29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 179 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2019

1. Inleiding

De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) hebben in het kader van het door hen gevoerde rechtseenheidsoverleg bij brief van 31 mei 2018 uw Kamer geïnformeerd over hun standpunt inzake de rechtsbescherming van advocaten en journalisten in het buitenland. Voorts hebben zij bij brieven van 23 november 2018 (Kamerstuk 29 924, nr. 173) aan uw Kamer de standpunten naar aanleiding van hun rechtseenheidsoverleg overgebracht inzake (1) de reikwijdte van de rechtmatigheidstoetsing door de TIB en (2) de geautomatiseerde data-analyse ex artikel 50 Wiv 2017. Bij deze bieden wij u een afschrift van onze reactie aan de TIB en de CTIVD aan1, waarbij wij zijn ingegaan op de door hen ingenomen standpunten. Hiermee voldoen wij aan uw verzoek om een reactie op genoemde brieven. In het onderstaande willen we enkele aspecten uit onze reactie nog kort onder uw aandacht brengen.

2. Rechtseenheidsoverleg moet ruimte laten voor het (kunnen) voeren van een eigen (juridisch) beleid

De op 1 mei 2018 ingevoerde wet is een complexe wet die in een veelheid van situaties toepassing dient te vinden. Wij hebben een eigen verantwoordelijkheid om – binnen de grenzen van de wet en met inachtneming van hetgeen tijdens de parlementaire behandeling is gewisseld – ter uitvoering van de wet beleid te ontwikkelen en vast te stellen. De inzichten van de TIB en de CTIVD zijn daarbij zeer welkom, maar voorkomen moet worden dat daarmee de facto aan de verantwoordelijke ministers de mogelijkheid tot het voeren van eigen (juridisch) beleid wordt ingeperkt c.q. ontnomen.

3. Reikwijdte van de rechtmatigheidstoets door de TIB

In onze reactie aan de TIB en de CTIVD geven wij aan het door hen ingenomen standpunt grotendeels te delen, maar plaatsen wij enkele kanttekeningen bij de reikwijdte van de rechtmatigheidstoets van de TIB. Wij zijn het erover eens dat, als de inzet van een bijzondere bevoegdheid (mede) ten behoeve van verlening van ondersteuning aan een buitenlandse dienst is, dat dit in de motivering van de inzet dient te worden betrokken. Hieronder verstaan wij ook de situatie waarin vooraf met buitenlandse diensten afspraken zijn gemaakt. Anders dan CTIVD en TIB menen wij echter dat de enkele voorzienbaarheid dat de te verwerven informatie zal worden gedeeld met buitenlandse partners niet in de motivering van de toestemmingsaanvraag door de dienst zou moeten worden betrokken. Overigens laat het voorgaande onverlet de bevoegdheid van de TIB om (aanvullend) aan ons het verzoek te richten om alle inlichtingen te verstrekken en alle medewerking te verlenen die zij voor een goede uitoefening van haar taak noodzakelijk acht. Desgevraagd wordt aan een dergelijk verzoek voldaan.

4. Geautomatiseerde data-analyse (GDA)

Het standpunt van de TIB en de CTIVD inzake GDA als bedoeld in artikel 50 van de wet, wordt door ons op hoofdlijnen onderschreven. Wel hebben wij zorgen of het geschetste kader voldoende ruimte laat voor het iteratieve en onvoorspelbare karakter van het onderzoeksproces dat zo kenmerkend is voor het werk van de diensten. Wij zijn met CTIVD en TIB in overleg om te verkennen in hoeverre er binnen het wettelijk kader ruimte is die recht doet aan zowel de strekking van de wet als aan de operationele uitvoeringspraktijk.

5. Rechtsbescherming advocaten en journalisten in het buitenland

Het standpunt van de TIB en de CTIVD inzake de rechtsbescherming van advocaten en journalisten in het buitenland wordt door ons volledig onderschreven. De AIVD en de MIVD hebben hun werkwijze hierop aangepast.

6. Slotopmerking

In de afgelopen periode is – zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau – regelmatig overleg gevoerd met de TIB over de ter toetsing aan de TIB voorgelegde lasten. De toets door de TIB is scherp en heeft voor de rechtmatigheid van de uitoefening van bijzondere bevoegdheden door de diensten een nieuwe standaard gezet. In algemene zin leidt de toetsing van de TIB ook tot een duidelijke kwaliteitsverbetering van de aanvragen. In sommige gevallen is er discussie over de reikwijdte van de toets door de TIB. In die gevallen waar de uitkomst van de discussie operationele consequenties heeft voor het werk van de diensten, informeren wij uw Kamer via de daarvoor geëigende weg. Uitgangspunt is dat wij de dialoog blijven zoeken met de TIB (en de CTIVD) om de verschillen van mening die er bestaan te verkleinen en waar mogelijk weg te nemen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven