Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2018
Op maandag 29 oktober 2018 heeft de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) haar
voortgangsbrief aangeboden aan uw Kamer (Kamerstuk 29 924, nr. 172). Hierin beschrijft de TIB haar werkzaamheden, bevindingen en ervaringen in de periode
vanaf de start van de TIB (1 april 2018) tot 1 oktober 2018. Met deze brief bieden
wij u onze reactie op deze voortgangsbrief aan. In de bijlage bij deze brief bieden
wij u ook de beantwoording van de Kamervragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) (Aanhangsel
Handelingen II 2018/19, nr. 856) en de Kamervragen van het lid Van der Molen (CDA) (Aanhangsel Handelingen II 2018/19,
nr. 857) aan.
Wij danken de TIB voor het werk dat zij sinds de start van haar toetsingsperiode heeft
verricht en voor de voortgangsbrief, waar wij met belangstelling kennis van hebben
genomen. Met de inwerkingtreding van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2017 (Wiv 2017), en de introductie van de TIB als nieuwe toetsende instantie, is een
omvangrijke wijziging van het stelsel van toestemming en toezicht doorgevoerd. Met
de Wiv 2017 zijn de waarborgen voor de privacy en de rechtmatige uitoefening van bevoegdheden
aanzienlijk verstevigd ten opzichte van de oude wet.
Uiteraard zijn in aanloop naar de inwerkingtreding van de wet de nodige voorbereidingen
getroffen door de diensten. Beide diensten hebben hiertoe projectorganisaties opgericht.
Ook na inwerkingtreding is er veel werk verzet voor een succesvolle implementatie
van de Wiv 2017. Het werk is echter nog niet klaar en de implementatie vergt meer
tijd en inspanning. Dit komt deels doordat de versterking van de waarborgen van de
Wiv 2017 diepgaand ingrijpt op de kern van het werk van de diensten, namelijk de verwerving
en verwerking van gegevens, en deels vanwege de technische complexiteit van de uitvoeringspraktijk
van de diensten. Gelijktijdig met de implementatie van het nieuwe wettelijke kader,
moet de operationele taakuitvoering binnen het bestaande wettelijke kader van de diensten
doorgang vinden.
Beide diensten hebben maatregelen genomen om sturing en regie op de implementatie
van de Wiv 2017 te versterken en te voorzien in een strakke monitoring hiervan. Hiertoe
wordt in het eerste kwartaal van 2019 een aantal maatregelen genomen. Een van de maatregelen
betreft de kwaliteitsverbetering van de verzoeken tot toestemming voor de inzet van
bijzondere bevoegdheden die aan de TIB worden voorgelegd. Zoals blijkt uit de voortgangsbrief
van de TIB hebben de diensten in overleg met de TIB reeds stappen gezet om tot verbeteringen
te komen. Komende tijd investeren de AIVD en MIVD extra in de juridische kennis en
kunde van het personeel dat is belast met het opstellen van de verzoeken tot toestemming.
De kwaliteit van de verzoeken moet op orde zijn, technische onvolkomenheden moeten
zijn weggenomen en de rechtmatigheidstoets van de TIB dient op effectieve wijze een
plek te krijgen in het werkproces van de diensten.
Vanuit onze verantwoordelijkheid voor het werk van de diensten zetten wij graag het
gesprek voort met de TIB en de CTIVD over de reikwijdte van de rechtmatigheidstoets.
Wij zullen de Kamer informeren over de uitkomst van dit overleg. Op de aan uw Kamer
toegestuurde brief van de TIB en de CTIVD over geautomatiseerde data-analyse zullen
wij eveneens separaat aan uw Kamer reageren.
Tot slot informeren wij u dat de ministerraad op 30 november akkoord is gegaan met
het voorstel van wet tot wijziging van de Wiv 2017. Het wetsvoorstel wordt thans voor
advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Dit wordt naar
verwachting in het eerste kwartaal van 2019 aan uw Kamer aangeboden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten