32 004 Evaluatie van de Wet op de Kamers van koophandel en fabrieken 1997

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2011

Inleiding

Op 23 november jongstleden heb ik een bijzonder constructief overleg met u gehad tijdens het Algemeen Overleg Ondernemerspleinen. Helaas ontbrak het ons aan afdoende tijd om het debat af te ronden. Daarom heb ik u toegezegd de nog niet beantwoorde vragen binnen een termijn van een week schriftelijk af te handelen.

Financiering

Alle partijen: Wie betaalt de rekening van het afschaffen van de KvK-heffingen?

Per 2013 worden de KvK-heffingen afgeschaft en vervangen door financiering vanuit de begroting van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Vanaf 2013 worden de Kamers van Koophandel (KvK) (vanaf 2014 de nieuwe ZBO) dus (deels) gefinancierd vanuit de algemene middelen.

Dit betekent echter niet dat het afschaffen van de KvK-heffingen wordt afgewenteld op burgers. De ondernemer blijft betalen. Dit komt doordat het afschaffen van de heffingen van de KvK wordt gefinancierd binnen het lastenbeeld dat het kabinet aan het begin van deze kabinetsperiode heeft afgesproken. Aan de lastenkant stijgen de komende jaren de lasten voor bedrijven vooral door stijging van WW- en zorgpremies. Conform afspraken uit het Regeerakkoord wordt de ondernemer hiervoor via de bekende systematiek van het lastenkader gecompenseerd. Een van de genomen lastenverlichtende maatregelen is het afschaffen van de KvK-heffingen. Als de KvK-heffing niet afgeschaft was, had elders in de belastingtarieven een compensatie plaatsgevonden, bijvoorbeeld in de Vpb of bij een andere last voor het bedrijfsleven. Door het besluit de heffingen van de KVK af te schaffen, verandert het lastenbeeld voor het bedrijfsleven ten opzichte van het Regeerakkoord dus niet. Er is dus geen sprake van een «cadeau» aan het bedrijfsleven1.

Doordat de KvK’s in algehele zin minder financiering ontvangen, gaan ondernemers wel veel minder betalen dan nu. Ten eerste door het doorvoeren van genoemde efficiency-taakstelling. Het voor 2015 op de EL&I-begroting gereserveerde bedrag (€ 138 mln) ligt ca 25% lager dan wat de heffingen in dat jaar zouden opbrengen gegeven de jaarlijkse groei van het aantal in het Handelsregister ingeschreven ondernemingen. Uit dit bedrag wordt bovendien een belangrijk deel van de Syntens-taken gefinancierd. De totale taakstelling op de activiteiten van de huidige KvK loopt daarmee op tot 35 – 40%. Ten tweede, door afschaffing van de heffingen worden de administratieve lasten voor de ondernemer in totaal met ruim € 12 mln per jaar verlaagd. Ten slotte leidt afschaffing van de heffingen tot lagere kosten bij de KvK’s zelf (bijvoorbeeld inning/incasso) van ca € 5 mln/jaar.

Smeets (PvdA): Wat gebeurt er met de SER-heffing?

Om meteen een misverstand weg te nemen dat bij sommigen lijkt te leven: begrotingsfinanciering van de KvK betekent niet dat de SER nu ook via de begroting van EL&I zal worden gefinancierd. Dat is ook nooit mijn inzet geweest. Nu als gevolg van het afschaffen van de KvK-heffingen ook de «drager» van de SER-heffingen per 2013 komt te vervallen, wordt samen met het primair verantwoordelijke Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de SER op constructieve wijze gezocht naar een alternatieve financieringswijze. Als randvoorwaarde daarbij geldt onder meer dat deze financieringssystematiek doelmatig is (geen hoge inningskosten) en hierdoor de onafhankelijke positie van SER of de krachtsverhoudingen binnen de SER niet negatief wordt beïnvloed. Ik verwacht dat de betrokken partijen spoedig met een adequaat voorstel hiertoe zullen komen dat tijdig voor 2013 kan worden ingevoerd.

Smeets (PvdA), Gesthuizen (SP): Wat gebeurt er met eigen vermogens die door de regionale KvK’s zijn opgebouwd?

Inzet is om de komende transitiekosten van de KvK’s en Syntens zoveel mogelijk uit de eigen vermogens van betreffende organisaties te bekostigen. Vanzelfsprekend zal de nieuwe ZBO straks ook dienen te beschikken over een adequaat eigen vermogen dat past bij het risicoprofiel van die organisatie. Ik doe daar op dit moment in overleg met de KvK’s en Syntens onderzoek naar. Eventuele resterende middelen zouden wat mij betreft in de regio kunnen worden benut waar ze werden opgebracht.

Smeets (PvdA), Gesthuizen (SP): Wat wordt bedoeld met cofinanciering en «prikkels inbouwen om regiospecifieke activiteiten te cofinancieren»?

Het gaat hierbij primair om medefinanciering van activiteiten door mede-overheden (gemeenten, provincies) of Europa. In het geval van gemeenten of provincies zal dat in de regel samenhangen met regiospecifieke activiteiten van de nieuwe ZBO. Deze vorm van cofinanciering is op zich niets nieuws en vindt nu ook al op bescheiden schaal plaats bij regionale KvK’s en Syntens.

Nadere invulling regionale taak

Smeets (PvdA), Koppejan (CDA), Verhoeven (D66): Hoe ziet de regionale invulling van de Ondernemerspleinen er uit?

Ondernemersklimaat is per definitie iets dat (ook) regionaal en lokaal wordt bepaald. Vandaar dat een goede regionale inbedding van de Ondernemerspleinen van cruciaal belang is, zoals ook de motie-Koppejan stelt. De regionale autonomie, zoals de twaalf ZBO’s die nu kennen, verdwijnt. Maar binnen landelijk vastgestelde kaders blijft er in de nieuwe context ruimte voor specifieke regionale activiteiten en maatwerk, zij het met minder geld, minder mensen en nadrukkelijker vraaggestuurd vanuit ondernemers.

De regionale taak is in de eerste plaats een regionale verbijzondering van de nationale taken: informatie over en registratie van bedrijven, informatie, voorlichting en eerstelijns-advies aan bedrijven op het gebied van ondernemerschap en innovatiestimulering.

Daarnaast bestaat deze uit de makel- en schakelfunctie, gericht op het faciliteren van samenwerking tussen bedrijven, instellingen en (regionale) overheden. Deze rol blijft dus in de toekomst ook behouden.

Op nationaal niveau worden beleidskaders vastgesteld. De regionale Ondernemerspleinen zorgen voor een effectieve uitvoering daarvan op regionaal niveau. De regionale activiteiten worden vraaggestuurd vanuit ondernemersperspectief door private organisaties vanuit het bedrijfsleven (werkgevers én werknemers) vormgegeven op basis van een gezamenlijk geformuleerde regiovisie. Hiertoe zal op regionaal niveau een regioraad van beperkte omvang worden geformeerd. Ook andere representatieve regionale stakeholders, zoals relevante onderwijs- en kennisinstellingen en regionale overheden, kunnen hierbij worden betrokken. Regiospecifieke activiteiten zullen zo dus per regio kunnen verschillen.

De regionale activiteiten passen binnen de in het Regeerakkoord opgenomen visie van decentralisatie. Het betreft hier namelijk niet het te decentraliseren regionaal economisch beleid vanuit de overheid, maar een taak voor en door ondernemers die soms juist gericht is op regionale overheden.

Profijtbeginsel

Koppejan (CDA): Toepassing profijtbeginsel op Syntens/starters

Bij de dienstverlening van de nieuwe organisatie zal zoveel als mogelijk het profijtbeginsel worden toegepast. De kosten van producten en diensten worden waar mogelijk en wenselijk doorberekend aan de eindgebruiker. Gegeven het nieuwe financiële kader zal ook op de huidige activiteiten van Syntens moeten worden bezuinigd. Grofweg gaat het bij deze activiteiten om een taakstelling van 25% van de Rijksbijdrage. Het profijtbeginsel zal dus ook hierbij als uitgangspunt gelden. Behalve als een dergelijke doorberekening niet mogelijk is of ongewenste gevolgen heeft, bijvoorbeeld als deze een extra drempel opwerpt voor starters. Via het nog te ontwikkelen toetsingskader zal het ZBO op transparante wijze bij al haar activiteiten moeten gaan bepalen in welke mate het profijtbeginsel kan worden toegepast. De Centrale Adviesraad en de Raad van Toezicht zullen hier vanuit hun onderscheidende rollen bij betrokken zijn.

Gesthuizen (SP): Betaalbaarheid internationale handelsmissies

Zoals aan uw Kamer is gemeld bij de brief  'Buitenlandse markten, Nederlandse kansen», zullen nog slechts missies in het kader van de programmatische aanpak en handelsmissies onder politieke/hoogambtelijke leiding door de overheid ondersteund worden. De reguliere missies, zoals die voorheen ondersteund werden door middel van het «CPA-programma», zullen overgenomen worden door de private sector. Tegen deze achtergrond is het aan de nieuwe organisatie en de daarin vertegenwoordigde private partijen om -gegeven de nieuwe financiële kaders- te bepalen in welke mate het organiseren van handelsmissies nog tot de activiteiten zal kunnen behoren. Indien dat het geval is, zal via het bovenbeschreven toetsingskader worden bepaald in welke mate het profijtbeginsel hierbij redelijkerwijs kan worden toegepast.

In antwoord op de motie-Gesthuizen, Dijksma, Braakhuis en Verhoeven (33000-XIII nr. 23), die is ingediend bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en door uw Kamer is aangenomen, kan ik hierbij aantekenen dat de bijdrage van bedrijven aan de door de overheid ondersteunde handelsmissies niet omhoog zal gaan.

Handelsregister

Verhoeven (D66): Vereniging van Eigenaren (vve)

Ik heb inhoudelijk de nodige sympathie voor de inmiddels aangenomen motie-Verhoeven/ Van Bochove (33000-VII, nr. 74) die vraagt om de verplichte inschrijving voor vve’s bij de KvK te beëindigen. Deze verplichte inschrijving in het handelsregister vloeit echter voort uit de Handelsregisterwet 2007. Ik zal deze wens van uw Kamer dan ook meenemen in de evaluatie van deze wet, die op zeer korte termijn van start zal gaan. Er zal expliciet aandacht worden besteed aan de reikwijdte van de inschrijvingsplicht. Daarbij komt ook de inschrijvingsplicht van vve's aan de orde. Het evaluatierapport zal uiterlijk eind juni 2012 aan uw Kamer worden aangeboden.

Koppejan (CDA): Fraude en rol KvK

Het handelsregister moet een betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig register blijven dat zorgt voor rechtszekerheid in het economisch verkeer. Ik deel dan ook de inzet van uw Kamer om met behulp van het register fraude en criminaliteit effectiever te bestrijden. Het ligt echter niet in de rede aan de KvK opsporingsbevoegdheden te geven of, sterker nog, die op de stoel van de rechter te zetten. De KvK moet niet gaan uitspreken dat iemand geen rechtspersoon mag oprichten, dat moet voorbehouden blijven aan de rechter.

Ik ben bezig om samen met de KvK, de Centrale Recherche, en Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie de rol van de KvK in de signalering van fraude en andere criminaliteit te versterken. De signalen die de KvK waarneemt, moeten optimaal in de keten worden benut, bijvoorbeeld door het Meldpunt Herziening Toezicht Rechtspersonen.  EL&I doet een kort maar krachtig onderzoek over wat voor signalen de KvK oppikt en wie in de keten die verder moet gaan oppakken. Dit zal leiden tot afspraken hoe de signalen ook echt worden opgepakt en teruggemeld aan de KvK. Overigens zal een signaal niet altijd meteen tot opsporing of sancties leiden, desalniettemin blijft het doorgeven van het signaal nuttig in de opbouw van dossiers.

Voorts heeft KvK Nederland recentelijk een (breder) Plan van Aanpak opgesteld inzake criminaliteitspreventie rond het handelsregister. Belangrijke onderwerpen daarin zijn:

  • mensenhandel/uitbuiting/schijnzelfstandigheid;

  • misbruik van rechtspersonen (zoals plof-BV's)

  • identiteitsfraude.

Ook in het realiseren van dit Plan van Aanpak speelt EL&I een belangrijke rol.

Daarnaast heeft de KvK een belangrijke rol bij het handhaven van bestuursverboden. Bij iedere handeling met betrekking tot rechtspersonen – oprichting, bestuurderswisseling – zal in de toekomst worden getoetst of aan de betreffende persoon geen bestuursverbod is opgelegd. Ik vertrouw erop dat de minister van Veiligheid & Justitie snel het wetsvoorstel van een civielrechtelijk bestuursverbod (naast het strafrechtelijk verbod dat al bestaat) alsmede de inrichting van een openbaar register van bestuursverboden zal afronden.

De rol van de KvK verandert sowieso door het afschaffen van de notariële akte bij het oprichten van een eenvoudige BV: de toetsingen die nu door de notaris worden uitgevoerd, bijvoorbeeld de toetsing op het identiteitsbewijs, komen dan bij de KvK te liggen; deze wordt daar dan dus echt poortwachter. Het streven is erop gericht in de loop van 2012 een uitgewerkt voorstel voor de alternatieve oprichting van eenvoudige BV's aan uw Kamer voor te leggen.

Vervolgtraject

Smeets (PvdA): Algemeen

Zoals ook uit deze brief weer blijkt, is de totstandkoming van de Ondernemerspleinen zowel organisatorisch, juridisch als financieel een complex en uitdagend traject. Het samenvoegen van de twaalf ZBO's die de huidige KvK’s zijn, de stichting Syntens en de vereniging KvK-NL tot 1 Zelfstandig BestuursOrgaan vraagt onder meer om een volledige herziening van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997. Hierbij komt de nieuwe financieringsconstructie, het geheel opnieuw inrichten van de governance en het doorlichten van de activiteiten van de nieuwe organisatie, waarbij back to basics en «digitaal waar mogelijk» de leidende principes zijn. Hiertoe is binnen EL&I een specifieke projectgroep ingericht eind vorig jaar, evenals een hoogambtelijke stuurgroep waarin ook de desbetreffende organisaties actief participeren. Mijn inzet is om sterke regie op het proces te geven, en tegelijkertijd de organisaties zelf ook de verantwoordelijkheid te laten dragen voor het benodigde veranderingsproces. Parallel aan de wetswijziging wil ik dan ook al zoveel mogelijk stappen zetten en slagen maken opdat ondernemers komend jaar al concreet het nodige van de nieuw ingezette koers merken.

Ik vind het zowel vanuit mijn rol van beleidsverantwoordelijk minister als van toezichthouder op de KvK en huidig subsidiegever aan Syntens dus belangrijk goed de regie op het proces van totstandkoming te houden. Ik zal dan ook werken aan een overdrachtsdocument aan het nieuw te vormen bestuur van het ZBO in oprichting. Op basis hiervan kan het nieuwe bestuur de transitie van de huidige organisaties naar het nieuwe ZBO vervolgens concreet uitwerken. Om dit mogelijk te maken zal ik in de komende fase wel uitdrukkelijk een beroep doen op de bij de betrokken organisaties aanwezige kennis en ervaring. Als eerste input daartoe heb ik hen recent gevraagd binnen een maand in gezamenlijkheid een stappenplan op te stellen hoe te komen tot integratie van de KvK’s en Syntens naar de nieuwe situatie, inclusief een goed sociaal plan. Dit plan moet voorzien in de afslanking van de huidige organisaties, bij voorkeur vóór de nieuwe wet in werking is getreden. De reorganisatie- en transitiekosten zullen in principe worden bekostigd uit de eigen vermogens van de KvK’s en Syntens.

Smeets (PvdA), Ziengs (VVD): Bemensing topstructuur

Bij deze nieuwe organisatie hoort een nieuwe, moderne governance. De omvang en taken van de nieuwe organisatie stelt eisen aan de professionaliteit en slagvaardigheid van bestuur. Daarom zal de nieuwe governance bestaan uit een Raad van Bestuur, een Raad van Toezicht en een Centrale Adviesraad, elk van beperkte omvang. Het is cruciaal dat de nieuwe topstructuur zo snel mogelijk en vooruitlopend op het nieuwe wettelijk kader wordt ingericht en bemenst. Ik streef er dan ook naar dat de nieuwe voorzitters van Raad van Bestuur en Raad van Toezicht ad interim rond de zomer van 2012 kunnen starten. Daarom zal ik mij in samenspraak met de werkgevers en werknemers binnenkort buigen over de profielen voor de voorzitters van de nieuwe Raad van Bestuur en Raad van Toezicht.

Smeets (PvdA), Gesthuizen SP): Mijlpalen

Het proces van totstandkoming van de Ondernemerspleinen kent 4 fasen. Met de toezending van mijn brief van 13 oktober jl. is wat mij betreft de eerste stap in het proces afgerond (de definitiefase). De geschetste uitgangspunten zullen in de komende periode gedurende de ontwerpfase nader worden uitgewerkt tot een overdrachtsdocument aan de kwartiermakers (het nieuwe bestuur van het nieuwe ZBO in oprichting). Dit zal de informele start van de nieuwe organisatie inluiden, voorzien najaar 2012. Dan start fase 3 (de implementatiefase), die moet leiden tot de formele start (fase 4), die met de inwerkingtreding van de nieuwe wet (planning uiterlijk 1 januari 2014) bekrachtigd zal worden.

Het komende jaar kent een aantal in het oog springende mijlpalen:

Voor zomerreces 2012: indiening wetsvoorstel bij uw Kamer

Medio 2012: benoeming voorzitter Raad van Bestuur en Raad van Toezicht voor het nieuwe ZBO in oprichting

Medio 2012: toetsingskader ontwikkeld door KvK/Syntens en operationeel. Dit toetsingskader is er op gericht dat de nieuwe organisatie op transparante wijze kan bepalen welke producten en diensten op het Ondernemersplein worden aangeboden en tegen welke condities.

Medio/najaar 2012: aanbieden van een zoveel als mogelijk geïntegreerd dienstenpakket (KvK, Syntens, AgentschapNL). Hierbij gaat het in eerste instantie om het waar mogelijk «ontdubbelen» van het huidige producten/dienstenpakket en integrale wijze aanbieden daarvan.

Najaar 2012: start light versie Digitaal Ondernemersplein. Deze lightversie zal nog gebaseerd zijn op de huidige sites en digitale tools en moet duidelijke meerwaarde bieden voor de ondernemer. Nadere uitbouw zal dan vervolgens in goede samenwerking moeten worden gerealiseerd door de nieuwe ZBO in oprichting en AgentschapNL, waaronder het huidige AntwoordvoorBedrijven.

Najaar 2012: besluitvorming door nieuw bestuur over regio-indeling en indicatie aantal fysieke ondernemerspleinen

Smeets (PvdA), Ziengs (VVD): Voortgangsrapportages

Vanuit uw Kamer werd gevraagd naar periodieke voortgangsrapportages. Ik heb toegezegd u in ieder geval over de voorziene regio-indeling van de nieuwe organisatie separaat te zullen informeren. Daarnaast wil ik zoveel mogelijk aansluiten bij de natuurlijke overlegmomenten die er al zijn, bijvoorbeeld de indiening van het wetsvoorstel en de begrotingsbehandeling. Dit betekent dat ik uw Kamer meerdere keren per jaar zal informeren.

Om de ambities rondom de Ondernemerspleinen waar te maken vind ik het immers van groot belang over de hoofdlijnen daarvan met uw Kamer overeenstemming te hebben.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Aan de uitgavenkant is in de Miljoenennota een statistische correctie doorgevoerd die geen effect heeft op de EMU-relevante uitgaven van de overheid als geheel. De uitgaven van de KvK’s telden namelijk al wel mee in het EMU-saldo (overige publiekrechtelijke lichamen), maar waren niet zichtbaar op de Rijksbegroting in enge zin. Door genoemde statistische correctie van de Rijksbegroting wordt de begrotingsfinanciering zichtbaar.

Naar boven