30 139
Veteranenzorg

nr. 59
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2009

In het notaoverleg van 22 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 57) heb ik de vaste commissie voor Defensie nadere informatie toegezegd over de aantallen veteranen die de verschillende organisaties in het Veteranen Platform vertegenwoordigen. Desgevraagd heeft het Veteranen Platform een opgave verstrekt van het aantal veteranen dat lid is van organisaties die bij het platform zijn aangesloten. Volgens deze opgave bedraagt het aantal leden per 21 september jl. 126 569.

Het Veteranen Platform is niet in staat het ledenbestand te splitsen in veteranen en niet-veteranen. Het totaalaantal behelst daarom niet alleen veteranen, maar ook postactieve militairen, actief dienende militairen, militaire oorlogs- en dienstslachtoffers en enkele partners van veteranen. Op basis van de statuten van het Veteranen Platform zou ten minste 51 procent van de leden tevens veteraan moeten zijn, wat zou betekenen dat het platform ten minste 65 000 veteranen vertegenwoordigt. Het platform is gevraagd het aantal werkelijke veteranen beter in beeld te brengen.

Hoe dan ook is het Veteranen Platform een belangrijke gesprekspartner van Defensie als het gaat om de evaluatie van de uitvoering van het veteranenbeleid en de inventarisatie van de wensen en behoeften van veteranen.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

Naar boven