87 Mededelingen

De voorzitter:

Beste collega's.

Het zit er weer op. Het is een goede traditie om u voor het zomerreces toe te spreken en zoals altijd komt deze toespraak laat op de avond. Het is net de publieke omroep: precies op het moment dat je naar bed wil, worden de mooiste buitenlandse series en de meest interessante documentaires uitgezonden. Ik zal mijn best doen om u nog een beetje wakker te houden, om te beginnen met een paar momenten uit het afgelopen jaar.

Onlangs presenteerden wij hervonden topstukken uit de Handelingenkamer en van de boekenzolder. Het boek van Adam Smith, dat tonnen waard is, lag lang onaangeraakt in de Handelingenkamer. Een bijzonder stuk. Misschien is het een goed idee om uw werkkamer in het reces eens flink uit te mesten. Wie weet komt u iets waardevols tegen. Diezelfde middag werd nog een boek gepresenteerd, dat helaas wat minder aandacht kreeg. Volgens de Handelingen was dit het eerste boek dat de toen piepjonge Tweede Kamer in 1816 opnam in haar bibliotheek. Speciaal voor de heer Graus en mevrouw Ouwehand: dat boek heet "Nieuwe ondervindingen en leeringen aengaende de biën en de konst van biën te houden". Kennelijk is het een oude traditie dat Kamerleden zich om bijen bekommeren.

Hier in de binnentuin van de Tweede Kamer hebben we een eigen bijenvolk, dankzij de heer Graus. Soms lijkt de Tweede Kamer zelf op een bijenvolk.

Kamerleden ploeteren wat af, werken in hun celletjes, gaan op zoek naar politieke voeding, zijn soms wat stekelig en ze kunnen gaan zwermen.

De heer Pechtold (D66):

En er is een koningin.

De voorzitter:

Zo heet het als bijen uitvliegen en niet meer terugkeren naar de bijenkorf. Van sommigen weten we waar ze naartoe zijn gevlogen. De gemeente Amsterdam, de gemeente Den Haag, de gemeente Utrecht, of gewoon naar huis. Van sommigen weten we het niet. Zo waren we ineens, midden in een debat, mevrouw Joba van den Berg kwijt. We hebben haar overal gezocht; niemand wist waar ze was, behalve de luisteraars van Radio 1.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Er waren voor sommigen van u mooie persoonlijke momenten. Mevrouw Popken kreeg dochter Fee. De heer Kwint kreeg dochter Féline. De heer Van Nispen verwelkomde kleine Jonas in zijn leven. Mevrouw Van Kooten-Arissen is in blijde verwachting. Ook trad zij in het huwelijk. Precies op de dag dat haar naamswijziging in onze boeken was verwerkt, hadden we een hoofdelijke stemming. Nadat de griffier de naam "mevrouw Van Kooten-Arissen" had geroepen, bleef het stil. U wist niet dat het om u ging, mevrouw Arissen.

We hebben het afgelopen jaar veel moties, veel schriftelijke vragen en veel stemmingen gehad. We gaan het reces in met een enorme waslijst aan debatten die we nog niet hebben gevoerd. Kleine troost: mijn voorgangers oud-Kamervoorzitters hadden hier ook mee te maken. Zij ergerden zich soms, net als ik, aan de lange debatten en de ellenlange interrupties. Van Dick Dolman mocht er nooit een seconde langer dan 23.00 uur vergaderd worden. In die tijd waren er geen microfoons die konden worden uitgezet. Onder zijn strenge voorzittershamer hamerde hij Flip Buurmeijer midden in een zin af. De volgende dag mocht hij zijn zin afmaken.

Ook hadden mijn voorgangers, net als ik, een beetje last van de manier waarop sommige Kamerleden zich met de vergaderorde bemoeiden en de voorzitter duidelijk probeerden te maken dat de voorzitter te streng is, te terughoudend, de spreker moet afkappen of juist meer spreektijd moet geven. Ook ik heb daar last van. Zo probeert een Kamerlid dat pal in mijn gezichtsveld zit, mij met mimiek en lichaamstaal van alles duidelijk te maken. En dat met van die overdreven weidse gebaren, alsof hij de achtste symfonie van Mahler staat te dirigeren. Het is best lastig om je met zo'n Kamerlid dat tegenover je zit, te concentreren. Ik moest heel goed nadenken hoe ik hiermee moest omgaan. En toen dacht ik: ik maak hem voorzitter van de Kunstcommissie.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Ik geloof dat deze commissie meer spoedzittingen heeft gehad dan de Verenigde Naties.

Beste collega's. U hebt hard gewerkt en heftige, belangrijke debatten gevoerd, zoals het gasdebat, het debat over de dividendbelasting en het debat over het raadgevend referendum. U hield algemeen overleggen en organiseerde rondetafelgesprekken. Er waren vlammende debatten bij, met overvolle publieke tribunes. Het werk van de Tweede Kamer blijft mensen raken. Ondanks onze tegengestelde meningen in de debatten zijn we het over één ding eens: we werken voor hen en voor niemand anders. Iedereen volgt ons. Nederland zit bovenop het publieke debat, op de tribunes, via onze eigen website, via de pers en via de sociale media. We maken dag en nacht Tweede Kamer-tv. Alles is terug te zien of te luisteren via de website, de app Debat Direct en sociale media. We zijn de grootste publieke omroep van Nederland.

Ons werk is mooi, maar ons werk heeft ook nare kanten. Soms is het werk te zwaar. Sommige Kamerleden worden bedreigd in hun persoonlijke veiligheid. Ik vraag me wel eens af: kunnen Kamerleden hun werk nog blijven doen, maken we elkaar het werk soms niet te moeilijk omdat we te hard zijn voor elkaar, omdat er geprobeerd wordt tegenstanders met allerlei middelen uit te schakelen en er soms methodes worden gebruikt die niet thuishoren in onze parlementaire democratie? Stevige debatten horen thuis in deze zaal. Het hoeft er ook niet altijd vriendelijk aan toe te gaan. Het mag keihard zijn op de inhoud, maar zacht op de persoon achter de mening.

Ik kijk even naar de publieke tribune om te zien of er journalisten zijn. Ik zie ze niet. Wel? Ja! Ik zie Niels Rigter, en nog twee anderen. Ik denk dat andere journalisten die er niet zijn zeker online dit debat volgen. Hoewel journalisten het ons soms knap lastig maken, ze zijn onmisbaar in het democratisch proces. Ze zijn en blijven ons kritisch geweten en daar moeten we zuinig en trots op zijn. Nederland staat weliswaar op een hoge plaats in de index voor wereldwijde persvrijheid, maar toch zie ik dat journalisten onder druk staan. Onlangs was er een gerichte actie tegen De Telegraaf. Dat heeft een enorme impact gehad op de journalisten van De Telegraaf maar ook op hun collega-journalisten. De actie tegen De Telegraaf raakt ons allemaal. Onze vrije pers is een groot goed.

Neemt u deze overdenking mee naar uw vakantieadres of de werkbezoeken die u gaat afleggen deze zomer, of wanneer u een lekker sappige meloen in de zon eet. Snijd deze alstublieft wel in behapbare stukken en eet hem zonder schil. Slik 'm trouwens niet in één keer door. Ik wens u, de Kamer, de fracties, medewerkers, journalisten een goed reces toe. In het bijzonder wil ik mijn twee ondervoorzitters Ockje Tellegen en mijn collega Martin Bosma ontzettend bedanken voor hun kordate voorzitten deze week; dank jullie wel.

(Applaus)

De voorzitter:

Ik ben nog niet klaar. Ik hoop dat u in september in goede gezondheid hier weer te zien bent. Ik weet dat het laat is, maar ik heb nog één mededeling. Op de tafel van de Griffier ligt een lijst waarop leden zich kunnen inschrijven voor een lift naar Amsterdam.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Als u op tijd bent, kunt u meerijden, vooral meneer Bosma.

Dank jullie wel!

(Geroffel op de bankjes)

Naar boven