34 477 Sociaal domein

Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2018

Op 30 april 2018 heb ik u de eindrapportage aangeboden van het kwalitatief onderzoek naar de verdeling van de middelen voor gemeenten in het sociaal domein (Kamerstuk 34 477, nr. 35). Conform mijn toezegging daarbij informeer ik u in deze brief over de vervolgstappen.

Ik ga in deze brief achtereenvolgens in op de uitkomsten van het kwalitatief onderzoek, het vervolg op dit kwalitatieve onderzoek en de samenhang met het traject heroverweging financiële verhoudingen.

Kwalitatief onderzoek

In het kwalitatief onderzoek naar de verdeling van de middelen voor gemeenten in het sociaal domein zijn de door gemeenten benoemde knelpunten geïnventariseerd. De onderzoekers hebben beoordeeld welke van deze knelpunten (mogelijk) relevant zijn voor de verdeling en nader onderzoek verdienen. In het eindrapport zijn ruim 50 knelpunten in relatie tot de verdeelmodellen opgenomen. De knelpunten zijn divers van aard, variërend van het niet adequaat meenemen in de verdeelmodellen van de ingezette transformatie, ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie tot financieel-technische punten over de verdeelmaatstaven. Concrete voorbeelden zijn: het bereik van nieuwe doelgroepen zoals minderheden met als gevolg hogere kosten, het effect van stedelijkheid op de kosten, de opeenstapeling van sociale problematiek en het relatief zware gewicht van medicijngebruik in de verdeling. Het kwalitatief onderzoek geeft geen pasklare antwoorden en moet beschouwd worden als een vooronderzoek waarin alle signalen van gemeenten en andere partijen met betrekking tot de verdeelmodellen samenkomen. Het onderzoeksbureau constateert dat zowel het gemeentefonds als het sociaal domein nog in beweging zijn, maar dat dit geen reden is om de verdeling onveranderd te laten. Het kwalitatief onderzoek is begeleid door een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken departementen (BZK, FIN, VWS, SZW), VNG, Raad voor het Openbaar Bestuur, het Netwerk Directeuren Sociaal Domein en enkele gemeenten.

Vervolg op kwalitatief onderzoek

Rijk en VNG hebben in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 23 mei 2018 gesproken over de vervolgstappen en de daarbij gewenste aanpak. Afgesproken is om de evaluatie te vervolgen met een breed kwantitatief onderzoek gericht op een integrale nieuwe verdeling1 van de middelen in het gemeentefonds voor het sociaal domein per 2021. Daarbij zal ook de toezegging aan de VNG worden meegenomen om specifiek voor het onderdeel jeugd onderzoek te doen naar de verschillen tussen de uitgaven van gemeenten, de bestemming daarvan en de verdeling.

In het bestuurlijk overleg is tevens afgesproken om voorafgaand aan het kwantitatief vervolgonderzoek eerst een tussenonderzoek te doen om te komen tot een passende en gedragen onderzoeksmethode, die kan worden toegepast in het kwantitatief vervolgonderzoek. In dit tussenonderzoek ligt de vraag voor welke onderzoeksmethode bij de verdeelonderzoeken voor het sociaal domein op dit moment het meest passend is. Met betrokken partijen kan in dit tussenonderzoek worden bezien of er aanleiding is af te wijken van de gebruikelijke onderzoeksmethode bij verdeelonderzoeken in het gemeentefonds, bijvoorbeeld omdat de gemeentelijke praktijk in het sociaal domein zich in een fase van transformatie bevindt waardoor de uitgaven van gemeenten nog niet zijn uitgekristalliseerd. Het eindresultaat van het tussenonderzoek is een rapportage waarin mogelijke (alternatieve) onderzoeksmethoden zijn opgenomen, inclusief voor- en nadelen van de verschillende methoden en een weging op grond van een beoordelingskader. Op basis van deze rapportage zal in afstemming met betrokken partijen de meest geschikte onderzoeksmethode worden geselecteerd. De verwachting is dat dit traject in het najaar 2018 in een bestuurlijk overleg kan worden afgerond, waarna aansluitend – nog dit jaar – kan worden gestart met het kwantitatief onderzoek. De verwachting is dat het kwantitatief onderzoek een looptijd van ongeveer een jaar heeft en eind 2019 wordt afgerond. Ik streef ernaar het proces van invoering van de nieuwe verdeelmodellen zo spoedig mogelijk te laten verlopen. Een dergelijk traject moet echter ook zorgvuldig gebeuren en daarom zijn al de genoemde stappen noodzakelijk. Uiteraard houd ik hierbij de vinger aan de pols. Ik zal uw Kamer naar verwachting in het voorjaar 2020, na afronding van bovengenoemde onderzoeken, informeren over de voorgenomen aanpassing van de verdeling van de middelen voor het sociaal domein in het gemeentefonds. Uiterlijk in de meicirculaire gemeentefonds 2020 moet voor gemeenten duidelijk zijn wat het onderzoek betekent voor de verdeling van de middelen in het sociaal domein per 2021.

Voor de besluitvorming is het van belang dat er draagvlak is voor de onderzoeksuitkomsten en dat het onderzoek van goede kwaliteit is. Zowel het tussenonderzoek als het daaropvolgende brede kwantitatief onderzoek zal worden begeleid door een onafhankelijke stuurgroep. Vanaf het kwantitatief onderzoek is daarnaast sprake van enkele begeleidingscommissies, waarbij zal worden gezocht naar een logische afbakening. Stuurgroep en begeleidingscommissies hebben een adviserende rol richting de fondsbeheerders. De stuurgroep zal ook adviseren over het bovengenoemde onderzoek voor het onderdeel jeugd. VNG en gemeenten zullen bij de onderzoeken worden betrokken. Daarnaast zullen de gebruikelijke communicatiekanalen met gemeenten worden benut, zoals de circulaires gemeentefonds.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om te melden dat de VNG mij deze week per brief heeft geïnformeerd over de aangenomen moties tijdens de Algemene ledenvergadering van 26 en 27 juni 2018. Een aantal daarvan heeft betrekking op het sociaal domein, waaronder het jeugdbudget. Het kabinet gaat het gevraagde gesprek hierover met de VNG aan en zullen de uitkomsten hiervan in het vervolgtraject meenemen.

Samenhang traject heroverweging financiële verhoudingen

Zoals gezegd is de invoering van de nieuwe verdeelmodellen sociaal domein in het gemeentefonds voorzien voor 2021. Dat is ook het jaar waarin de aanpassingen vanuit het traject heroverweging financiële verhoudingen naar verwachting zullen worden doorgevoerd. Dit traject beziet de financiële verhoudingen, waaronder onderdelen van de algemene uitkering voor zover deze geen betrekking hebben op de verdeling van middelen in het sociaal domein. U ontvangt over de heroverweging van de financiële verhoudingen binnenkort eveneens een brief. De samenloop biedt de fondsbeheerders de mogelijkheid om beide trajecten in de tijd en inhoudelijk goed op elkaar af te stemmen.

In het verlengde van de heroverweging financiële verhoudingen zal samen met de VNG worden geïnvesteerd in het verspreiden van de kennis over de financiële verhoudingen en verdeelvraagstukken door bijvoorbeeld geregeld bijeenkomsten met gemeenten in het land te organiseren. Hierin zullen ook de vraagstukken rondom het sociaal domein mee gaan lopen.

Tot slot

Ik vertrouw erop dat ik samen met betrokken partijen binnen het bovengenoemde tijdpad kan komen tot een nieuwe verdeling van de middelen voor het sociaal domein in het gemeentefonds.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Onder een integrale nieuwe verdeling wordt verstaan: alle taken in het sociaal domein waarmee het gemeentefonds rekening houdt, zowel in de algemene uitkering, in de integratie-uitkering Sociaal domein als in de overige integratie- en decentralisatie-uitkeringen. Het gaat om zowel de nieuwe als de oude taken van gemeenten in het sociaal domein.

Naar boven