32 708 Parlementair onderzoek Economische dimensie verduurzaming voedselproductie

Nr. 22 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2012

Tijdens het AO Voedselprijzen op 29 maart jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de inzet van Nederland voor de G20-bijeenkomsten op 12–13 april en 17–18 mei. Ik ga hierbij kort in op de prioriteiten van voorzitter Mexico en zet daarna de inzet van Nederland voor deze bijeenkomsten uiteen.

Prioriteiten Mexico

In mijn brief van 1 maart jl. over «Prijsvolatiliteit en G20» (TK 32 708, nr. 21) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de twee hoogambtelijke G20-bijeenkomsten over landbouw en voedselzekerheid die zullen plaatsvinden. Tijdens deze bijeenkomsten zullen aanbevelingen voorbereid worden die worden ingebracht in de G20-bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders in juni.

Voorzitter Mexico wil op het gebied van landbouw en voedselzekerheid voortbouwen op het Action Plan on Food Price Volatility and Agriculture dat vorig jaar is overeengekomen onder voorzitterschap van Frankrijk. Het eerste doel van Mexico is dan ook de implementatie van het Action Plan. Daarnaast wil Mexico zich richten op nieuwe initiatieven voor verhoging van de productiviteit met bijzondere aandacht voor marktgerichtheid, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en betrokkenheid van kleine boeren.

Specifiek heeft Mexico vier prioriteiten benoemd;

  • 1) Onderzoek, innovatie en technologieoverdracht; Mexico streeft naar versterkte internationale samenwerking bij landbouwkundig onderzoek. In dit kader wordt onder andere verwezen naar de samenwerking met internationale onderzoeksinstituten en het «Wheat Initiative» dat is gelanceerd onder het Franse voorzitterschap. Daarnaast zou de G20 moeten inzetten op het verspreiden van technologie onder boeren en in het bijzonder versterkte Zuid-Zuid samenwerking op dit vlak. Mexico vraagt ook aandacht voor verbeterde afstemming tussen onderzoek, ontwikkeling en voorlichting.

  • 2) Verhoogde investeringen; Mexico benadrukt de noodzaak van investeringen in de landbouwsector, vooral door de private sector.

    Overheidsbeleid moet dit stimuleren en publiek-private partnerschappen kunnen ingezet worden om private investeringen te ondersteunen. Mexico wil hierbij aansluiten op het «New Initiative for Agriculture» dat in januari jl. tijdens het World Economic Forum is gelanceerd. Onderdeel hiervan is aanpassing van overheidsbeleid ten behoeve van de productiviteitsgroei in de landbouwsector. Mexico stelt ook voor om publieke investeringen meer te richten op marktontwikkeling in rurale gebieden.

  • 3) Duurzame landbouw; Mexico benadrukt het belang van duurzame productiemethoden en adaptatie van de landbouwsector aan klimaatverandering. De G20 zou het idee moeten ondersteunen dat verhoogde productie tegelijk kan plaatsvinden met duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en kan bijdragen aan CO2-vastlegging.

  • 4) Risicomanagement; Mexico zet in op verbeterd risicomanagement en de beschikbaarheid van goede marktinformatie, voortbouwend op het onder Frans voorzitterschap opgerichte Agricultural Market Information System (AMIS). Mexico vraagt aandacht voor marktgerichte verzekeringen tegen markt- en klimaatrisico’s en noodstrategieën om risico’s van calamiteiten voor lage-inkomen producenten te beperken.

Inzet Nederland

De Mexicaanse prioriteiten zijn grotendeels in lijn met de inzet van het kabinet op het gebied van landbouwontwikkeling en voedselzekerheid, zoals uiteengezet in de brief van 24 oktober 2011 (TK 32 605, nr. 54) van staatssecretaris Knapen en mijzelf.

Zoals aangegeven in mijn brief van 1 maart jl. steunt Nederland de implementatie van het vorig jaar overeengekomen Action Plan en de maatregelen die hierin afgesproken zijn om extreme prijsvolatiliteit tegen te gaan. Daarnaast zal Nederland tijdens de komende bijeenkomsten inzetten op de volgende punten:

  • Climate-smart agriculture

    Nederland zal zich ervoor inzetten om de relatie tussen voedselzekerheid en klimaatverandering een prominente plaats te geven in de discussie in de G20 en ondersteunt de prioriteit die Mexico hieraan heeft gegeven. Er is een forse productiviteitsgroei nodig onder condities van duurzaamheid. Specifiek vanuit het oogpunt van klimaatverandering levert dit een lastige vraag op; Hoe meer te produceren met minder uitstoot van broeikasgassen en aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering? Juist Nederland kan een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossing van dit dilemma met de kennis en kunde die wij in huis hebben. De internationale conferentie Landbouw, Voedselzekerheid en Klimaatverandering die Nederland in 2010 in Den Haag heeft georganiseerd heeft het onderwerp climate-smart agriculture internationaal op de agenda gezet. In september 2012 zal Nederland met Vietnam een tweede conferentie over dit onderwerp organiseren. Climate-smart agriculture kan bijdragen aan de oplossing van de samenhangende problemen rond voedselonzekerheid, armoede, klimaatverandering en ecosysteemdegradatie. Duurzame agrarische intensivering – meer met minder – moet aandacht hebben voor watergebruik, biodiversiteit en bodemgebruik.

    Door middel van climate-smart agriculture kan een «win-win-win» worden gerealiseerd; een landbouwsector met een verhoogde productie, een grote weerbaarheid tegen klimaatverandering en minder CO2-uitstoot.

  • Samenwerking met de private sector

    Nederland zal pleiten voor versterkte samenwerking met de private sector om bij te dragen aan de uitvoering van climate-smart agriculture en een duurzame ontwikkeling van de landbouwsector. Nederlandse kennis en kunde bij het bedrijfsleven en kennisinstellingen kan een grote bijdrage leveren aan duurzame verhoging van de landbouwproductie wereldwijd. Hier zet Nederland met het topsectorenbeleid en het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid al nadrukkelijk op in. Nederland zal ook in G20-verband de nadruk leggen op het bevorderen van grotere betrokkenheid van de private sector, bijvoorbeeld door middel van publiek-private samenwerking. Nederland wil dat de private sector in de lead-positie wordt gesteld om bij te dragen aan landbouwontwikkeling en het vaststellen van onderzoekprioriteiten.

  • Kennis- en innovatiesystemen

    Nederland zal in de G20 zijn ruime ervaring inbrengen in het verbinden van agrarisch onderzoek aan de praktijk van boeren en tuinders door middel van voorlichting en onderwijs. Op het gebied van landbouwkennis heeft Nederland wereldwijd toonaangevende instellingen die direct samenwerken met het bedrijfsleven en de overheid, waarop in het topsectorenbeleid wordt voortgebouwd. Nederlandse kennisinstellingen zijn bovendien actief in ontwikkelingslanden op het gebied van kennis en voorlichting, vaak in samenwerking met internationale onderzoeksorganisaties en lokale instituten. Nederland is initiatiefnemer en grootste donor van een programma dat zich richt op kennisuitwisseling tussen producentenorganisaties in een aantal OECD-landen en in ontwikkelingslanden. Dit programma bevordert ook kennisoverdracht tussen ontwikkelingslanden. Daarnaast steunt Nederland de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR), een belangrijk multilaterale samenwerkingsverband van landbouwonderzoeks-instituten. In G20-verband zal Nederland het belang van een toenemende verantwoordelijkheid van opkomende economieën in de ondersteuning van de CGIAR benadrukken. CGIAR richt zich onder andere op duurzame productieverhoging in rijst en andere gewassen. Dit alles is van groot belang om ook kleinschalige producenten te helpen om hun productie te verhogen.

  • Risicomanagement en financiering

    Nederland zal zich inzetten voor de ontwikkeling van marktconforme financierings- en risicomanagement-instrumenten. Deze instrumenten zijn noodzakelijk om boeren in staat te stellen een duurzame productieverhoging te realiseren. Met betrekking tot instrumenten voor risicomanagement heeft Nederland, samen met het bedrijfsleven, een project ontwikkeld op basis van Meteosat waarmee microverzekeringen tegen droogte beschikbaar moeten worden gemaakt voor alle boeren in Afrika. Tijdens de conferentie over climate-smart agriculture in Vietnam zal toegang tot instrumenten voor risicomanagement ook een belangrijk onderwerp zijn. Daarnaast hecht Nederland eraan om boeren en ondernemers die dit momenteel niet of onvoldoende hebben, meer toegang te geven tot financiële diensten.

    De inzet van ODA-middelen om hieraan een impuls te geven is van groot belang. Nederland zet hier via FMO en ondersteuning van andere fondsen zwaar op in. Ook in dit kader zal Nederland benadrukken dat samenwerking met de private sector cruciaal is.

In de voorbereiding voor de bijeenkomsten zal ik het bedrijfsleven, kennisinstellingen en het maatschappelijk middenveld betrekken om breed draagvlak voor de Nederlandse inzet te creëren.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven