32 500 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2011

Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2011

De Kamer heeft mij een brief gevraagd over hoe snel het Waddenfonds gedecentraliseerd kan worden.

In het regeerakkoord is opgenomen dat het Waddenfonds per 2012 gedecentraliseerd zal worden. Daar zal ik onverkort uitvoering aan geven.

Na decentralisatie is de besteding van de middelen uit het Waddenfonds een autonome bevoegdheid van de drie noordelijke provincies. De regio hecht sterk aan het handhaven van de doelen van het Waddenfonds, ook na decentralisatie. Ik onderschrijf dat, waarbij de bestedingsdoelen zoals ze nu zijn vastgelegd ook overeind blijven. Dit voorjaar zal het kabinet besluiten nemen over de wijze waarop het Waddenfonds wordt gedecentraliseerd. Ik zal uw Kamer hierover in april informeren. Daarbij zal ik ook ingaan op de bestuurlijke organisatie van het waddengebied. In mijn brief van 19 november jl. (29 684, nr. 88) heb ik u aangegeven vóór maart terug te komen op de bestuurlijke organisatie in het waddengebied naar aanleiding van het rapport Berenschot. Het Regionaal College Waddengebied (RCW) zal echter eerst op 25 maart a.s. met een advies komen over de bestuurlijke organisatie voor het waddengebied.

Wat betreft de besteding van de middelen voor 2011 ben ik van mening dat de huidige tendersystematiek onvoldoende effectief en efficiënt is. Probleem is dat er door het gekozen tendersysteem een te grote afhankelijkheid is ontstaan van ingediende projectvoorstellen om de doelen van het Waddenfonds te kunnen realiseren. Het kost nog enige tijd om een andere financiële constructie te maken. Dat laat onverlet dat alle middelen die op mijn begroting staan voor het Waddenfonds volledig worden overgedragen, rekening houdend met de in het regeerakkoord afgesproken efficiencykorting van 5 miljoen euro per jaar.

Ik begrijp dat er in de regio verwachtingen zijn rond het openen van een nieuwe tender. Ik heb met de Waddenprovincies afgesproken dat de middelen voor 2011 voor hen beschikbaar zijn om dat zelf te organiseren.

Met deze brief hoop ik de vragen die de Kamer bij het spoeddebat zou willen stellen, voorlopig te hebben beantwoord.

De minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven