32 733 Beleidsbrief Defensie

Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2011

Tijdens het notaoverleg van 6 juni jl. (Kamerstuk 32 733, nr. 31) over de beleidsbrief «Defensie na de kredietcrisis» van 8 april jl. (Kamerstuk 32 733, nr. 1) heb ik toegezegd de Kamer, voorafgaand aan de stemmingen over de ingediende moties, nader te informeren over de motie van de leden Ten Broeke en Knops over het aanbieden van Cougar-helikopters aan de VN (Kamerstuk 32 733, nr. 9). Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging. Tevens ga ik in op de vraag van het lid Hachchi over de datum van oplevering van het AIV-advies over internationale defensiesamenwerking.

Aanbieden Cougar-helikopters aan de VN

Overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken over de desbetreffende motie van de leden Ten Broeke en Knops leert dat uitvoering van deze motie niet haalbaar zal zijn. De belangrijkste reden is dat de VN niet kunnen ingaan op een aanbod gebruik te maken van Cougars die Nederland op basis van permanente bruikleen overdraagt. De VN hebben geen voorzieningen om de Cougars fysiek te beheren, onderhoud te plegen en personeel op te leiden. De VN stellen per missie een duidelijk omschreven behoefte aan militair personeel en materieel, waarin de VN-lidstaten voor de duur van de missie voorzien. Daarnaast is er nog een andere belemmering om uitvoering aan de motie te geven. Deze betreft de financiering van de inzet van de Cougars met geld van ontwikkelingssamenwerking. Cougars worden beschouwd als militair materieel en inzet daarvan komt niet in aanmerking voor ODA-financiering.

Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV)

Mevrouw Hachchi heeft tijdens het notaoverleg een motie ingediend over internationale samenwerking (Kamerstuk 32 733, nr. 16). Zij verzoekt de regering daarin vóórde begrotingsbehandeling voor het jaar 2012 voorstellen en doelen te formuleren ten aanzien van internationale en Europese samenwerking, met daarbij een weging van de haalbaarheid.

Zoals gemeld wordt over dit onderwerp binnenkort een adviesaanvraag ingediend bij de AIV. Tijdens het notaoverleg heb ik mevrouw Hachchi daarom voorgesteld deze motie aan te houden, totdat het advies van de AIV bekend is. Desgevraagd heeft de AIV te kennen gegeven dat het rapport in december van dit jaar kan worden verwacht.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven