AO Bouwregelgeving/risicovloeren) de Tweede Kamer te informeren over de voortgang van de landelijke acties om de problematiek van de breedplaatvloeren bij bestaande gebouwen aan te pakken.

Kamerbrief Onderzoek prof. Wijte stappenplan breedplaatvloeren n.a.v. OvV-rapport d.d. 12 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 186)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 187).

De Tweede Kamer zal door de minister van BZK worden geïnformeerd over de situatie rondom pur-schuim.

Algemeen Overleg Circulaire economie d.d. 6 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32852, nr. 73)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 83).

De minister geeft aan dat er voortdurend aandacht zal moeten zijn voor diversiteit van politieke ambtsdragers. De minister zegt toe om na afronding van de recente, nog lopende procedures rondom de commissarissen van de Koning te kijken of hier lessen uitgetrokken kunnen worden en zij zal hier de Tweede Kamer over informeren.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2019 tijdens het plenair debat over politieke participatie van mensen met een migratieachtergrond door minister SZW mondeling geïnformeerd (Handelingen II 2018/19, nr. 54, item 11).

De minister zegt toe dat de uitkomst van het overleg van de minister met verschillende burgemeesters over het beleidskader voor gemeentelijk standplaatsenbeleid wordt gedeeld met de Tweede Kamer.

Algemeen overleg Woonaangelegenheden d.d. 18 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 451)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 462).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Van Hattem (PVV), toe binnen twee weken met een schriftelijke reactie te komen op de motie-Van Hattem c.s. over de openbaarheid van de verslagen van klimaattafels (T02692).

Plenair debat Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2018 (Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord) d.d. 5 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 17, item 7)

De Eerste Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34902, nr. G).

De minister zegt de Tweede Kamer toe de rapportage van Bureau ICT-toetsing over de huidige gerealiseerde infrastructuur op basisniveau, de uitbreidbaarheid en beheerbaarheid hiervan in relatie tot de scope van het programma BRO voor het einde van het jaar naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Stand van zaken implementatie Basisregistratie Ondergrond (BRO) d.d. 12 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 33136, nr. 18)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33136, nr. 22).

De minister zegt de Tweede Kamer toe dit jaar een brief te sturen over colocatie AIVD-MIVD.

Algemeen overleg IVD-aangelegenheden d.d. 3 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 29924, nr. 171)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30977, nr. 153).

De minister zegt de Tweede Kamer om voor 1 maart 2019 de Kamer met de agenda «Ruimte in regels» te informeren over de eerste bevindingen en mogelijke voorstellen om ruimte te creëren voor meer lokale keuzes en maatwerk. Een uitkomst daarvan kan inderdaad zijn dat het nodig is om de Gemeentewet te wijzigen.

Kamerbrief Lijst van Vragen 35 000 VII (vraag 7) d.d. 12 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 2018-0000817161)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-B, nr. 8).

De minister zegt toe (voor einde jaar) de evaluatie van de herziene Woningwet naar de Tweede Kamer te sturen. In het kader van deze evaluatie kijkt de minister niet alleen terug, maar ook vooruit naar de toekomstbestendigheid van de Woningwet en specifiek op dit punt of er onwenselijke belemmeringen bestaan voor corporaties om te verduurzamen. (Daarbij worden ook de Autoriteit woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw betrokken, vanuit hun rol als respectievelijk toezichthouder en borger naar de mogelijke bedrijfsvoeringsrisico's en een zorgvuldige inzet van het maatschappelijke vermogen.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen leden Van der Lee en Smeulders over het bericht Woningwet blokkeert subsidie voor zonnepanelen voor woningcorporaties d.d. 22 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 739)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De minister zegt de Tweede Kamer toe de relatie tussen de woningwet en het verenigingsrecht, met betrekking tot woningbouwverenigingen, mee te nemen in de evaluatie van de Woningwet.

Algemeen overleg Huuraangelegenheden d.d. 30 maart 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 32847, nr. 225)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De minister zegt de Tweede Kamer toe in de evaluatie van de Woningwet ook te kijken naar mogelijkheden om de huur tussentijds te verhogen bij bv. stijging van het huishoudinkomen.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting/Woningcorporaties d.d. 21 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 421)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De minister zegt de Tweede Kamer toe bij de geplande evaluatie van de herziening van de Woningwet te bezien of met de herziening van de wet belemmeringen zijn voor de uitdagingen van vandaag (huisvesting zorgvoorzieningen) en de toekomst (energietransitie). De evaluatie zal eind van het jaar 2018 gereed zijn en de resultaten zullen in samenhang met de inzichten uit de Woonagenda en het Klimaatakkoord worden bezien. De Tweede Kamer wordt hierover geïnformeerd.

Plenair debat Bouwregelgeving en energiebesparing d.d. 5 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 9)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De minister zegt de Tweede Kamer toe in de evaluatie van de woningwet en de evaluatie van het WWS terug te komen op eventuele aanpassingen van de hoogte van de liberalisatiegrens (en/of de maximale huur die corporaties mogen vragen voor sociale huurwoningen losgekoppeld kan worden van de liberalisatiegrens).

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting 2017 en de Staat van de Woningmarkt 2017 d.d. 31 januari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 331)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe waarin aangegeven wordt hoe arbeidsvoorwaarden als instrument gebruikt worden om personeel aan te trekken.

Plenaire debat d.d. 13 november 2018 Mondelinge vraag van het lid MIDDENDORP (VVD) aan de minister van Justitie en Veiligheid, bij afwezigheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht «Rijksambtenaar mag niet langer werken dan AOW-leeftijd» (Binnenlandsbestuur.nl, 8 november 2018) (Handelingen II 2018/19, nr. 22, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 31490, nr. 248).

De minister onderzoekt hier de mogelijkheden om het uitkeringsstelsel - naast het behoud van de goede elementen - te verbeteren zodanig dat de samenwerking vanuit een gelijkwaardige positie tussen medeoverheden tot zijn recht kan komen. De minister verwacht de Tweede Kamer begin 2019 te kunnen informeren.

Kamerbrief Lijst van vragen 35000-B (vraag 3) d.d. 12 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35000-B, nr. 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is 6 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28750, nr. 74).

De minister zegt toe - namens de staatssescretaris - wanneer het Audit Dienst Rijkonderzoek en de eigen beoordeling zijn afgerond, dan wel indien tussentijdse resultaten daartoe aanleiding geven (naar aanleiding van berichtgeving op de website van de NOS op 16 november jongstleden met als onderwerp 'Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao') de Tweede Kamer te zullen informeren.

Kamerbrief Berichtgeving NOS d.d. 20 november 2018

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 89).

De minister zegt toe de uitkomsten van de Buitengewone algemene ledenvergadering van de VNG van 30 november 2018 over Financiën sociaal domein naar de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen overleg Sociaal Domein d.d. 14 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 34477, nr. 52)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34477, nr. 53).

De minister zegt toe een brief over lokale rekenkamer naar de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen overleg Sociaal Domein d.d. 14 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 34477, nr. 52)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 86).

De minister zegt toe het Wetsvoorstel OSV voor maart 2019 naar de Tweede Kamer te sturen.

Plenair debat Democratische Vernieuwing d.d. 15 maart 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 62, item 14)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 83).

De minister zal naar de (verdeling van) proceskosten bij onteigeningsrechtszaken kijken en de Tweede Kamer een voorstel doen toekomen ten aanzien hiervan.

Algemeen overleg Omgevingswet d.d. 21 januari 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 33118, nr. 2)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35133, nr. 3 en 4).

De minister zegt toe (medio oktober) de Tweede Kamer te informeren over de premies van het WSW en WEW.

Algemeen overleg d.d. 27 september 2018 Nationale woonagenda 2018-2021 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 435)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29453, nr. 489).

De minister zegt de Tweede Kamer toe, zodra het actieplan wordt gepresenteerd, de Kamer te informeren over het kabinetsstandpunt met de aanpak van desinformatiemiddels door middel van een BNC-fiche.

Kamerbrief Beantwoording vragen van de leden Kuiken en Asscher over nepadvertenties op Facebook die onze democratie ondermijnen d.d. 30 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 814)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 22112, nr. 2760).

De minister zegt toe in gesprek te gaan met de provincies Noord-Holland en 5 grenzen aan de noordzijde van de MRA over de woningbouw en de ruimte die zij daarvoor hebben. Zij rapporteert in maart over de resultaten van die gesprekken aan de Tweede Kamer.

Algemeen overleg Bouwopgave d.d. 28 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 466)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 474).

De minister zegt de Tweede Kamer toe de vragen van de flitspeiling over de omschakeling tussen zomertijd en wintertijd met de Kamer (gekoppeld aan aanbieden eindrapport flitspeiling en interviews sectoren) met de Kamer te delen.

Algemeen overleg Fiche: Richtlijn betreffende het einde van de omschakeling tussen winter- en zomertijd (Kamerstukken II 2018/19, 22112, nr. 2750)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35066, nr. 4).

De minister zegt toe de Tweede Kamer te zijner tijd te informeren over de oorzaak van het sluiten van de parkeergarage in Zoetermeer.

Plenair debat De gang van zaken rondom het bouwtoezicht d.d. 6 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 33, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 187).

De minister zegt toe over de uitkomst van het overleg met de TIB en de CTIVD over de rechtmatigheidstoets de Tweede Kamer te informeren.

Kamerbrief Beleidsreactie voortgangsbrief TIB d.d. 4 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 29924, nr. 175)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 29924, nr. 179).

De minister zegt toe onderzoek te doen naar de benoemingscommissie van van het Huis voor Klokkenluiders. Zodra de uitkomsten bekend zijn, zal de Tweede Kamer geïnformeerd worden over het vervolg.

Kamerbrief Melding over Huis voor klokkenluiders d.d. 19 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 33258, nr. 38)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 33258, nr. 40).

De minister zegt de Tweede Kamer toe het jaarrapport discriminatiecijfers van een duiding te voorzien. Naar verwachting wordt de Tweede Kamer in april geïnformeerd.

Algemeen overleg Discriminatie (Kamerstukken II 2018/19, 30950, nr. 162)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30950, nr. 174).

De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Köhler (SP), toe om, voor zover mogelijk, in de Staat van de Volkshuisvesting een jaarlijks overzicht van de marktoetsen te verstrekken (T02327).

Plenair debat Toegelaten instellingen met het oog op het huisvesten van vergunninghouders (34403) d.d. 5 juli 2016 (Handelingen 2018/19 nr. 33, item 10)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 16 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32847, nr. N).

De minister zegt toe (tweede helft 2018) in een nieuw beleidskader herindeling in te gaan op de betekenis die deze ontwikkelingen hebben voor de wijze waarop de minister nieuwe herindelingsvoorstellen zal beoordelen. (In deze brief gaat zij nader in op de betekenis die het voorgaande heeft voor de Wet gemeenschappelijke regelingen.).

Kamerbrief Versterken legitimiteit gemeenschappelijke regelingen d.d. 29 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-B, nr. 17)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28750, nr. 74).

In samenwerking met de koepels zijn de nodige voorbereidingen verricht om als uitwerking van dit bestuursakkoord en het Financieel akkoord Implementatie Omgevingswet 2016 ook het toekomstige beheer van de landelijke voorziening goed en gebruikersvriendelijk in te regelen. Het Rijk, VNG, IPO en Unie van Waterschappen werken toe naar een bestuurlijk akkoord over het beheer. De Tweede Kamer wordt hierover begin volgend jaar geïnformeerd.

Kamerbrief Voortgang stelselherziening omgevingsrecht d.d. 21 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 33118, nr. 115)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33118, nr. 116).

De minister zegt toe zodra de tekst van de nieuwe verordening voor het Europees Burgerinitiatief en het Europees Burgerinitiatief (EBI) 'Stop Extremisme'definitief is vastgesteld, de Tweede Kamer te zullen informeren.

Kamerbrief Voortgang nieuwe verordening Europees Burgerinitiatief d.d. 21 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 22112, nr. 2746)

Afgedaan. Tijdens het Raad Algemene Zaken d.d. 9 april jl. is de Tweede Kamer mondeling geïnformeerd over de toezegging.

De minister zegt toe een uitgebreide reactie op de uitkomsten resultaten Woon-onderzoek te betrekken bij de aanbieding van de Staat van de Volkshuisvesting 2019 (eerste helft mei 2019).

Kamerbrief aanbieding WoON2018 d.d. 5 april 2019 (Kamerstukken II, 2018/19 32847, nr. 516)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De minister zegt toe een brief met betrekking tot de door de Tweede Kamer gewenste MKB-toets naar de Kamer te sturen, voordat de stemmingen (op 28 mei 2019) in verband met het wetsvoorstel zullen plaatsvinden.

Plenair debat Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (35022) d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 85, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken 2018/19, 35022, nr. 14).

De Tweede Kamer wordt bij de Staat van de Volkshuisvesting (mei 2019) geïnformeerd over de prestatie-afspraken de meest recente analyse van de prestatieafspraken (de afspraken van eind 2018 voor 2019.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De minister zegt toe de rapportage van ABF-Research inzake voornaamste tekorten die de doorstroming bemoeilijken (de tekorten en overschotten in verschillende segmenten te berekenen op basis van de nieuwste cijfers) tegelijkertijd met de Staat van de Volkshuisvesting aan de Tweede Kamer toe te zenden.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De minister zegt toe een evaluatie van eerste tranche aardgasvrije wijken met bijbehorende kabinetsappreciatie, inclusief de voorgenomen uitgangspunten voor een nieuwe uitvraag, (voor eind mei) naar de Tweede Kamer te sturen.

Plenair debat Energiebesparing/Energieprestatie van gebouwen d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II, 2018/19, nr. 62, item 14)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 522).

De minister stuurt de Tweede Kamer (voorjaar 2019) een brief over de aanpak en stand van zaken omtrent tijdelijk wonen en flexwonen.

Algemeen overleg Staat van de woningmarkt d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 514)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 524).

De minister zegt toe een beleidsreactie aan de Tweede Kamer te doen toekomen bij de toezending van de Staat van de Volkshuisvesting, voorzien in april 2019. Daarbij zal, zoals eerder aangegeven onder meer nader worden ingegaan op de actuele financiële positie van de corporatiesector in relatie tot de langjarige investeringsopgave (vereenvoudiging van de markttoets worden de investeringsvoornemens in de niet-DAEB-takken ).

Kamerbrief Aanbieding Sectorbeeld 2018 (verslagjaar 2017) van de Autoriteit woningcorporaties d.d. 20 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 29453, nr. 488)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32847, nr. 520).

De minister zegt toe (voorjaar 2019) de Tweede Kamer te rapporteren over het onderzoek naar de mogelijkheden en belemmeringen voor flexibele en tijdelijke woonoplossingen.

Algemeen overleg Bouwopgave d.d. 28 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 466)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 524).

De minister zegt toe een brief te sturen aan de Tweede Kamer en de gemeenten, omwille de mogelijke tijdsduur van tijdelijke huisvesting te verduidelijken.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 524).

De minister zegt toe dat zij terugkomt op de vraag van Kamerlid Dik-Faber betreffende de reikwijdte van korte termijn/tijdelijke huisvesting en de Tweede Kamer zal informeren.

Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) d.d. 12 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 35000-VII, nr. 78)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 524).

De minister zegt toe (voorjaar 2019) de Tweede Kamer te rapporteren over hoeveel projecten het expertteam heeft vlot getrokken.

Algemeen overleg d.d. 27 september 2018 Nationale woonagenda 2018-2021 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 435)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De minister zegt aan het lid-Özütok van GroenLinks toe om te kijken naar de mogelijkheden voor verruiming van de leeftijdsgrens van 70 jaar voor burgemeesters, met inachtneming van de bredere context, want er zijn ook andere ambtsdragers voor wie diezelfde leeftijdsgrens geldt, bijvoorbeeld de leden van de Raad van State en zal de Tweede Kamer daarover informeren.

Plenair debat Voorstel van wet van het lid Jetten houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot de deconstitutionalisering van de benoeming van de CdK en de burgemeester (34716) d.d. 17 januari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 40, item 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28479, nr. 79).

De minister zegt toe het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie (UPCE), dat verder in op de samenwerking met de overheden, binnenkort aan de Tweede Kamer aan te bieden.

Kamerbrief Vragen van de leden Özütok en Kröger over gemeentelijk beleid ten aanzien van circulaire economie d.d. 31 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangstel van de Handelingen, 1377)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32852, nr. 76).

De minister zegt de Tweede Kamer toe bij de voorhang van het Invoeringsbesluit de vraag te betrekken of de vrijstelling voor het luiden van kerkklokken centraal georganiseerd blijft.

Plenair debat Invoeringswet omgevingswet (34986) d.d. 19 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 28)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33118, nr. 118).

De minister zegt de Tweede Kamer toe om bij de voorhang van het Invoeringsbesluit terug te komen op het wabo criterium voor gevallen waarin de uniforme openbare voorbereidingsprocedure niet van toepassing is.

Plenair debat Invoeringswet omgevingswet (34986) d.d. 19 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 28)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 33118, nr. 118).

De minister zegt toe in de Staat van de Volkshuisvesting 2019 de Tweede Kamer verder te informeren over de voortgang van de bouwproductie en de plancapaciteit.

Kamerbrief Beantwoording kamervragen van het lid Kops over de achterblijvende woningbouw 2019Z00072 d.d. 4 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 1422)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De minister zegt toe eens per drie jaar onderzoek te doen naar wacht- en zoektijden in de sociale huursector en de Tweede Kamer hierover informeren.

Algemeen overleg Huisvesting doelgroepen d.d. 5 juli 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 32847, nr. 275)

Afedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De minister zegt de Tweede Kamer toe voor de stemming het overzicht handreikingsdocumenten voor zachte waarden toe te sturen.

Plenair debat Invoeringswet omgevingswet (34986) d.d. 19 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 28)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34986, nr. 55).

De minister zegt de Tweede Kamer toe mbt Crisis en herstel wet Amsterdam: Brief over hoe de gemeente Amsterdam de Crisis- en herstelwet inzet om aanvullende eisen te stellen aan de energieprestatie van gebouwen en of deze voor hogere kosten en vertraging in de bouw zorgen (geen termijn afgesproken, bij voorkeur voor 6 maart AO Staat van de Woningmarkt.

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30196, nr. 620).

De minister zegt toe inzake motie Wassenberg de Tweede Kamer te informeren over de voortgang van de motie (bij voorkeur voor 6 maart AO Staat van de Woningmarkt).

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 maart 2019 geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30196, nr. 620).

De minister zegt toe binnenkort (begin 2019) te reageren en te bekijken hoe BZK kan bijdragen aan uitvoering Sociaal Huurakkoord (voornemens inzake wet- en regelgeving voor de verwerking van de afspraken die Aedes en de Woonbond hebben gemaakt in het Sociaal Huurakkoord. Een deel van deze afspraken heeft betrekking op verduurzaming in relatie tot betaalbaarheid.).

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470).

De minister zegt toe (in het voorjaar van 2018) dat de Tweede Kamer een volgende voortgangsrapportage wordt toegestuurd. Deze bevat een update over de ontwikkeling in de samenwerking en de voortgang van de uitvoering van de samenwerkingsafspraken uit het Actieplan. Tevens zullen hierin de maatschappelijke en demografische ontwikkelingen met betrekking tot de leefbaarheid in krimp- en anticipeerregio's zijn beschreven.

Kamerbrief Voortgang Actieplan Bevolkingsdaling d.d. 14 juli 2007 (Kamerstukken II 2016/17, 31757, nr. 93)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 31757 nr. 97).

De minister zegt toe de adviezen van de Kiesraad te willen gebruiken om te bezien waar deze aansluiten op de voornemens verbeteringen in de Kieswet aan te brengen en beide Kamers daarover nader te berichten.

Kamerbrief «Aanbieding advies Kiesraad d.d. 18 april 2014» d.d. 4 juli 2018 (Kamerstukken II 2013/14, 33268, nr. 24)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 83).

De minister zegt de Tweede Kamer toe in de eerste helft van 2019 de Kamer te informeren over de uitkomsten van het WoOn 2018. Bij de analyses zal ook aandacht worden besteed aan de onderverdeling naar diverse verhuurders en huurprijssegmenten en de diverse kwaliteitselementen van de woningen.

Kamerbrief Vragen van het lid Beckerman (SP) over schimmelhuizen in diverse gemeenten d.d. 12 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 1810)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, 520).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Nooren (PvdA), toe zorgvuldig richting de betrokken sectoren en de andere betrokkenen te communiceren over de reikwijdte van het wettelijk verbod (T02616).

Plenair debat Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding (34349) d.d. 12 juni 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 33, item 4)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34349, nr. O).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren (PvdA), toe dat de professionals in de betrokken sectoren nooit verantwoordelijk zijn voor de handhaving van het gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding (T02617).

Plenair debat Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding (34349) d.d. 12 juni 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 33, item 4)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34349, nr. O).

De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een motie van het lid Meijer (SP), toe dat bij de invoeringswet de Omgevingswet in lijn wordt gebracht met deze motie (EK 33962, K) inzake de aanpassing van de inwerkingtredingstermijn van omgevingsvergunningen, indien de motie wordt aangenomen (T02251).

Plenair debat Voortzetting behandeling omgevingswet d.d. 15 maart 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 23, item 3)

Afgedaan. De Eerste Kamer is - conform toezegging - voor 1 juli 2019 geïnformeerd. De Invoeringswet is ter behandeling naar de Eerste Kamer.

De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe dat bij de behandeling van de invoeringswet de laatste stand van zaken omtrent participatie inzichtelijk wordt gemaakt (T02253).

Plenair debat Voortzetting behandeling omgevingswet d.d. 15 maart 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 23, item 3)

De commissie besluit toezegging de toezegging als voldaan te beschouwen en het onderwerp te betrekken bij de behandeling van het wetsvoorstel Invoeringswet Omgevingswet (34986).

De minister zegt de Tweede Kamer toe dat er voorstellen voor de aanpassing van het stembiljet worden gedaan (zodat begin 2019 daarover overleg met de Kamer kan worden gevoerd).

Algemeen overleg Kiesrechtzaken d.d. 4 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 84)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35165, nr. 4).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Kappen (VVD) en De Graaf (D66), toe de wegingsanalyses met betrekking tot buitenlandse inlichtingendiensten zo snel mogelijk en in elk geval binnen twee jaar tot stand te brengen (T02470).

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20. (34588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 29924, nr. 177).

De Minister van Defensie zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van Kappen (VVD), Rombouts (CDA) en De Graaf (D66), toe de naleving van de bewaartermijn voor data, alsmede de lengte van de bewaartermijn zelf mee te nemen in de evaluatie na twee jaar en een voorstel te zullen doen deze te verlengen of in te korten als de evaluatie daartoe noopt (T02475).

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20. (34588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Afgedaan. De toezegging is overgedragen aan het ministerie van Defensie.

De minister zegt de Tweede Kamer toe, in juni 2019, over de acties ter verbetering van de bekendheid van Rijksoverheid.nl en de uitkomsten van het onderzoek naar de positie van de vertrouwenspersoon binnen de Rijksdienst te informeren.

Kamerbrief Verkenning positie vertrouwenspersoon en inventarisatie meldpunten bij de Rijksoverheid d.d. 9 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 28844, nr. 163)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28844, nr. 180).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Hattem (PVV), Köhler (SP) en Nagel (50PLUS), toe haar te informeren over de rechterlijke uitspraak van 4 juli inzake intrekking van de Wet raadgevend referendum (T02628).

Plenair debat Behandeling wetsvoorstel Intrekking van de Wet voor het raadgevend referendum d.d. 3 juli 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 36, item 3)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 4 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I, 2017/18, 34854, nr. O).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kuiper (ChristenUnie), toe dat hij in de volgende Jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk de laatste stand van zaken met betrekking tot het functioneren van de rijksinspecties zal weergeven. Het debat in de Eerste Kamer wordt daarbij betrokken (T02652).

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen EK d.d. 30 oktober 2018 (Handelingen I 2018/19, nr. 5, item 3)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 27 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 35000, nr. R).

De minister zegt toe de concept-wijziging van het Bouwbesluit, waarin de verwerkingsregels voor PUR zijn opgenomen, begin 2019 aan de Tweede Kamer toe te zenden. Tevens wordt meegenomen in het Bouwbesluit geluideisen buiten opgestelde warmtepompen en airco's.

Kamerbrief Kamervragen van de leden Von Martels en Ronnes (beiden CDA) en Beckerman (SP) over PUR-schuim in Vriezenveen d.d. 26 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19 Aanhangsel van de Handelingen, 83)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32757, nr. 153).

De minister is voornemens (voor zomer 2019) een samenhangende beleidsbrief over de bredere aanpak om te komen tot meer innovatie en een hogere productiviteit in de bouwsector. De inzet van onder meer de Bouwagenda wordt hierop toegespitst: industrialisatie, aanbesteden, human capital agenda, digitalisering, ketensamenwerking, kwaliteitszorg naar de Tweede Kamer te zenden.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Agnes Mulder over problemen met en leren van pilots aardgasvrije wijken voor de toekomstige wijkaanpak d.d. 16 april 2019 (Aanhangsel van de Handelingen 2018/19. nr. 2326)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2326).

De minister is voornemens eisen aan het geluid van warmtepompen en airco's op te nemen in het bouwbesluit 2012 voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Deze geluidseisen gelden voor nieuw te plaatsen installaties en zullen ook betrekking hebben op bestaande gebouwen die worden verduurzaamd. De Tweede Kamer wordt hierover in het najaar van 2018 nader geïnformeerd.

Kamerbrief Beantwoording kamervragen over geluid warmtepompen en airco's voor omwonenden d.d. 3 juli 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 2658)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, nr. 2018D54661).

De minister zegt toe de Tweede Kamer op de hoogte te houden van de vorderingen van het EU-actieplan. Mogelijk volgt een eerste tussenstand voor de EP-verkiezingen.

Algemeen overleg Desinformatie / digitale inmenging d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 22112, nr. 2786)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 30821, nr. 74).

De minister zegt toe de stand van zaken op het punt van bestrijding van geweld tegen vrouwen naar de Tweede Kamer te sturen. Omdat hier meerdere ministeries bij betrokken zijn (SZW, VWS, JenV en BZK) zal het leiden tot een schriftelijke update.

Plenair debat Discriminatie 13 maart 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 62, item 6)

Afgedaan. De toezegging is overgedragen aan het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Het Roemeense voorzitterschap van de Raad heeft het Commissievoorstel afschaffing omschakeling zomer- en wintertijd voorlopig geagendeerd voor de Transportraad van 6 juni 2019. De minister zegt toe voor de transportraad van 6 juni 2019 een geannoteerde agenda naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Plenaire behandeling EP van Commissievoorstel afschaffing omschakeling zomertijd en wintertijd d.d. 27 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35 066, nr. 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 mei 2019 per brief geïnformeerd .

De minister ze toe - in de Staat van de Volkshuisvesting 2019 - de Tweede Kamer te informeren over de actuele zoek en wachttijden in alle regio's met een gemeenschappelijk woonruimteverdeelsysteem.

Kamerbrief Antwoorden op Kamervragen over huren in Hellevoetsluis d.d. 28 maart 2019 (Kamerbrief Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34 453) d.d. 28 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2092)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lintmeijer (GroenLinks), toe haar uiterlijk 10 mei 2019, 12:00 uur, een verduidelijkende brief te sturen over de uitwerking van de criteria voor de monitoring van de implementatie en evaluatie van het wetsvoorstel. (T02738).

Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 10 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34453, nr. N).

De minister zal bij de indiening van het wetsvoorstel inzake Grondeigendom voorbeelden geven van hoe realisatie van middeldure huurwoningen en andere typen woningen er in de praktijk uit zou kunnen gaan zien.

Algemeen overleg Omgevingswet d.d. 21 januari 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 33118, nr. 21)

Afgedaan. De toezegging (waarvoor instrumentarium ontwikkeld is) wordt overgenomen in de verschillende wetgeving Omgevingswet, Omgevingsbesluit, Aanvullingswet grondeigendom en straks het Aanvullingsbesluit grondeigendom. Daarmee is aan de toezegging voldaan. Het apart noemen van voorbeelden noemen, zoals de minister toezegde, is niet meer relevant.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lintmeijer (GroenLinks), toe haar uiterlijk 10 mei 2019, 12:00 uur, een verduidelijkende brief te sturen over de uitwerking van de criteria voor de monitoring van de implementatie en evaluatie van het wetsvoorstel (T02738).

Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 10 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34453, nr. N).

De minister zegt toe inzake motie maatschappelijke opgave corporaties de Tweede Kamer te informeren over tussenstand (voor 6 maart AO Staat van de Woningmarkt).

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520).

De minister stuurt (najaar 2019) met betrekking tot vorige selectie 2e tranche aardgasvrije wijken, de voortgangsrapportage en evaluatie naar Tweede Kamer.

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 522).

De minister zegt toe naar verwachting in het najaar van 2019 de uitkomsten van het onderzoek of en zo ja op welke wijze ook het briefstembewijs (de stempas voor de kiezers in het buitenland) per mail aan de kiezers in het buitenland zou kunnen worden verzonden en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Kamerbrief Evaluatie verkiezingen van 21 maart jl. en agenda voor verandering en vernieuwing van het verkiezingsproces in deze kabinetsperiode d.d. 15 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 88)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 31142, nr. 88).

De minister heeft toegezegd het wetsvoorstel Energieprestatievergoeding (EPV) in 2018 te evalueren.

Plenair debat Wetsvoorstel Wijziging van o.a. Boek 7 BW in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een Energieprestatievergoeding overeen te komen (34228) d.d. 13 januari 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 41, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34228, nr. 25).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Lintmeijer (GroenLinks) en Nooren (PvdA), toe om contact te houden met de betrokken sectoren om de effecten van de wet, inclusief het effect op het aantal personen dat gezichtsbedekkende kleding draagt, in kaart te brengen. Ontwikkelingen in andere Europese landen worden hierbij betrokken. De Kamer wordt over 2-3 jaar geïnformeerd (T02615).

Plenair debat Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding (34349) d.d. 12 juni 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 33, item 4)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 34349, nr. O).

De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe tijdig aan de Kamer te laten weten of de regering de verlaging van rechtswege van de inkomensgrens voor woningtoewijzing door wil laten gaan. Dit aspect maakt deel uit van de evaluatie van de Woningwet (T02278).

Plenair debat Wet doorstroming Huurmarkt d.d. 12 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 27, item 3)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 22 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32769, nr. S).

De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Flierman (CDA), toe dat hij zal monitoren hoe de invulling in de wet van de tijdelijke huurcontracten uitwerkt voor internationale studenten en maatregelen zal treffen als er zich problemen voordoen (T02275).

Plenair debat Wet doorstroming Huurmarkt d.d. 12 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 27, item 3)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 16 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32847, nr. N).

De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verheijen (PvdA), toe om te monitoren dat de tijdelijke huur niet de norm zal worden in de particuliere huursector en om in de jaarlijkse rapportages verslag te doen van de ontwikkelingen op dit terrein in zowel de sociale als de particuliere huursector (T02276).

Plenair debat Wet doorstroming Huurmarkt d.d. 12 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 27, item 3)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 16 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2018/19, 32847, nr. N).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer in de loop van 2018 te informeren over digitale machtigingsvoorziening voor burgers en bedrijven.

Kamerbrief Beleidsreactie op het rapport «Hoezo Mijnoverheid?» van de Nationale ombudsman d.d. 6 december 2017 (Kamerstukken II, 2017/18, 26643, nr. 506)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 552).

De minister zegt de Tweede Kamer toe, in het voorjaar van 2018, verder te informeren over de toezichtsbevindingen over 2017.

Kamerbrief Zelfevaluaties en toezicht op de uitvoering van de wet basisregistratiepersonen en de paspoortwet bij gemeenten en openbare lichamen d.d. 8 september 2017 (Kamerstukken II, 2016/17, 25764, nr. 105)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 25764, nr. 111).

De staatssecretaris zegt toe voor het zomerreces 2018, over het plan van aanpak om tot de toekomstvisie op de BRP te komen, naar de Tweede Kamer te sturen. Daarin zal ook aandacht zijn voor kosten en 'veiligheidskleppen'/checks and balances.

Algemeen overleg Basisregistratie Personen en paspoorten d.d. 12 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 120)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 127).

De staatssecretaris zegt toe voor de zomer een brief te sturen waarin de Tweede Kamer geïnformeerd wordt over de eerste indrukken uit de inventariserende gesprekken over de toekomst van de BRP, die zijn gehouden met afnemers en gemeenten/VNG. Daarbij betrek ik ook de wijze waarop ik de lessen van de commissie BRP daarin meeneem.

Kamerbrief Reactie rapport Commissie BRP en uitkomsten health check d.d. 18 mei 2018 (Kamerstukken II, 2016/17, 27859, nr. 104)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 127).

De staatssecretaris zegt toe, voor de zomer 2018, de Tweede Kamer te informeren over de stand van zaken financiering grens informatiepunten. Dit is een herhaling van de toezegging van de staatssecretaris van SZW.

Algemeen overleg GROS d.d. 25 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32851, nr. 47)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 32851, nr. 50).

De staatssecretaris zegt toe dat hij verwacht de Tweede Kamer voor de zomer van 2018 te kunnen informeren over de BIT-toets op het ICT-project iCAS.

Kamerbrief Verzoek BIT-toets iTEC-based Centre Automation System d.d. 22 december 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 26643, nr. 509)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 31936, nr. 490).

De staatssecretaris zegt toe in de reguliere rapportage voor de zomer een update te geven over eIDAS.

Algemeen overleg Digitale overheid d.d. 14 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 533)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 550).

De staatssecretaris verwacht het wetsvoorstel Wijziging Paspoortwet (na zomerreces 2018) aan de Tweede Kamer te kunnen aanbieden.

Kamerbrief Voortgang programma eID d.d. 16 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 552)

Afgedaan. De toezegging afgerond met het indienen van het wetsvoorstel op 1 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35047-(R2108).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe een samenvattende Governance rapportage: uitkomsten van de verkenningen die de CdK's van de grensprovincies hebben opgeleverd, toe te sturen.

Algemeen overleg GROS d.d. 25 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32851, nr. 47)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 51).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe de laatste bestanden van Operatie BRP (oBRP) openbaar te maken.

Algemeen overleg BRP d.d. 20 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 126)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 september 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 128).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer en die van de Ombudsman op het gebied van MijnOverheid.nl (specifiek: Berichtenbox) ter harte worden genomen en de Kamer wordt goed op de hoogte gehouden.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken d.d. 26 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34960-VII, nr. 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 552).

De minister zegt toe, na zomer 2018, een brief over informatiebeveiliging in algemene zin naar de Tweede Kamer te sturen.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken d.d. 26 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34960-VII, nr. 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 573).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat het hele portfolio van agrarische gronden tegen het licht houdt en te kijken welke gronden niet vallen onder de categorie bedoeld voor compensatiegrond of bedoeld voor projecten met strategische betekenis of die worden ingezet voor infrastructuur, natuur of rondom hoogwater.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 24490, nr. 25).

De staatssecretaris zegt toe over de voortgang van de uitvoering van het tijdelijk besluit toegankelijkheid digitale overheid de Tweede Kamer te informeren.

Kamerbrief Antwoord op de vragen van het lid Özütok over het bericht «Stapels werk door nieuwe eisen toegankelijkheid» d.d. 25 mei 2018 (Kamerstukken II, 2017/18 Aanhangsel van de Handelingen, 2219)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 569).

Het CBS heeft onderzoek gedaan, er liggen bevindingen; de Staatssecretaris komt voor het Kerstreces met een kabinetsreactie (met daarin ook concrete acties bij tekortkomingen om die te verbeteren).

Mondelinge vraag van het lid ALKAYA (SP) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het gebrek aan controle op het gebruik van algoritmen bij de overheid (Binnenlandsbestuur.nl, 29 november 2018) (Handelingen II 2018/19, nr. 31, item 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 december 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 588).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer een brief toe over contant betalen (december 2018).

Algemeen overleg Digitale Overheid d.d. 31 oktober 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 26643, nr. 579)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 27863, nr. 82).

De minister zegt toe het onderzoek naar de reden voor het ontbreken, alsmede de inhoud en meerwaarde van het doelmatigheidsverslag door de accountant (kaderwet ZBO's), welke voor het eind van 2018 wordt afgerond, nog dit jaar naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen schriftelijk overleg evaluatie Kaderwet zbo's 2012-2016 d.d. 19 september 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 33 147, nr. 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 33147, nr. 7).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat zij, in de tweede helft van 2018, over de uitkomst van het onderzoek naar het gebruik van algoritmen geïnformeerd wordt.

Kamerbrief Informatie over onderzoek naar algoritmen d.d. 28 februari 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 26643, nr. 527)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 588).

Zodra de staatssecretaris meer informatie heeft over de uitkomst van het onderzoek naar hoe het probleem heeft kunnen ontstaan in de continuïteit van het productieproces van reisdocumenten zal de Tweede Kamer nader geïnformeerd worden.

Kamerbrief Technisch probleem in productieproces reisdocumenten d.d. 12 juli 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 25764, nr. 109)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 25764, nr. 113).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over Franse "Recht om je te vergissen"-ervaringen alsmede gezamenlijke Digitale overheid vormgevingskansen.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken d.d. 26 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34960-VII, nr. 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 oktober 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 302).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in het najaar met een brief te komen over wijzigingen in scope oBRP met rol van alle stakeholders en met daarin ook aandacht voor het aanbestedingsproces.

Algemeen overleg BRP d.d. 20 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 126)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 27859, nr. 129).

De evaluatie BIT vindt 2e helft 2018 plaats en is eind 2018 gereed. De Toezichtsraad zal worden gevraagd in die evaluatie niet alleen meenemen hoe BIT-lessen uit Cie BRP kunnen worden geïmplementeerd maar ook zaken als benodigde omvang. De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat zij eind 2018 geïnformeerd worden.

Algemeen overleg BRP d.d. 20 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 126)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 maart 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 603).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe eind 2018 een plan van aanpak over flankerend beleid. (Op welke wijze gaat BZK i.s.m. ITEM grenseffecten beoordelen, op welke thema's en hoe gaat er dan met eventueel flankerend beleid worden omgegaan) toe te sturen.

Algemeen overleg GROS d.d. 25 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32851, nr. 47)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 53).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over een samenhangende aanpak voor digitale inclusie, het gebruik van (digitale) dienstverlening door personen die minder digitaal vaardig zijn, van het Kabinet.

Kamerbrief Antwoord op de vragen van het lid Özütok over het bericht «Stapels werk door nieuwe eisen toegankelijkheid» d.d. 28 mei 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 2219)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 december 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 583).

De staatssecretaris zegt toe - in de volgende voortgangsrapportage eID - nader in te gaan op de voortgang van de aanbevelingen Gateway-review en op de uitkomsten van de pilot "DigiD Hoog".

Kamerbrief Voortgang programma elD d.d. 16 juli 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 26643, nr. 550)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 590).

De staatssecretaris zegt toe - in de eerstvolgende voortgangsbrief in januari 2019 - de Tweede Kamer te informeren over de voortgang met betrekking tot internetverbinding Grensoverschrijdende Samenwerking.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over internet langs de grens in Schinveld (Onderbanken) d.d. 26 november 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 751)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 54).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe twee maal per jaar een voortgangsrapportage renovatie Binnenhof inclusief beheersing kosten en planning te sturen, waarbij de eerste in oktober 2018 zal zijn.

Algemeen overleg Renovatie Binnenhof d.d. 23 mei 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 34293, nr. 35)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 februari 2019 per brief geïnformeerd. De toezegging is onderdeel van BZK-beleid.

De minister zegt de Tweede Kamer toe, na het kerstreces, de strategische I-agenda toe te sturen. Hierbij worden alle maatregelen (inhoudelijke, organisatorische en bestuurlijke) in samenhang beschouwd.

Kamerbrief Sturing informatiebeveiliging en ICT binnen de Rijksdienst d.d. 11 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 573)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 591).

De staatssecretaris zegt toe - op verzoek van de VVD - de (deel)rapporten TNO naar de Tweede Kamer te sturen.

Plenair debat Mondelinge vraag van het lid MIDDENDORP (VVD) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «TNO: Turfmarkttorens nog onveiliger dan gedacht» (Ad.nl, 5 oktober 2018) d.d. 9 oktober 2018 (Handelingen II, 2018/19, nr. 10, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 179).

De staatssecretaris zegt toe de uitgebreide reactie op het ongevraagde advies van de Raad van State (WO04.18.0230/ Staatscourant 2018, nr 50999) over de effecten van digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen separaat naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Antwoorden op Kamervragen van het lid Mw Den Boer (D66) over het Recht zich te vergissen (2018Z14190, ingezonden op 17 juli 2018) d.d. 15 oktober 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 302

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 578).

De governance van de grensoverschrijdende samenwerking wordt in november 2018 bekrachtigd tijdens een regeringsontmoeting van de regering van Nederland en respectievelijk Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen. De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer daarna te informeren over de voortgang.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 november 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 53).

De staatssecretaris zegt toe de uitkomsten van de interdepartementale werkgroep bij profilering door de overheid wenselijk kwaliteitswaarborgen te ontwikkelen om fouten te voorkomen (effecten van de digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen).

Kamerbrief Kabinetsreactie inzake advies Raad van State over de effecten van de digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen d.d. 2 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 578)

Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van JenV.

De minister zegt toe - namens de staatssescretaris - wanneer het Audit Dienst Rijkonderzoek en de eigen beoordeling zijn afgerond, dan wel indien tussentijdse resultaten daartoe aanleiding geven (naar aanleiding van berichtgeving op de website van de NOS op 16 november jongstleden met als onderwerp «Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao» de Tweede Kamer te zullen informeren.

Kamerbrief Berichtgeving NOS d.d. 20 november 2018 (Kamerstukken II, 2018/19, 2018-0000901956)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 februari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 89).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer een brief toe (voor 1 april 2019) over het triloog akkoord (EU verordening biometrie ID-kaarten).

Algemeen overleg eID en paspoorten d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 598)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 25764, nr. 119).

De staatssecretaris zegt toe in de volgende voortgangsrapportage informatie te voegen over de erkenning van mbo diploma's, het toelaten van leraren Duits in Nederland en de stand van zaken bij experimenten.

Algemeen overleg GROS d.d. 25 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32851, nr. 47)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 januari 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 32851, nr. 54).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren als er nadere besluitvorming heeft plaats gevonden inzake reeds geïdentificeerde niet-huisvestingskosten (ook die nog niet te kwantificeren zijn).

Kamerbrief Verzoek commissie voor Binnenlandse Zaken om extra informatie d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 51)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 1020236476).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over de uitvoering van het vervangingsplan (met het vervangen van de certificaten die niet aan de strenger uitgelegde eis voldoen, blijft het vertrouwen in de digitale diensten van de Nederlandse overheid ook in de toekomst gewaarborgd).

Kamerbrief Vervanging certificaten PKIoverheid d.d. 22 maart 2019 (Kamerstukken 2018/19, 26643, nr. 599)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 mei 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2018/19, 26643, nr. 608).

De staatssecretaris zegt toe voor de zomer een overzicht van alle architecten, adviseurs en bouwers project renovatie Binnenhof naar de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen overleg Renovatie Binnenhof d.d. 17 april 2019 (Kamerbrief Aanpak implementatie programma eID d.d. 29 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 75)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2018/19, 34293, nr. 55).

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer in de volgende voortgangsrapportage project Renovatie Binnenhof informeren over de uitkomst (toetsing) over aanvullende verduurzamingsmaatregelen, mits deze passen in de financiële kaders (het taakstellend budget), kansrijk zijn om te realiseren, een reële terugverdientijd kennen en passen binnen de kaders van de renovatie, waaronder de monumentale randvoorwaarden.

Kamerbrief Tweede rapportage Renovatie Binnenhof d.d. 27 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 50)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 april 2019 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2018/19, 34293, nr. 55).

Tabel 84 Door bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond

Omschrijving

Toegezegd in

Voortgangsinformatie Parlement

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar concrete voornemens voor wat betreft de realisatie van de huisvestingsvoorzieningen (huisvesting vergunninghouders).

Kamerbrief Nadere informatie zoals gevraagd in het AO diverse woononderwerpen van 7 juni 2017 d.d. 30 juni 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 19637, nr. 2334)

De Tweede Kamer wordt voorjaar 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe, eerder genoemde brief van 6 oktober 2017, de voortgang van de stelselherziening elk jaar zal monitoren en toetsen en de Kamers hierover jaarlijks te informeren.

Kamerbrief EK/TK Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW d.d. 8 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118 nr. AF en 33118 nr. 102)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het overleg met de Koninklijk Notariële Beroepsorganisatie (KNB).

Kamerbrief Kamervragen over voorbehoud van financiering en bouwkundige keuring d.d. 13 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 1775)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (vooraf) te informeren over de uitzonderlijke gevallen die het mogelijk maken dat publiek geld wordt ingezet voor sanering van woningcorporaties in het niet-DAEB-deel.

Algemeen overleg Toezicht en borging woningcorporaties d.d. 18 mei 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 29453, nr. 440)

De Tweede Kamer zal op het moment dat dit aan de orde is vooraf geïnformeerd worden.

De minister zegt de Tweede Kamer toe samen met de minister van VWS de Kamer in het najaar te informeren over autisme in relatie tot woon-zorgbeleid.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting/Woningcorporaties d.d. 21 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 421)

Er wordt momenteel extern onderzoek uitgevoerd naar wonen voor mensen met een beperking. De Tweede Kamer wordt naar verwachting in oktober of november 2019 geïnformeerd.

De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Klip-Martin (VVD), toe dat zij in het kader van het monitoringsprogramma een nulmeting zal uitvoeren en daarover de Kamer zal informeren (T02442).

Plenair debat Behandeling Ontwerpbesluiten Omgevingswet d.d. 30 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 29, item 7)

De Eerste Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe om jaarlijks de toename van het dure scheefwonen te monitoren (T02280).

Plenair debat Wet doorstroming Huurmarkt d.d. 12 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 27, item 3)

De Eerste Kamer wordt voor december 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe onderzoek naar de mogelijkheid om Huurcommissie (rol)uitspraak te laten doen over bemiddelingskosten en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Algemeen overleg Huuraangelegenheden d.d. 26 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 436)

De Tweede Kamer wordt voor oktober 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe binnenkort de Tweede Kamer nader te informeren over de gesprekken de krimpregio's over op welke manier de regionale woningmarktopgaven aangepakt kunnen worden.

Kamerbrief Relatie tussen de investeringsambities en de financiële capaciteit van woningcorporatie en reactie op verschillende moties in relatie tot de verhuurderheffing d.d. 9 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 441)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe op hoofdlijnen De Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het ˜Onderzoek naar fraude door medewerkers Vestia".

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke vragen over onderzoek naar fraude bij Vestia d.d. 11 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 1142)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe de voorlichtingscampagne over de taken van de Huurcommissie dit jaar te herhalen en uit te breiden naar andere doelgroepen (T02577)..

Plenair debat Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (34 652) d.d. 29 mei 2018 (Handelingen I, 2017/18, nr. 31, item 5)

De Eerste Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer in het najaar te informeren over verschillende mogelijkheden om de oprichting van wooncoöperaties te stimuleren.

Kamerbrief Vervolg wooncoöperaties d.d. 4 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 29453, nr. 480)

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 nader geïnformeerd.

De minister zegt toe (in 2018 inzake woningtekorten op de Woningmarkt) bereid is om te onderzoeken of het mogelijk is om op basis van de beschikbare data een spanningsindicator naar prijsklasse te ontwikkelen en hierover de Tweede Kamer te rapporteren na afronding van het WOON 2018.

Algemeen overleg Diverse woononderwerpen d.d. 7 juni 2018 (Kamerstukken II 2016/17, 32847, nr. 302)

Zoals in de brief bij staat van de volkshuisvesting 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 520) aangekondigd zal deze indicator worden gepresenteerd in de Staat van de woningmarkt 2019 (najaar 2019)

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de bezoldiging van de interim-bestuurder (opgenomen in de jaarrekening van 2018 van corporatie Mijande).

Kamerbrief Kamervragen over misstanden bij woningcorporatie Mijande d.d. 31 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 372)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe in samenwerking met de minister voor OCW als eerstverantwoordelijke voor het LHBTI-beleid, opdracht verlenen voor een onafhankelijk verdiepend wetenschappelijk, historisch onderzoek van empirische aard. Het dient vast te stellen of, hoe en in welke mate overheden als werkgever bij de aanname, bevordering en het ontslag van personeel, onderscheid maakten op grond van homoseksuele geaardheid en binnen welke context dit gebeurde. Streven is dat dit onderzoek medio zomer 2019 wordt opgeleverd..

Kamerbrief Uitkomsten vooronderzoek «homolijsten» d.d. 28 augustus 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 30420, nr. 293)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt Tweede Kamer toe - samen met EZK - te informeren over de aanpak vertraging bij de aansluiting op nutsvoorzieningen.

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Vlietstra (PvdA) en Pijlman (D66), toe over een jaar met de partijen in de geliberaliseerde sector te bekijken of en hoe de toegang tot de Huurcommissie in de huurcontracten geregeld is. In de evaluatie van de wet wordt meegenomen welke verschillende groepen gebruikmaken van deze mogelijkheid (T02575).

Plenair debat Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (34 652) d.d. 29 mei 2018 (Handelingen I, 2017/18, nr. 31, item 5)

De Eerste Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe ook haar te informeren over de vraag of het onderzoek van de Nederlandsche Bank naar de woningmarkt voldoende is of dat meer onderzoek nodig is (T02580).

Plenair debat Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (34 652) d.d. 29 mei 2018 (Handelingen I, 2017/18, nr. 31, item 5)

De Eerste Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Vries-Leggedoor (CDA), toe bij de evaluatie van de Woningwet aandacht te besteden aan de redelijkheid van de koppeling van de financiering van de Huurcommissie aan verhuurders die de verhuurderheffing betalen (T02578)..

Plenair debat Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (34 652) d.d. 29 mei 2018 (Handelingen I, 2017/18, nr. 31, item 5)

De Eerste Kamer wordt voor begin 2020 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Flierman (CDA), toe te kijken naar de mogelijkheden om knellende regelgeving te schrappen ter bevordering van de woningbouw (T02750).

Plenair debat Wijziging Crisis- en herstelwet in verband met versnelling woningbouw en faciliteren duurzame ontwikkeling (35.013) d.d. 21 mei 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 30, item 11)

De Eerste Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer in voorjaar 2019 te informeren over de woondeals die zij wil sluiten met de meest gespannen vijf regio's (de metropoolregio Amsterdam, de metropoolregio Rotterdam-Den Haag, de regio Utrecht, de regio Eindhoven en de stad Groningen) die een sleutelfunctie vervullen.

Kamerbrief Beantwoording kamervragen van het lid Kops over de achterblijvende woningbouw 2019Z00072 d.d. 4 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 1422)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (tzt) op hoofdlijnen te informeren over de uitkomsten bezwaarzaak inzake misstanden corporatie Mijande: ministerie grijpt in.

Kamerbrief Kamervragen over misstanden bij woningcorporatie Mijande d.d. 31 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 1372)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister heeft op verzoek van Smeulders (GL) toegezegd het Radboud-onderzoek (het in beeld te brengen hoeveel meldingen er zijn, hoe het zit met het OM, en hoeveel er veroordeeld wordt na afronding) met een appreciatie naar de Tweede Kamer te sturen.

Plenair debat over discriminatie op de woningmarkt d.d. 26 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 66, item 20)

Het rapport van de Radboud Universiteit wordt in september 2019 verwacht. Kort daarna wordt de Tweede Kamer geïnformeerd.

De minister zegt toe - gelet op de toename van het aantal vragen aan KCAF uit gemeenten buiten de bekende 83- de mening deelt dat nader onderzocht moet worden waar in Nederland de funderingsproblematiek zich nog meer kan voordoen. De minister zal bezien op welke wijze dit vorm kan worden gegeven en Tweede Kamer over de uitkomsten hiervan te informeren.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen van het lid Nijboer over het bericht dat zeker 1 miljoen huizen in Nederland dreigen te verzakken d.d. 12 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2274)

De Tweede Kamer wordt in het 3e kwartaal 2019 geïnformeerd.

Op basis van de aanvragen zijn met alle gemeenten convenanten gesloten (inschatting van de het moment waarop de gebouwen van het aardgas af zijn) met daarin afspraken over de monitoring en het delen van kennis en ervaringen. De minister zegt toe de resultaten van de Tweede Kamer te delen.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Agnes Mulder over problemen met en leren van pilots aardgasvrije wijken voor de toekomstige wijkaanpak d.d. 16 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2326)

De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2019 geïnformeerd

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over het onderzoek van het accreditatiestelsel (in dat onderzoek zal ook aan de orde komen wat de toegevoegde waarde is van een wettelijk verplichte visitatie en de effecten van het eventuele schrappen van de visitatieplicht).

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe met betrekking tot de aangenomen motie Ronnes/Krol tav brandveiligheid seniorenwoningen (voor zomer 2019 is het onderzoek naar de gebruiksfunctie seniorenwoningen gereed) ook de conclusies over het gebruik van liften aan de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen overleg Bouwregelgeving/risicovloeren d.d. 20 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 194)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer een schriftelijke reactie toe op maatregelen Estland om buitenlandse beleggers te weren.

Plenair debat Het opkopen van huizen door beleggers d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 16)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe bij een voortgangsrapportage over de aanpak in Rotterdam inzicht te geven in het aantal veroordelingen voor discriminatie en vervolgstappen om ervoor te zorgen dat dit aantal stijgt (of de uitkomsten van het onderzoek van de Radboud Universiteit in beeld te brengen hoeveel meldingen er zijn, hoe het zit met het OM, en hoeveel er veroordeeld wordt).

Plenair debat over discriminatie op de woningmarkt d.d. 26 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 66, item 20)

Het rapport van de Radboud Universiteit wordt in september 2019 verwacht. Kort daarna wordt de Tweede Kamer geïnformeerd.

De minister zegt de toe met betrekking tot Transitie Kiesraad de Tweede Kamer voor einde zomerreces 2019 te informeren over budget, bevoegdheden en capaciteit.

Algemeen overleg Kiesrecht/Desinformatie en digitale inmenging d.d. 19 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer te informeren naar de uitkomsten van het onderzoek naar concurrentie van beleggers die woningen aankopen voor verhuur (buy-to-let). Dit zou een opdrijvend effect op de prijzen kunnen hebben.

Kamerbrief Beantwoording Kamervraag lid Kops over de vastgelopen woningmarkt 2019Z07620 d.d. 6 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2561)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe om samen met gemeenten op te pakken om een «participatieprotocol» te maken voor participatie bij vergunningsaanvragen. De minister wil dit invullen door samen met gemeenten voorbeelden te verzamelen en zal de Tweede Kamer informeren (bij voortgangsbrieven).

Plenair debat Invoeringswet omgevingswet (34 986) d.d. 19 februari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 28)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Algemene Zaken zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe zijn collega's in het kabinet te vragen om een overzicht van door het Rijk ingestelde commissies in hun begrotingen mee te nemen bij de opstelling van de Prinsjesdagstukken 2019 (T02653).

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen EK d.d. 30 oktober 2018 (Handelingen I 2018/19, nr. 5, item 3)

De Eerste Kamer wordt voor Prinsjesdag 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de start van het nieuwe parlementaire jaar (Prinsjesdag 2019) een brief te sturen over de stand van zaken van de herziening van het Gemeentefonds.

Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018

De Tweede Kamer wordt voor Prinsjesdag 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de voortgang van de uitvoering van de onderzoeksplicht voor gebouweigenaren met breedplaatvloeren te monitoren en daar de Tweede Kamer over te informeren.

Kamerbrief beoordeling van bestaande gebouwen met breedplaatvloeren d.d. 22 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Kamerstuk 28325, nr. 199)

De Tweede Kamer wordt in derde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de toe (bij het realiseren van duurzame transities, de inzet van kwetsbare groepen en het realiseren van innovatie kan voor een belangrijk deel via de weg van inkoop gebeuren) vanuit haar verantwoordelijkheid een strategische inkoopagenda op te stellen en aan de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2018 d.d. 15 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 31490, nr. 249))

De Tweede Kamer wordt medio september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer te informeren over het gebruik van tijdelijke huurovereenkomsten door verhuurders.

Kamerbrief Vragen van het lid Kops (PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over tijdelijke huurcontracten d.d. 17 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2700)

De resultaten van het onderzoek zijn in juli 2019 beschikbaar. De Tweede Kamer zal in september 2019 worden geïnformeerd.

De minister streeft er naar het advies (een nadere analyse en eventueel een vergelijking met het werkproces van de Nationale ombudsman of ervaringen in het buitenland, een advies geven over de wijze van organiseren van de functies preventie, onderzoek en advies rond klokkenluiders) van de heer Van Zutphen mogelijk nog voor het zomerreces aan de Tweede Kamer toe te zenden.

Kamerbrief Reactie heer Van Zutphen op verzoek te adviseren t.a.v. problematiek Huis voor klokkenluiders d.d. 17 juni 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 33258, nr. 42)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer over de uitkomsten van de gesprekken en de wijze waarop de ADV-functie (antidiscriminatievoorzieningen) versterkt zal worden te informeren..

Kamerbrief Voortgang kabinetsaanpak van discriminatie d.d. 12 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 30950, nr. 161)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe te kijken naar welke onderzoeken er al liggen naar het mechanisme achter leeftijdsdiscriminatie..

Algemeen overleg Discriminatie (Kamerstukken II 2018/19, 30950, nr. 162)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe (begin 2019) een brief over leefbaarheid in wijken, waarin ook uitgebreider wordt ingegaan op het RIGO-rapport Leefbaarheid in wijken.

Kamerbrief Beantwoording van de vragen van de nadere inbreng bij het verslag van het schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 inzake vereenvoudiging van de markttoets (Kamerstukken 32 84) d.d. 31 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35036, nr. 6)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister van JenV en BZK hebben de Tweede Kamer toegezegd gezamenlijk een brief te sturen met een nietje door alle onderzoeken (en maatregelen) om zo de Kamer een integraal beeld te geven hoe vaak bedreigingen aan burgemeesters voorkomen met de trends, de evolutiesturen.

Plenair debat over burgemeesters die met de dood worden bedreigd d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II, 2018/19, nr. 62, item 9)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

Het Kabinet beraadt zich over de wijze waarop nader invulling kan worden gegeven aan deze mede uit de AVG voortvloeiende verplichting (vervolgstap meer aandacht aan de begrijpelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en klantgerichtheid) van hun digitale dienstverlening en de minister zegt toe de Eerste Kamer te informeren (wanneer er meer duidelijkheid is) over (voornemens voor) concrete maatregelen.

Kamerbrief Reactie op Commissiebrief met nadere vragen Kabinetsreactie Rathenau rapporten d.d. 14 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, CVIII, nr. T)

De Kamers worden uiterlijk in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe een wetenschappelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de effecten van sociale media en internetzoekmachines in de aanloop naar de verkiezingen van maart en mei 2019. Het onderzoek zal naar verwachting starten begin 2019. De resultaten, waarover de Tweede Kamer zal worden geïnformeerd, zijn voorzien rond de zomer van 2019. Bij de vormgeving van het onderzoek zal rekening worden gehouden met de mogelijkheid om het onderzoek voor latere verkiezingen te herhalen.

Kamerbrief Desinformatie en beÍnvloeding verkiezingen d.d. 13 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 30821, nr. 51)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De Minister President zegt de Tweede Kamer toe (n.a.v. een interruptie van de heren Pechtold en Segers) een onderzoek naar de weerslag van het beleid ('sociale vernieuwing', 'grote steden beleid', «Vogelaarwijken» en hoe we in de toekomst bepaalde wijken verder kunnen ondersteunen. Plus daarbij betrekken: hoe een maatschappelijke diensttijd als middel kan worden toegevoegd. Hoe kunnen wij gebieden nieuwe kansen geven en ook kan het gebieden verbinden met andere gebieden..

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 21 september 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 3, item 6)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe (op korte termijn) een separaat wetsvoorstel inzake tijdelijk ontslag en vervanging gedurende de gehele zittingsperiode zwangere volksvertegenwoordigers in voorbereiding te nemen en ernaar te streven het wetsvoorstel op korte termijn aan de Tweede Kamer aan te bieden.

Kamerbrief Beantwoording kamervragen over zwangere volksvertegenwoordigers d.d. 21 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 777)

De Tweede Kamer wordt in 3e kwartaal 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te zijner tijd te informeren over de ervaringen met het afsprakenpakket op basis van de evaluatie en controles Audit Dienst Rijk (betreffende Controleafspraken aanbestedingen Rijksoverheid).

Kamerbrief Antwoorden VSO controleafspraken aanbestedingen Rijksoverheid d.d. 6 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 32440, nr. 103)

De Tweede Kamer wordt eind september 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe om na ontvangst van voorlichting van Raad van State te rapporteren over het evenwicht en ondersteuning bij uitvoering van strafrechtelijke taken, maar ook wat het in de keten doet met betrekking tot de bestuurlijke taken van de burgemeester. Minister geeft hierbij aan nog te zullen bezien of ze hier gezamenlijk met minister Grapperhaus (JenV) op reageert of afzonderlijk naar de Tweede Kamer.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (35 000-VII), Gemeentefonds (35000-B) en Provinciefonds (35000-C) d.d. 18 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zal op basis van de uitkomsten van de pilots van Aedes over collegiale hulp - naar verwachting na zomer beschikbaar - de Tweede Kamer informeren of er onnodige belemmeringen in wet- en regelgeving zijn.

Algemeen overleg Staat van de Volkshuisvesting/Woningcorporaties d.d. 21 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 421)

De uitkomsten van het traject van Aedes is nog niet bekend. Verwacht wordt dat de Tweede Kamer aan het einde van 2019 jaar nader geïnformeerd kan worden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lintmeijer (GroenLinks), toe ook haar te informeren over de reflectie op de voorlichting van de Raad van State over ondermijning en integriteit (T02657).

Plenair debat 34 716 Behandeling van het Initiatiefwetsvoorstel Jetten Deconstitutionalisering benoeming commissaris van de Koning en burgemeester d.d. 13 november 2018 (Handelingen I 2018/19, nr. 7, item 4)

De Eerste Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

Momenteel verkennen BZK, de Belastingdienst en Aedes de mogelijkheden om de inkomenstoetsing te digitaliseren (dit kan het risico op mogelijk frauduleuze praktijken aanzienlijk verkleinen). Over de voortgang van dit traject zal de minister de Tweede Kamer nader berichten..

Kamerbrief Kamervragen over frauduleuze bemiddelingsbureaus d.d. 8 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 1095)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 nader geïnformeerd

De minister zegt toe de Tweede Kamer later dit jaar over de uitkomsten van het verkennend onderzoek naar de mogelijkheid om een eenduidige richtlijn te ontwikkelen voor toegankelijk (ver)bouwen en de naar aanleiding daarvan met betrokken partijen gemaakte afspraken te informeren.

Kamerbrief Actieplan Toegankelijkheid voor de bouw; voornemens met betrekking tot de bouwregelgeving d.d. 12 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32757, nr. 154)

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de aanbeveling van de werkgroep (dat het goed zou zijn om burgemeesters een verantwoordelijkheid te geven bij het instellen en/of het activeren van gemeentelijke rekenkamers) verder op te pakken en uit te werken, samen met de betrokkenen in het lokaal bestuur en de Tweede Kamer over de verdere uitwerking nader te informeren.

Kamerbrief d.d. 18 juni 2019 Antwoorden op Kamervragen Özütok (GroenLinks) over het bericht 'burgemeester moet slapende rekenkamer wekken' (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 3065)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over voortgang m.b.t. de review door onafhankelijke deskundigen van de checklist met toegankelijkheidscriteria voor stemlokalen.

Algemeen overleg Kiesrecht/Desinformatie en digitale inmenging d.d. 19 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de begrotingsbehandeling te informeren over de uitkomsten van het campagne effecten onderzoek.

Algemeen overleg Kiesrecht/Desinformatie en digitale inmenging d.d. 19 juni 2019

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De minister heeft de Commissaris van de Koning om een ambtsbericht gevraagd. De minister gaat na of er nadere afspraken nodig zijn met de gouverneur EN gaat na om of de modelverordening Gedragscode, welke is opgesteld, nog up-to-date en toereikend is en zal de Tweede Kamer informeren.

Plenair debat Mondelinge vraag van het lid DEN BOER (D66) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht 'Provincie Limburg overtrad eigen regels met klussen voor oud-politici" (Nrc.nl, 27 juni 2019)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer voor begrotingsbehandeling BZK een brief te sturen met actuele ICT ontwikkelingen.

Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe in het tweede kwartaal van 2019 nog over: a) de ontmoediging van afsplitsingen in raden en staten, b) het bestuurlijke en juridische onderzoek naar een wettelijke integriteitregeling, c) de positie van de waarnemend burgemeester die wordt aangesteld om bestuurlijke verhoudingen te normaliseren, d) de verscherpte screening van (waarnemend en loco-) burgemeesters, en e) de mogelijkheden met betrekking tot uitbreiding van de gronden om uit het kiesrecht te worden ontzet (inclusief de grondwettelijke aspecten ervan) en het verbod om een bestuurlijke functie te bekleden te informeren..

Kamerbrief Uitwerking en planning acties en maatregelen ter versterking integriteit lokaal bestuur en aanpak bestuurlijke problemen d.d. 12 oktober 2018 (Kamerbrief Geactualiseerde masterplannen rijkskantoorhuisvesting 2017 d.d. 6 juli 2017 (Kamerstukken II 2018/19, 28844, nr. 156)

De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe te zijner tijd over de uitkomsten van het onderzoek van het CBS (grootschalig personeelsonderzoek onder ambtenaren in het openbaar bestuur en het onderwijs. Een module over agressie en geweld maakt hier onderdeel van uit) en de behoeftepeiling de Kamer te informeren..

Kamerbrief Agressie en geweld in de publieke sector d.d. 8 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 28684, nr. 539)

De Tweede Kamer wordt medio oktober 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over het onderzoek naar aansprakelijkheid van de bouwconsumenten.

Plenair debat Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34 453) d.d. 16 februari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 54, item 11)

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe over aanpassing instemming/notificatie bij VvE's (overleg loopt met JenV) de Tweede Kamer daarover (voor zomer 2019) te informeren.

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe met betrekking tot leveren zonne-energie aan buren de Tweede Kamer te informeren.

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

De Tweede Kamer wordt naar verwachting in najaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden De Graaf (D66), Barth (PvdA) en Bikker (ChristenUnie), toe om het Huis voor klokkenluiders in kaart te laten brengen waar er een reële benadeling van niet-werknemers ontstaat of zou kunnen ontstaan waartegen met een benadelingsverbod wellicht een wapen zou kunnen worden gegenereerd. Vervolgens komt hij ofwel met een wetsvoorstel ofwel met een toelichting waarom het buiten de wet om zou moeten worden opgelost. Binnen een maand komt de minister met een brief over hoe hij de motie-Bikker c.s. over deze materie uit gaat voeren (T02238).

Plenair debat Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (TK 34105) d.d. 9 februari 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 19, item 6)

De Eerste Kamer wordt voor 1 november 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe - jaarlijks - te rapporteren over de voortgang van het actieplan studentenhuisvesting 2018-2021. (Daarbij wordt ook aandacht besteed aan het beeld van studentenhuisvesting dat lokale partijen vaststellen en tenminste jaarlijks herijken. Tevens zal in de voorgangsrapportage worden ingegaan op de ontwikkeling van de lokale samenwerking die er in studentensteden is.).

Kamerbrief Aanbieding actieplan studentenhuisvesting en Landelijke Studenten Monitor 2018 d.d. 5 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 33104, nr. 20)

De Tweede Kamer wordt juni 2020 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe een afschrift van de reactie op de nog te verwachten brief naar aanleiding van de aangenomen VNG-motie over de vergoeding van raadsleden.

Algemeen overleg (Lokale) Democratie/ Demonstratie/ Nieuw Beleidskader Gemeentelijke herindeling d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe - na zomerreces 2019 - een brief over de toekomst van het openbaar bestuur, waarin nadere informatie zal worden verstrekt (uitwerking van de Thorbeckelezing).

Algemeen overleg (Lokale) Democratie/ Demonstratie/ Nieuw Beleidskader Gemeentelijke herindeling d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe informatie over het gesprek met de CdK's over de her- of benoemingsprocedures voor burgemeesters.

Algemeen overleg (Lokale) Democratie/ Demonstratie/ Nieuw Beleidskader Gemeentelijke herindeling d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe een goede balans te zoeken in de mix van technieken bij de toekenning van de volgende ronde proeftuinen (waaronder waterstof en groen gas). Ook wordt circulariteit meegenomen in de uitvraag van de volgende ronde proeftuinen. In de volgende evaluatie van de proeftuinen wordt inzicht gegeven in de kosten en de baten ten opzichte en de verwachtte CO2 winst..

Algemeen overleg Energiebesparing, aardgasvrije wijken en BENG-eisen d.d. 3 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2020 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe een Kabinetsreactie te geven op het rapport van het EIB over de kosten voor de gebouwde omgeving.

Plenair debat Debat over het pakket klimaatmaatregelen d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer zal in het vierde kwartaal 2019 worden geïnformeerd

De minister zegt de Tweede Kamer toe te onderzoeken wat de beste manier is om de eventuele verhoging van de maximale bestuurlijke boete in de Huisvestingswet 2014 onder de aandacht van de juiste doelgroep(en) te brengen.

Algemeen overleg Woonfraude d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 geïnformeerd

De minister zegt toe om in overleg te gaan met de corporaties over de mogelijkheden van een Huurderspaspoort en informeert de Tweede Kamer hierover.

Algemeen overleg Woonfraude d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over de uitkomsten van de overleggen met de gemeenten over gegevensuitwisseling en de eventuele vervolgstappen met een tijdspad.

Algemeen overleg Woonfraude d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 geïnformeerd.

De minister van BZK zegt toe een overzicht van het aantal gemeenten die gebruik maakt van een verordening die gegevensuitwisseling tussen gemeenten en corporaties mogelijke maakt naar de Tweede Kamer te sturen..

Algemeen overleg Woonfraude d.d. 27 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (in 2019) te informeren middels een verzamelbrief over: a) de wijze waarop de minister van BZK de Kamer informeert over de voortgang van de uitvoering van de bestuursafspraak, b) de uitkomsten van het overleg met de onderwijsinspectie, c) de uitkomsten van het overleg tussen provincie en de rechtbank Noord-Nederland en het hof Arnhem-Leeuwarden, d) de afspraken over de Fryske Akademy en de financiering van de Fryske Akademy, e). of en in hoeverre Friese gemeenteraden in het Fries vergaderen, f) de beantwoording van de betreffende bewindslieden van de vragen die zijn doorgeleid, g) de voorstellen van provincie en Rijk ten aanzien van de zichtbaarheid van het Fries.

Algemeen overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) d.d. 26 juni 2019

De Tweede Kamer wordt voor einde 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe (najaar 2019) een voortgangsrapportage over informatiebeveiliging naar de Tweede Kamer te sturen.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018 d.d. 20 juni 2019

De Tweede Kamer wordt voor einde 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (najaar 2019) nader te informeren over de eerste resultaten van het programma weerbaar bestuur.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018 d.d. 20 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister verwacht de Tweede Kamer (in najaar 2019 ) te kunnen informeren over de uitkomsten van de toetsen en het overleg met VNG en IPO inzake uitvoeringstoetsen voor het wetsvoorstel Open Overheid.

Kamerbrief Wetsvoorstel Open overheid d.d. 18 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35 112 nr. 5))

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe (eind 2019) de Tweede Kamer te informeren over de voortgang van het Fonds funderingsherstel (FDF).

Kamerbrief Nadere reactie op het rapport «Zicht op revolverende fondsen» AR d.d. 24 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 31865, nr. 149)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de monitor diversiteit in de 2 jaarlijkse staat van het bestuur naar de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt begin 2021 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (najaar 2019) te informeren over het beleid ten aanzien van de loonkloof man/vrouw.

Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe in kader van ontwikkeltraject «Aan de slag met persoonlijk opleidings- en ondersteuningsbudget voor raadsleden» de Tweede Kamer (eind 2019) te informeren over de verdere uitwerking van dit traject (traject met gemeenteraden en griffiers begeleidt de minister dit jaar gemeenten bij het effectief benutten van bestaande rechten, mogelijkheden en instrumenten en bij het voeren van een goed raadsbreed gesprek) en wordt of bestaande wet- en regelgeving nog bij de tijd is en eventuele aanpassing behoeft.

Kamerbrief Versterking en vernieuwing van de lokale democratie d.d. 26 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 100)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe om in het najaar 2019 de Tweede Kamer de resultaten van de verschillende acties tegen de aanpak van vocht- en schimmeloverlast en/of en zo ja welke aanvullende acties nodig zijn..

Kamerbrief Aanpak schimmelproblematiek d.d. 31 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 523)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe aan de slag te gaan met de aanbevelingen van de bestuurlijk regisseur (dhr. Karakus) o.a. door het organiseren van bestuurlijke tafels. De minister zal de Tweede Kamer informeren over de voortgang van het traject..

Kamerbrief Rapport bestuurlijk regisseur volkshuisvestelijke opgave Vestiagemeenten d.d. 9 juli 2019

De Tweede Kamer wordt in het vierde kwartaal van 2019 geïnformeerd.

De minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe in de Staat van de Woningmarkt 2019, die in het najaar van 2019 verschijnt, de resultaten te presenteren van de uitsplitsing van het actuele woningtekort naar segmenten van de woningmarkt..

Kamerbrief Beantwoording kamervragen over bericht dat Mitros bouwafspraken niet nakomt d.d. 4 juli 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 3340)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe, naar verwachting eind van het jaar, de voortgangsrapportage van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) naar de Tweede Kamer te sturen met daarbij de eerste resultaten van de lerende beleidsevaluatie. De eerste wetenschappelijke analyse is voorzien in de tweede helft van 2020.

Kamerbrief Evaluatie Proeftuinen Aardgasvrije Wijken d.d. 29 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 522)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (voor 1 januari 2020) nader te informeren over de HR ontwikkeling ten aanzien van ICT.

Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

Bij de invoering van de Wet aanpak woonoverlast is toegezegd de wet na twee jaar van een tussenevaluatie te voorzien waarbij wordt gekeken naar de werking van het instrumentarium in de praktijk. De minister zegt toe de uitkomsten hiervan eind 2019 de Tweede Kamer te doen toekomen..

Kamerbrief Beantwoording van verzoek van de leden Koerhuis (VVD), Beckerman (SP) en Ronnes (CDA) om een brief over de uitzending van de Monitor op 5 mei inzake burenoverlast d.d 28 juni 2019

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe in het najaar 2019 een nieuwe halfjaarlijkse voortgangsrapportage Nationale Woonagenda en de pijler toekomstbestendig wonen uit het IBP naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Voortgangsrapportage Nationale Woonagenda d.d. 25 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 531)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe in het najaar de Tweede Kamer over de vormgeving en invoeringsdatum van het Warmtefonds te informeren..

Plenair debat Debat over het pakket klimaatmaatregelen d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe nader te informeren over gesprek gemeenten en VNG (onderzoek) of het wettelijk percentage van de vrijkomende woningen dat gemeenten met voorrang mogen aanbieden aan woningzoekenden met economische in de Huisvestingswet.

Algemeen overleg Huuraangelegenheden d.d. 26 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 436)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer komend jaar te informeren over de resultaten van het onderzoek van Platform 31 inzake het in beeld te brengen in hoeverre gemeenten gebruik maken van de bestemmingscategorie sociale koop en hoe zij handhaven.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen GL over het bericht «met sociale koop gaat veel mis» d.d. 9 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19 Aanhangsel van de Handelingen 2018/19, 621)

De Tweede Kamer wordt in 2019 geïnformeerd.

De minister heeft op verzoek van de CU toegezegd om bij AMvB het toepassingsbereik van het projectuitvoeringsbesluit uit te breiden met energieprojecten. Dit kan bij de 20e tranche geregeld kunnen worden. Deze AMvB zal eerste helft 2019 in procedure worden gebracht.

Plenair debat Wijziging van de Crisis- en herstelwet in verband met het versnellen van woningbouw en het faciliteren van duurzame ontwikkeling, zoals het verduurzamen van het energiegebruik (35 013) d.d. 13 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 36, item 17)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister van BZK laat in 2019 de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal, in samenwerking met lokale organisaties, de kansen omtrent praktische verduurzamingsmaatregelen in woningen voor Caribisch Nederland in beeld te brengen. Milieu Centraal zal vervolgens via haar kanalen ook informatie geven over de mogelijkheden van energiebesparing voor de inwoners in Caribisch Nederland. De minister zal de Tweede Kamer van de bevindingen en voorlichtingsacties van Milieu Centraal op de hoogte brengen.

Kamerbrief Duurzaam bouwen en wonen in de overzeese Koninkrijksdelen d.d. 21 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35000-IV, nr. 36)

De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe eind 2019 de derde voortgangsrapportage van het Actieplan Bevolkingsdaling naar de Tweede Kamer te sturen. Deze rapportage zal tevens gebruikt worden als input voor de totale evaluatie van het programma bevolkingsdaling..

Kamerbrief Tweede voortgangsrapportage Actieplan Bevolkingsdaling d.d. 14 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 31575, nr. 97)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

Zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn of wanneer het Kabinet een nader standpunt heeft vastgesteld, met betrekking tot de omschakeling tussen winter- en zomertijd, wordt de Tweede Kamer geïnformeerd..

Kamerbrief Commissievoorstel betreffende het einde van de omschakeling tussen winter- en zomertijd d.d. 28 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 22112, nr. 2730)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de drie tijdsystemen nader multidisciplinair te onderzoeken, waarbij in ieder geval ook wordt gekeken naar de financiële gevolgen, grenseffecten, gevolgen voor ICT van de overheid en bedrijven en het milieu. De minister zal de Tweede Kamer over de uitkomsten informeren..

Kamerbrief Resultaten flitspeiling en interviews sectoren «zomertijd-wintertijd» d.d. 19 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35066, nr. 3)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De Europese Commissie zal de Nederlandse reactie de komende tijd bestuderen. Op basis van de reactie kan de Europese Commissie besluiten de inbreukprocedure verder voort te zetten of te beëindigen. De minister zal de Eerste- en Tweede Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen in deze procedure.

Kamerbrief Nederlandse reactie op MROA EPBD d.d. 20 augustus 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 30196, nr. 609)

De verwachting is dat de Tweede Kamer voor eind 2019 wordt geïnformeerd.

De minister wil wel opnieuw, op basis van de onderzoeken die reeds gedaan zijn, voor de Tweede Kamer uitschrijven waar elektronisch stemmen aan moet voldoen. Minister zegt vinger aan de pols te zullen houden hoe toegankelijkheid in het verkiezingsproces zich ontwikkelt..

Plenair debat Kiesrechtzaken d.d. 6 september 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 106, item 3)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd over de eerdere onderzoeken naar elektronisch stemmen. De ontwikkeling van de toegankelijkheid is weergegeven in de evaluatie van de verkiezingen en de rapportage van de minister van VWS over uitvoering van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VN-verdrag handicap) (Kamerstukken II, 2018/19, 24170, nr. 192)

De minister zet de Tweede Kamer toe een brief over positionering BiT binnen BZK ivm betere waarborging na 1 januari 2019 en reactie in de eindevaluatie (einde dit jaar) inzake bijstelling inhoudelijk en sterkte van het BiT.

Plenair debat Mondelinge vraag van het lid VAN DER MOLEN (CDA) aan de minister van Justitie en Veiligheid, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht ‘Grote ICT-projecten overheid zeker 1 miljard euro te duur’ (FD, 2 juli 2018) d.d. 3 juli 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 101, item 2)

De Tweede Kamer is op 29 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19 nr. 26 643, nr. 603) geïnformeerd dat - als gevolg van het bijgestelde tijdspad - aan het verzoek niet kan worden voldaan. Verwachting is dat eind 2019 een definitief besluit wordt genomen over de positionering van het BIT.

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe (najaar 2018) waarin meer inzicht wordt gegeven in de kosten van elektronisch stemmen.

Algemeen overleg Kiesrechtzaken d.d. 4 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 84)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

Op verzoek van de heer Bisschop komt er een brief aan de Tweede kamer inzake sancties op het ronselen van stemmers of het op internet of anderszins aanbieden van stempassen. (Daarover vindt er nog overleg plaats met het OM en de Raad voor de rechtspraak.).

Algemeen overleg Kiesrechtzaken d.d. 4 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 31142, nr. 84)

De toezegging wordt betrokken bij de voorbereiding van het wetsvoorstel ter beperking van de volmachtregeling in Caribisch Nederland, waarbij ook de verduidelijking c.q. aanscherping van enkele gerelateerde strafbepalingen ter hand wordt genomen, in het bijzonder artikel Z 8 van de Kieswet (toegezegd in evaluatie 2019).

De minister zegt toe het wetsvoorstel Appa-pensioenen in de eerste helft van 2019 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Evaluatie rechtspositie politieke ambtsdragers (Dijkstalwetgeving) d.d. 6 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 28479, nr. 78)

De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe verder te kijken hoe de social media-kant verder te kunnen verbeteren bij toekomstige verkiezingscampagnes en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken d.d. 26 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34960-VII, nr. 3)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ter Horst (PvdA), toe alle aanvragen van gemeenten en zijn beslissingen daarop m.b.t. de gebiedsaanwijzingen aan de Kamer te melden (T01895).

Plenair debat 33 797 Wet uitbreiding wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek d.d. 8 april 2014 (Handelingen I, 2013/14, nr. 26, item 76)

Doorlopend. Alle besluiten van de minister van BZK op de aanvragen van gemeenten m.b.t. de gebiedsaanwijzingen (toepassing H3 van de Wbmgp) worden ter kennisname aan beide Kamers toegezonden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Graaf (D66), toe de lacune van kandidaten die zich hebben afgesplitst, zich niet als vereniging organiseren en daardoor niet (direct) onder de wet vallen, bij een volgende gelegenheid te dichten, wanneer dit in de praktijk voorkomt (T01687).

Plenair debat 32752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen) d.d. 26 februari 2013 (Handelingen I, 2012/13, nr. 18, item 5)

De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over de voortgang van de werkzaamheden van de werkgroep (werkgroep/platform die in kaart in welke mate innovatieve concepten bijdragen aan besparingsdoelstellingen, wat de kosteneffectiviteit van het voorstel is en of het concept binnen bestaande wet- en regelgeving gerealiseerd kan worden).

Kamerbrief Motie Voortman (30196, nr. 491) d.d. 28 februari 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 30196 nr. 540)

De Tweede Kamer in het 4e kwartaal 2019 geinformeerd.

De minister zeg toe de Tweede Kamer (over twee jaar) te informeren over de meest recente leefbaarheidsontwikkelingen in Nederland aan de hand van een uitgebreide rapportage, gebaseerd op de uitkomsten van de Leefbaarometer 2018.

Kamerbrief Analyserapport Leefbaarometer 2016 d.d. 8 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 32847, nr. 312)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

In het kader van verticaal toezicht is WSW bezig om te bezien waar de uitgangspunten van de parameters en de normering van de financële ratio's aan moeten voldoen. De rekenrente maakt onderdeel uit van dit gehele onderzoek. Naar verwachting is het onderzoek (borgstelsel) medio volgend jaar afgerond. De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

Gebouwgebonden financiering is een belangrijk thema in de verduurzaming. De minister geeft aan nog aan de slag te moeten met de uitwerking van het regeerakkoord op het gebied van verduurzaming. De minister zegt toe in het eerste kwartaal 2018 de Tweede Kamer hier nader over te informeren.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2019 geinformeerd.

Er zijn verschillende initiatieven op het gebied van gebouwgebonden financiering (bijv. Deventer en Zoetermeer). De minister geeft aan dat het goed is om te kijken of er in de sfeer van juridische randvoorwaarden nog belemmeringen of mogelijkheden zijn om dat op een grotere schaal te gaan doen. De minister zegt toe de Tweede Kamer in het voorjaar 2018 per brief te informeren over welke lessen men uit deze initiatieven kan trekken.

Wetgevingsoverleg Wonen en Ruimtelijke Ordening d.d. 11 december 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-XVIII, nr. 39)

De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2019 geinformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Engels (D66) en Duthler (VVD), toe om, als er initiatieven vanuit de Tweede Kamer op het punt van horizontale werking van artikel 13 Grondwet komen, deze waar mogelijk te ondersteunen (T02460)..

Plenair debat 33 989 Verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim d.d. 4 juli 2017 (Handelingen I, 2016/17, nr. 34, item 5)

De toezegging ziet - blijkens de toezegging zelf -op een reactie van de minister in geval van nieuwe initiatieven vanuit de Tweede Kamer. Daaromtrent zijn nog geen nieuwe ontwikkelingen bekend.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe met de gemeenten in gesprek te gaan over ondersteuning bij de toetsing van projecten, in het bijzonder die in de gevolgklassen 2 en 3 (T02463).

Plenair debat 34 453 Kwaliteitsborging voor het bouwen (eerste termijn) d.d. 4 juli 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 34, item 6)

De Eerste Kamer wordt eind december 2019 geïnformeerd

De minister zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over de uitkomsten van de bijeenkomsten met gemeenten (de mogelijkheden en wensen voor lokaal maatwerk te bespreken en te bekijken op welke punten het nodig is de Gemeentewet te herzien) en het voornemen tot herziening van de organieke wetgeving.

Kamerbrief Kamerbrief met aanvullende informatie over herziening organieke wetgeving en experimenten d.d. 12 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34775-VII, nr. 58)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe om te kijken of particuliere verhuurders gebruik kunnen maken van gebouw gebonden financiering en de Kamer daarover te informeren.

Plenair debat Huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen d.d. 12 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 73, item 8)

De Tweede Kamer wordt in het vierde kwartaal 2019 geinformeerd

De minister zegt toe het wetsvoorstel Aanvullingswet Grondeigendom 2e helft 2019 naar de Kamers te sturen.

Kamerbrief EK/TK Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW d.d. 8 maart 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 33118 nr. AF en 33118 nr. 102)

De Kamers worden in 2e helft 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur over zowel de kansen als de bedreigingen van digitalisering voor de Nederlandse democratie en het wenselijke handelingsperspectief naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen van het lid Verhoeven over Cambridge Analytica d.d. 25 mei 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 2215)

De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe de vragen over datamisbruik (BinnenlandsBestuur) schriftelijk te beantwoorden.

Algemeen overleg Integriteit d.d. 24 april 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 28844, nr. 151)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer op gezette momenten op de hoogte te houden van de monitoring van de gedragsrichtlijnen met techbedrijven. De eerste update volgt waarschijnlijk al voor de verkiezingen.

Algemeen overleg Desinformatie / digitale inmenging d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 22112, nr. 2786)

Op 14 mei 2019 is een eerste brief over de voortgang van het EU actieplan desinformatie gedeeld (Kamerstukken II 2018/19, 30 821, nr. 74). Voor de begrotingsbehandeling 2019 zal de Tweede Kamer over de verdere voortgang worden geïnformeerd.

De minister zegt toe, wanneer de resterende onzekerheden rond de beleidswaarde zijn weggenomen kunnen Aw en WSW de normering van de financiële ratio's eind dit jaar definitief gaan vaststellen, de Tweede Kamer zal informeren.

Kamerbrief Onderzoek maatschappelijke opgaven en financiële slagkracht corporaties, publicatie IBW en voortgang moties verduurzaming woningvoorraad d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 472)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De minister onderzoekt samen met Kadaster, DNB en de UVA in hoeverre sprake is van een prijseffect op woningen door de toenemende activiteit van particuliere beleggers in stedelijke gebieden. Wanneer er sprake is van een prijsopdrijvend effect kan dit een aanwijzing zijn voor de verdringing van starters van de woningmarkt, en voor andere risico's. De Tweede Kamer wordt hier later dit jaar over geïnformeerd..

Kamerbrief Stand van zaken beleggers op de woningmarkt d.d. 12 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 469)

Beide Kamers worden in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe met betrekking tot laadpunten: Vanuit implementatie EPBD III wordt hieraan gewerkt. In najaar 2019 wordt Tweede Kamer geïnformeerd over eisen aan aantal oplaadpunten en laadinfrastructuur.

Algemeen overleg Energiebesparing en energieprestatie van gebouwen d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 30196, nr. 637)

De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2019 geïnformeerd.

In navolging van het ROB-advies «Voor de publieke zaak» is het de bedoeling om een onderzoek te doen naar de vergoeding voor Statenleden en algemeen bestuursleden. De minister zegt toe op grond van de onderzoeksresultaten te beoordelen of een aanpassing van de vergoedingen aangewezen is. De Tweede Kamer zal over de uitkomsten van dit onderzoek geïnformeerd worden..

Kamerbrief Kabinetsreactie ROB-advies «Voor de publieke zaak» d.d. 11 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VII, nr. 88)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe een overzicht van bestaande ecologische woonzones.

Plenair debat Energiebesparing/Energieprestatie van gebouwen d.d. 13 maart 2019 (Handelingen II, 2018/19, nr. 62, item 14)

De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2019 beantwoord

De minister stuurt de Tweede Kamer - voor de wetsbehandeling - een brief met betrekking tot bestaande mogelijkheden voor een bouwplicht.

Algemeen overleg Staat van de woningmarkt d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 514)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe dit jaar de verkenning omtrent gelijkebehandelingswetgeving in Caribisch Nederland naar de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen overleg Discriminatie (Kamerstukken II 2018/19, 30950, nr. 162)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe (voor einde 2019) met de beleidsconclusies naar aanleiding van het CPB onderzoek over cycliciteit.

Algemeen overleg Staat van de woningmarkt d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 514)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe over de wijze waarop de aangenomen motie Smeulders/ Van Eijs (Kamerstuk 34986, nr. 24) uitgevoerd gaat worden de Tweede Kamer te infomeren.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen GroenLinks en D66 over de Nationale landschap enquête van Natuurmonumenten d.d. 8 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2188)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister van BZK gaat komende periode in gesprek met de belangrijkste stakeholders om te bezien welke aanpassingen wenselijk en mogelijk zijn n.a.v. de evaluatie van het Wetsvoorstel voor de Energieprestatievergoeding (EPV). De minister verwacht de Tweede Kamer eind dit jaar over de uitkomst te kunnen informeren.

Kamerbrief Evaluatie energieprestatievergoeding d.d. 5 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34228, nr. 25)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe in de WNT-Jaarrapportage 2018, die eind 2019 wordt gezonden, de Tweede Kamer (wederom) te informeren over de voortgang van de tweede wetsevaluatie WNT.

Kamerbrief d.d. 7 mei 2019 Verslag tweede inbreng schriftelijk overleg Wet normering topinkomens (Kamerstukken II 2018/19, 30111, nr. 21)

De Tweede Kamer wordt voor einde 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe (najaar 2019) met een brief te komen waarin voortgang en de onderzoeken inzake Veilige Publieke Taak aan de Tweede Kamer gerapporteerd worden.

Algemeen overleg Evaluatie Veilige Publieke Taak d.d. 16 mei 2019

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe het wetsvoorstel (na zomerreces 2019) inzake maximale huursomstijging voor woningcorporaties (met deze maatregel wordt de gemiddelde huurontwikkeling voor zittende huurders gematigd).

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in september 2019 aan de Tweede Kamer aangeboden.

De minister zegt toe het wetsvoorstel met de volgende maatregelen de differentiatie van de DAEB-inkomensgrenzen naar huishoudentype, aanpassing van de inkomensafhankelijke huurverhoging voor een passende huur bij hoge inkomens, invoering van een hogere toegestane huurverhoging voor zeer lage huren en zo nodig een regeling voor tijdelijk huurkorting voor woningcorporaties begin december 2019 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 517)

Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in december 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

De minister streeft ernaar het wetsvoorstel Nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen (eind 2019) naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Verzoek vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken d.d. 26 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35165, nr. 3)

Het streven is het wetsvoorstel in september 2019 zo spoedig mogelijk voor advies aan te bieden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

De minister zegt toe (in de begroting van 2020) de Tweede Kamer nader te informeren over de versterking van het primair proces voor een impuls aan de ICT, opleidingen van medewerkers en extra medewerkers bij de Huurcommissie, waar ca. 4 miljoen nodig is (en of dit voldoende is).

Kamerbrief d.d. 26 april 2019 Beantwoording vragen van de leden Smeulders (GroenLinks), Nijboer (PvdA) en Ronnes (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over de Huurcommissie (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2460)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de wetswijziging maximale huursomstijging conform de afspraken hierover in het Sociaal Huurakkoord aan te passen. Dat wil zeggen dat de huurverhogingen bij nieuwe verhuringen en huurverhogingen wegens woningverbetering (waaronder verduurzaming) niet meer in de berekening meetellen kort na zomerreces 2019 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in september 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

De minister zegt toe het wetsvoorstel inzake maatregel die ik naar aanleiding van het Sociaal Huurakkoord genomen wordt dat voor zeer lage huren een hogere huurverhoging wordt toegestaan om sneller tot een betere prijskwaliteitverhouding te kunnen komen begin december 2019 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in december 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Wanneer de lokale contexten waarin een corporatie actief is sterk verschillen kan dit betekenen dat de Aw in het toezicht of de vergunningverlening hiernaar differentieert. Deze wijze waarop dit wordt vormgegeven is voorwerp van nadere uitwerking. De minister zegt toe de Tweede Kamer daarover te informeren (later dit jaar).

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De Aw heeft een traject in gang gezet om de beoordeling door de verschillende inspecteurs verder te uniformeren. Dit betreft het doen van vergelijkbare beoordelingen in vergelijkbare gevallen. Ook in een situatie waarbij de lokale context meer meegewogen gaat worden blijft dit principe gelden. Bij de nadere uitwerking zegt de minister de Tweede Kamer te informeren.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (later dit jaar) te informeren over de uitkomsten van de noodzaak om naast de reguliere mogelijkheden voor huurbevriezing en huurverlaging een specifieke regeling voor tijdelijke huurkorting te introduceren.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

De Tweede Kamer wordt voor einde 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe (later dit jaar) de IBO-Toeslagen naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe (in 2019) inzake de voortgang over het gebruik van open data bij decentrale overheden.

Algemeen overleg Sociaal domein/ Interbestuurlijk programma d.d. 25 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34477, nr. 65)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt toe medio 2019 een brief over de monitoringsresultaten met een inhoudelijk beeld van waar wij bij inwerkingtreding Omgevingswet met de implementatie moeten staan, en waar wij zouden willen staan naar de Eerste Kamer te sturen.

Kamerbrief d.d. 25 april 2019 inzake proces tot inwerkingtreding Omgevingswet 1 januari 2021 (Kamerstukken I, 2018/19, 33118, nr. AU)

De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt eind 2019 de Eerste Kamer een brief toe waarin aangeven wordt of de inwerkingtreding per 2021 haalbaar is en/of welke extra maatregelen nodig zijn.

Kamerbrief d.d. 25 april 2019 inzake proces tot inwerkingtreding Omgevingswet 1 januari 2021 (Kamerstukken I, 2018/19, 33118, nr. AU)

De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Fiers (PvdA), Lintmeijer (GroenLinks) en Bikker (ChristenUnie) toe om de Kamer vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet jaarlijks een voortgangsrapportage te sturen. Hierbij wordt ook een plan van aanpak voor de monitoring en de tussentijdse evaluatie gevoegd. De minister zal in de voortgangsrapportage ingaan op de routekaart voor gebouwen in de gevolgklassen 2 en 3 (T02737).

Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10)

De Eerste Kamer wordt in juli 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe voor het einde van het jaar het advies op de wetgevingsproducten, door de Adviescommissie Omgevingswet uitgebracht, naar de Eerste Kamer te sturen.

Kamerbrief Advisering Integrale Adviescommissie Omgevingswet en over vervolgproces EK behandeling stelselherziening d.d. 15 maart 2019 (Kamerstukken I 2018/19, 33118, nr. AT)

De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zal de Tweede Kamer informeren over de aanpak van de woondeals en gaat naar aanleiding van het overleg met Utrecht in op de eventuele noodzaak om een aparte deal met Amersfoort te sluiten.

Algemeen overleg Staat van de woningmarkt d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 32847, nr. 514)

De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2020 geïnformeerd.

De minister zegt de Eerste en Tweede Kamer toe periodiek, en aanvankelijk jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van het meerjarenplan ihkv de verbetering van de digitale informatiehuishouding (Woo) te rapporteren..

Kamerbrief Wetsvoorstel Open overheid d.d. 2 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35112, nr. 4)

De Kamers worden voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe bij de heroverweging van de verdeelmaatstaven van het Provinciefonds naar de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting te kijken (T02426).

Plenair debat Vereenvoudiging verdeelmodel Provinciefonds, nr. 34568 d.d. 23 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 28, item 8)

De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe de rapportage met de geanalyseerde resultaten van de gesimuleerde verkiezing toe te sturen (test met internetstemmen).

Kamerbrief Diverse verkiezingsonderwerpen d.d. 27 september 2016 (Kamerstukken II 2016/17, 34384, nr. 9)

De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe de formulering van de artikel 93 en 94 Grondwet te betrekken in een meer integrale grondwetsherziening (31.570) (T01443).

Plenair debat Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (TK 31.570, nr. 20 ) op het advies van de Staatscommissie Grondwet (31.570) d.d. 7 februari 2012 (Handelingen I 2011/12, nr. 18, item 3 en 5)

De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

Op de vraag van de heer Heijnen over een protocol voor ambtenaren, stelt de minister dat als het gaat om een code of een andere nog nader te vinden vorm, hij dat toezegt en de Tweede Kamer zal informeren.

Plenair debat Begroting BZK 19 december 2012 (Handelingen II 2012/13, nr. 37, item 8)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Flierman (CDA) en Jorritsma-Lebbink (VVD), toe dat zij bij de vormgeving van de AMvB zal aangeven hoe zij omgaat met het toepassen van de bandbreedtebenadering op kwalitatieve milieunormen betreffende geluid, geur en bodem (T02248).

Plenair debat Omgevingswet d.d. 15 maart 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 23, item 3)

De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe dat bij het invoegen van de Waterwet gereflecteerd wordt op de weging van het aspect «waternorm» (T02252).

Plenair debat Omgevingswet d.d. 15 maart 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 23, item 3)

De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2020 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe de mogelijkheid van een instrumentondersteuning voor lokale politieke partijen ten behoeve van financiële rapportage te betrekken bij de voorbereiding van het wetsvoorstel dat de financiering van deze partijen regelt (T01688).

Plenair debat 32752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen) d.d. 26 februari 2013 (Handelingen I, 2012/13, nr. 18, item 5)

De Tweede Kamer wordt uiterlijk begin 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de meerjarige personeelsplanning.

Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt 1e kwartaal 2020 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe (begin 2020) in de voortgangsrapportage ICT nader in te gaan op de aanbestedingsstrategie.

Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt begin 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (begin 2020) te informeren over de resultaten van de uitvoering van motie Sjoerdsma met betrekking tot seksuele intimidatie op de werkvloer.

Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 3 juli 2019

De Tweede Kamer wordt begin 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe begin 2020 de evaluatie van de verhuurdersheffing naar de Tweede Kamer te sturen. Daarin zal ook een stand van zaken gegeven worden over de heffingsvermindering voor verduurzaming..

Kamerbrief Reactie op verzoek van de leden Van Eijs en Dik-Faber, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 23 april 2019, over het sluiten van de heffingsvermindering voor verduurzaming in de verhuurderheffing d.d. 21 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 30196, nr. 649)

De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2020 geïnformeerd.

De minister zal het digitaal begraven vanwege de privacyaspecten bespreken met de minister van JenV. De Tweede Kamer ontvangt van het Kabinet (digitaal en op papier) nadere informatie over digitaal begraven en digitale nalatenschap.

Notaoverleg Naar een moderne uitvaartwet' en kabinetsvoornemens wijziging van de wet op de lijkbezorging d.d. 27 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35077, nr. 12)

De Tweede Kamer ontvangt begin 2020 de voortgang en vervolgstappen inzake het digitaal begraven en de digitale nalatenschap.

De minister zegt toe (eerste helft 2020) de Tweede Kamer te informeren over de genoemde maatregelen (In kader van doorontwikkeling van het rijksbrede integriteitsbeleid).

Kamerbrief Rol en positie interne en externe vertrouwenspersonen en verkenning rijksbrede escalatiemogelijkheid d.d. 20 juni (Kamerstukken II 2018/19, 28844, nr. 183)

De Tweede Kamer wordt eerste helft 2020 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Kappen (VVD), Rombouts (CDA) en Bikker (CU), toe het functioneren van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) al na twee jaar te evalueren, inclusief de relatie met de ministeriële verantwoordelijkheid (T02465)..

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Regeerakkoord Rutte III: evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020. Zie Kamerstukken II, 2017/18, 34 588, nr. 69 d.d. 15 december 2017 en Kamerstukken I, 2017/18, 34 588, nr. G, d.d. 6 april 2018.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe om over twee jaar evalueren of het overleg tussen de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) tot voldoende rechtseenheid leidt. Bij een «clash» tussen beide organen zal de minister daarover - openbaar of vertrouwelijk - aan de Kamer rapporteren (T02468)..

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Regeerakkoord Rutte III: evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020. Zie Kamerstukken II, 2017/18, 34 588, nr. 69 d.d. 15 december 2017 en Kamerstukken I, 2017/18, 34 588, nr. G, d.d. 6 april 2018.

De Minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verheijen (PvdA), toe dat zij de effecten op burgers en bedrijven inzake administratieve lasten steeds bij AMvB's, de invoeringswet en andere regelingen ten aanzien van de Omgevingswet, in beeld zal brengen (T02249).

Plenair debat Omgevingswet d.d. 15 maart 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 23, item 3)

Dit is een doorlopende toezegging. De Eerste Kamer wordt geïnformeerd wanneer nodig tot de wet is ingevoerd medio 2020.

De minister zegt de Tweede Kamer toe naar verwachting in het voorjaar 2020, na afronding van bovengenoemde onderzoeken, te informeren over de voorgenomen aanpassing van de verdeling van de middelen voor het sociaal domein in het gemeentefonds.

Kamerbrief Vervolgstappen evaluatie verdeelmodellen sociaal domein d.d. 5 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34477, nr. 39)

De Tweede Kamer wordt medio voorjaar 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe - in het kader van de herijking van de verdeling van het Gemeentefonds - de Tweede Kamer in het voorjaar van 2020 te informeren over de nieuwe verdeling.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018 d.d. 20 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe in 2020 de Tweede Kamer opnieuw te informeren over de voortgang van de ondernomen acties en de door mij gevoerde gesprekken m.b.t. studentenhuisvesting.

Kamerbrief Voortgang landelijk actieplan studentenhuisvesting d.d. 24 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 33104, nr. 21)

De Tweede Kamer wordt medio 2020 geïnformeerd.

De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Flierman (CDA), Postema (PvdA) en Schalk (SGP), toe dat: de minister van Economische Zaken naar de problematiek van de provincie Zeeland kijkt en de Kamer daarover een brief stuurt; De minister zelf na het verschijnen van het advies van de commissie-Jansen II met het IPO zal overleggen en naar verdere ontwikkeling van het verdeelmodel van het Provinciefonds zal kijken (T02425).

Plenair debat Vereenvoudiging verdeelmodel Provinciefonds, nr. 34568 d.d. 23 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 28, item 8)

De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2020 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken zegt de Eerste Kamer toe de uitleg van de door de Tweede Kamer aanvaarde amendementen en de verdere uitwerking van het beoogde stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen zo veel als mogelijk vast te leggen in de lagere regelgeving (T02735).

Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10)

De Eerste Kamer wordt 31 december 2019 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer toe dat tot aan de inwerkingtreding van de wet proefprojecten georganiseerd zullen worden, om zo veel mogelijk ervaringen op te doen die kunnen worden meegenomen bij de implementatie van het stelsel (T02736).

Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10)

De Eerste Kamer wordt eind 2020 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Fiers (PvdA), toe zich in te zullen zetten voor standaardisering door middel van erkende technische goedkeuringen (ETG's) (T02739).

Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10)

De Eerste Kamer wordt voor 31 december 2019 geïnformeerd

De minister zegt toe de voorgenomen wetswijziging op het gebied van verduurzaming voor de zomer van 2020 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Toezegging loopt mee in wetsvoorstel nav evaluatie Woningwet. Indiening voorzien voor de zomer van 2020.

De minister zegt toe het wetsvoorstel van maatregelen die voortvloeien uit de evaluatie van de herziene Woningwet voortvloeien: ruimte voor lokale invulling door detailregelgeving en uitvoeringsvoorschriften te schrappen en de wet meer naar principes in te richten, belemmeringen voor verduurzaming door corporaties wegnemen, meer slagkracht voor leefbaarheid geven door het maximumbedrag af te schaffen en regels rondom maatschappelijk vastgoed vereenvoudigen om betere samenwerking op wonen, zorg en welzijn te faciliteren voor zomer van 2020 naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Toezegging loopt mee in wetsvoorstel nav evaluatie Woningwet. Indiening voorzien voor de zomer van 2020.

De minister zegt toe (na zomer 2019) de wetswijziging (dubbeling) uit Overlegwet te halen bij afstemming huurdersorganisaties bij prestatieafspraken en deze mee te nemen bij de overige wetswijzigingen die uit de evaluatie van de herziene Woningwet voortvloeien.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Toezegging loopt mee in wetsvoorstel nav evaluatie Woningwet. Indiening voorzien voor de zomer van 2020.

De minister zegt toe de wetsvoorstellen die beogen in de regelgeving meer afwegingsruimte te geven aan de toezichthouder worden (tweede helft 2019) aan de Tweede Kamer te sturen.

Kamerbrief Beantwoording vragen over de brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet van 22 februari 2019 d.d. 19 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32847 nr. 517)

Toezegging loopt mee in wetsvoorstel nav evaluatie Woningwet. Indiening voorzien voor de zomer van 2020.

De minister zegt de Tweede Kamer toe de jaarlijkse berichten over de voortgang van de versterking van de lokale democratie naar de Eerste Kamer te sturen..

Kamerbrief Plan van aanpak Versterking lokale democratie en bestuur d.d. 14 januari 2019 (Kamerstukken I, 2018/19, 34775-VII, nr. H)

De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Eerste Kamer te informeren, na overleg met alle betrokken partijen, uiterlijk een half jaar voor inwerkingtreding van het beoogde stelsel bekend maken in hoeverre het stelsel op een verantwoorde wijze kan worden ingevoerd.

Kamerbrief Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34 453) d.d. 26 maart 2019 (Kamerstukken I 2018/19, 34453, nr. M)

De Eerste Kamer zal half juli 2020 worden geïnformeerd.

De minister zegt toe de Eerste Kamer op de hoogte te houden over het Verbond van Verzekeraars starten. Vervolgens zal ik uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang van het overleg over een zogenoemde first-party-verzekering (in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de markt om het aanbieden van betere verzekeringen op te pakken).

Kamerbrief Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34 453) d.d. 26 maart 2019 (Kamerstukken I 2018/19, 34453, nr. M)

De Eerste Kamer zal half juli 2020 worden geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer (zomer 2020) per brief te informeren over de voortgang van het Kustpact.

Kamerbrief De voortgang van het Kustpact d.d. 6 juni 2019 (Kamerstukken II, 2018/19, 29383, nr. 326)

De Tweede Kamer wordt in zomer 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren zodra duidelijkheid bestaat over de ruimte van private keurmerken naast de voorgeschreven Europese CE-markeringen. De minister wacht op antwoord van de Europese Commissie over dit vraagstuk.

Algemeen overleg Bouwregelgeving d.d. 29 juni 2016 (Kamerstukken II 2016/17, 28325, nr. 160)

Naar verwachting kan de Tweede Kamer op zijn vroegst in september 2020 worden geïnformeerd.

De Tweede Kamer is gemeld dat het adviestraject van de Gezondheidsraad naar de effecten van PUR-schuim anderhalf tot twee jaar zal gaan duren. Daarna komt er een kabinetsreactie naar de Tweede Kamer.

Kamerbrief Kamervragen van de leden Von Martels en Ronnes (beiden CDA) en Beckerman (SP) over PUR-schuim in Vriezenveen d.d. 26 september 2018 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 83)

De Tweede Kamer wordt medio september 2020 geïnformeerd.

De minister zegt toe veel waarde te hechten aan het zorgvuldig en respectvol ruimen van graven. De verantwoordelijkheid hiervoor berust bij betrokken organisaties. De minister zal informatie verzamelen over de geldende (lokale) voorschriften voor het ruimen en de toepassing ervan en zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten.

Kamerbrief Naar aanleiding van het nota-overleg «Naar een moderne uitvaartwet» d.d. 28 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35077, nr. 13)

Dit onderzoek is naar verwachting voor de zomer van 2020 afgerond. De Tweede Kamer wordt over de resultaten van het onderzoek en het vervolg geïnformeerd.

De minister is voornemens om elke twee jaar de Tweede Kamer te rapporteren over het aantal standplaatsen; de eerste rapportage staat gepland in 2020.

Kamerbrief Aanbieding nulmeting woonwagenstandplaatsen d.d. 12 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35000-VIII, nr. 12)

De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2020 geïnformeerd.

De minister zegt de Tweede Kamer toe in 2020 de evaluatie toepassing Wbmgp (betreft de 5-jaarsevaluatie) toe te zenden.

Wetgevingsoverleg Uitbreiding wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, Woningwet, Huisvestingswet d.d. 3 maart 2014 (Kamerstukken II, 2013/14, 32271, nr. 30)

De Tweede Kamer wordt in 2020 geïnformeerd over de toepassing van de Wbmgp.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de initiatiefnemers zeggen de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Schouwenaar (VVD), Van Bijsterveld (CDA), Vos (GroenLinks) en Bikker (ChristenUnie), toe in de evaluatie van het Huis voor klokkenluiders over vijf jaar de volgende punten mee te nemen: - al dan niet vervolgen van klokkenluiders die een melding hebben gedaan; - onderzoeken door het Huis; - openbaarheid; - ontbreken van rechtsmiddelen; - cultuurverandering; - de governancestructuur van het Huis (T02234).

Plenair debat Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (TK 34105) d.d. 9 februari 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 19, item 6)

De toezegging wordt medio 2020 afgedaan na aanbieding van de evaluatie aan de Eerste Kamer.

De minister werkt samen met medeoverheden aan onderzoeken om te komen tot herziening van de verdeling van de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Het streven is dit in te kunnen laten gaan per 1 januari 2021, wat inhoudt dat ik de uitkomsten van de onderzoeken uiterlijk in de meicirculaire 2020 bekend wil maken. De minister zegt de Tweede Kamer toe tussentijds de Tweede Kamer te informeren over de stand van zaken.

Kamerbrief Schriftelijke vragen (vraag 3) 35000-B d.d. 12 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 35000-B, nr. 5)

De Tweede Kamer wordt medio 2020 geïnformeerd.

De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verheijen (PvdA), toe dat zij zal bezien hoe in het implementatieprogramma aandacht besteed kan worden aan het belang van een goede informatiepositie van burgers bij participatie. Daarnaast zal zij in de invoeringsregelgeving ook nadere regels stellen over de kwaliteit en de beschikbaarheid van omgevingsdocumenten en gegevens om de deugdelijkheid en de toegankelijkheid van gegevens te borgen (T02431).

Plenair debat Behandeling Ontwerpbesluiten Omgevingswet d.d. 30 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 29, item 7)

De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2021 geïnformeerd.

De minister zegt toe na afronding van de pilots (eind 2020) bij gemeenten, waarbij met inzet van (big) data-analyses wordt getracht verdiepend inzicht te verkrijgen op de ondermijningsproblematiek op vakantieparken de Tweede Kamer over de resultaten te informeren.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over illegale bewoning op vakantieparken d.d. 15 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 1919)

De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2021 geïnformeerd.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe om met Aedes te overleggen over de regeling voor het opzeggen van de huur in geval van huizen voor grote gezinnen, waarbij hij specifiek zal ingaan op de situatie van een gezin met minderjarige, schoolgaande kinderen. Hij komt tevens op het onderwerp terug in de evaluatie (T02277).

Plenair debat Wet doorstroming Huurmarkt d.d. 12 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 27, item 3)

De Eerste Kamer wordt tussentijds separaat en bij de evaluatie in 2021 geïnformeerd.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe de beschikbare informatie over de effecten van de wet mee te nemen in de jaarlijkse rapportages aan de Kamer (T02265).

Plenair debat Initiatiefvoorstel Schouten Aanvulling van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik voor de tijdelijke huisvesting van jongeren (34 156) d.d. 22 maart 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 24, item 10)

De Eerste Kamer wordt medio 2021 geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe in de evaluatie na vijf jaar expliciet aandacht te besteden aan de toepassing van de nieuwe technieken en de gevolgen daarvan voor de persoonlijke levenssfeer, en de Kamer daarover openbaar of vertrouwelijk te informeren. Als de lichamelijke integriteit in het geding is bij de inzet van deze technieken, dient eerst een ethische discussie in het parlement plaats te vinden (T02471)..

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Regeerakkoord Rutte III: evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020. Zie Kamerstukken II, 2017/18, 34 588, nr. 69 d.d. 15 december 2017 en Kamerstukken I, 2017/18, 34 588, nr. G, d.d. 6 april 2018.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Bikker (ChristenUnie), toe het beleggen van de klachtbehandeling bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in plaats van bij de Ombudsman bij de evaluatie te betrekken en om daarbij vanuit het burgerperspectief te bekijken of dit het indienen van klachten belemmert (T02474)..

Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8)

Regeerakkoord Rutte III: evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020. Zie Kamerstukken II, 2017/18, 34 588, nr. 69 d.d. 15 december 2017 en Kamerstukken I, 2017/18, 34 588, nr. G, d.d. 6 april 2018.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Schouwenaar (VVD), Koole (PvdA), Van Bijsterveld (CDA), De Boer (GroenLinks), Kuiper (ChristenUnie) en Holdijk (SGP), toe om bij de volgende evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling een voorstel te doen om artikel 5, lid 2, onderdeel d te schrappen (T01970).

Plenair debat Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling (33 344) d.d. 27 mei 2014 (Handelingen I, 2013/14, nr. 31, item 12)

De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe de beleidsvisie over het onderwerp «vrijgeven van overheidssoftware als opensourcesoftware» en hierin ook meegenomen het punt van het digitale overheidsloket voor de zomer van 2018 naar de Kamer te sturen.

Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) d.d. 16 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 23, item 6 en 12)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe bij het Voorontwerp renovatie inzicht te geven in (stand van zaken) afwegingen duurzaamheid, veiligheid, circulaire bouw, kinderopvang, motie-Krol (Hotel) en publieksvoorziening. De heer Van den Dobbelsteen rondt zijn definitieve rapportage in juli 2019 af. Deze rapportage wordt aan de Tweede Kamer gezonden..

Algemeen overleg Renovatie Binnenhof d.d. 23 mei 2018 (Kamerstukken II, 2017/18, 34293, nr. 35)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris heeft het voornemen om te voorzien in een wettelijk kader dat meer specifiek is toegesneden op de gegevensverwerkingen die plaatsvinden bij LAA en zal de Tweede Kamer daar op een later moment over informeren..

Kamerbrief Toezegging evaluatie Landelijke Aanpak adreskwaliteit d.d. 8 november 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 17050, nr. 540)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de resultaten van de eerste meting op basis van de nieuwe methodologie voor het monitoren van en het rapporteren over (Web)toegankelijkheid met de Tweede Kamer te delen.

Kamerbrief Voortgangsbrief Webtoegankelijkheid d.d. 4 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 569)

De Tweede Kamer wordt hierover in het laatste kwartaal van 2019 geïnformeerd in een voortgangsbrief over digitale inclusie.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te blijven informeren over de voortgang rond de onderhandelingen over biometrie op identiteitskaarten.

Plenair debat Verordening Biometrie op identiteitskaarten d.d. 13 september 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 109, item 4)

De onderhandelingen in Brussel zijn voltooid. De verordening is aangenomen.

De staatssecretaris zegt toe, het vraagstuk, van registratie als genderneutraal en het wijzigen van de geboorteakte om dit mogelijk te maken - samen met de betrokken bewindslieden van OCW en JenV positief benader - te onderzoeken hoe dit kan worden uitgevoerd en de Tweede Kamer daarover voor de zomer nader te informeren.

Kamerbrief Beantwoorden Kamervragen «Geen M of V, maar X» d.d. 19 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 1630)

De Tweede Kamer wordt voor het einde van 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris heeft tevens aangekondigd de Tweede Kamer voor de zomer een brief te sturen over de actuele situatie bij het BIT en de gevolgen van de capaciteitsproblemen die recent zijn ontstaan..

Algemeen Overleg Digitale overheid (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 619)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe rond de zomer over de voortgang van de pilots die bij gemeenten worden uitgevoerd met initiatieven zoals IRMA de Tweede Kamer te informeren.

Kamerbrief Reactie op IRMA-manifest d.d. 14 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 609)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De Minister van Algemene Zaken zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe zijn collega's in het kabinet te vragen om een overzicht van door het Rijk ingestelde commissies in hun begrotingen mee te nemen bij de opstelling van de Prinsjesdagstukken 2019 (T02653).

Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen EK d.d. 30 oktober 2018 (Handelingen I 2018/19, nr. 5, item 3)

De Eerste Kamer wordt voor Prinsjesdag 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer in de voortgangsrapportage eID (juli 2019) te informeren over de randvoorwaarden voor een brede uitrol van het authenticatieniveau “Substantieel” (startpositie en nadere maatregelen t.a.v. actielijn 2 voor burgers).

Kamerbrief Aanpak implementatie programma eID d.d. 29 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 590)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer in de voortgangsrapportage eID nader te informeren over de voortgang van de implementatie van digitaal zaken doen met de overheid (technische voortgang, marktraadpleging en acceptatie door gebruikers en kosten die met de totale implementatie, waaronder overbruggingsmaatregelen, gemoeid zijn.

Kamerbrief Aanpak implementatie programma eID d.d. 29 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 590)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in de volgende voortgangsrapportage project Renovatie Binnenhof terug te komen op de resultaten van Het Voorontwerp (de nieuwbouw van de Tweede Kamer). Uitgangspunt is toetsen functionaliteit en kwaliteit (soberheid en doelmatigheid).

Kamerbrief Tweede rapportage Renovatie Binnenhof d.d. 27 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 50)

De Tweede Kamer wordt in de 3e voortgangsrapportage Binnenhof in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe een brief t.a.v. businesscase (buca “nationaal”of “publiek”): eID kost 1 miljard (over 10 jaar gerekend); waarom kan DigiD dan niet in de private markt worden gebruikt? Voorstel is het antwoord hierop mee te nemen in de Voortgangsrapportage eID van juli 2019.

Algemeen overleg eID en paspoorten d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 598)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer een brief toe inzake uitzoekpunt n.a.v. vraag over Chinese software wordt gebruikt bij DigiD. Voorstel is het antwoord hierop mee te nemen in de Voortgangsrapportage eID van juli 2019.

Algemeen overleg eID en paspoorten d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 598)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe (binnen enkele weken) de Tweede Kamer te berichten over de stand van zaken eHerkenning (NB: Deze toezegging is niet herhaald in de samenvatting door de voorzitter. Voorstel is op basis van het stenogram te bezien of het antwoord hierop meegenomen kan worden in de Voortgangsrapportage eID van juli 2019).

Algemeen overleg eID en paspoorten d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 598)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe - zodra er meer duidelijkheid is - de Tweede Kamer zal informeren over indexatie (prijsstijging in de bouwsector) inzake van nu de extra kosten ten opzichte van de 475 miljoen euro die voor de renovatie wordt uitgetrokken.

Kamerbrief Verzoek commissie voor Binnenlandse Zaken om extra informatie d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 51)

De Tweede Kamer wordt in september 2019, tijdens de 3e rapportage Renovatie Binnenhof, geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe, zodra er meer bekend is over de termijn (na gesprek met betrokken instanties), waarop zij hun processen zodanig kunnen hebben aangepast dat zij ook het BSN geautomatiseerd kunnen uitlezen als dat op de achterzijde van de houderpagina staat vermeld, de Tweede Kamer zal worden geïnformeerd.

Kamerbrief Kamervragen over de herleidbare vermelding van het persoonlijke burgerservicenummer d.d. 3 september 2018 (Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de Handelingen, 3079)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris (tezamen met de minister van BuiZa) zegt toe over de resultaten van 2 onderzoeken inventarisatie van de voor- en nadelen van het loskoppelen van de afgifte van biometrie en de (digitale) aanvraag van het fysieke document om flexibeler met het moment van verschijnen om te kunnen gaan voor aanvragen in het buitenland en het nader onderzoek naar de verschillende aanvraagprocessen die verschillende landen hanteren om na te gaan welke elementen hiervan in onze context toepasbaar zijn (september 2019) de Tweede Kamer te informeren.

Kamerbrief Reactie op de motie Sjoerdsma: Digitalisering van consulaire documentverstrekking d.d. 16 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 25764, nr. 112)

De Tweede Kamer wordt uiterlijk in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe na de zomer (september) een overzicht van alle uitgevoerde BIT-toetsen en de wijze van opvolging door departementen naar de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen Overleg Digitale overheid (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 619)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe in de voortgangsrapportage Binnenhof (september 2019) de volgende zaken mee te nemen: a. In hoeverre de geheimhouding voor delen van het project kan worden opgeheven (proportionaliteit). Hiertoe wordt ook advies gevraagd aan de NCTV. De mogelijke opheffing van de geheimhouding niet met terugwerkende kracht. En appreciatie van de vraag in hoeverre de aanbesteding openbaar kan plaatsvinden; b. De resultaten van het onderzoek van professor Van den Dobbelsteen over de duurzaamheidsmaatregelen en de terugverdientijd; c. Het VO en de kosten van de renovatie nadat het VO is vastgesteld. d. Versterking van de governance..

Algemeen overleg Renovatie Binnenhof d.d. 17 april 2019 (Kamerbrief Aanpak implementatie programma eID d.d. 29 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 75)

De Tweede Kamer wordt september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt voor de zomer en indien mogelijk voor het VAO, over de contractafbakening van de architecten en het draagvlak hiervoor bij de gebruikers de Tweede Kamer te informeren. Hierbij wordt ook meegenomen in hoeverre het reeël is om het contract met architectenbureau OMA te ontbinden en de consequenties hiervan..

Algemeen overleg Renovatie Binnenhof d.d. 17 april 2019 (Kamerbrief Aanpak implementatie programma eID d.d. 29 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 75)

De Tweede Kamer wordt september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe voor de zomer de resultaten van het onderzoek standaardisatieagenda i.h.k.v. verbeteringsmogelijkheden toezicht en handhaving naar de Tweede Kamer te sturen..

Algemeen Overleg Digitale overheid (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 619)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 per brief geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer een brief toe naar aanleiding van de toezegging aan dhr. Bosma het gesprek met J&V aan te gaan over het: «illegalenpaspoort» dat door Groen Links is voorgesteld in de gemeenteraad van Amsterdam.

Algemeen overleg eID en paspoorten d.d. 21 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 598)

De Tweede Kamer wordt voor oktober 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de derde rapportage Renovatie Binnenhof september 2019 naar de Tweede Kamer te sturen.

Algemeen overleg Renovatie Binnenhof (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 53)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in gesprek te gaan met het Forum Standaardisatie en deze te vragen om nog eens goed te kijken naar de standaardisatie van informatie.

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018 d.d. 20 juni 2019

De Tweede Kamer wordt in het najaar 2019 over de voortgang geïnformeerd.

In het kader van onjuiste gegevens in basisregistraties zegt de staatssecretaris de Tweede Kamer toe concrete maatregelen te nemen om de samenwerking tussen de oplosteams van de verschillende organisaties (die de basisregistraties in beheer hebben) te verbeteren en hen beter gebruik te laten maken van de ruimte voor maatwerk die de regelgeving nu al biedt..

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018 d.d. 20 juni 2019

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in kaart te brengen hoeveel procent van de overheidsorganisaties al compliant zijn aan de Europese richtlijn m.b.t. de toegankelijkheid van overheidswebsites en ‫apps en de resultaten van de nulmeting na de zomer 2019 beschikbaar te stellen. Daarnaast zegt de staatssecretaris toe overheidsinstanties een informerende brief te sturen om hen te wijzen op de verplichting die geldt..

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018 d.d. 20 juni 2019

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer na de zomer, maar voor de begrotingsbehandeling, te informeren over hoe de samenwerking en de omvang van het takenpakket van de shared service organisaties kunnen worden doorgelicht..

Wetgevingsoverleg Behandeling van de verantwoordingsstukken cie. BiZa en de wijzigingen samenhangende met de Voorjaarsnota Hfdst. VII, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) 2018 d.d. 20 juni 2019

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

Het aangekondigde overleg over de rubriceringslijsten heeft plaatsgevonden en de staatssecretaris zegt toe zodra de rubriceringslijsten voor alle gebruikers opnieuw zijn vastgesteld de Tweede Kamer hierover te berichten. Dit zal uiterlijk in de volgende voortgangsrapportage in september 2019 zijn.

Kamerbrief Voortgang renovatieproces Tweede Kamer d.d. 1 juli 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 77)

De Tweede Kamer wordt in september 2019 geïnformeerd, bij de volgende voortgangrapportage.

In de nota naar aanleiding van het nader verslag heeft de staatssecretaris van BZK aangegeven dat hij overweegt om te kiezen voor een systematiek van open toelating (inlogmiddelen). De staatssecretaris zal binnen enkele weken zijn definitieve keuze naar de Tweede Kamer sturen..

Kamerbrief Andere toelatingssystematiek inlogmiddelen voor burgers d.d. 5 juli 2019

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe zodra de rapportage van PWC m.b.t. de quick-scan van project tijdelijke huisvesting gereed is, de Tweede Kamer te informeren.

Kamerbrief Voortgang renovatieproces Tweede Kamer d.d 1 juli 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34293, nr. 77)

De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris van BZK zal ik het initiatief nemen om met de input van het EIB rapport samen met de beleidsdepartementen (BZK, I&W, LNV, EZK) tot een afwegingskader te komen voor het maken van slimme combinaties en keuzes in het benutten van rijksvastgoed voor maatschappelijke opgaven en prioriteiten. Het voornemen is om de Tweede Kamer daar nog voor het einde van het jaar over te informeren..

Kamerbrief Voortgang Regionaal Ontwikkelprogramma d.d. 2 juli 2019

De Tweede Kamer wordt voor het einde van 2019 geïnformeerd.

Het voorstel voor de wetswijziging om te expliciteren dat gemeenten verplicht zijn een burger ambtshalve te registreren op een briefadres indien betrokkene geen woonadres heeft en zelf ook geen aangifte doet of kan doen van een briefadres zal naar verwachting in het najaar van dit jaar aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Kamerbrief Problemen rond inschrijven in de BRP (dak- en thuislozen) d.d. 24 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, Aanhangsel van de Handelingen, 2393)

De Tweede Kamer ontvangt het wetsvoorstel naar verwachting eind 2019.

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe, over het jaar 2019, nog een evaluatie Landelijke Aanpak Adresfraude te laten uitvoeren en de Kamer over de uitkomsten informeren..

Kamerbrief Toezegging evaluatie Landelijke Aanpak adreskwaliteit d.d. 8 november 2017 (Kamerstukken II 2017/18, 17050, nr. 540)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd

De staatssecretaris zegt toe dat conform het Instellingsbesluit in het najaar van 2018 de tweede evaluatie van het BIT wordt uitgevoerd. Zodra deze evaluatie is ontvangen, zal ik deze aan de Tweede Kamer doen toekomen met begeleidend mijn reactie op deze evaluatie..

Kamerbrief Rapportage Toezichtraad BIT tweede halfjaar 2017 d.d. 8 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 538)

De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd.

In het kader van verbeteren van de uitlegbaarheid van algoritmen wordt overwogen het creëren van een omgeving - een soort transparantielab - waar overheidsorganisaties terecht kunnen om ervaringen op te doen met transparantie (over algoritmen, data, standaarden), het toepassen van principes van verantwoord innoveren (omgaan met publieke waarden dilemma's, het vroegtijdig betrekken van externen en onderzoeken van de impact van algoritmen), en het verbeteren van de uitlegbaarheid. De Tweede Kamer zal medio 2019 over de vorderingen worden geïnformeerd.

Kamerbrief Onderzoek naar het gebruik van algoritmen binnen de overheid d.d. 21 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 588)

De Tweede Kamer wordt voor oktober 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris streeft ernaar de beleidsdoorlichting van artikel 6.5 (Reisdocumenten en Basisadministratie Personen) in het vierde kwartaal van 2019 of zoveel eerder als mogelijk aan de Tweede Kamer aan te bieden.

Kamerbrief Beantwoording vragen schriftelijk overleg (VSO) Beleidsdoorlichting artikel 6.5 d.d. 21 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 30985, nr. 30)

De Tweede Kamer wordt in het vierde kwartaal van 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris bereidt - samen met zijn ambtgenoot van Justitie en Veiligheid - een wijziging van de Awb voor, waardoor burgers naast de papieren weg een aanspraak krijgen op digitaal zaken doen met de overheid. Tevens is het voornemen - los van digitalisering - bestuursorganen te verplichten ondersteuning te bieden bij communicatie met de overheid. Naar verwachting zal dit wetsvoorstel in 2019 bij de Tweede Kamer worden ingediend.

Kamerbrief Nota nav Verslag Wet Digitale overheid (TK 34 972) d.d. 19 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 34972, nr. 7)

De Tweede Kamer wordt in 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe informatie naar de Tweede Kamer te sturen over hoe leereffecten m.b.t aanbestedingsstrategie rijksbreed kunnen worden ingezet.

Algemeen overleg BRP terugblik d.d. 22 november 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 27859, nr. 131)

De Tweede Kamer wordt in 2019 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer in 2019 verder te informeren over de aanpak van digitale inclusie, het gebruik van (digitale) dienstverlening door personen die minder digitaal vaardig zijn. De Tweede Kamer ontvangt in januari 2020 een overzicht van de resultaten van regeldruk en onderdeel hiervan is de doenvermogentoets..

Kamerbrief Digitale inclusie - iedereen moet kunnen meedoen d.d. 12 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 583)

De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2019 verder geïnformeerd over de aanpak van digitale inclusie.

De staatssecretaris zegt toe (januari 2020) de Tweede Kamer een voortgangsbericht met de stand van zaken van de diverse trajecten met betrekking tot verbetering dienstverlening en vermindering regeldruk toe te sturen.

Kamerbrief Verbetering dienstverlening en vermindering regeldruk d.d. 4 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 29362, nr. 276)

De Tweede Kamer wordt in januari 2020 geïnformeerd.

De staatssecretaris van BZK zegt toe zodra er voldoende inzicht is in de omvang, kosten en planning van de herstelplannen, de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerbrief Onderzoek breedplaatvloeren d.d. 8 juli 2019

De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2020 geïnformeerd.

De staatssecretaris van BZK zegt toe dat het Rijksvastgoedbedrijf de duurzaamheidsdoelen zal kwantificeren en vanaf 2020 jaarlijks zal rapporteren over de ontwikkelingen en uitvoering van de routekaarten aan de Tweede Kamer.

Kamerbrief Voortgang Regionaal Ontwikkelprogramma d.d. 2 juli 2019

De Tweede Kamer wordt voor de zomer 2020 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe, op het moment dat daadwerkelijk certificaten (om toegang tot de vingerafdrukken op het paspoort te verkrijgen) met andere landen worden uitgewisseld, de Tweede Kamer te informeren..

Kamerbrief Vingerafdrukken in het paspoort d.d. 26 februari 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 25764, nr. 108)

De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd zodra de eerste certificaten verstrekt zijn.

De staatssecretaris zegt toe in 2020 de visie van het Kabinet op het toekomstig model van de BRP naar de Tweede Kamer te sturen..

Kamerbrief Aanpak toekomst BRP-stelsel d.d. 10 juli 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 127)

De Tweede Kamer wordt in 2020 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van de Data Agenda Overheid (voor het eerst in 2020).

Kamerbrief Aanbieding NL DIGITAAL: Data Agenda Overheid d.d. 15 maart 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 26643, nr. 597)

De Tweede Kamer wordt in 2020 geïnformeerd.

Bijlage 4: Subsidieoverzicht

Tabel 85 Overzicht Subsidies (Bedragen x € 1.000)

Begrotingsartikel

Naam subsidie(regeling) (met hyperlink naar vindplaats)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Laatste evaluatie (jaartal) (met hyperlink naar vindplaats)

Volgende evaluatie (jaartal)

Einddatum subsidie (regeling) (jaartal)

Bestuur en Regio

1.1

Ondersteuning gemeenten VLOT1

844

626

300

8

8

277

0

2

2023

incidenteel

1.1

COELO-informatieverstrekking aan burgers over lokale lasten

130

130

130

130

130

0

0

2

2020

2021

1.1

Subsidie bevolkingsdaling3

293

111

273

279

281

8

Programma Bevolkingsdaling 2014

2021

2022

1.1

Kenniscentrum Europa Decentraal

514

433

433

433

433

433

433

Verlenging subsidieregeling per 2017

2021

2022

1.1

Subsidies bestuur en regio4

700

150

0

0

0

550

2

2023

incidenteel

1.1

Oorlogsgravenstichting (OGS)

4.308

3.414

3.414

3.414

3.414

3.414

3.414

Evaluatie subsidieregeling 2016

2022

2023

Democratie

1.2

Subsidieregeling Politieke Partijen

16.125

17.934

18.211

15.553

15.553

15.553

15.553

Het publieke belang van politieke partijen 2018

2023

geen einddatum in de wet

1.2

Pro Demos

4.702

5.346

7.326

7.926

8.526

8.526

8.526

Evaluatie Subsidie Pro Demos 2016

2021

2022

1.2

Nationaal Comite 4 en 5 mei

216

113

113

113

113

113

113

Evaluatie over vrijheid onderhouden 2016

2021

2022

1.2

Verbinding inwoner en overheid3

1.977

3.227

2.397

2.397

1.397

1.397

1.507

Programma Bevolkingsdaling 2014 (deels)

2021

2022

1.2

Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer 2019-2023 (BFTK)

110

110

110

110

110

0

2

2021

jaarlijkse subsidieverstrekking

1.2

Weerbaar bestuur subsidie NVRR1

126

139

139

139

139

0

2

2023

incidenteel

1.2

Weerbaar bestuur3

1.108

950

835

738

837

834

268

Programma Bevolkingsdaling 2014 (deels)

2021

2022

1.2

Stichting Professor mr. J.R. Thorbecke Leerstoel

28

165

0

99

0

0

66

Evaluatie 2018

2023

2024

1.2

Professionaliseringsfonds burgemeesters

974

889

889

889

889

889

889

2

2020

2020

1.2

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers4

1.682

2.047

2.132

1.925

1.161

1.161

1.161

2

2023

jaarlijkse subsidieverstrekking

Woningmarkt

3.1

Bevordering Eigen Woningbezit (BEW) (inclusief de beschikking geldelijke steun EW 84)

4.033

6.239

6.239

6.239

7.700

8.200

11.600

Evaluatie BEW 2009

Betreft betalingen van verplichtingen uit verleden.

2025

3.1

Huisvestingsvoorziening statushouders

1.231

6.323

4.517

23

23

23

23

2

2020

2021

3.1

Binnenstedelijke transformatie1

28.000

10.018

18

18

18

18

193

2

2022

incidenteel

3.1

Woonconsumentenorganisaties3

1.181

0

0

0

0

0

1.061

Evaluatie 2016

2021

2022

3.1

Subsidies Woningmarkt3

256

15.127

3.600

4.173

3.100

3.100

1.864

Evaluatie 2016

2021

2022

Energietransitie en Duurzaamheid

4.1

Energietransitie en duurzaamheid3

10.215

12.325

31.578

1.363

1.236

0

0

Is meegenomen in beleidsdoorlichting Energie en Bouwkwaliteit 2014

2020

2021

4.1

Beleidsprogramma EGO3

1.410

1.243

1.251

1.246

1.452

1.452

2020

2021

4.1

Energiebesparing Koopsector

3.348

15.000

74.000

3.500

4.500

0

0

Evaluatie energiebesparing koopsector

2021

2024

4.1

Energiebesparing Huursector (Stimuleringsregeling energieprestatie huursector)

105.676

146.617

144.000

0

0

0

0

2

2020

2019

4.1

Revolverend fonds EGO (Nationaal EnergiebesparingsFonds)4

25.000

18.000

0

0

0

0

0

2

2020

2019

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)

48.800

0

0

0

0

2

2021

2021

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

4.2

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit3

2.138

2.340

2.240

1.912

1.829

1.129

136

Is meegenomen in beleidsdoorlichting Energie en Bouwkwaliteit 2014

2021

2021

4.2

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit - NEN3

650

650

650

650

650

650

2

2021

2021

4.2

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit - SBK3

601

601

601

601

601

601

2

2021

2021

Ruimtelijke ordening

5.1

Basisregistraties

680

830

380

380

380

380

380

2021

2022

5.1

Programma Ruimtelijk Ontwerp

1.365

1.633

1.233

0

0

0

0

Evaluatie 2016

2020

2021

5.1

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

166

212

0

0

0

0

0

2

2020

incidenteel

Omgevingswet

5.2

Eenvoudig Beter / Aan de slag

5.000

4.000

0

0

0

0

0

2

2020

incidenteel

Overheidsdienstverlening, Informatiebeleid en Informatiesamenleving

6.2

Overheidsdienstverlening4

413

1.697

205

205

205

205

205

2

2020

incidenteel

Investeringspost digitale overheid

6.6

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid4

1.024

4.872

3.228

1.300

0

0

0

2

2021

incidenteel

Werkgevers- en bedrijfsvoeringbeleid

7.1

Stichting Verbond Sectorwerkgevers (VSO)

305

175

68

0

0

0

0

Evaluatie subsidie Stichting VSO

2021

7.1

Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO)

1.440

960

480

0

0

0

0

Evaluatie subsidieregeling SVO

2021

7.1

Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP)

1.130

1.297

1.300

1.189

1.189

1.189

1.189

Evaluatie subsidieregeling CAOP

2019

2020

7.1

Projectsubsidies Arbeidszaken4

0

369

1.053

1.712

1.712

1.712

1.712

2

2019

jaarlijkse subsidieverstrekking

7.1

Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers (BIOS)

250

250

250

0

0

0

0

2

2019

Maakt deel uit van de subsidieregeling CAOP

7.1

Fysieke werkomgeving Rijk

200

200

200

200

200

200

200

Evaluatie subsidieregeling CfPB 2019

2024

2024

7.1

Code Verantwoord Marktgedrag (Bedrijfsvoeringsbeleid)4

5

5

5

5

5

5

2

2024

jaarlijkse subsidieverstrekking

7.1

Subsidie A&O-fonds Rijk

3.400

3.400

0

0

0

0

0

Evaluatie subsiedieregeling A+O fonds Rijk 2018

2019

7.1

European Institute for Public Administration

175

175

175

175

175

175

175

2

2020

2021

7.1

Vereniging voor overheidsmanagement4

100

100

100

100

100

100

100

2

2020

jaarlijkse subsidieverstrekking

7.1

Subsidies A&O / IFHR4

3.200

615

113

363

387

387

387

2

2020

incidenteel

Algemeen

12.1

Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam

50

51

51

51

51

51

51

Evaluatie 2017

2022

2023

12.1

Stichting Parlementaire Geschiedenis

210

219

219

209

209

209

209

2

2019

2020

12.1

Subsidies algemeen4

198

531

595

589

471

250

181

2

incidenteel

Totaal subsidie (-regelingen)

292.757

363.831

60.355

58.976

53.024

54.862

X Noot
1

Deze subsidies worden in de beleidsevaluatie/beleidsdoorlichtingen meegenomen.

X Noot
2

Evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden

X Noot
3

Subsidie wordt verstrekt obv Subsidiebesluit Experimenten en kennisoverdracht wonen. Jaarlijks wordt aan de hand van beoordeling van activiteitenplan en begroting.

X Noot
4

Het subsidieverzoek wordt incidenteel ingediend, beoordeeld en vastgesteld. Jaarlijks wordt op basis van de verantwoording geevalueerd.

Bijlage 5: Evaluatie- en overig onderzoek

Tabel 86 Overzicht Evaluatie- en overig onderzoek

Artikelnummer en naam

Titel, onderwerp

Start

Afronding

1.1 Bestuur en regio

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Bestuurlijke en financiële verhouding en Participatie

2017

2018

Openbaar bestuur en democratie

2022

2023

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Procesevaluatie door Berenschot van de Rijksbrede «uitrol» van de actieve openbaarmaking van onderzoeksrapporten

2017

2018

Tussentijdse rapportage van het Independent Reporting Mechanism (IRM) van het Open Government Partnership (OGP) over het Nationaal Actieplan Open Overheid 2016–2018

2017

2018

Eindevaluatie actieplan bevolkingsdaling

2020

2020

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Eindevaluatie wet revitalisering generiek toezicht

2017

2018

Evaluatie programma bevolkingsdaling

2019

2019

Onderzoek voortgang en stand van zaken per actiepunt van de actielijst, vastgesteld door het actieteam grensoverschrijdende Economie en Arbeid

2017

2018

1.2 Democratie

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Bestuurlijke en financiële verhouding en Participatie

2017

2018

Openbaar bestuur en democratie

2022

2023

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Kamerbrief bij rapportage evaluatie Wet financiering politieke partijen, inclusief rapporten: – Het publieke belang van politieke partijen – De financiering van politieke partijen – een internationale vergelijking

2017

2018

Evaluatie rechtspositie politieke ambtsdragers, Dijkstal Wetgeving

2016

2018

Evaluatie verkiezingen 21 maart en agenda verandering en vernieuwing verkiezingsproces

2018

2018

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Niet van toepassing

2. Nationale veiligheid

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Niet van toepassing

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Niet van toepassing

3.1 Woningmarkt

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Woningmarkt

2021

2022

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie Platform 31

2017

2018

Evaluatie verhuurdersheffing

2019

2020

Overkoepelende evaluatie fiscale eigenwoningregeling (Financiën in samenwerking met BZK)

2020

2020

Fiscale evaluatie eenmalige vrijstelling schenk- en erfbelasting ten behoeve van de eigen woning (Financiën in samenwerking met BZK)

2020

2020

Fiscale evaluatie gedeeltelijke vrijstelling kamerverhuur

2020

2020

Evaluatie inkomensafhankelijke huurverhoging

2020

2021

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Evaluatie modernisering Woningwaarderingsstelsel

2017

2019

Evaluatie woningwet

2017

2019

Evaluatie Huisvestingswet

2019

2020

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Energietransitie gebouwde omgeving

2020

2021

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie revolverend fonds energiebesparing verhuurders (leningen)

2020

2020

Evaluatie revolverend fonds energiebesparing verhuurders (uitvoeringskosten)

2020

2020

Evaluatie Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP)

2019

2020

Evaluatie Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)

2020

2020

Evaluatie Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH)

2020

2020

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Eindrapport Quickscan huurderstevredenheid EPVQuick scan EPV

2017

2018

Evaluatie Wet van 18 mei 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een energieprestatievergoeding overeen te komen

2018

2018

Erkenningsregeling installateurs gasverbrandingsinstallaties; onderzoek naar de lasten van de wettelijke verplichting voor installateurs van gasverbrandingsinstallaties

2018

2018

Benchmark van de bouw – De klant centraal

2018

2018

Aardgasloze nieuwbouw: Nulmeting woningbouw 2018

2018

2018

Eindrapportage campagne-effectonderzoek «Energie besparen doe je nu'

2018

2018

Evaluatie kwaliteitsborging energielabels utiliteitsbouw

2018

2018

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting bouwregelgeving en bouwkwaliteit

2020

2021

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Eindevaluatie actieplan bevolkingsdaling

2020

2020

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Evaluatie Stelsel private kwaliteitsborging

2022

2022

Omgevingsveiligheid en de DNR 2011, de UAV 2012 en de UAV-GC 2005

2018

2018

Erkenningsregeling installateurs. Startdocument

2018

2018

Onderzoek Vergunningvrij Bouwen bij Werelderfgoed

2018

2018

Onderzoek constructieve veiligheid breedplaatvloeren in bestaande bouwwerken opgeleverd na 1999

2018

2018

Evaluatierapport proefprojecten kwaliteitsborging bouw 2015-2018

2018

2018

Onderzoek geluideisen buitenopgestelde warmtepompen en airco's in bouwregelgeving

2018

2018

5.1 Ruimtelijke ordening

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Ruimtelijke ordening

2019

2020

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie sleutelprojecten

2020

2020

Monitor SVIR 11, 13, 14

2018

2018

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Evaluatie flexibiliteit in de MIRT systematiek

2019

2019

5.2 Omgevingswet

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Omgevingswet

2019

2020

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

ex ante evaluatie Nationale omgevingsvisie

2018

2019

Plan MER NOVI

2018

2020

3. Overig onderzoek

Niet van toepassing

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

2019

2020

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie digitaal 2017

2017

2018

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Niet van toepassing

6.5 Identiteitsstelsel

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Reisdocumenten en basisregistratie

2019

2019

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Onderzoek commissie BRP

2018

2018

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Zelfevaluatie BRP

2018

2018

Zelfevaluatie BRP

2019

2019

Zelfevaluatie BRP

2020

2020

Zelfevaluatie BRP

2021

2021

6.6 Innovatieve digitale overheid

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting innovatieve digitale overheid

2020

2021

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie investeringspost

2019

2020

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Evaluatie governance innovatieve digitale overheid

2020

2020

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Arbeidszaken Overheid

2018

2018

Beleidsdoorlichting Kwaliteit Rijksdienst (exclusief Bureau ICT Toetsing (BIT))

2018

2019

Beleidsdoorlichting Bureau ICT Toetsing (BIT)

2019

2019

Beleidsdoorlichting Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

2023

2024

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie ABD

2018

2019

Evaluatie Rijkshuisvestingsstelsel voor kantoren

2020

2020

Tweede wetsevaluatie WNT

2019

2020

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Subsidie Center for people and buildings (Fysieke werkomgeving Rijk)

2018

2018

Evaluatie subsidieregeling CAOP

2019

2019

Evaluatie subsidieregeling A&O-fonds

2016

2018

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2017

2018

2018

Tussenevaluatie Bureau ICT Toetsing (BIT)

2018

2018

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2018

2019

2019

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2019

2020

2020

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2020

2021

2021

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2021

2022

2022

7.2 Pensioenen en uitkeringen

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Arbeidszaken Overheid

2018

2018

Beleidsdoorlichting Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

2023

2024

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Niet van toepassing

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting artikel 9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

2020

2021

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie bijdrage monumenten

2020

2020

Evaluatie bijdrage energiebesparing Programma Groene Technologie

2019

2020

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Evaluatie bijdrage huisvesting Hoge Colleges van Staat & Algemene Zaken

2019

2019

Evaluatie overdracht monumenten aan de NMO

2020

2020

9.2 Beheer materiële activa

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Beheer materiële activa en Kader Overname Rijksvastgoed (KORV)

2020

2021

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie onderhoud- en beheerkosten

2019

2020

Evaluatie zakelijke lasten

2019

2019

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Niet van toepassing

12 Algemeen

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

1a. Beleidsdoorlichtingen

Niet van toepassing

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

2a. MKBA's

Niet van toepassing

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Niet van toepassing

3. Overig onderzoek

Evaluatie wet college rechten van de mens

2017

2018

Evaluatie Huis voor Klokkenluiders

2020

2021

Bijlage 6: Specifieke uitkeringen

Tabel 87 Overzicht Specifieke uitkeringen (Bedragen in miljoenen Euro's)

Nr. in SiSa bijlage

Toelichting

Rijksbegroting

2019

2020

2021

2022

2023

2024

A2

Ontvangende partij(en)

Hoofdstuk

Veiligheidsregio's

JenV VI

184

170

170

170

170

170

Korte omschrijving uitkering

Artikelonderdeel

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding

Artikel 36

Besluit veiligheidsregio's (Rijksbegroting.nl)

Vindplaats regelgeving

Besluit veiligheidsregio's (wetten.nl)

Totaal

8.144,80

8.217,41

8.390,10

8.450,34

8.564,26

8.693,75


X Noot
1

zie regeerakkoord: Het Kabinet zet in op het ondersteunen van de versterking van de voorbereiding, opleiding en toerusting van de leden van gemeenteraden en Provinciale Staten. Dit als onderdeel van de brede opgave om de lokale democratie te versterken en als openbaar bestuur en overheid vertrouwen te verkrijgen en te behouden in de veranderende samenleving.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2017/18, 34775 B, nr. 17

X Noot
3

Kamerstukken II, 2018/19, 35000 VII, nr. 86

X Noot
4

Het bufferkapitaal en het eigen vermogen waren in het verleden altijd nagenoeg gelijk aan elkaar omdat er toen nog nooit een beroep was gedaan op de achtervang. Voor 2017 zijn er voorzieningen in de jaarrekening opgenomen voor de saneringscasussen SHH en WSG, waardoor het eigen vermogen nu een stuk lager is dan het bufferkapitaal.

X Noot
5

De prognose cijfers komen in de begroting van 2020 hoger uit dan in de begroting van 2019. Oorzaak hiervan is dat de cijfers in de begroting van 2019 waren gebaseerd op de toenmalige inschatting van het WSW van de ontwikkeling van het risicovermogen. Daarbij is het WSW er destijds vanuit gegaan dat Humanitas in één keer zou worden afgewikkeld, en dat het WSW in 2018 en 2019 de dienst der lening van WSG zou dragen. Voor WSG is destijds vanuit prudentie gerekend met de hele dienst der lening, omdat het WSW op dat moment nog niet wist voor welk deel van de dienst der lening WSW de betaalverplichtingen zou moeten overnemen. Inmiddels is bekend dat het WSW voor Humanitas de (hele) dienst der lening heeft overgenomen in plaats van deze in één keer af te wikkelen en voor WSG een deel van de betaalverplichtingen van de dienst der lening heeft overgenomen in plaats van de hele dienst der lening.

X Noot
6

De juridische verplichting van 99,92% is afgerond tot 100%.

Naar boven