Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de stand van zaken met betrekking tot gedane toezeggingen en aanhangige dossiers, te weten:

- de motie-Ouwehand over evaluatie van het Dierentuinenbesluit (30800 XIV, nr. 121);

- de motie-Ouwehand/Van Velzen over welzijnsrichtlijnen voor het commercieel houden en fokken van vleeskonijnen (30800 XIV, nr. 122);

- de motie-Ouwehand over een verbod op het commercieel houden en fokken van vleeskonijnen (30800 XIV, nr. 123).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar moties (30800-XIV, nrs. 122 en 123) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Ouwehand (30800-XIV, nr. 121) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er maatschappelijke discussie is ontstaan over onder meer de wijze waarop dieren in dierentuinen worden gehouden;

van mening dat dierentuinen een waardevolle functie kunnen hebben, maar dat de huidige wetgeving ten aanzien van dierentuinen herijking behoeft;

verzoekt de regering om het Dierentuinbesluit te evalueren met daarbij aandacht voor de functie, de huisvestingseisen en het fok- en transactiebeleid van dierentuinen en de opzet van deze evaluatie op te nemen in de nota Dierenwelzijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 138 (30800-XIV).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Ouwehand (30800-XIV, nr. 138).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven