4 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van één van de volgende weken:

• het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de wettelijke verankering van afdelingen voor internationaal georiënteerd basisonderwijs (32795);

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de week van 27 oktober:

• het voorstel van wet van de leden Eijsink, Van Dijk, Hachchi, El Fassed, Voordewind, Ouwehand, Van der Staaij, Hernandez, Bruins Slot en Bosman tot vaststelling van regels omtrent de bijzondere zorgplicht voor veteranen (Veteranenwet) (32414).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Straus tot lid in plaats van het lid Van der Burg en het lid Van der Burg tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Straus.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren. 32814-5; 32801-9; 32801-5; 32801-4; 32801-2; 32780-XIII-3; 32751-1; 32744-1; 32710-XIV-13; 32710-XIV-6; 32710-XIV-1; 32710-XIII-7; 32710-XIII-6; 32710-XIII-1; 32710-F-1; 32710-D-6; 32710-D-1; 32658-27; 32563-10; 32549-45; 32549-44; 32549-42; 32549-37; 32500-XIV-13; 32500-XIV-9; 32500-XIV-8; 32500-XIV-6; 32500-XIV-4; 32500-XIII-204; 32500-XIII-201; 32500-XIII-196; 32500-XIII-181; 32500-XIII-173; 32500-XIII-171; 32500-XIII-169; 32500-XIII-168; 32500-XIII-166; 32500-XIII-158; 32500-XIII-10; 32500-XIII-8; 32500-XIII-4; 32500-XIII-3; 32500-F-3; 32500-D-3; 32440-6; 32374-11; 32372-59; 32372-58; 32372-57; 32372-55; 32372-54; 32372-53; 32372-52; 32372-51; 32372-49; 32372-48; 32369-12; 32360-XIV-5; 32360-XIV-3; 32360-XIII-6; 32360-XIII-1; 32360-F-5; 32360-F-1; 32360-D-1; 32262-1; 32201-14; 32201-13; 32123-XIV-219; 31410-15; 21501-32-495; 27581-40; 29665-161; 31936-70; 31305-191; 32123-XI-53; 31793-39; 22343-248; 29398-265; 32123-XII-53; 26956-111; 22026-332; 22343-260; 32123-XI-79; 29398-260; 31305-186; 31936-79; 32500-XII-6; 29398-229; 31936-83; 31936-82; 2011Z07119; 32417-55; 31936-76; 29984-250; 27625-229; 30119-6; 32500-XII-72; 29398-276; 31936-80; 32376-7; 32474-24; 22343-258; 32123-XI-75; 29398-263; 27625-234; 32710-22; 24804-80; 32500-XII-55; 32123-XI-67; 29398-283; 31936-43; 31700-XI-82; 29398-274; 31534-4; 26959-136; 29398-277; 2011Z17017; 29296-19; 23645-393; 32500-XI-7; 30015-44; 31232-30; 31253-26; 29398-270; 32123-XI-73; 21501-08-369; 31305-185; 22112-1061; 22112-1042; 32500-A-11; 21501-08-374; 21501-33-295; 22026-330; 29515-332; 31936-36; 31253-23; 30119-4; 32123-XI-80; 31239-100; 31936-85; 30196-104; 32123-XII-49; 30175-100; 31409-31; 32123-XII-51; 32500-XII-89; 31409-37; 32710-A-1; 32710-XII-1; 30015-42; 32360-A-1; 32360-XI-3; 32123-XII-52; 32360-XII-1; 32710-XI-1; 31209-126; 32357-8; 32710-A-6; 32710-A-5; 32710-XII-6; 32360-XI-5; 32710-XI-7; 32710-XII-7; 32710-XI-8; 32858-1; 29398-271; 22026-326; 32500-XII-63; 28663-53; 29984-232; 23645-473; 32404-36; 32403-18; 30119-5; 32500-XI-5; 31898-6; 31936-81; 23645-385; 2011Z07762; 32500-A-76; 29398-235; 28240-102; 29984-264; 26959-135; 31521-51; 30873-3; 27581-39; 32123-XI-72; 31209-125; 31936-77; 23645-395; 32500-A-39; 30872-63; 23645-409; 22026-337; 32500-XII-64; 26956-106; 26956-97; 24804-82; 21501-33-296; 32625-20; 31936-84; 29665-163; 32404-54; 32667-5; 27625-178; 32030-11; 31232-31; 31936-40; 31936-46; 32123-XI-77; 32404-50; 29398-279; 32404-33; 32500-XII-68; 27581-38; 31953-41; 31936-75; 31534-5; 31521-60; 31793-46; 31793-47; 30913-11; 26956-108; 30895-63; 30523-62; 32404-29; 29984-269; 23645-390; 23645-392; 29296-18; 29383-170; 32123-A-133; 31209-117; 29398-278; 31953-37; 29383-153; 29398-264; 31521-61; 29296-11; 31409-36; 29398-240; 22343-259; 29398-281; 31253-25; 32501-5; 30523-57; 32404-31; 29893-110; 32474-23; 23645-391; 23645-397; 32500-A-98; 27625-170; 32500-A-6; 32500-XII-7; 32500-XI-8; 21501-33-292; 29398-282; 23645-394; 31521-62; 2011Z17003; 29398-275; 31305-182; 29398-197; 29665-162; 29665-165; 31710-13; 32625-19; 32252-5; 30196-61; 32288-5; 2011Z08333; 2011Z08467; 2011Z09687; 2011Z13944; 2011Z15167; 2011Z15192; 2011Z15482; 2011Z16105; 31288-148; 31288-157; 31288-167; 31288-182; 31288-183; 31288-192; 31293-75; 31293-86; 31293-100; 31293-106; 31293-107; 31293-109; 31293-110; 31293-111; 31482-74; 31482-76; 31497-66; 31511-8; 31524-115; 31524-116; 31557-8; 31786-4; 31989-31; 31989-34; 32033-7; 32433-18; 32433-19; 32500-VIII-152; 32500-VIII-159; 32500-VIII-164; 32500-VIII-169; 32500-VIII-183; 32500-VIII-191; 32500-VIII-200; 32500-VIII-201; 32500-VIII-203; 32618-32; 32710-VIII-11; 32807-2; 32820-1; 32820-31; 32820-36; 32827-1; 32827-25; 2008Z10154; 2010Z03048; 2010Z06861; 2010Z06991; 2010Z07752; 2010Z16394; 2010Z17091; 2011Z14597; 2011Z14965; 21501-02-973; 21501-28-51; 21501-28-74; 24814-23; 24814-25; 26396-79; 26396-81; 26396-82; 26488-96; 26488-206; 26488-225; 26488-238; 26643-149; 26643-164; 27580-14; 27580-16; 27830-74; 27830-76; 27830-77; 27830-81; 27830-86; 27830-88; 27830-89; 27925-379; 28686-8; 29521-159; 29521-160; 29521-164; 29521-167; 29924-56; 29924-57; 29924-59; 29924-68; 30139-59; 30139-78; 30139-80; 30139-81; 30139-82; 30139-83; 30176-26; 30176-28; 30176-29; 30176-30; 31243-15; 31243-16; 31243-17; 31460-4; 31460-6; 31700-X-103; 32123-X-8; 32123-X-15; 32123-X-122; 32123-X-127; 32123-X-128; 32123-X-130; 32123-X-132; 32123-X-134; 32123-X-135; 32123-X-136; 32123-X-138; 32123-X-139; 32123-X-143; 32123-X-144; 32123-X-145; 32123-X-146; 32123-X-149; 32123-X-151; 32123-X-155; 32123-X-158; 32360-X-1; 32500-X-4; 32500-X-6; 32500-X-7; 32500-X-13; 32500-X-15; 32500-X-16; 32500-X-42; 32500-X-87; 32500-X-91; 32500-X-94; 32500-X-107; 32501-4; 32706-4; 32706-10; 32710-X-6; 32710-X-7; 32710-X-8; 32733-34; 32733-36; 29453-185; 30388-50; 28750-23; 30950-20; 32824-1; 31143-88; 2011Z16179; 2011Z16162; 32602-3; 32500-VII-110; 31700-XVIII-83; 31143-86; 29544-336; 32749-1; 28684-297; 29453-197; 26643-161; 28684-267; 29362-185; 29362-166; 28844-56; 29754-184; 26643-172; 25764-45; 31490-49; 30696-36; 29453-195; 32240-6; 31268-43; 31268-45; 27926-159; 32757-2; 26643-173; 32500-III-15; 29754-192; 29544-333; 26643-160; 26643-167; 28642-52; 28684-308; 26643-171; 2011Z15405; 32123-XVIII-71; 28684-293; 25764-46; 29362-184; 31268-44; 31490-48; 29362-177; 27926-140; 29453-198; 29628-228; 32749-2; 31490-54; 31490-44; 32780-VII-3; 25764-42 en 28684-295.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

• het VAO Milieuraad, met als eerste spreker het lid Ouwehand;

• het VAO waarborgfunctie, de visie op het Koninkrijk en de Voorlichting van de Raad van State over de visie op het Koninkrijk, met als eerste spreker het lid Lucassen;

• het VAO fusies in de zorgsector, met als eerste spreker het lid Van der Veen;

• het VAO beleidskader gemeentelijke herindeling, met als eerste spreker het lid Heijnen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Gisteravond zagen wij in PowNews dat jeugdigen in Teylingereind vrijelijk kunnen beschikken over telefoons, drugs en alcohol. Wij ontvingen vrij zorgwekkende signalen. Mede namens mevrouw Bouwmeester van de PvdA en mevrouw Kooiman van de SP vraag ik hierover een dertigledendebat aan.

Mevrouw Helder (PVV):

Voor we tot een debat besluiten, zou ik een brief van het kabinet willen. Als daarna een debat nodig is, zou ik wegens de overvolle agenda voor de dertigledendebatten het verzoek willen doen om dit in een AO aan de orde te laten komen.

De heer Van der Steur (VVD):

De VVD-fractie deelt de zorgen van mevrouw Van Toorenburg en degenen die haar verzoek steunen, maar dit behoeft wel spoedige behandeling. Daarin voorziet een dertigledendebat juist niet. Ik zou er ook liever een AO van maken. Misschien kunnen we daarbij ook het onderwerp meenemen dat mevrouw Gesthuizen zo dadelijk aan de orde wil stellen, want het is belangrijk dat we er snel over spreken. De staatssecretaris heeft al een brief toegezegd over Teylingereind; daar kan hij dit onderwerp aan toevoegen. Zo'n brief lijkt me zeer verstandig en belangrijk.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik stel voor dat we het als volgt doen. Graag zouden wij de brief krijgen. Naar gelang de ernst die uit de brief spreekt, kunnen we bekijken of dit meer onderzoek vraagt, waardoor we het tijdig op de Kameragenda kunnen zetten omdat er tijd overheen zal gaan, dan wel een plaats kan krijgen in een algemeen overleg. Maar laten we eerst de brief afwachten.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Na de brief beslissen we hoe we hiermee verder gaan.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Namens mijn collega Gesthuizen vraag ik een debat met de staatssecretaris aan over het bericht in het AD van vanochtend over het makkelijk binnenlopen met vuurwapens, drugs en kinderporno in een tbs-kliniek.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik herhaal mijn woorden van daarnet. Dit is een belangrijk onderwerp en het bericht is zeer schokkend. We hebben hierover al meerdere malen van gedachten gewisseld, ook met de staatssecretaris. We moeten het hier zeker over hebben. Laten we dat snel doen in een AO en laten we ook een brief vragen. Als die brief aanleiding geeft tot een dertigledendebat, dan moet dat, maar laten we eerst een brief vragen en daarna bekijken hoe we dit zo snel mogelijk kunnen behandelen.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik sluit mij aan bij mijn eerdere woorden en bij de woorden van collega Van der Steur.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik waardeer de enorme nuance van de PVV nu zij gedoogpartij is, maar juist omdat we hierover zo vaak hebben gesproken en de staatssecretaris steeds zegt dat er niets aan de hand is, steunen wij volledig het verzoek om een dertigledendebat. In alle brieven van de staatssecretaris staat ook dat er niets aan de hand is, dus wat mij betreft gaan we zo snel mogelijk debatteren omdat dat de veiligheid in en buiten de inrichting vergroot.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten vraagt om een debat, en niet om een dertigledendebat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij steunen het verzoek, waarbij we ook wel begrijpen dat het gelet op de Kameragenda misschien te lang gaat duren. Dat is hetzelfde probleem als waar wij tegenaan liepen. Laten we dus even goed en met wijsheid in de procedurevergadering bekijken wanneer we het een plek kunnen geven. Wat kan het beste snel?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks steunt het verzoek ook, maar het lijkt mij verstandig om een spoed-AO te houden, zodat we het ook snel kunnen laten plaatsvinden.

Mevrouw Leijten (SP):

Er is steun voor beide aanvragen van de debatten. Het lijkt mij goed dat wij in de procedurevergadering een beslissing nemen over de vraag hoe het verder te behandelen is. Maar één ding: het is prima dat er om een brief is gevraagd, maar wat onze fractie betreft is die er dan gewoon op dinsdag. Gezien de urgentie gaan wij er niet te lang op wachten. Anders nemen we dinsdag een beslissing over de vraag: hoe verder? Met een debat, een AO, koppeling of niet.

De voorzitter:

Dat kan heel goed. Het stenogram wordt doorgeleid naar de staatssecretaris.

Mevrouw Leijten (SP):

Zal ik direct mijn eigen verzoek doen?

De voorzitter:

Dat lijkt mij handig nu u er toch staat.

Het woord is opnieuw aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Vandaag ontvingen wij het bericht dat zorgverzekeraar Menzis samen met verzekeraar AEGON een soort van pluspolis introduceert voor de ouderenzorg. Ik zou de staatssecretaris graag willen interpelleren, voornamelijk over de vraag of dit de bestendiging van de tweedeling wordt in de langdurige zorg en de ouderenzorg. De AWBZ is immers al een verzekerd recht voor iedereen, en dus is het niet nodig om bij een schadelastverzekeraar een pluspakket aan te vragen.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik deel de zorgen van mevrouw Leijten, maar niet het verzoek om een interpellatiedebat. Ik vind dat dit de Kamer in brede zin aangaat. Wel verzoek ik om een vrij uitgebreide brief waarin het kabinet aangeeft hoe het hierover denkt en wat we hiermee aan moeten.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

De Partij van de Arbeid deelt de zorgen van de SP volledig. Wij willen wel graag eerst een brief van de staatssecretaris van VWS, maar ook van Financiën. Graag dinsdag voor 12.00 uur, zodat we die mee kunnen nemen in de regeling.

Mevrouw Smilde (CDA):

Wij steunen het verzoek niet. Wij willen wel een brief, maar ik heb liever een goede brief dan een snelle brief.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vroeg nu juist om een interpellatie om dan ook alle vragen die er zijn beantwoord te krijgen. Mijn ervaring met een brief is dat daarin vaak om de punten die van belang zijn, heen wordt gedraaid. Is dit bijvoorbeeld de toekomst van de AWBZ, als de zorgverzekeraars de zorg gaan uitvoeren? Ik had dat graag willen vragen aan de staatssecretaris. Ik zal schriftelijke vragen stellen, want dan krijg ik meer antwoord dan wanneer er een brief komt. Ik ken namelijk de algemeenheden van het ministerie en de staatssecretaris. En daar zit ik juist niet op te wachten.

De voorzitter:

U kunt ook als commissie een brief opstellen en een feitelijkevragenronde houden. Laat ik dat instrument zomaar nog eens naar voren brengen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik denk dat het heel belangrijk is om een feitelijkevragenronde, schriftelijk, met de hele commissie te doen. Mevrouw Leijten heeft een heel terecht punt en ik denk dat iedereen zich daar zorgen over maakt. Zo kunnen wij met zijn allen het punt richting kabinet maken.

De voorzitter:

Dan weet je zeker dat je antwoord krijgt op de vragen die je hebt.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik ben het eens met dat voorstel.

De voorzitter:

Fijn. Zullen we het dan zo gaan doen?

Mevrouw Leijten (SP):

Het is alles behalve feitelijk. Het is politiek. Als de commissie dit besluit in de volgende procedurevergadering, is dat prima. Maar ik zal mijn Kamervragen hoe dan ook afmaken.

De voorzitter:

Natuurlijk, maar de Kamer moet zich ook niet gek laten maken. Als we dingen samen kunnen doen, als iedereen geïnteresseerd is, stel ik altijd voor om dat ook gezamenlijk aan te pakken en niet los van elkaar allerlei procedures te laten lopen. Dat is ook extra werk voor de griffiers. Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Kortenoeven.

De heer Kortenoeven (PVV):

Voorzitter. Op 30 augustus heb ik mede namens mijn collega's Wilders en Beertema schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van OCW. Op die vragen hebben we nog steeds geen antwoord gekregen.

De voorzitter:

Het stenogram zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. De verhoudingen tussen de regering van Nederland en die van Curaçao staan op scherp. Vannacht is er een bom gelegd onder de verhoudingen tussen de regering van Nederland en die van Curaçao. Er is namelijk gelekt uit de ministerraad, of beter gezegd: uit de rijksministerraad. Het gaat om het verslag van de gevolmachtigde minister Osepa aan minister-president Schotte waarin uitgebreid verslag wordt gedaan van de rijksministerraad van 4 oktober 2011, waarin het rapport van Rosenmöller is besproken. Daaruit wordt duidelijk wat de verschillende ministers van de Nederlandse regering hebben ingebracht, welke discussie is gevoerd en waarom welk besluit al dan niet is genomen. Lekken uit de rijksministerraad is het overtreden van de wet, het lekken van een staatsgeheim.

De voorzitter:

U moet zelf ook oppassen, mijnheer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Ik ga oppassen. Sterker nog, ik ga die geheime informatie nu in een witte envelop doen. Die envelop ga ik dichtmaken, die gaat niet meer open. En ik geef minister-president Rutte de kans om deze envelop zo snel mogelijk …

De voorzitter:

Nee, nee, nee.

De heer Van Raak (SP):

... op te halen. Ik mag hem zelfs niet overhandigen. Ik vraag de minister-president om een onderzoek door de Rijksrecherche of, als dat niet kan, door de AIVD of een instantie die wel in staat is om dat onderzoek op Curaçao te doen. Ik vraag ook een reactie van de minister-president op deze informatie. Ik weet niet zeker of er morgen nog een rijksministerraad is. Als er morgen een rijksministerraad is, wil ik graag morgen voor het begin van de rijksministerraad een brief van de minister-president over deze zaak en anders voor het debat over de begroting Algemene Zaken volgende week. Het gaat om een onderzoek of door de Rijksrecherche of door de AIVD of door een andere instantie. Het kan niet zo zijn in het Koninkrijk dat geheime informatie door een van de regeringen naar buiten wordt gebracht.

De voorzitter:

Ik wil de stukken niet in ontvangst nemen, omdat ik vind dat degene van wie de stukken zijn, ze zo snel mogelijk moet terugkrijgen. Ik vind dat de heer Van Raak zelf een verantwoordelijkheid heeft om ervoor te zorgen dat die stukken zo snel mogelijk daar terugkomen. Het zijn stukken die wij niet horen te kennen, dus ik wil ze hier niet hebben. Wij zullen het stenogram sowieso doorgeleiden, maar wellicht hebben de leden nog aanvullende vragen naast die van de heer Van Raak.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. Ik noteer dat de heer Van Raak vraagt om een brief van de minister-president over dit onderwerp. Ik zou daaraan graag de vraag toegevoegd zien of de minister-president in die brief ook wil ingaan op mogelijke andere consequenties van de ontwikkelingen op Curaçao.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit mij daarbij aan. Ik wil dan niet zo'n antwoord als "ik ken deze stukken niet". Ik wil dat er echt op ingegaan wordt, want het wordt bijna een soort Hans Klokact met zo'n envelop. Je zit er maar mooi mee …

De heer Van Raak (SP):

Ik zit er maar mee!

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Wij moeten hier heel snel, liefst vandaag, nog opheldering over krijgen. Als die stukken nu toch al op straat liggen, lijkt het mij ook niet onverstandig om er ook op in te gaan.

De voorzitter:

Nee, dat moet je nooit doen.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. De heer Van Raak gebruikt grote woorden en een heel mooie act. Ik begrijp van hem – dat moet ik aannemen – dat het geheime stukken zijn die zijn gelekt. Maar is dat alleen naar hem of liggen ze bij een medium? Dat maakt nogal wat uit voor de manier waarop hij het aan de orde stelt.

De voorzitter:

Het gaat hierbij wellicht om staatsgeheimen, dus ik wil er niet verder over spreken.

De heer Heijnen (PvdA):

Precies, wellicht. U weet dat niet, ik weet dat niet. Alleen de heer Van Raak meent dat te weten. Ik stel voor dat de minister-president zo snel en adequaat mogelijk reageert op datgene wat de heer Van Raak via dit theater aan hem beschikbaar stelt.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

De heer Lucassen (PVV):

Voorzitter. Met alle corruptie en machtsmisbruik door politici op Curaçao is het inmiddels het Sicilië van het Caribische gebied. Wij vinden dat ze eigenlijk het Koninkrijk uit moeten …

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak … Mijnheer Lucassen, u brengt mij helemaal in de war. Wij moeten echt proberen om het zakelijk te houden en niet nu al aan het debat te beginnen. Mijnheer Brinkman, ik zeg dit bijna iedere week tegen iedereen en vandaag tegen de heer Lucassen. Mijnheer Lucassen, u vervolgt uw betoog.

De heer Lucassen (PVV):

Bedankt dat ik dit verhaal mag afmaken.

De voorzitter:

Dat weet ik nog niet. Als u inhoudelijk op het voorstel reageert …

De heer Lucassen (PVV):

Als u mij even laat uitpraten …

De voorzitter:

Nee, mijnheer Van Raak. Ach, dat is Murphy! U moet echt mijn aanwijzingen volgen en niet zeggen: ik doe wat ik toch al van plan was. U moet mijn aanwijzingen volgen.

De heer Lucassen (PVV):

Voorzitter. Als u zich minder drukt maakt, herinnert u zich mijn naam nog. Dan kan ik mijn verhaal afmaken en dan zijn wij er. Zolang Curaçao niet ….

De voorzitter:

U moet echt reageren op het voorstel van de heer Van Raak.

De heer Lucassen (PVV):

Dan moet u mij daar wel de gelegenheid voor geven. U kunt elke keer mijn inbreng wegdrukken …

De voorzitter:

Nee, het gaat over de stukken!

De heer Lucassen (PVV):

... maar dan krijgt u dus ook niet de reactie die ik wil geven op het voorstel van de heer Van Raak. Dus dan staan wij hier nog wel een tijdje.

De voorzitter:

Nou, ik heb alle tijd.

De heer Lucassen (PVV):

Ik maak hier ook graag tijd voor. Ik vind dit prachtig.

De voorzitter:

U moet nu gewoon zeggen wat uw reactie is op het voorstel dat ik doe om de stukken door te geleiden en een brief te vragen van de minister-president. Wat wilt u hebben in de brief van de minister-president? Dat is nu het onderwerp.

De heer Lucassen (PVV):

Zoals ik al zei: zolang Curaçao niet uit het Koninkrijk gaat, steunen wij het voorstel van de heer Van Raak voor een onderzoek van de Rijksrecherche naar alle corruptie en naar al die corrupte politici op dat eiland daar.

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Het lastige van staatsgeheimen is dat je niet weet wat het is. Daarom is het belangrijk dat dat onderzoek goed gedaan gaat worden. Wij steunen het voorstel van de heer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

De heer Heijnen was gisteren niet bij het debat over Curaçao. De woordvoerder namens de PvdA was daar de heer Van Dam. Het is jammer dat de heer Van Dam niet aanwezig is, want hij zou niet hebben gereageerd op de manier waarop de heer Heijnen reageert. Ik heb uitgelegd wat het is. Het is het verslag van gevolmachtigd minister Osepa aan minister-president Schotte, waarin verslag wordt gedaan van de discussie in de rijksministerraad. Daarin is te lezen wie wat allemaal heeft gezegd en welke argumenten zijn gebruikt. Dat is lekken uit de rijksministerraad. Dat is een staatsgeheim. Daar zit ik mee, daar moet ik iets mee. Ik moet dat kwijt. Ik hoop dat de minister-president het snel uit mijn handen komt halen.

De voorzitter:

Wij gaan het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Ik wil een spoedig dertigledendebat aanvragen met de minister-president over de vacature voor vicepresident van de Raad van State. Eerder deze week stond ik hier om te vragen om een snelle beantwoording. Die is er gekomen, maar zij heeft geen duidelijkheid gebracht. Namens het kabinet wordt gezegd dat er binnen enkele weken een advertentie kan worden gepubliceerd. "Kan worden" kan ook betekenen dat het niet wordt gepubliceerd en dat is niet conform de uitspraak van de minister-president en niet zoals wij dat willen. Voor ons is er dan niks anders over dan het gesprek met de minister-president aan te gaan.

De voorzitter:

Nou is die hier toevallig volgende week toch voor de begroting Algemene Zaken.

De heer Schouw (D66):

Maar dit gaat over Hoge Colleges van Staat, en dat kan niet met die begroting gecombineerd worden.

De voorzitter:

Hoofdstuk II wordt een week later behandeld, u hebt een punt.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Volgens mij is het met enige flexibiliteit geen enkel probleem om zo'n debat volgende week in te plannen. Het lijkt mij een prachtig onderwerp voor AZ.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik steun de heer Schouw altijd graag, maar ik wil niet dat mij straks het woord ontnomen wordt bij de behandeling van de begroting van Algemene Zaken. Ik wil snel een debat en ik wil niet dat er even tussen neus en lippen door een benoeming plaatsvindt voordat wij überhaupt een advertentie hebben gezien, sterker nog, voordat wij er überhaupt over hebben kunnen spreken. Iedereen weet dat die advertentie eigenlijk complete flauwekul is.

De voorzitter:

Dit is mij ook veel te inhoudelijk.

De heer Brinkman (PVV):

Maar het was wel een mooie inleiding, voorzitter. Ik heb een korte opmerking: ik ben het eens met de SGP.

Mevrouw Smilde (CDA):

Ik steun dat ook. Het kan volgende week goed aan de orde komen bij de behandeling van de begroting van Algemene Zaken.

De heer Heijnen (PvdA):

Ik steun de heer Schouw met zijn verzoek, maar ik zoek ook naar een oplossing. In formele zin spreken wij hierover met de minister van BZK en de minister van V en J. Dat blijkt uit de antwoorden van de regering. Volgende week debatteren wij met de minister-president, en dat is niet de juiste vertegenwoordiger van de regering in deze zaak. Het kan de week daarop wel bij de behandeling van de Hoge Colleges van Staat, want die houden wij met de minister van BZK.

De voorzitter:

Ik reageerde zoals ik reageerde, omdat mijnheer Schouw een debat vroeg met de minister-president.

De heer Van Raak (SP):

Ik steun het verzoek om een debat met de minister-president. Alle andere ministers kunnen daarbij ook aanwezig zijn. Ik ben het niet eens met GroenLinks dat wij onszelf de vrijheid moeten veroorloven om er bij de begroting van Algemene Zaken ook over te beginnen. De Kamer moet een keus maken. Wij moeten niet twee halve debatten houden, maar één goed debat. Als wij een dertigledendebat specifiek over dit onderwerp houden, dan gaan wij het niet bij de begroting behandelen.

De voorzitter:

U weet hoe de agenda eruitziet. Vandaar mijn voorstel om het mee te nemen bij de behandeling van de begroting van AZ. Ik heb volgende week geen tijd voor een dertigledendebat, want ik heb een hele lijst van dergelijke debatten. Die moeten allemaal nog worden gehouden.

De heer Schouw (D66):

Ik kan mijn verzoek misschien een slagje draaien, ook naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Heijnen. Laten wij het dan betrekken bij de behandeling van de begroting van de Hoge Colleges van Staat. Dan praten wij daarover met de minister die het aangaat en zijn wij nog op tijd ook.

De voorzitter:

Dat is in de week van 15 november.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil toch echt gezegd hebben dat ik wel van plan ben om volgende week met de minister-president hierover te spreken, omdat hij daarover een aantal uitspraken heeft gedaan. Ik hoop niet dat ik daar dan wordt afgekapt, want dan moet ik me tegen de heer Schouw gaan keren, en dat wil ik liever niet.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. We moeten een keuze maken. Het maakt mij niet uit: het kan volgende week, met de minister-president, het kan bij de behandeling van de begroting van de Hoge Colleges van Staat, met de minister van BZK, maar niet allebei. We doen het dus bij de één, of bij de ander. Dan kan ik wel leven met het voorstel van de heren Heijnen en Schouw om het met de minister van BZK te doen. Dan kunnen wel zelfs de minister van Veiligheid en Justitie erbij uitnodigen. Als de Kamer daartoe in meerderheid niet beslist, dan kies ik voor de variant met de minister-president, bij de begroting Algemene Zaken. Maar niet twee keer, dat wordt flut!

De heer Schouw (D66):

Ik houd het bij het voorstel om het te doen bij de behandeling van de begroting van de Hoge Colleges van Staat. Dat is waar het ook inhoudelijk thuishoort. Dat kan binnen de daarvoor gestelde termijn. Ik zie een aantal mensen knikken, met uitzondering van …

De voorzitter:

We gaan hier toch niet eindeloos over doorpraten, mevrouw Van Gent?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Nee, voorzitter, dat ben ik niet van plan. Maar als het daarin uitmondt, steun ik het verzoek van de heer Schouw niet. Ik heb namelijk geen zin in een debat dat mosterd na de maaltijd is. Het lijkt me dat dit debat het best zo snel mogelijk kan plaatsvinden, en dat is volgende week.

De voorzitter:

Maar u hebt voor dat voorstel geen steun, mevrouw Van Gent.

Mevrouw Smilde (CDA):

Nou, ik moet zeggen dat ik het voorstel van mevrouw Van Gent wel steun. Laten we het gewoon volgende week met de minister-president doen, bij de begroting van Algemene Zaken.

De voorzitter:

De griffier merkt terecht op dat dit ieders eigen verantwoordelijkheid is. Dat is natuurlijk zo.

De heer Van Raak (SP):

Dan krijgen we natuurlijk een flutdebat. Punt van orde: ik stel voor dat we de fracties langsgaan en vragen wie voor welke variant is. Dan doen we het vervolgens bij de ene of bij de andere begrotingsbehandeling, en niet allebei een beetje, want dan wordt het flut.

De voorzitter:

Ik snap uw punt wel, maar wij kunnen dat hier niet over elkaar beslissen. Dat moet u vooral in goed overleg met elkaar doen, dan komt u er vast wel uit. Dank u wel voor het briljante idee, mijnheer Schouw! Aldus besloten.

De heer Schouw (D66):

De hoofdconclusie is dat de meerderheid van deze Kamer vindt dat we die discussie vooral moeten voeren bij de Hoge Colleges van Staat. Het staat natuurlijk elke fractie vrij om het in te brengen bij andere begrotingsbehandelingen. Dan hebben wij daarmee toch, mevrouw de voorzitter – als ik zo vrij mag zijn – een conclusie bereikt.

De voorzitter:

Volgens mij had ik die net getrokken, maar misschien minder mooi dan u het deed. Dat zal vast!