30 111 Topinkomens

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2018

Met deze brief informeer ik u over de voortgang van het topinkomensbeleid van het kabinet in de (semi-)publieke sector. Overeenkomstig artikel 7.1 van de Wet normering topinkomens (WNT) is bij deze brief de WNT-jaarrapportage 2017 gevoegd met een overzicht van geconstateerde overtredingen en getroffen handhavingsmaatregelen. Eveneens geef ik met deze brief invulling aan een tweetal moties1. Ten eerste geef ik een geactualiseerd overzicht van ingediende en gehonoreerde uitzonderingsverzoeken in het kader van de WNT. Ten tweede verstrek ik de reeds beschikbare informatie, die relevant is voor de tweede wetsevaluatie van de WNT.

Uit de huidige gegevens blijkt dat de WNT een effectief instrument is dat bovenmatige bezoldiging in de (semi-)publieke sector tegengaat en zorgt voor transparantie over topinkomens. De WNT-jaarrapportage 2017 laat net als vorig jaar een grote mate van naleving van de wet zien bij de circa 6.000 instellingen die onder de wet vallen. Tegelijkertijd heb ik aandacht voor de toekomstbestendigheid van de WNT. Zo is de tweede wetsevaluatie, waar ik recent mee ben gestart, er mede op gericht om te bezien of de doelen van de wet op een eenvoudiger manier zijn te bereiken.

1. Toezicht en handhaving 2017

De WNT-jaarrapportage 2017 (bijlage 1) omvat zowel nieuw geconstateerde overtredingen als een actualisatie van overtredingen uit eerdere WNT-rapportages die nog in behandeling waren2. Een belangrijk deel van de vermelde overtredingen is gesignaleerd door de accountant, die fungeert als eerstelijns toezichthouder. De WNT-toezichthouders kunnen ook proactief toezicht uitoefenen of reageren op signalen die zij langs andere weg ontvangen.

Ten opzichte van de WNT-jaarrapportage 2016 zijn negentien nieuw geconstateerde overtredingen opgenomen. Hiervan zijn er acht door de accountant en elf door de WNT-toezichthouder zelf gesignaleerd. Zes van deze overtredingen zijn reeds door de betrokken WNT-instelling ongedaan gemaakt.

Het overzicht bevestigt het beeld uit de eerste wetsevaluatie en eerdere WNT-jaarrapportages dat de wet in ruime mate wordt nageleefd. WNT-instellingen maken overtredingen in vrijwel alle gevallen uit eigen beweging of snel na een herstelopdracht van de WNT-toezichthouder ongedaan, waardoor inzet van formele handhavingsinstrumenten niet nodig is.

Een aandachtspunt is dat WNT-instellingen voor een goede naleving en controle van de WNT bepaalde gegevens, zoals bijvoorbeeld vakantiedagen en gewerkte uren door interim-topfunctionarissen, moeten vastleggen. Dit gebeurt soms niet of onvoldoende, hetgeen de controle van de accountant en de toezichthouder bemoeilijkt. Dit kan ertoe leiden dat het niet mogelijk is om vast te stellen of er sprake is van een hogere onverschuldigde betaling dan het op basis van de wel aanwezige gegevens vastgestelde bedrag. Het ontbreken van gegevens kan ook gevolgen hebben voor civielrechtelijke procedures over de WNT. Wanneer een instelling de administratie niet op orde heeft, kan de civiele rechter oordelen dat onvoldoende bewijs aanwezig is om (een deel van) de vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling toe te wijzen. In enkele recente zaken deden deze effecten zich voor. In het kader van de tweede wetsevaluatie zal ik bezien in hoeverre op dit punt nadere maatregelen nodig zijn.

2. Uitzonderingsverzoeken

In mijn brief van 26 juni 2018 heb ik ter invulling van de motie Van der Molen (Kamerstuk 30 111, nr. 114) een tabel opgenomen met informatie over ingediende en gehonoreerde uitzonderingsverzoeken (peildatum 15 juni 2018)3. In deze brief heb ik ook toegezegd bij de WNT-jaarrapportage 2017 een geactualiseerd overzicht toe te voegen (bijlage 2)4. Sinds de peildatum van 15 juni 2018 zijn er zes uitzonderingsverzoeken ingediend, waarvan één verzoek is gehonoreerd.

3. Traject wetsevaluatie van start

Op 9 oktober 2018 heb ik het plan van aanpak voor de tweede wetsevaluatie aan u gezonden5. Hierin worden de inhoudelijke opzet, het totstandkomingsproces en de planning van de tweede wetsevaluatie WNT uitgewerkt. Bij deze wetsevaluatie wordt opnieuw nauw samengewerkt met alle stakeholders. Inmiddels zitten we in de onderzoeksfase en gaan de eerste deelonderzoeken van start. In de motie Middendorp6 is gevraagd om de jaarrapportage WNT te verrijken met informatie op een aantal terreinen. Het betreft met name informatie op basis van gesprekken met stakeholders, arbeidsmobiliteit en het salarisverschil tussen de publieke en private sector. In mijn brief van 26 juni 2018 en in antwoord op Kamervragen heb ik aangegeven hoe ik invulling geef aan deze motie7.

In bijlage 3 treft u de toegezegde informatie aan8. Als aanvullend punt is informatie opgenomen over beschikbaar internationaal vergelijkend onderzoek.

4. Vaststelling Normenkader 2019 en regels voor verantwoording 2018

Jaarlijks wordt in het najaar een aantal besluiten genomen en regelingen geactualiseerd met het oog op de uitvoering van de WNT. Hierna geef ik een kort overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Indexering bezoldigingsmaxima

Het algemeen bezoldigingsmaximum voor 2019 komt uit op € 194.000. Op grond van de WNT wordt het bezoldigingsmaximum geïndexeerd op basis van het CBS-cijfer voor de contractloonstijging bij de overheid in 2017 en afgerond naar boven op duizendtallen. Ook de overige maxima voor onder meer toezichthoudend topfunctionarissen en interim-topfunctionarissen zijn op overeenkomstige wijze geïndexeerd.

Sectorregelingen

De sectorale regelingen voor zorg, woningcorporaties, onderwijs, cultuur en ontwikkelingssamenwerking zijn in november 2018 opnieuw vastgesteld en gepubliceerd. De regelingen zijn op een aantal kleine punten aangepast en de indexering van de bezoldigingsmaxima per bezoldigingsklassen is vastgesteld. De regelingen treden met ingang van 1 januari 2019 in werking.

Uitvoeringsregeling WNT

De Uitvoeringsregeling WNT bevat nadere regels ter uitwerking of verduidelijking van een aantal onderwerpen, zoals het bezoldigingsbegrip en de openbaar-makingsverplichting. Naar aanleiding van signalen uit het veld, rechterlijke uitspraken e.d. wordt de regeling jaarlijks geactualiseerd. Op 21 november 2018 heb ik de gewijzigde Uitvoeringsregeling WNT vastgesteld9. Belangrijkste wijziging is dat topfunctionarissen voortaan bij het einde van hun dienstverband maximaal vier weken niet-opgenomen en in het laatste jaar opgebouwde vakantieverlof mogen laten afkopen zonder gevolgen voor de WNT. Bij nader inzien was de huidige regeling te streng, mede in relatie tot de arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers gelden. Daarnaast verduidelijk ik voor enkele specifieke bezoldigingscomponenten of deze wel of niet tot de bezoldiging moeten worden gerekend.

Controleprotocol

Op 16 oktober 2018 is het Controleprotocol WNT 2018 vastgesteld10. Hierin worden de werkzaamheden beschreven die de accountant moet uitvoeren bij de WNT-verantwoording van WNT-instellingen voor 2018. Vorig jaar is het controleprotocol na een intensieve dialoog met de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) ingrijpend gewijzigd om binnen de grenzen van de wet de controlelast te verminderen. Dit jaar is hierop voortgebouwd. Slechts op enkele ondergeschikte punten was actualisering van het controleprotocol nodig. De wijzigingen zijn doorgevoerd met instemming van de NBA.

Een specifiek aandachtspunt is de rol van de accountant bij de anticumulatiebepaling. Als een topfunctionaris bij verschillende WNT-instellingen leidinggevend topfunctionaris is, mag hij of zij in totaal nooit meer verdienen dan het WNT-maximum. De NBA heeft mij gemeld de naleving van deze bepaling niet te kunnen controleren, omdat de bevoegdheden van accountants zich niet uitstrekken tot WNT-instellingen waarvan ze de jaarrekening niet controleren. De consequentie hiervan is dat de WNT-toezichthouders geen melding van de accountant ontvangen als deze bepaling wordt overtreden. Dit brengt een risico met zich mee dat de toezichthouders overtredingen missen. Dit risico is beperkt van aard. Ten eerste is de nalevingsbereidheid van WNT-instellingen en topfunctionarissen hoog. Ten tweede komt cumulatie van meerdere functies als bestuurder bij WNT-instellingen relatief weinig voor. En tot slot is de accountantsmelding een belangrijke, maar niet de enige bron van informatie voor de WNT-toezichthouders. De WNT-toezichthouders hebben alle bevoegdheden om onderzoek te doen en zo nodig te handhaven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstuk 30 111, nrs. 111 en 114.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 30 111, nr. 116.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 34 366, nr. 3.

X Noot
6

Kamerstuk 30 111, nr. 111.

X Noot
7

Kamerstuk 30 111, nr. 116; Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2996.

X Noot
8

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven