Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2010
Mijn voorganger, de heer Eurlings, heeft het verzoek gekregen van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat haar te informeren
over de uitvoering van de motie De Rouwe/Boelhouwer (Kamerstuk 31 936, nr. 27). De motie verzoekt de regering om maatregelen te treffen om effectief te kunnen optreden tegen het met een laser beschijnen
van vliegtuigen. Mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, informeer ik u als volgt.
In Nederland is een toename waar te nemen van het aantal meldingen waarbij luchtvaartuigen en verkeerstorens worden aangestraald
met laserlicht. Dit laserlicht is afkomstig van laserpointers. Het aanstralen van luchtvaartuigen en verkeerstorens met laserlicht
kan de veiligheid ernstig verstoren. Daarom acht ik het van groot belang dat dit probleem wordt aangepakt. Daarbij kunnen
diverse interventies van preventie tot repressie worden ingezet.
Om het aanstralen met laserlicht van luchtvaartuigen adequaat strafrechtelijk te kunnen aanpakken zal het Wetboek van Strafrecht
worden aangepast.
Het Wetboek van Strafrecht kent reeds strafbepalingen die zien op het doen verongelukken, vernielen, onbruikbaar maken of
het beschadigen van een vliegtuig (artikelen 168 en 169). Het met opzet vanaf de grond piloten met een laserstraal hinderen
of zelfs tijdelijk verblinden kan – uiteraard afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden – een van de strafbare
feiten dan wel een strafbare poging daartoe opleveren. Ook is het denkbaar dat hetgeen bepaald is artikel 385b Sr, namelijk
geweld tegen iemand aan boord van een luchtvaartuig, onder omstandigheden van toepassing kan zijn.
De hierboven genoemde artikelen geven reeds nu de mogelijkheid tot strafrechtelijke vervolging. Om de strafrechtelijke bescherming
tegen het aanstralen van vliegtuigen nog beter toe te snijden op de concrete gedragingen en de daaruit voortvloeiende gevaarzetting
heb ik aanvullende wetgeving in voorbereiding die beoogt specifiek deze gevaarzetting van het luchtvaartverkeer onder de strafwet
te brengen.
Daarmee wordt tevens voorzien in betere mogelijkheden tot strafrechtelijk optreden tegen het beschijnen van vliegtuigen met
laserstralen.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma