28 240
Evaluatienota Klimaatbeleid

nr. 102
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2009

Bij brief van 20 maart jl. (2009Z05077/2009D13656) is mij verzocht de Vaste Commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer nader te informeren over de berichtgeving over mogelijke vertraging van de bouw van kolencentrales als gevolg van het voornemen van de Raad van State om hierover prejudiciële vragen te gaan stellen aan het Europese Hof van Justitie. Bij de beantwoording van uw verzoek was het van belang of de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inderdaad tot het stellen van deze vragen over zou gaan. De rechter oordeelt daarover uiteraard in onafhankelijkheid.

Inmiddels is duidelijk geworden dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de vragen ook daadwerkelijk heeft gesteld aan het Hof (zie bijlage 1).1 Dit betekent, dat de lopende beroepsprocedures tegen een aantal kolencentrales zijn aangehouden tot het moment dat het Europese Hof haar besluit over de prejudiciële vragen heeft genomen. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State definitieve uitspraken in deze beroepszaken doen. In een tweede uitspraak op 19 juni jl. heeft de Raad tevens aangegeven, dat de definitieve Wet milieubeheer vergunningen voor deze centrales niet worden geschorst. De Raad ziet hiertoe geen aanleiding omdat er naar het oordeel van de Raad op korte termijn geen spoedeisende overwegingen of onomkeerbare gevolgen in het geding zijn.

Naar verwachting zullen de vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State pas over ongeveer anderhalf jaar door het Hof worden beantwoord. Het Hof zal eerst nog een consultatieronde bij alle lidstaten laten plaatsvinden, waaronder ook Nederland. Hierin zal Nederland aangeven dat met het opstellen en periodiek actualiseren van een Nationaal Plan voldoende is geborgd dat de NEC-plafonds ook daadwerkelijk worden gehaald. De meest recente cijfers van het PBL bevestigen dit.

Ik heb op verzoek van de provincies Groningen en Zuid-Holland een brief aan hen opgesteld, waarin wordt uiteengezet op welke wijze in Nederland het halen van de NEC-plafonds vanaf 2010 aanpakt. Volledigheidshalve is een afschrift van deze brief bijgevoegd (zie bijlage 2).1

Wegens het stellen van de prejudiciële vragen heb ik besloten het project tot het versterken van de implementatie en afdwingbaarheid van NEC-plafonds te versnellen. Zie ook mijn brief van 15 september 2008 (kamerstuk 28 240, nr. 97) aan uw Kamer. Dit heeft met name betrekking op de juridische borging van het Nationale Plan in Nederlandse wetgeving. Bij dit project zullen de andere overheden en het bedrijfsleven nauw worden betrokken. Ik ben voornemens u hierover na de zomer verder te berichten.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven