27 295
Positionering algemene ziekenhuizen

nr. 154
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2010

Op 26 maart 2009 heb ik uw Kamer per brief geïnformeerd over het besluit van de Nederlandse Mededigingsautoriteit (NMa) over de fusie tussen het Ziekenhuis Walcheren in Vlissingen en de Stichting Oosterscheldeziekenhuizen in Goes (Kamerstuk 27 295, nr. 136).

In april 2009 heeft uw Kamer de motie van het lid Van der Vlies over een «klein volwaardig ziekenhuis op Walcheren» ingediend (Kamerstuk 27 295, nr. 140) en aangenomen. Ik heb u in september van 2009 schriftelijk op de hoogte gesteld van de voortgang van de fusie tussen de Zeeuwse ziekenhuizen. Hierbij ben ik nadrukkelijk ingegaan op de motie van Van der Vlies. Ik heb u toen laten weten dat de Zeeuwse ziekenhuizen bezig zijn met een business case welke de grondslag vormt voor de definitieve fusieplannen. In de definitieve fusieplannen zal aandacht worden besteed aan de functieverdeling, dus ook de acute zorg, over de verschillende locaties.

Het bestuur van het nieuwe fusieziekenhuis, het Admiraal de Ruyterziekenhuis (AdR), heeft mij laten weten dat er in de afgelopen periode een aantal belangrijke stappen vooruit zijn gezet. Zo is nadere invulling gegeven aan de verdeling van functies over de verschillende locaties en zijn de plannen zowel financieel als inhoudelijk scherper onderbouwd. Het ziekenhuis heeft mij toegezegd medio deze maand de definitieve fusieplannen aan te bieden. Mijn uitgangspunt is dat ook in de nieuwe situatie de acute zorgverlening in de regio niet in gevaar komt. Na bekendmaking van deze plannen kan een debat met de kamer plaats vinden.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven