31 936 Luchtvaartbeleid

Nr.43 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2010

Bij brief van 5 november 20101 heb ik u een afschrift doen toekomen van een brief aan een omwonende van Groningen Airport Eelde waarin ik in ga op zijn verzoek om de berekeningen van het aantal ernstig gehinderden uit 2005 te overleggen. Ik heb daarbij aangegeven dat er vraagtekens gerezen waren over de juistheid van de uitgevoerde berekeningen en ik deze juistheid nader wilde onderzoeken. Met deze brief wil ik u informeren omtrent mijn bevindingen dienaangaande.

Bij besluit van 19 februari 2010 hebben de toenmalige ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer beslist op bezwaren geuit in de procedure inzake de Aanwijzing van het luchtvaartterrein Eelde met een verlengde landingsbaan d.d. 15 mei 2001. Dit besluit vloeide voort uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 11 juni 2008 in het beroep op de beslissing op bezwaar van 14 maart 2006 in dezelfde procedure. Daarin had de Raad van State ten aanzien van het aantal ernstig gehinderden daartoe strekkende bezwaren ongegrond verklaard.

Naar aanleiding van het verzoek van de omwonende heb ik contact opgenomen met het bureau ADECS Airinfra dat in 2005 de desbetreffende rapportage had opgesteld en heb ik verzocht de berekeningen verifieerbaar te overleggen. In reactie op dit verzoek heeft ADECS mij medegedeeld dat in het spreadsheet-programma dat ADECS toentertijd hanteerde, een onjuiste formule is ingevoerd. Correctie daarvan leidt tot het volgende:

  • Binnen de 35 Ke-zone, welke van planologische betekenis is (hierbinnen gelden namelijk beperkingen aan woningbouw e.d.), is sprake van één extra ernstig gehinderde ten opzichte van het aantal genoemd in het rapport van 2005 (19 in plaats van 18 personen).

  • Binnen de – veel grotere – 20 Ke-zone (waarbinnen ook de hiervoor genoemde 35 Ke-zone ligt) is sprake van 94 extra ernstig gehinderden ten opzichte van het aantal genoemd in het rapport van 2005. Het totaal geschat aantal ernstig gehinderden komt daarmee op 252 personen (in plaats van 158 personen).

Implicaties voor het besluit van 19 februari 2010

Het geschatte aantal ernstig gehinderden in de 20 Ke-zone wijkt getalsmatig substantieel af van het oorspronkelijk geschatte aantal. In relatieve zin echter blijft het geschatte aantal ernstig gehinderden van eenzelfde, vergelijkbare orde van grootte.

Als referentie noem ik u het geschatte aantal ernstig gehinderden in de 20 Ke-zone bij enkele andere luchthavens. Bij Rotterdam The Hague Airport bedraagt dit aantal 9 246 personen.2 Voor Eindhoven Airport is dit aantal 1595 personen.3

Op grond van het bovenstaande zie ik geen aanleiding om een ander besluit te nemen dan mijn voorgangers op 19 februari 2010 hebben gedaan.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


XNoot
1

Documentnr 2010D43320.

XNoot
2

Zie: MER Rotterdam Airport 2008, bijlage geluid, p. 41.

XNoot
3

Zie: MER militair luchtvaartterrein Eindhoven, tabel 7.9, p. 74.

Naar boven