30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging

Nr. 43 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2018

Bij brief van 11 april 2017 is toegezegd dat uw Kamer nader zal worden geïnformeerd over het voorgenomen beleid met betrekking tot de Wet op de lijkbezorging (Wlb).1 Eén van de aanleidingen hiervoor was de vraag of resomeren als alternatieve vorm van lijkbezorging kan worden toegestaan. Resomeren is niet het enige alternatief voor begraven of cremeren. Nieuwe methoden zullen zich blijven aandienen als gevolg van technologische ontwikkelingen. Het is dan ook de vraag welke criteria als uitgangspunt moeten dienen bij het beoordelen van nieuwe methoden van lijkbezorging. Deze vraag was de aanleiding om de TU Delft te vragen de mogelijkheden voor een beoordelingskader voor innovaties in de Wlb te onderzoeken.

De TU Delft heeft het onderzoek afgerond en hierbij bied ik u graag de resultaten aan2. De resultaten van het onderzoek van de TU Delft zullen betrokken worden bij de te ontwikkelen beleidsvoorstellen met betrekking tot de Wlb, waarover ik u in de tweede helft van 2018 nader zal informeren. Naast de resultaten van de TU Delft spelen ook andere onderzoeken een rol, zoals een onderzoek naar de arbeidsomstandigheden bij de toepassing van het resomeren, dat in opdracht van uitvaartorganisatie Yarden wordt uitgevoerd door TNO. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de uitkomsten van dit onderzoek te zijner tijd beoordelen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Aanbiedingsbrief onderzoeksresultaten naar draagvlak voor resomeren als alternatieve wijze van lijkbezorging, 11 april 2017, Kamerstuk 30 696, nr. 42

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven