Besluit van 7 september 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018 en van de Wet van 11 juli 2018, houdende wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met het aanbrengen van enkele moderniseringen (Stb. 2018, 245)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 4 september 2018, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2326214;

Gelet op artikel XLV, eerste lid, van de Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018 en artikel V van de Wet van 11 juli 2018, houdende wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met het aanbrengen van enkele moderniseringen (Stb. 2018, 245);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, treden in werking:

  • a. de Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018, met uitzondering van de artikelen VII, onderdeel B, en XL, onderdeel B;

  • b. de Wet van 11 juli 2018, houdende wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met het aanbrengen van enkele moderniseringen (Stb. 2018, 245).

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 7 september 2018

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de achttiende september 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Voor de inwerkingtreding van de twee door dit besluit bestreken wetten is een uitzondering gemaakt op de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn zoals deze is vastgelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Beide wetten hebben het karakter van reparatieregelgeving, zodat de uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder c, van toepassing is.

Van de Verzamelwet Justitie en Veiligheid zijn enkele artikelonderdelen van inwerkingtreding uitgezonderd. Dit betreft artikel VII, onderdeel B (wijziging artikel 3:267a, derde lid, Burgerlijk Wetboek) en artikel XL, onderdeel B (nieuw artikel 550 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Voor de inwerkingtreding van deze artikelonderdelen is eerst nog een wijziging nodig van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders, waarmee een tarief wordt vastgesteld voor de deurwaarders die verantwoordelijk worden voor de uitvoering van het bezichtigingsbeding.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven