32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen

Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juni 2011

In de procedurevergadering van 14 juni jongstleden heeft de Tweede Kamer gevraagd naar mijn oordeel over subamendement 32 549, nr. 33, van de leden Dijkgraaf en Verburg. Hierbij doe ik uw Kamer dit oordeel toekomen.

Dit amendement voorziet in een extra uitzondering in het amendement nummer 29 van het lid Verhoeven c.s.: het verbod om bij het leveren van de internettoegangsdienst diensten en toepassingen te belemmeren of te vertragen. Het subamendement stelt voor om hierop een uitzondering te maken voor de situatie waarin de abonnee van de internettoegangsdienst op grond van door hem gespecificeerde ideologische motieven uitdrukkelijk verzoekt bepaalde diensten of toepassingen te belemmeren.

Ik merk op dat voor abonnees die op grond van ideologische motieven behoefte hebben aan gefilterd internet, al alternatieve filtermogelijkheden open staan. Zo kan een (beveiligd) filter ook op het niveau van de router of de computer of telefoon van de eindgebruiker worden geplaatst. De indieners beogen dit nu ook mogelijk te maken op netwerkniveau. Dit kan tegemoet komen aan de wensen van een selecte groep abonnees.

Zoals ik bij de behandeling van het wetsvoorstel heb aangegeven, valt er met de regering over deze aanpassing te praten als er een formulering wordt gevonden waarmee geen gat wordt geschoten in de essentie van artikel 7.4a over de netneutraliteit. Ik heb aangegeven dat gewaarborgd moet zijn dat a) dit niet zorgt voor een uitholling van het verbod om diensten en toepassingen te belemmeren of te vertragen en b) het verzoek van de abonnee uit gaat.

Mijns inziens is bij de huidige formulering van het subamendement aan alle voornoemde aspecten aandacht geschonken. Door in het subamendement voor te schrijven dat voor dit verzoek geen geldelijk of ander voordeel mag worden geboden, wordt tot uitdrukking gebracht het subamendement niet mag worden gebruikt om het beginsel van netneutraliteit uit te hollen. Het gefilterde internet mag dus niet goedkoper worden aangeboden dan ongefilterd internet. Bovendien is de voorwaarde gesteld dat het verzoek van de abonnee uitgaat en dat bij de verzochte blokkering de motieven van de abonnee bepalend zijn.

Al met al laat ik, gezien het feit dat bij de formulering van het amendement rekening is gehouden met mijn aandachtspunten, graag het oordeel over de wenselijkheid van dit amendement aan uw Kamer over.

Overig

Voor wat betreft de andere gewijzigde amendementen merk ik tot slot op dat deze geen zodanige verandering hebben ondergaan dat ik tot een ander oordeel kom dan ik in de plenaire behandeling al heb gegeven.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven