Aan de orde is het debat naar aanleiding van algemeen overleggen op 7 en 26 juni over Schiphol.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ministers van Verkeer en Waterstaat en van VROM voorstellen hebben gedaan, de "oude eisen voor gelijkwaardigheid" te vervangen door "nieuwe eisen voor gelijkwaardigheid";

overwegende dat de "eisen voor gelijkwaardigheid" een zeer belangrijk onderdeel vormen van de milieunormen voor de luchthaven Schiphol;

overwegende dat het gebruik is bij aanpassing van milieunormen vooraf een ordentelijke procedure te volgen;

overwegende dat het MNP constateert dat er door de wijze waarop de routemodellering is verwerkt ruimte is gecreëerd voor 40.000 extra vluchten;

verzoekt de regering om de overgang van de "oude" naar de "nieuwe" gelijkwaardigheidseisen zo te doen verlopen dat daarbij noch de luchtvaartsector meer vliegruimte, noch de bewoners meer milieuruimte krijgen;

verzoekt de regering, voor de aanpassing van de gelijkwaardigheidseisen een zorgvuldige procedure voor te stellen aan de Kamer en tevens voorstellen te doen voor een adequate verankering hiervan in de milieuregelgeving voor Schiphol,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Duyvendak en Roemer. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 51(29665).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de commissie-MER in haar advies over de richtlijnen voor de MER Schiphol korte termijn heeft verzocht een MMA en een nulplusalternatief op te nemen om hiermee alle alternatieven goed in beeld te krijgen;

constaterende dat de minister van VROM in het AO over Schiphol heeft toegezegd dat dit deel van het advies zou worden overgenomen;

constaterende dat er in de richtlijnen van de MER zoals nu gepubliceerd geen nulplusalternatief en geen apart MMA als verplichting zijn opgenomen;

overwegende dat bijvoorbeeld een variant waarin de nachttarieven niet slechts tot 6 uur 's ochtends maar tot 7 uur 's ochtends gelden wel eens veel extra capaciteit overdag zou kunnen opleveren;

verzoekt de regering, de richtlijnen aan te passen aan de toezeggingen gedaan door de minister van VROM tijdens het AO,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Duyvendak en Roemer. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 52(29665).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, in de richtlijnen voor de "MER korte termijn Schiphol" vast te leggen dat de berekeningen moeten plaatsvinden op basis van de afgelopen jaren gebruikelijke invoer- en rekenmethodiek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 53(29665).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Schiphol dit gebruiksjaar dreigt de grenswaarden in de handhavingspunten te overschrijden;

constaterende dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat schrijft dat Schiphol zelf verantwoordelijk is voor dreigende overschrijdingen;

constaterende dat de afgelopen tien jaar de milieunormen dan wel de grenswaarden maar liefst zeven maal zijn aangepast omdat de luchthaven ze niet dreigde te halen;Duyvendak

overwegende dat ook Schiphol moet leren zich te houden aan de gestelde regels;

overwegende dat de milieunormen leidend moeten zijn voor het baangebruik, en niet andersom;

verzoekt de regering om die reden, op geen enkele manier te bevorderen dat in 2007 de grenswaarden worden aangepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Duyvendak en Roemer. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 54(29665).

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter. In het AO heb ik twintig vragen gesteld over de vliegbelasting. Over dat slechte idee heb ik geen enkel antwoord gekregen. Er is gezegd dat de vragen meegenomen worden in het aangekondigde onderzoek. Om daarvan zeker te zijn, dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voornemens is om per 1 januari 2008 een vliegticketbelasting ter hoogte van 350 mln. in te voeren;

verzoekt de regering om tegelijk met het belastingplan 2008 voor de Kamer de effecten van deze belastingmaatregel op het milieu, de nationale economie en de luchtvaart goed in kaart te brengen;

verzoekt de regering, hierbij eveneens bij indiening van het belastingplan onderzoek te hebben gedaan naar de effecten van een aantal varianten, waaronder het voorstel van Schiphol en KLM, en ook daarover de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nicolaï en Haverkamp. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 55(29665).

De heer Tang (PvdA):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het herstel van vertrouwen een maatschappelijk verantwoord, bevlogen Schiphol vergt;

overwegende dat dit moet doorwerken in de complexe weging van de diverse private en publieke belangen, waaronder in ieder geval geluidshinderbeperking, milieu, veiligheid en economie;

overwegende dat de variabele beloning van de raad van bestuur van NV Luchthaven Schiphol met een grote nadruk op het rendement op geïnvesteerd vermogen hier niet goed bij past;

van mening dat het belonings- en benoemingsbeleid van een publieke vennootschap gericht moet zijn op publieke belangen, waarbij de uitruil tussen rendement en publieke belangen zichtbaar moet zijn;

verzoekt de regering, als actief aandeelhouder gebruik te maken van haar aandeelhoudersbevoegdheden, in het bijzonder artikel 2:135 en artikel 155a BW;

verzoekt de regering, daarbij de variabele beloning voor de raad van bestuur van Schiphol NV te richten op het bevorderen van het publieke belang, zodanig dat er milieubonussen komen die nihil of negatief zijn als wettelijke grenzen voor geluidhinder, lokale luchtverontreiniging en veiligheid bereikt worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tang. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56(29665).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er aan de "Alderstafel" een akkoord is bereikt over de kortetermijnontwikkelingen van de Luchthaven Schiphol;

overwegende dat zowel de Tweede Kamer als de regering veel waarde hecht aan het "Aldersakkoord" en dit als uitgangspunt voor haar beleid neemt;

constaterende dat de uitkomsten van de MER ten tijde van het bereiken van dit akkoord nog niet aan de tafel bekend waren;

verzoekt de regering, via de voorzitter de leden van de tafel niet alleen te bedanken voor hun inspanning, maar ook te vragen of de leden op basis van de MER zich nog steeds verbinden aan het akkoord;

verzoekt de regering, daarna met de haar beschikbare kennis op basis van het "Aldersakkoord" van 11 juni en de consultatie hierover, de MER te aanvaarden en een besluit te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tang en Haverkamp. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 57(29665).

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering in het debat van 7 juni 2007 wettelijke bescherming voor het buitengebied heeft toegezegd;

verzoekt de regering om gelijktijdig met de toezending van het ontwerp LVB aan de Kamer mee te delen op welke wijze zij door wettelijke en handhaafbare normen het buitengebied wil gaan beschermen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Haverkamp en Tang. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58(29665).

Minister Eurlings:

Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigden voor hun bijdragen en moties. De minister van VROM zal met name ingaan op de moties over de ticket tax en het nulplusalternatief en ik zal de overige moties van commentaar voorzien.

De eerste motie van de heren Duyvendak en Roemer verzoekt voor de aanpassing van de gelijkwaardigheidseisen een zorgvuldige procedure voor te stellen en de Kamer tevens voorstellen te doen voor een adequate verankering hiervan in de milieuregelgeving voor Schiphol. Ik wil deze motie ontraden omdat ik in de verschillende debatten hierover al heel nadrukkelijk de zorgvuldigheid heb geschetst van de procedures die wij hebben gevolgd. Om de gelijkwaardigheid te borgen, heb ik bovendien toegezegd dat wij het scenario dat gehanteerd wordt voor deze nieuwe MER ook nog eens volgens het oude model zullen doorrekenen, zodat wij ons allen ervan kunnen vergewissen dat, als wij niet naar het nieuwe model waren overgegaan, die situatie ook binnen de normen van het oude model zou vallen. De voorgestelde procedures, zoals die schriftelijk ook nog eens zijn bevestigd, en deze extra borging van de gelijkwaardigheid lijken mij de zorgvuldigheid te verzekeren.

Op de tweede motie van de heren Duyvendak en Roemer over het nulplusalternatief zal, zoals gezegd, de minister van VROM straks ingaan.

In zijn derde motie verzoekt de heer Duyvendak om de berekeningen te laten plaatsvinden op basis van de afgelopen jaren gebruikelijke invoer- en rekenmethodiek. Zojuist heb ik al aangegeven dat wij veel waarborgen hebben toegezegd. De nieuwe rekenmethodiek valt binnen de gelijkwaardigheid. Ik heb ook toegezegd dat wij deze nieuwe situatie zullen doorrekenen volgens de oude criteria. Dat lijkt mij een belangrijke garantie. Zo kan men zich er altijd van vergewissen dat als wij niet naar de nieuwe criteria zouden zijn overgegaan, als die situatie ook binnen de oude criteria zou kunnen. Daarom moet ik ook deze motie ontraden.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Dat is een verduidelijking, want u reageert op de wijziging van de systematiek met de gelijkwaardigheidseisen. Daar gaat deze motie niet over. Deze motie gaat over de systematiek die gebruikt wordt bij de berekening van de MER en is een reactie op de brief die wij hedenmorgen hebben gekregen van Kees van Ojik en Rob van Gijzel, de bewonersvertegenwoordigers aan de Alderstafel, die zeggen dat Schiphol in de MER andere zijwindgevoeligheden hanteert, extreem weer, e.d. Wij vinden dat dit moet worden aangepast en daar gaat deze motie over.

Minister Eurlings:

Ook dan moet ik de motie ontraden, want ik kan u nieuws melden over de positie van de bewonersvertegenwoordigers als het gaat om de MER en de daarbij gehanteerde systematiek. Ik zal daar nader op ingaan als ik reageer op een andere motie.

De motie van de heer Nicolaï over de ticket tax is voor de minister van VROM.

De heer Tang heeft een motie ingediend over variabele beloning. In het algemeen overleg heb ik al aangegeven dat ik het belangrijk vind dat Schiphol verantwoord onderneemt. De denkrichting die de heer Tang in deze motie uitspreekt, vind ik sympathiek. Hij wil meer incentives voor de NV Schiphol om zo veel als dat kan milieuverantwoord te functioneren. De minister van Financiën is daar als aandeelhouder primair voor verantwoordelijk. Ik laat het inhoudelijk oordeel van deze motie aan de Kamer over en zal eerst met de minister van Financiën moeten overleggen alvorens ik het kabinetsstandpunt kan geven.

In zijn volgende motie verzoekt de heer Tang de regering via de voorzitter de leden van de Alderstafel te danken voor hun inspanning en vervolgens om met de haar beschikbare kennis op basis van het Aldersakkoord van 11 juni en de consultatie hierover de MER te aanvaarden. Ook de lijn van deze motie vind ik sympathiek. Ik zie haar als een extra borging van het draagvlak dat aan de Alderstafel is ontwikkeld. Die tafel is zeer belangrijk en ik juich die systematiek zeer toe. Ik vind het ook belangrijk dat wij op deze manier verder kunnen in de richting van de middellange termijn. Ik kan zeggen dat deze motie inmiddels al is uitgevoerd. Er heeft nog overleg plaatsgevonden in het kader van de Alderstafel. Van de heer Alders heb ik vernomen dat de berekening naar aanleiding van mijn toezegging aan de Tweede Kamer gunstig is uitgevallen, dit met een scenario van 480.000 vliegbewegingen en met speciale aandacht voor de Buitenveldertbaan. Wel heeft de bewonersdelegatie nog aangegeven twijfels te hebben over de noodzaak om zeven grenswaarden aan te passen in andere handhavingspunten. Zij verzoeken bij de studie naar de middellange termijn uitdrukkelijk aandacht te besteden aan de noodzaak voor aanpassing van die zeven grenswaarden in de handhavingspunten daar waar die bij de Buitenveldertbaan nu al tot goed resultaat hebben geleid. Ik zeg dat hier nadrukkelijk toe. Met inachtneming van deze aanvullende vragen voor het middellangetermijnonderzoek, zo stelt de heer Alders, heeft de bewonersdelegatie te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen de kortetermijn-MER. Omdat dit nu zo duidelijk wordt gecommuniceerd en gelet op mijn toezegging dat die zeven punten in de middellangetermijndiscussie uitdrukkelijke aandacht krijgen, lijkt mij dat de consultatie heeft plaatsgevonden. Gisterenavond is er ook nog veelvuldig over gesproken. Met dit nadrukkelijke signaal van de heer Alders acht ik deze motie van de heer Tang al uitgevoerd.

De heren Haverkamp en Tang verzoeken in hun motie de regering gelijktijdig met de toezending van het ontwerp-LVB aan de Kamer mee te delen op welke wijze zij door wettelijke en handhaafbare normen het buitengebied wil gaan beschermen. Ik zie deze motie als een belangrijke ondersteuning van de intenties en het beleid van de regering en kan er dus ook positief over oordelen.

Minister Cramer:

Voorzitter. In hun motie stellen de heren Duyvendak en Roemer dat in de gepubliceerde richtlijnen MER geen nulplusalternatief en geen apart MMA zijn opgenomen. Ik vind deze motie overbodig. De richtlijnen voor de MER voorzien er al in. Daarin is opgenomen dat er een nulalternatief moet worden onderzocht en dat moet worden verkend wat dat betekent voor de ontwikkeling van de huidige normen. Tevens is de initiatiefnemer verzocht om een meest milieuvriendelijk alternatief te onderzoeken.

De motie-Nicolaï verzoekt de regering om tegelijk met het belastingplan 2008 voor de Kamer de effecten van deze belastingmaatregel op het milieu goed in kaart te brengen. Wat mij betreft bestaat er tegen deze motie geen bezwaar. De minister van Financiën heeft primair de verantwoordelijkheid voor de uitwerking van deze belasting, maar de minister van VW en ik zijn daar uiteraard nauw bij betrokken. Het kabinet heeft zich gecommitteerd aan de invoering van een ticketbelasting in 2008. Op dit moment is er nog geen definitieve keuze gemaakt over de vormgeving van de ticketbelasting. Er zijn diverse varianten mogelijk en die worden op dit moment bezien op hun voor- en nadelen en doorgerekend op hun effecten. Ook heeft het kabinet zich bereid verklaard om het voorstel van Schiphol en KLM voor CO2-compensatie van de Nederlandse luchtvaart samen met deze partijen te verkennen. Verder loopt er een studie naar de gevolgen van de Europese ETS-systematiek voor de Europese luchtvaartmaatschappijen en in het bijzonder KLM. Het voorstel van het kabinet zal samen met het belastingplan voor 2008 aan de Kamer worden aangeboden.

Minister Eurlings:

Voorzitter. Ik ben zojuist vergeten in te gaan op de motie van de heer Duyvendak op stuk nr. 4. Daarin verzoekt hij de regering op geen enkele manier te bevorderen dat in 2007 de grenswaarden worden aangepast. Ik ontraad de aanneming van deze motie met klem. Ik heb eerder aangeven dat er drie opties zijn. Er komt een nieuwe systematiek met nieuwe grenswaarden. In dat geval kunnen wij anticiperend handhaven. De tweede optie is dat die systematiek niet wordt ingevoerd. De laatste optie is dat wij een en ander aanpassen in het kader van het groot onderhoud. Als wij ook daarvoor niet kiezen, dan blijven de grenswaarden wat ze zijn.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, vanavond over de ingediende moties te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven