31 953 Vaststelling van overgangsrecht en wijziging van diverse wetten ten behoeve van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2010

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, over de uitkomsten van het op 24 juni 2010 gevoerde bestuurlijk overleg met het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen (UvW) over onder meer de voortgang van de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Hiermee geef ik invulling aan mijn toezegging in het Algemeen Overleg met uw Kamer op 22 april 2010 (Kamerstuk 31 953, nr. 35).

Tijdens het bestuurlijk overleg is gezamenlijk geconcludeerd dat er binnen een aantal randvoorwaarden ruimte is voor verder regionaal maatwerk bij de vorming van de RUD’s onder regie van de provincies. Ook zijn conclusies getrokken over een aantal rafelranden van het basistakenpakket.

Ten aanzien van de kwaliteitscriteria is geconcludeerd dat deze worden gebruikt als referentiekader om de robuustheid van de te vormen RUD’s door te rekenen en als referentiekader bij een door alle gemeenten uit te voeren zelfevaluatie van de kwaliteit van de uitvoering.

Besloten is om in oktober 2010 de balans van het bottum up proces en het regionaal maatwerk op te maken aan de hand van door de provincies te verstrekken informatie over de eventuele aanpassingen van de in december 2009 gedane voorstellen. De resultaten worden besproken in een in oktober 2010 te plannen bestuurlijk overleg.

Ter versterking van de vergunningverlening, de verbetering van de bestuursrechtelijke en de strafrechtelijke milieuhandhaving en de afstemming tussen beide handhavingskolommen, werken het IPO, de VNG, de UvW en het Rijk samen in een programma. Daarbij heeft iedere partij een eigen verantwoordelijkheid voor het (mede)uitvoeren van een aantal activiteiten en projecten.

Om het bestuurlijke proces waar nodig te ondersteunen is besloten mevrouw Dekker te vragen een rol als ambassadrice en bestuurlijk boegbeeld van het programma op zich te nemen. Zij heeft daarmee ingestemd.

Ik concludeer dat met het bestuurlijk overleg van 24 juni een nieuwe impuls is gegeven aan de noodzakelijke verbeteringen vanuit een gezamenlijk door bestuurlijk IPO, VNG, UvW en Rijk gevoelde urgentie.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven