30 825 Ecologische hoofdstructuur

Nr. 71 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2011

De vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft mij verzocht te reageren op een brief van de Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe met 15 aanbevelingen voor een nieuw natuurbeleid in Nederland (kenmerk 2011Z00783/2011D01985). Graag wil ik kort ingaan op deze aanbevelingen.

De aanbevelingen betreffen deels intenties en beleidsrichtingen en deels concrete suggesties. De Sichting De Hoge Veluwe bezit een bekend en veel bezocht natuurpark waar Nederlanders van natuur kunnen genieten. Het doet me daarom deugd dat de meeste aanbevelingen het huidige kabinetsbeleid ondersteunen.

  • 1) streven naar landschappelijke mooie, ecologische waardevolle en economisch vitale natuurgebieden

  • 3) bestaand en toekomstig gebruik van natuurgebieden veilig stellen (balans tussen ecologie en economie)

  • 4) particulier natuurbeheer en biologische landbouw stimuleren

  • 9) in de EHS minder nieuwe natuur ten gunste van veel meer agrarisch natuurbeheer

  • 10) op het gebied van natuur en en milieu geen strengere wet- en regelgeving dan elders in Europa

Met provincies werk ik aan een herijking van de EHS waarin onder meer wordt gestreefd naar maximale inzet op beheer – door agrariërs, andere particulieren en terreinbeherende organisaties – en minimaal op verwerving. De balans tussen ecologie en economie is daarbij van belang, bijvoorbeeld door recreatief gebruik van natuurgebieden, de programmatische aanpak stikstof en het meewegen van ruimte en toekomstperspectieven voor ondernemers in uitvoeringsplannen voor de EHS en N2000. Het regeerakkoord spreekt zich om die reden uit over het verwijderen van de nationale koppen uit geïmplementeerde Europese regelgeving.

  • 2) soortenrijkdom (flora en fauna) bevorderen middels actief beheer (stoppen met heilloze proces-wildernis)

Met actief beheer veronderstel ik dat de Stichting De Hoge Veluwe het reguleren van populaties bedoelt, met actief ingrijpen zoals afschot. Actief ingrijpen is mogelijk ter voorkóming van schade aan gewassen ten behoeve van (verkeers)veiligheid en biodiversiteit. Er is slechts één uitzondering waarbij «proces-wildernis» bij wijze van experiment vergaand werd gehanteerd, de grote grazers in de Oostvaardersplassen.

  • 5) bij de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vastleggen dat het laatste deel van de oorspronkelijke EHS wordt voltooid vóór 2025. Het gaat er niet zozeer om wanneer de EHS wordt voltooid, maar dát de EHS wordt voltooid zonder dat overheden daarvoor gronden hoeven aan te kopen (geen prijsopdrijving meer, maar marktwerking)

Deze aanbeveling kan ik niet overnemen. Het regeerakkoord gaat uit van een herijkte EHS in 2018 met een kleinere omvang dan oorspronkelijk bedoeld. Ik ben hierover in overleg met de provincies.

  • 6a) de aankoopsubsidies t.b.v. de TBO's (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Landschappen) afschaffen dan wel voor iedereen (TBO's én particuliere grondbezitters) zonder beperkende voorwaarden beschikbaar stellen (gelijkberechtiging). De Verklaring van Linschoten heeft niet geleid tot volledige gelijkberechtiging

  • 6b) en in de EHS de aankoopstop van landbouwgronden handhaven zolang de Europese Commissie nog niet heeft beslist over de door de VGG ingediende klacht tegen aankoopsubsidies (zie www.vereniginggg.nl) of zolang nog niet is voldaan aan het gestelde in aanbeveling 6a

In het regeerakkoord wordt aangegeven dat de herijkte EHS wordt gerealiseerd door een maximale inzet op beheer en minimaal op verwerving. In die gevallen dat toch moet worden verworven, is de aankoopsubsidie voor iedereen beschikbaar die voldoet aan de aankoopvoorwaarden en wordt geen onderscheid gemaakt tussen particulieren en TBO’s. Deze subsidieregeling ligt nu in Brussel voor goedkeuring.

Overigens heb ik de provincies gevraagd om in afwachting van de herijking van de EHS geen (landbouw)grond aan te kopen voor de EHS.

  • 7) in plaats van aankoopsubsidies de TBO's de mogelijkheid bieden om gronden te verkopen aan particulieren (niet alleen snippers maar ook oude landgoederen die ooit in particulier bezit waren) en de opbrengst daarvan te gebruiken voor de uitbreiding en het beheer van hun grote eenheden natuur (streven naar minder subsidie afhankelijkheid en meer marktwerking). Er zijn voldoende particulieren en niet gesubsidieerde organisaties die willen investeren in landgoederen

Deze aanbeveling moet nader onderzocht worden op uitvoerbaarheid. In het geval van Natuurmonumenten en de 12 Landschappen vereist dit hun medewerking aangezien de grond ook hun eigendom is.

Indien het gronden betreft die met publieke middelen zijn aangekocht, dienen de baten uiteraard ten goede te komen van publieke belangen. Van belang is dat de gerealiseerde biodiversiteit op die gronden niet verloren gaat of bij de herinvestering volledig gecompenseerd wordt.

In het regeerakkoord is opgenomen dat de grond van Staatsbosbeheer buiten de EHS voor verkoop zal worden aangeboden. De opbrengst van deze gronden zijn echter als taakstelling ingeboekt.

  • 8) erfpacht op woningen als belangrijkste economische drager in natuurgebieden en op landgoederen intact laten

Er zijn geen voornemens om het beleid hierin te wijzigen dus ik beschouw deze aanbeveling als ondersteuning van het huidige beleid.

  • 11) ter bescherming van kwetsbare faunasoorten (met name bodembroeders) meer predatoren vrijstellen in de aangekondigde integratie natuurwetgeving en aansluiting zoeken bij de wet- en regelgeving in Europa (zie www.wildlife-estates.eu)

De Flora- en faunawet voorziet reeds in een vrijstelling van de verboden voor soorten die schade kunnen berokkenen aan inheemse fauna. Ik zie voorstellen van de Hoge Veluwe met belangstelling tegemoet. Er moet wel bedacht worden dat de afweging of deze lijst moet worden uitgebreid, zorgvuldig moet geschieden.

  • 12) op landbouwgronden bij het oogsten van gras het van binnen naar buiten maaien en het gebruik van een «wildredder» verplicht stellen om maaislachtoffers (met name bodembroeders en hazen) te voorkomen

Het verplichten van dergelijke maatregelen gaat mij op dit moment te ver. Ik vind het de verantwoordelijkheid van de agrariër om maatregelen te treffen die in zijn bedrijfsvoering passen waarmee maaislachtoffers worden voorkomen. Van binnen naar buiten maaien en het inzetten van de wildredder zijn slechts twee van de vele mogelijkheden. In het reguliere overleg met LTO zal ik dit punt aankaarten.

  • 13) een koppeling van schadeverantwoordelijkheid met grondbezit bij de decentralisatie van het Faunafonds (was goed geregeld in opgeheven Jachtwet) en een hogere (marktconforme) schadevergoeding voor grondbezitters en -gebruikers van landbouwgronden en bossen bij wildschade

Een koppeling tussen schadeverantwoordelijkheid en grondbezit zou mogelijk kunnen zijn bij bejaagbare soorten. De jager wordt dan verantwoordelijk voor de schade. Welke soorten bejaagbaar zijn, is vastgelegd in de Flora- en faunawet. Als een niet-bejaagbare beschermde soort schade aanricht, is in beginsel een schadevergoeding aan de orde. De schadevergoeding bij wildschade gaat uit van vergoeding voor gederfde inkomsten en is daarmee dus marktconform.

  • 14a) in de Robuuste Verbindingen (in afgeslankte vorm, dus terug naar de smallere Ecologische Verbindingszones van weleer!) de doelsoort hert schrappen en vervangen door kleinere doelsoorten als das, reptielen en vlinders (buiten de Veluwe geen peperdure ecoducten en wildkerende rasters langs wegen meer nodig)

In het regeerakkoord is ervoor gekozen om de verbindingszones te schrappen. We gaan nu niet langer voor robuuste verbindingen maar voor robuuste gebieden die goed zijn ingebed in het omliggende agrarische cultuurlandschap, waar boeren en particulieren ecologische en landschappelijke kwaliteit leveren, inclusief groenblauwe landschapselementen.

  • 14b) de 0-stand voor herten en wilde varkens buiten de Veluwe handhaven (zie bijlage «Argumenten tegen verspreiding van herten buiten de Veluwe»)

Provincies zijn verantwoordelijk voor het populatiebeheer van herten en wilde zwijnen. Voor de zwijnen geldt uit veterinaire overwegingen van rijkswege wel een expliciet nulstandbeleid, met uitzondering van de Veluwe en De Meinweg.

  • 15) particulier natuurtoezicht (BOA's) stimuleren in combinatie met de terugkeer van de specialistische veldpolitie (invulling «animal cops»).

Hoe in de toekomst omgegaan wordt met particulier natuurtoezicht hangt af van de manier waarop de decentralisatie van natuurtaken vorm krijgt. Daarover ben ik momenteel in overleg met de provincies. De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de bemensing en taakomschrijving van de beoogde dierenpolitie.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven