Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 27830 nr. 81 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 27830 nr. 81 |
Vastgesteld 20 augustus 2010
De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 21 mei 2010 inzake de behoeftestellingsfase van het project «Midlife Upgrade BV-206D» (Kamerstuk 27 830, nr. 77).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 20 augustus 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerendvoorzitter van de commissie,
Van Miltenburg
De griffier van de commissie,
De Lange
1
Is de informatie in de brief «Behoeftestellingsfase van het project «Midlife Upgrade BV-206D» (d.d. 21 mei 2010) nog actueel, of zullen er in het licht van de aankondigingen van de CDS c.s. in de Defensiekrant (van 24 juni 2010) ook nog aanpassingen in dit dossier worden gedaan?
Ja, de brief van 21 mei jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 77) is nog actueel.
2
Zijn er uit de HGIS fondsen beschikbaar gesteld voor de slijtage van deze lichte rupsvoertuigen bij de inzet in crisisgebieden? Zo nee, waarom niet?
Extra uitgaven voor onderhoud en herstel van materieel ten gevolge van de inzet bij crisisbeheersingsoperaties worden gecompenseerd uit het budget van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Dit is ook bij de BV-206 voertuigen het geval.
3, 21, 27 en 29
Is Defensie bereid een extern deskundige een vergelijking te laten maken tussen inbesteding en uitbesteding?
Wordt bij de vervanging van de polyester carrosserie kennis en kunde van Nederlandse kennisinstellingen en het bedrijfsleven ingeschakeld?
Welke taken in het project Midlife Upgrade BV-206 worden uitgevoerd door de Nederlandse industrie, en niet door het Instandhoudingsbedrijf Landsystemen?
Waarom wordt ervoor gekozen taken binnen het project Midlife Upgrade BV-206 door de Nederlandse industrie uit te laten voeren en wat zijn hier van de kosten?
De samenwerkingsmogelijkheden met de industrie komen aan de orde in de sourcingstrategie die Defensie toepast tijdens de verwervingsvoorbereidingsfase. Deze strategie biedt een kader en formuleert normen op grond waarvan wordt besloten tot uitvoering van werkzaamheden door Defensie zelf, tot uitbesteding of tot samenwerking. Bij investeringsprojecten waarmee een bedrag van € 25 miljoen of meer is gemoeid, zoals het project MLU BV206D, wordt de sourcingtoets altijd uitgevoerd. Defensie is een voorstander van de toepassing van de sourcingstrategie bij investeringsprojecten waarmee een bedrag kleiner dan € 25 miljoen is gemoeid.
In de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) zal worden bezien of de Midlife Upgrade (MLU) van de BV-206D door Defensie wordt uitgevoerd of door de Nederlandse industrie. Over de wijze van uitvoering van het project zal de Kamer voorafgaand aan de voltooiing van de D-fase worden geïnformeerd.
4
Hoe vaak en hoeveel van de 156 BV-206 rupsvoertuigen zijn vanaf 1989 daadwerkelijk ingezet in het kader van militaire oefeningen en militaire missies? Welke militaire missies betrof dit?
De BV-206 voertuigen worden gebruikt bij nagenoeg iedere oefening of inzet van het Korps Mariniers. Verder zijn de BV-206 voertuigen ingezet tijdens uitzendingen in Cambodja, Bosnië, Ethiopië en Eritrea en Haïti. Hierover is de Kamer geïnformeerd met de brief van 4 maart 2005 (Kamerstuk 27 830, nr. 30).
5
Welke operationele verbeteringen worden aan de BV-206 uitgevoerd?
De kwalitatieve behoefte van het project MLU BV-206 betreft een verbetering van het elektrische systeem en de garantie van de amfibische capaciteiten. Ook is er behoefte aan technische aanpassingen ten behoeve van de instandhouding en om beter te voldoen aan arbo- en milieuwetgeving. Het betreft bijvoorbeeld een verbetering van de knikdemping tussen het voorste deel en achterste deel van het voertuig, een aanpassing van de wielophanging, de invoering van een nieuw type rupsbanden en de bevestiging van standaardaffuiten voor zelfbescherming.
6
De nieuwe kwantitatieve behoefte is vastgesteld op 127 gemoderniseerde BV 206-D voertuigen. Hoeveel voertuigen zijn daarvan bedoeld voor opleidingsdoeleinden? Hoeveel weken per jaar wordt de pool van de resterende 51 voertuigen als bataljonstaakgroep ingezet?
Van de 127 BV-206 voertuigen zijn vier stuks voorzien voor de rijopleiding van Defensie. De 51 voertuigen uit de pool zullen naar verwachting gemiddeld zes maanden per jaar worden ingezet, waarvan twee maanden voor een volledige bataljonsgroep.
7, 8 en 9
Wat gebeurt er met de 29 voertuigen die niet worden gemoderniseerd?
Worden de 29 voertuigen afgestoten omdat de financiën ontbreken deze te moderniseren? Zo ja, wat is het tekort? Zo nee, waarom worden de voertuigen dan afgestoten?
Hoeveel voertuigen die niet kunnen worden gemoderniseerd worden afgestoten? Worden deze voertuigen aan andere landen verkocht? Zo ja, welke?
Uit de behoeftestellingsfase is gebleken dat de modernisering van 127 BV-206 voertuigen voldoende is voor de training, oefening en inzet van het Korps Mariniers. Op grond van deze operationele overwegingen worden de resterende voertuigen niet gemoderniseerd. Momenteel is niet voorzien dat deze voertuigen zullen worden verkocht aan het buitenland. De onderdelen van deze voertuigen kunnen opnieuw worden gebruikt voor de resterende 127 voertuigen.
10
Op basis waarvan is de behoefte aan Midlife upgrade van de BV-206D omhoog bijgesteld? Waar verwacht de regering deze voertuigen in te gaan zetten?
In de brief van 21 mei is de Kamer gemeld dat de behoefte aan BV-206 voertuigen is verhoogd van 107 naar 127 stuks vanwege de versterking van de mariniersbataljons. Hierover is de Kamer eerder geïnformeerd met de brief over de Marinestudie van 14 oktober 2005 (Kamerstuk 30 300 X, nr. 9) en de brief van 6 juli 2007 (Kamerstuk 30 800 X, nr. 105). Ook zijn meer voertuigen nodig dan aanvankelijk was voorzien voor het gebruik als commandovoertuig. De BV-206 voertuigen kunnen overal ter wereld worden ingezet in extreme weersomstandigheden en in moeilijk begaanbaar terrein.
11
Kan de levensduur van de voertuigen vanaf 2020 ook worden verlengd of is vervanging dan absoluut noodzakelijk?
De levensduur van de BV-206 voertuigen wordt verlengd tot ten minste 2020. Het is niet duidelijk of de levensduur na 2020 opnieuw kan worden verlengd.
12
Kunnen de Vikings, waarvan de levensduur ook in 2020 eindigt, ook op een vergelijkbare wijze een upgrade ondergaan?
Ja, een dergelijke modernisering is thans echter nog niet voorzien.
13
Welk deel van de 127 voertuigen wordt niet voorzien van de minder essentiële moderniseringen?
Het is nog niet duidelijk welk deel van de voertuigen niet zal worden voorzien van de minder essentiële moderniseringen. In de volgende fasen van het project zal hier een studie naar worden verricht. Over de resultaten van de studie zal de Kamer voorafgaand aan de voltooiing van de verwervingsvoorbereidingsfase worden geïnformeerd.
14
Wordt het deel van de voertuigen dat niet volledig wordt gemoderniseerd anders operationeel ingezet dan de volledig gemoderniseerde voertuigen? Zo ja, wat zijn de verschillen?
Ja, de BV-206 voertuigen kunnen worden ingezet voor de uitvoering van uiteenlopende taken bij oefeningen, trainingen en missies. Een volledige modernisering is niet voor alle taken noodzakelijk. Bij de planning van een oefening, training of missie wordt rekening gehouden met de eigenschappen van het voertuig. Zowel de niet volledig gemoderniseerde als de geheel gemoderniseerde voertuigen zijn operationeel inzetbaar.
15
Kan worden geconcludeerd dat, gezien het feit dat gesteld wordt dat «met het beschikbare budget niet alle voertuigen volledig kunnen worden gemoderniseerd», het project Midlife Upgrade BV-206D in ieder geval het maximaal begrote bedrag van 50 miljoen euro zal gaan kosten? Zo nee, waarom niet? Om welke kostenoverschrijding per voertuig gaat het uiteindelijk?
Over het budget van het project MLU BV-206D is de Kamer geïnformeerd met de commercieel vertrouwelijke bijlage bij de brief van 21 mei. Een overschrijding van dit budget is niet voorzien.
16
Wanneer zal de Kamer worden geïnformeerd over de kosten van de exploitatie van de BV-206 per jaar?
Over de kosten van de exploitatie zal de Kamer voorafgaand aan de voltooiing van de verwervingsvoorbereidingsfase worden geïnformeerd.
17
Welke financiële risico’s heeft het project Midlife Upgrade BV-206?
Het financiële risico betreft een kostenstijging wanneer de reparatie van het polyester van de carrosserie van het voertuig te lang op zich laat wachten.
18
Welke technische risico’s heeft het project Midlife Upgrade BV-206?
Het technische risico betreft de conditie van het polyester en de complexiteit van de uitvoering van de modificatie.
19
Wanneer zal worden gestart met het project Midlife Upgrade BV-206 en wanneer zal het project voltooid zijn?
Het project MLU BV-206 begint nadat de Kamer de A-brief van 21 mei heeft kunnen behandelen. In de brief van 21 mei is de Kamer gemeld dat de modernisering naar verwachting zou duren tot eind 2014. Inmiddels is gebleken dat de laatste gemoderniseerde voertuigen in de eerste helft van 2015 geleverd zullen worden.
20, 22 en 24
Hoeveel mensen zijn er nodig voor het uitvoeren van de Midlife Upgrade BV-206? Waar zijn zij momenteel werkzaam, in welke rangen, en hoelang zullen zij worden ingezet voor dit project?
Waarom wordt inbesteding voorzien bij een project waarbij veel kennis en ervaring bij het bedrijfsleven aanwezig is? Heeft dit een financiële reden? Behoort dit tot de primaire taken van de krijgsmacht? Welk beslag zou inbesteding leggen op het personeelsbestand bij het onderhoudsbedrijf? Zou bij niet inbesteding sprake zijn van leegloop?
Hoeveel monteurs zullen een fabriekscursus volgen en wat zijn hiervan de kosten?
In de brief van 21 mei is de Kamer gemeld dat het project MLU BV-206 niet leidt tot een behoefte aan meer personeel. Momenteel is het exacte aantal medewerkers, hun rang en de periode waarvoor zij voor het project worden ingezet nog niet bekend. Dit zal duidelijk worden in de volgende fasen van het project. Dan zal ook duidelijk duidelijkheid ontstaan over het aantal monteurs dat een fabriekscursus zal volgen en de kosten die daarmee zijn gemoeid.
Defensie beschikt over voldoende kennis en ervaring voor de uitvoering van de MLU van de BV-206. Om redenen van doelmatigheid of vanwege onvoldoende beschikbare capaciteit kan uitbesteding wenselijk zijn. Een leegloop als gevolg van eventuele uitbesteding wordt niet verwacht. Hoe dan ook hecht Defensie belang aan het behoud van kennis en capaciteit om de voertuigen te kunnen onderhouden, zowel in Nederland als bij uitzendingen.
23, 25, 26 en 28
Wanneer is er meer duidelijkheid over een mogelijke samenwerking met andere Europese gebruikers van de BV-206?
Welke samenwerkingsvormen kunnen worden ondernomen met andere Europese gebruikers van de BV-206 in het kader van de modernisering van de voertuigen?
Hoe en op welke terreinen verwacht Defensie samen te kunnen werken met de andere Europese gebruikers van de BV-206?
Zal internationale samenwerking ten aanzien van het project Midlife Upgrade BV-206 de kosten van dit project verlagen? Zo ja, met welk bedrag?
In de volgende fasen van het project zal meer duidelijkheid ontstaan over de samenwerking met andere gebruikers van de BV-206, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Met het oog op informatie-uitwisseling wordt momenteel al samengewerkt met deze landen in een gebruikersgroep voor de BV-206. De aard en de planning van de MLU BV-206 van de verschillende landen lopen uiteen. Het is niet voorzien dat de samenwerking in de gebruikersgroep zal leiden tot een gezamenlijke uitvoering van de MLU BV-206. Lagere kosten worden dan ook niet verwacht.
30
Op welke wijze zal de Kamer geïnformeerd blijven over de voortgang van het project wanneer het project gemandateerd wordt door DMO?
Over de voortgang van het project zal de Kamer worden geïnformeerd via de begroting, het materieelprojectenoverzicht en het departementaal jaarverslag. Daarnaast zal de Kamer voorafgaande aan de voltooiing van de verwervingsvoorbereidingsfase worden geïnformeerd over de uitvoering van de modernisering.
Samenstelling:
Leden: Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Ormel, H.J. (CDA), Ferrier, K.G. (CDA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Miltenburg, A. van (VVD), fng voorzitter, Dam, M.H.P. van (PvdA), Schippers, E.I. (VVD), Jacobi, L. (PvdA), Brinkman, H. (PVV), Voordewind, J.S. (CU), Broeke, J.H. ten (VVD), Dijk, J.J. van (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Peters, M. (GL), Berndsen, M.A. (D66), Monasch, J.S. (PvdA), Bosman, A. (VVD), El Fassed, A. (GL), Hernandez, M.M. (PVV), Lucassen, E. (PVV), Bruins Slot, H.G.J. (CDA) en Hachchi, W. (D66).
Plv. leden: Raak, A.A.G.M. van (SP), Dijkgraaf, E. (SGP), Uitslag, A.S. (CDA), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Wolbert, A.G. (PvdA), Beek, W.I.I. van (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Nicolaï, A (VVD), Samsom, D.M. (PvdA), Helder, L.M.J.S. (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Teeven, F. (VVD), Irrgang, E. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Braakhuis, B.A.M. (GL), Vacature (D66), Arib, K. (PvdA), Blok, S.A. (VVD), Halsema, F. (GL), Kortenoeven, W.R.F. (PVV), Bontes, L. (PVV), Çörüz, C. (CDA) en Vacature (D66).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27830-81.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.