Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 18 december 2008 over de IJsselmeerziekenhuizen.

De voorzitter:

Ik heet de minister van VWS van harte welkom. Ik zie dat er vijf leden in de zaal aanwezig zijn, zodat de indiening van moties voldoende kan worden ondersteund.

De heer Van Gerven (SP):

Ik dien twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij de overname van de IJsselmeerziekenhuizen gesproken wordt over het verlies van 200 banen;

constaterende dat de vakbond AbvaKabo/FNV de onderhandelingen over een sociaal akkoord heeft gestaakt;

constaterende dat er in het akkoord geen sociaal plan is geregeld voor het personeel dat al dan niet gedwongen moet verdwijnen en dat het sociaal plan wordt overgelaten aan de MC-Groep;

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat in het akkoord over de overname van de IJsselmeerziekenhuizen een goed sociaal plan voor het personeel wordt opgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 113(27295).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overheid veel geld investeert in Van Gervende overname van de IJsselmeerziekenhuizen;

constaterende dat bij de recente investeringen in banken de overheid daar voorwaarden aan heeft verbonden wat betreft de bonussen en salarissen;

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat de overheid inspraak blijft houden bij de IJsselmeerziekenhuizen, onder andere voor wat betreft eventuele koerswijzigingen, nieuwe investeringen, benoemingen en de salarissen en bonussen van de bestuurders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 114(27295).

Mevrouw Schippers (VVD):

Ik dien één motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vaak na fusie van twee ziekenhuizen in eerste instantie zorg wordt verleend op twee locaties;

constaterende dat veelal na verloop van tijd wordt besloten, de zorgverlening te concentreren op een locatie, waarna de andere locatie het moet doen met een poli die alleen binnen kantooruren open is voor een zeer beperkt aantal behandelingen en geen spoedeisende hulp meer verleent, denk bijvoorbeeld aan Lelystad/Emmeloord, Vlissingen/Goes en Blaricum/Hilversum;

constaterende dat deze afweging voor ziekenhuizen logisch is, gezien de kosten die zorg op meerdere locaties met zich meebrengt, maar dat deze keuze tegelijkertijd betekent dat de concentratie van zorg in Nederland steeds verder gaat en daarmee de zorg voor mensen steeds slechter bereikbaar is;

daarbij voorts overwegende dat dit nog eens wordt versterkt door de steeds verder op afstand komende huisartsenposten;

tot slot overwegende dat in de huidige situatie – waarin wij overgaan van centrale regulering naar meer afrekening op prestatie – elementen van beide systemen van toepassing zijn, waardoor de belangen van cliënten op dit punt onvoldoende worden geborgd;

verzoekt de regering, deze ontwikkelingen radicaal te keren in het belang van de kwaliteit van de basiszorg en in dat kader de financiering van ziekenhuizen zodanig aan te passen dat het verlenen van basiszorg door een ziekenhuisorganisatie op verschillende locaties aantrekkelijk wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schippers, Van Gerven en Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 115(27295).

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter, ook ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Rijk en de lokale overheden een warme doorstart van de IJsselmeerziekenhuizen in deze uitzonderlijke situatie mogelijk maken met leningen en garantstellingen voor een bedrag van meer dan 30 mln.;

overwegende dat gedurende de periode van overheidsondersteuning verscherpt toezicht wenselijk is om een goede besteding van gemeenschapsgelden te garanderen;

verzoekt de regering om gedurende de periode van overheidsondersteuning aan de IJsselmeerziekenhuizen tijdelijk verscherpt staatstoezicht in te stellen in de vorm van een of meerdere door de overheden te benoemen leden van de Raad van Toezicht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sap, Van der Veen, Schippers, Smilde en Wiegman-van Meppelen Scheppink.

Zij krijgt nr. 116(27295).

Wij wachten even totdat de minister de beschikking heeft over de moties. Het zijn er in totaal vier.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Klink:

Voorzitter. Het goede sociale plan waarnaar de heer Van Gerven vraagt, komt er. Het komt er echter niet krachtens de overname, maar simpelweg krachtens de bestaande cao. Dat dit plan er komt, mag de heer Van Gerven afleiden uit heit feit dat wij vervolgens voorlopige liquiditeitssteun zullen geven aan het ziekenhuis om dat sociale plan mogelijk te maken. Het ziekenhuis zal de steun overigens terugbetalen. Deze motie is dus overbodig. Uit dien hoofde wil ik aanneming ervan ontraden.

In de tweede motie van de heer Van Gerven wordt de regering verzocht om inspraak te laten houden in de IJsselmeerziekenhuizen voor wat betreft koerswijzigingen, investeringen, benoemingen, en salarissen van en bonussen voor bestuurders. Dit zou een interventie zijn die van de IJsselmeerziekenhuizen bijna staatsziekenhuizen maakt. Dat wil ik vermijden. Ik ontraad daarom aanneming van deze motie.

In de motie-Schippers c.s. wordt de regering verzocht om ontwikkelingen rondom fusies radicaal te keren in het belang van de kwaliteit van de basiszorg, door de bekostiging en de wijze van bekostiging aan te passen. Ik ontraad aanneming van deze motie. Ik ben het met de strekking ervan eens, maar volgens mij moet het via een andere route worden geregeld en niet via prestatiebekostiging, die naar mijn stellige overtuiging ook lange tijd door de VVD gedragen werd als een van de trofeeën die met de Zorgverzekeringswet samenhangt. Om die reden wil ik aanneming ontraden, zonder aan de strekking en de doelstelling afbreuk te doen, want die deel ik wél.

Mevrouw Schippers (VVD):

Er staat helemaal niet dat het via de prestatiebekostiging moet. 65% van de bekostiging is A-segment, daarin kan de overheid dus wel degelijk sturen.

Minister Klink:

Ja. Ik heb echter altijd begrepen dat het A-segment wat betreft de VVD over zou moeten gaan naar een B-segment, dusdanig dat de bekostiging uiteindelijk via dbc's en dus prestaties loopt en niet via een FB-budget. Om die reden denk ik dat voor zover wij er al toe zouden overgaan, het een tijdelijke maatregel moet zijn. In feite kennen wij op dit moment de beschikbaarheidstoeslag al, dus mevrouw Schippers wordt op haar wenken bediend. Ik wil hierbij wel aantekenen dat ik de doelstelling van deze motie deel. Ik wil deze alleen niet via prestatiebekostiging bereiken. Wij zoeken naarstig naar middelen om het fusieproces en alles wat daarmee gemoeid is, te keren en tegelijkertijd een beweging naar de eerstelijn te versterken. Nogmaals, uit het feit dat ik aanneming van deze motie ontraad, mag niet worden afgelezen dat ik de doelstelling ervan niet deel. Integendeel.

Het feit dat de motie van mevrouw Sap mede is ondertekend door de leden Van der Veen, Schippers, Smilde en Wiegman doet mij vermoeden dat deze op een ruime Kamermeerderheid zal kunnen rekenen. Het oordeel over deze motie laat ik graag aan de Kamer. Daarmee spreek ik in feite mijn oordeel al uit, maar niet dan nadat ik gezegd heb dat zowel rond de financiën als de kwaliteit afgesproken is dat er periodiek gerapporteerd zal worden door het ziekenhuis, naast de controle die al wordt uitgeoefend. Daaruit kan afgeleid worden dat ook ik vind dat er in elk geval een zekere verantwoording en extra verantwoording bij de IJsselmeerziekenhuizen ligt jegens de overheid die inderdaad langs drie lijnen, gemeente, provincie en Staat, handreikingen doet. Ik denk dat het daarmee afdoende is geborgd. Uit mijn opmerking valt echter ook af te leiden dat ik in dit specifieke geval geen principiële bezwaren heb om deze motie, zo de Kamer mij daarom vraagt, zodanig uit te voeren dat ik met de heer Winter in contact zal treden om te vragen of hij er bezwaar tegen heeft dat iemand tot lid van de Raad van Toezicht vanwege de overheid wordt benoemd.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen aan het einde van de avond over de ingediende moties stemmen.

Naar boven