Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 juni 2005 over het versnellen project Terugkeer.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. Het terugkeerproject heeft betrekking op de beruchte 26.000 asielzoekers die onder de oude Vreemdelingenwet naar Nederland zijn gekomen en die zullen moeten terugkeren naar hun land, maar nu toch weer in de procedure zitten. Wij hebben daarover gisteren overleg gevoerd, en het was de wens van de Kamer dat de zaken die nog open staan, sneller afgerond zouden worden. De minister had ons een brief gestuurd waarin stond dat uiteindelijk eind 2006 alle zaken ook door de rechter zouden zijn beoordeeld, en de Kamer wilde daar meer vaart achter zetten, uiteraard met behoud van zorgvuldigheid. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat van het project Terugkeer met oorspronkelijk 26.000 asielzoekers ongeveer 10.000 dossiers zijn afgehandeld;

overwegende dat elke dag wachten op een finale beslissing voor asielzoekers onzekerheid over de eigen toekomst met zich meebrengt;

overwegende dat een snelle en zorgvuldige afhandeling van de resterende dossiers geboden is;

overwegende dat het tijdelijk aantrekken van extra personeel ter ondersteuning van de IND de zorgvuldige afhandeling van zaken nog meer kan versnellen;

verzoekt de regering, te onderzoeken of de beoordeling van de asielaanvragen uit het project Terugkeer zodanig georganiseerd kan worden dat medio 2006 alle zaken zijn afgehandeld door de IND en de rechter;

verzoekt de regering, de Kamer hierover binnen twee weken te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dittrich, Van Fessem en Visser. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 955(19637).

Minister Verdonk:

Voorzitter. Deze motie geeft aan dat wij van de 26.000 mensen die binnengekomen zijn onder de oude Vreemdelingenwet ruim 10.000 dossiers hebben afgehandeld. Natuurlijk ben ik het met de heer Dittrich en de andere indieners van deze motie eens dat het van belang is dat mensen zo snel mogelijk zekerheid krijgen. Ik ben het er ook mee eens dat er snelle en zorgvuldige afhandeling van de resterende dossiers geboden is. Het moet snel gaan, maar het moet ook heel zorgvuldig gebeuren.

In deze motie staat naar mijn mening één mogelijkheid om die versnelling teweeg te brengen, namelijk door het tijdelijk aantrekken van personeel. Ik kan mij voorstellen dat het in de motie gevraagde onderzoek zou kunnen leiden tot andere maatregelen die je zou kunnen nemen om de gewenste versnelling te realiseren. In het dictum wordt de regering verzocht, te onderzoeken of de beoordeling van de asielaanvragen uit het project Terugkeer zodanig georganiseerd kan worden dat medio 2006 alle zaken zijn afgehandeld door de IND en de rechter. Ik wil daar graag de opmerking bij maken dat ik natuurlijk te maken heb met een onafhankelijke rechter. Voor de IND kan ik allerlei dingen organiseren, allerlei zaken laten uitzoeken om te kijken of wij kunnen versnellen, maar de positie van de rechter blijft onafhankelijk.

Ik wil de Kamer wel toezeggen dat ik er alles aan wil doen om de Kamer binnen twee weken te rapporteren over het onderzoek, met inderdaad als uitgangspunt dat wij overgaan tot een versnelling. Ik neem deze motie dan ook over.

Voorzitter. Nu wij toch praten over versnelling, heb ik er volgens mij toe bijgedragen dat ook het tempo van de vergadering er weer in zit.

De voorzitter:

Dat is absoluut waar, waarvoor mijn dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, over de ingediende motie aan het eind van de vergadering te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven