11 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

De staatssecretaris van Financiën heeft de Kamer om uitstel van de stemmingen over de Wet bankenbelasting verzocht. Kunt u met dat verzoek instemmen?

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Ik stem in met dat verzoek.

De heer Huizing (VVD):

De VVD-fractie stemt daarmee ook in.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij kunnen ons vinden in een kort uitstel.

De heer Groot (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben geen behoefte aan uitstel van deze stemmingen. Ik stel vast dat als het gaat om een bijdrage van de burger, stemmingen met stoom en kokend water door deze Kamer heen moeten. Het wetsvoorstel over de bankenbelasting is heel overzichtelijk dus wat ons betreft kunnen de stemmingen gewoon doorgaan.

De heer Van Vliet (PVV):

Ik zie geen reden voor uitstel dus ik geef geen steun aan het verzoek.

Mevrouw Berndsen (D66):

Ik ga akkoord met uitstel.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij willen stemmen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Stemming met een verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij stemmen er liever vanavond over.

De voorzitter:

Ik zie voldoende steun voor het verzoek tot uitstel van de stemmingen.

Ik stel voor, hedenavond ook te stemmen over de brief van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over een voorlichtingsvraag aan de Raad van State inzake het EU-voorstel Richtlijn bescherming persoonsgegevens bij gebruik door politiële en justitiële autoriteiten (COM(2012) 10) en het EU-voorstel Verordening algemeen kader bescherming persoonsgegevens (COM(2012) 11).

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Uitslag tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Uitslag tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de algemene commissie voor Jeugdzorg het lid Uitslag tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de themacommissie Dierhouderij het lid Uitslag tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 26018, nr. 13, 27625, nr. 142 en 29893, nr. 125 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 2011Z26270; 2012Z00875; 2012Z00665; 2011Z15748; 2012Z01448; 2011Z23150; 2011Z24786; 2012Z01249; 2012Z00188; 2011Z27329; 2011Z25358; 2011Z26058; 2011Z18333; 2011Z18332; 2011Z15554; 2011Z20571; 2011Z20569; 2011Z23135; 2011Z24635; 2011Z18206; 2011Z19307; 2011Z20524; 2011Z23015; 2011Z12819; 2011Z21434; 2010Z13411; 2011Z20277; 2011Z16292; 2010Z15114; 2010Z13179; 2011Z12324; 2010Z09349; 2010Z08529; 2010Z14234; 2010Z11009; 2010Z16450; 2010Z17028; 2010Z16384; 2010Z10931; 32464-10; 32565-VIII-4; 32043-86; 32815-37; 29407-118; 32701-26; 31929-25; 29544-387; 31322-145; 31322-162; 29407-136; 24515-214; 29407-132; 33000-VI-94; 26956-123; 33000-XII-129; 2012Z08393; 24095-290; 24095-291; 31066-129; 31930-92; 31066-126; 33000-VI-96; 2012Z07898; 29911-67; 2012Z07557; 22589-312; 29407-145; 29893-128; 30492-56; 31839-197; 21501-08-424; 25847-101; 25847-99; 25847-100; 31521-66; 2012Z08489; 31839-198; 2012Z08422; 29383-195; 29398-323; 32317-118; 32317-117; 22112-1301; 22112-1398; 32317-113; 30573-96; 22112-1339; 32317-116; 2012Z06883; 32730-8; 30420-171; 25424-177; 25424-176; 22894-310; 30597-249; 32793-51; 32011-19; 30234-66; 29689-387; 32620-58; 2012Z08237; 2012Z08039; 2012Z08068; 2012Z07514; 2012Z07480; 2012Z07478; 2012Z07296; 2012Z07382; 32261-18; 32360-XVII-6; 32500-XVI-13; 32360-XVI-7; 32500-XVII-5; 32360-XVII-5; 32500-XVII-4; 32360-XVI-6; 31353-10; 32279-5; 30597-139; 27295-154; 29323-72; 32360-11; 32360-X-2; 32360-IV-2; 32500-19; 32500-17; 32318-1; 32710-2; 33000-X-32; 32500-4; 31941-6; 2010Z08365; 31371-305; 2012Z05132; 26399-10; 2012Z08885; 33000-V-143; 21109-205; 31263-49; 29651-5; 2012Z07945; 33000-V-142; 2012Z07922; 33000-III-24; 33202-1; 2012Z08545; 2012Z08700; 33000-IV-70; 33000-IV-67; 32645-29; 31371-366; 32837-1; 2011Z03221; 30825-70; 30825-71; 29683-71; 29683-70; 28973-49; 26991-315; 30862-46; 32500-XIII-199; 31532-64; 32500-XIII-139; 32500-XIII-138; 32500-XIII-71; 32500-XIII-144; 24036-389; 29544-327; 29544-331; 32500-XIII-200; 32637-14; 28973-107; 32708-22; 27428-218; 21501-07-847; 33090-XIII-3; 24036-392; 32004-4; 27428-211.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VSO OJCS-Raad, met als eerste spreker het lid Beertema.

Kan dat na het reces, mijnheer Beertema? Ik zie de heer Beertema knikken.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De heer Holtackers (CDA):

Mevrouw de voorzitter. De politieke actualiteit heeft de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Waterschapswet tot het invoeren van de verkiezing van de vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap door de leden van de gemeenteraden (33097) verdrongen. Ik ontvang graag een brief van de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de consequenties van dit uitstel van behandeling.

De voorzitter:

Het stenogram wordt doorgeleid.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Er is een Nederlandse gemeente die de huishoudelijke verzorging van haar burgers niet meer vergoedt, of een deel daarvan. Ik vraag de staatssecretaris om een brief met daarin het antwoord op de vraag of deze gemeente de Wmo overtreedt. Daarin is namelijk een artikel opgenomen dat burgemeesters en wethouders voor hun burgers huishoudelijke verzorging dienen te regelen, liefst door derden. Ik wil weten of die gemeente in overtreding is of niet.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

De PvdA zou eigenlijk liever een debat zien op dit punt, dus geven wij natuurlijk steun aan het verzoek om deze brief, maar wel als opmaat naar een debat over deze kwestie.

De voorzitter:

Dat is een nieuw voorstel. Dat doen wij dan na het reces.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun voor het verzoek van mevrouw Leijten. Volgens mij is er ook nog een debat waar dit goed onder kan. Dus steun voor het verzoek om een brief.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Ik zou graag willen dat de staatssecretaris specifiek ingaat op het feit dat er een inkomensgrens wordt gehanteerd en op de balans tussen voorliggende voorzieningen en de voorzieningen in natura.

Mevrouw Dille (PVV):

Steun voor de brief.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Steun voor de brief.

De voorzitter:

Dan gaan wij het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb de brief gevraagd met zicht op een eventueel te houden debat. Misschien kan de staatssecretaris ook aangeven of dit in meerdere gemeenten gebeurt. Ik vind de toevoeging van mevrouw Venrooy-van Ark heel zinvol, want dat is volgens mij ook een overtreding van de wet.

De voorzitter:

Wij zullen vragen of die brief hier na het reces is. Het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Jacobi.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen week hebben wij al gevraagd om een tweede termijn van het debat over de Hedwigepolder. Dat zou gebeuren als er een brief zou zijn van staatssecretaris Bleker. Nu hebben wij vandaag bericht gekregen dat die brief vandaag niet meer komt en dat de zaak morgen in de ministerraad wordt besproken. Wij willen heel graag dat de tweede termijn uiterlijk 15 mei – want dan gaat Europa bewegen op dit dossier met een ingebrekestelling – op de agenda komt.

De heer Schouw (D66):

Ik vind dit een steengoed idee van mevrouw Jacobi.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook dit dossier moet nu gewoon bediscussieerd en afgesloten worden.

Mevrouw Lodders (VVD):

Het kabinet heeft toegezegd, morgen een brief te sturen. Ik zou mij zo kunnen voorstellen dat wij, wanneer wij na het reces de brief hebben gelezen, kijken of er een debat nodig is.

De voorzitter:

Maar er is nog een tweede termijn gepland.

Mevrouw Lodders (VVD):

Excuus, de tweede termijn.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik zou u willen vragen om daarmee in ieder geval rekening te houden, maar wij zien wel graag eerst de brief voordat daarover een definitief besluit wordt genomen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Graag zouden wij eerst een brief willen zien. Daarin verwachten wij ook heel nadrukkelijk conclusies en een voorstel van het demissionaire kabinet wat het met de uitspraak van Europa gaat doen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Er wordt al zeventien jaar gesproken over die natuur. Ik zou zeggen: uiterlijk binnen zeventien dagen afronding van het debat over de Hedwigepolder.

De heer Koppejan (CDA):

Ik sluit mij graag aan bij mevrouw Lodders en de heer Dijkgraaf. Eerst de brief zien, dan kunnen wij het debat houden.

De voorzitter:

Dan is een meerderheid van de Kamer ervoor om de brief af te wachten en daarna te beslissen of het debat wordt gepland. Maar ik vind wel dat je het op een gegeven moment moet afwerken. Anders blijft het allemaal maar hangen.

Het woord is aan de heer Jansen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik zou graag een bijdrage willen leveren om de stemmingslijst korter te maken. Ik verzoek daarom om uitstel van stemmingen bij punt 7, over de moties ingediend bij het VAO huurprijzenherziening ligplaatsen woonboten.

De heer Van Vliet (PVV):

Steun voor collega Jansen.

De heer Schouw (D66):

Steun.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Van GroenLinks ook.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij steunen dat ook.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Wij steunen het verzoek niet. Wij denken dat het voor de woonbootbewoners er een stuk slechter op gaat worden als de motie-Van der Werf die voor hen het proces gemakkelijker maakt, wordt aangenomen. Ik kan mij voorstellen dat er misschien voor de heer Jansen verschil is tussen de motie over het proces van onderhandeling en de huurbeschermingsmotie.

De heer Paulus Jansen (SP):

We kunnen een VAO natuurlijk splitsen of een deel van de moties aanhouden, maar dat is wat ingewikkeld. In dit geval hebben de moties enige relatie met elkaar. Daarnaast constateer ik dat de staatssecretaris zijn standpunt vrijwel in beton gegoten heeft. Ik sluit niet uit dat er sprake zal zijn van voortschrijdend inzicht, als de stemmingen hierover worden uitgesteld tot er een nieuw kabinet zit.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

De bewoordingen over het standpunt van de staatssecretaris laat ik aan de heer Jansen. Dat standpunt maakt nu juist dat het op dit moment erg belangrijk is om verandering aan te brengen in de motie. Zonder die motie is er geen reden om het standpunt te wijzigen, want de staatssecretaris kan in deze kwestie handelend optreden, met of zonder de Kamer. Ik raad dus van harte aan om wel over de motie te stemmen.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Van der Werf en wil wel stemmen over de moties.

De voorzitter:

Dan is er volgens mij een meerderheid.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP is ook voorstander van stemmingen hierover.

De voorzitter:

Dan is er een meerderheid om te stemmen.

Het woord is aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek om uitstel van de stemmingen onder punt 9, de moties naar aanleiding van het notaoverleg Mensenrechten, tot in ieder geval na het moment waarop de commissie voor Buitenlandse Zaken zich heeft kunnen uitspreken over de onderwerpen die al dan niet controversieel zijn.

Mevrouw Hachchi (D66):

Mijn fractie steunt het voorstel voor uitstel van stemmingen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek van de heer Timmermans.

De heer Ten Broeke (VVD):

Omdat het alleen over de moties gaat, zie ik geen bezwaar. De minister heeft toezeggingen gedaan en het beleid kan gewoon worden voortgezet.

De heer De Roon (PVV):

Mensenrechten moet je nooit op de lange baan schuiven. Besluitvorming daarover hoeft ook niet te worden opgeschoven. Ik steun het verzoek dus niet.

De heer Çörüz (CDA):

Volgens mij kunnen we hierover vanavond stemmen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik zal de naam van mijn partij even duidelijk uitspreken. Er werd net namelijk gesuggereerd dat ik de SP vertegenwoordig, omdat ik de G tussen de S en de P te zacht uitsprak. De SGP, dus, wil wel stemmen.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. Wij willen hierover dus later stemmen.

De heer Van Bommel (SP):

Ik steun het verzoek van de heer Timmermans graag, met uitzondering van de motie op stuk nr. 59 (32735). Die motie gaat niet zozeer over de mensenrechtennotitie, als wel over een protest dat moet worden aangetekend tegen de administratieve detentie van onze Palestijnse collega-parlementariërs.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor uitstel van de stemmingen. De heer Van Bommel doet alleen een nieuw voorstel, namelijk om over zijn ene motie wel te stemmen. De meerderheid die voor uitstel is, moet nu dus nadenken over het verzoek van de heer Van Bommel.

De heer Timmermans (PvdA):

Voor mij is die meerderheid belangrijker. Als ik echter die meerderheid niet in gevaar breng, ben ik best bereid om het voorstel van de heer Van Bommel te accepteren. Zijn motie is namelijk gericht aan de Kamer zelf en niet aan het kabinet.

De voorzitter:

Dan zullen we deze ene motie in stemming brengen.

Het woord is aan de heer Dijsselbloem.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Voor zover wij weten, is er om 15.30 uur een debat gepland over de verdere begrotingsvoorbereiding voor 2013. Ter voorbereiding van dat debat zouden wij een brief krijgen van de minister van Financiën. Die brief is nog niet binnen. Ik rappelleer dat dus graag. Dit verzoek doe ik ook namens de SGP.

De voorzitter:

We zullen het stenogram met spoed doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Beek.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Er is om 15.30 uur een debat gepland. Ik heb zojuist begrepen van een aantal fracties dat zij nog niet klaar zijn met de voorbereidingen voor dit debat. Namens hen verzoek ik om het debat te verplaatsen naar vanavond 19.30 uur.

Mevrouw Leijten (SP):

Als dit de Kunduzmeerderheid is, dan mag dat benoemd worden. Wij zijn klaar voor het debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Als fracties tijd nodig hebben, ben ik altijd bereid om ze die te gunnen. Ik vind 19.30 uur wel laat om te beginnen. Ik denk dat we best in deze zaal kunnen spreken over de zaken waarover we moeten spreken. Ik doe een tegenvoorstel. Laten we om 17.00 uur beginnen.

De heer Dibi (GroenLinks):

GroenLinks steunt het verzoek om uitstel van het debat tot 19.30 uur.

De heer Schouw (D66):

Ik ben het eens met het voorstel van de heer Van Beek. Laten we om 19.30 uur daarover vergaderen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ook ik steun het verzoek van de heer Van Beek.

De heer Van Hijum (CDA):

De CDA-fractie steunt het verzoek van de heer Van Beek. Het rappel voor de brief is zojuist gedaan.

De voorzitter:

Dan hebben we een lange leespauze.

De heer Van Vliet (PVV):

Geen steun voor het voorstel van de heer Van Beek.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik vind het prima om het debat om 19.30 uur te laten beginnen, als we dan meer duidelijkheid hebben. Ik hoop wel dat ons bespaard wordt dat we elke keer een uurtje moeten wachten op meer duidelijkheid. Dan kunnen we beter maar meteen morgen terugkomen.

De heer Brinkman (Brinkman):

Ik voorzie dat het 07.30 uur morgenvroeg wordt. Ik vind 19.30 uur prima, maar ik verwacht dat het misschien nog wel later wordt.

De voorzitter:

Mijnheer Dijsselbloem, u wilt ook nog wat zeggen? U staat daar zo.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

U laat zelf twee verzoeken door elkaar lopen. Dat gaat zeer in tegen uw gebruik. Mijn verzoek betrof een rappel voor de brief.

De voorzitter:

Het stenogram met dat verzoek heb ik al doorgeleid.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Daar was al steun voor? Hartelijk dank. Ik wil twee dingen weten van de heer Van Beek. Namens welke fracties doet hij zijn verzoek en wat is de reden om tot 19.30 uur te wachten? Welke stappen is hij aan het nemen? Welke stappen moeten er nog gezet worden? Kan hij zijn collega's daarover informeren?

De heer Van Beek (VVD):

Het laatste deel van het verzoek kan ik echt niet beantwoorden. Ik zou niet weten wat ik daarop moet zeggen. Ik heb begrepen dat de CDA-fractie, de VVD-fractie, de GroenLinks-fractie, de D66-fractie en de ChristenUnie-fractie nog met hun voorbereiding bezig zijn.

De voorzitter:

Mensen, wij gaan onze ziel in lijdzaamheid bezitten. Is dat een goede uitdrukking, mijnheer Dijkgraaf? Als het over de ziel gaat, wil ik altijd deskundig advies.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ja, het is helemaal goed, mevrouw de voorzitter. Ga vooral zo door.

De voorzitter:

Om 19.30 uur zal ik u weer bij elkaar zien.

De heer Beertema (PVV):

Dat betekent wel dat er vanmiddag misschien tijd is voor het VSO Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur-, en Sportraad.

De voorzitter:

Wij gaan bekijken of wij alle mensen bij elkaar kunnen krijgen die daarbij het woord willen voeren.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik ben daar een groot voorstander van. Anders zouden we namelijk moties indienen nadat de Raad van Ministers is geweest en dat is niet in overeenstemming met het goede gebruik in de Kamer.

De voorzitter:

Als het kan, gaan we het zeker organiseren. We zijn gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden. O nee, mijnheer Aptroot wil nog iets aan de orde stellen.

De heer Aptroot (VVD):

Ik begrijp het misverstand. Ik heb mij namelijk zojuist nog aangemeld. Ik vraag om een brief van de regering over het vrij schokkende bericht dat de directie van ProRail met goedkeuring van de raad van commissarissen heeft besloten om de salarissen voor de directie met 16% te verhogen. Prestatiebonussen willen ze niet meer, maar de salarissen moeten meteen dik naar boven. Ze willen die standaard krijgen. Ik wil met spoed een brief van de minister van Infrastructuur en Milieu.

De heer De Jong (PVV):

Het is schandalig. Daarom steun ik het verzoek. Ik wil in de brief ook lezen hoe deze ontwikkeling zich verhoudt tot de aangenomen motie-De Jong, die juist iets wil doen aan de bonussen. Dit kan echt niet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Namens GroenLinks steun ik het verzoek van de heer Aptroot.

De heer Bashir (SP):

Het is schandalig nieuws. Ik wil ook graag een brief van de minister van Financiën hebben. Hij is namelijk aandeelhouder. De minister van Financiën moet in deze brief aangeven hoe hij gaat optreden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

De Staatkundig Gereformeerde Partij steunt het verzoek.

De heer Schouw (D66):

Heel veel steun voor dit verzoek.

De heer Groot (PvdA):

Ook steun voor het verzoek.

Mevrouw Sterk (CDA):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

We gaan het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Hebt u ook een termijn in het hoofd, mijnheer Aptroot?

De heer Aptroot (VVD):

Ik denk dat de brief van de minister, waarin zij uitlegt hoe zij gaat ingrijpen, er uiterlijk begin volgende week zou moeten zijn.

De voorzitter:

Prima. We zullen deze termijn ook in het stenogram opnemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven