34 Stemmingen moties Sportbeleid

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het VAO Sportbeleid,

te weten:

  • -de motie-Rudmer Heerema c.s. over verruimen van het beleidskader topsportevenementen (30234, nr. 187);

  • -de motie-Diertens over sportprotheses voor opgroeiende kinderen (30234, nr. 188);

  • -de motie-Westerveld over een aed bij alle sportverenigingen (30234, nr. 189);

  • -de motie-Westerveld over het aantal incidenten op en langs sportvelden (30234, nr. 190);

  • -de motie-Westerveld/Özütok over in het prevalentieonderzoek specifiek ingaan op sporters met een beperking en Ihbtq-sporters (30234, nr. 191).

(Zie vergadering van 4 juli 2018.)

De voorzitter:

De motie-Westerveld (30234, nr. 189) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat mensen moeten kunnen sporten in een veilige omgeving;

constaterende dat slechts 44% van de sportverenigingen een automatische externe defibrillator (aed) heeft;

overwegende dat een aed van levensbelang kan zijn bij calamiteiten;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de VNG en de Hartstichting om te bevorderen dat er een aed aanwezig is op sportparken en sportaccommodaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 193, was nr. 189 (30234).

De voorzitter:

De motie-Westerveld/Özütok (30234, nr. 191) is in die zin gewijzigd en nader gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Westerveld, Özütok en Diertens, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat commissie-De Vries heeft onderzocht dat een op de drie sporters met een beperking en een op de vier lhbtq-sporters seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft ervaren;

overwegende dat deze groepen een groter risico lopen dan andere sporters;

constaterende dat commissie-De Vries stelt dat periodiek onderzoek naar omvang en aard van seksuele intimidatie nodig is om meer inzicht te krijgen;

constaterende dat het NOC*NSF een prevalentieonderzoek over seksueel grensoverschrijdend gedrag opzet en de Kamer tweejaarlijks informeert;

verzoekt de regering om in dit prevalentieonderzoek onder meer in te gaan op sporters met een beperking en lhbtq-sporters,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 195, was nr. 194 (30234).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Rudmer Heerema c.s. (30234, nr. 187).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, DENK, 50PLUS, D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de PVV en FvD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Diertens (30234, nr. 188).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Westerveld (30234, nr. 193, was nr. 189).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld (30234, nr. 190).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, 50PLUS, de SGP, de PVV en FvD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Westerveld c.s. (30234, nr. 195, was nr. 194).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, D66, het CDA, de ChristenUnie en FvD voor deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven