Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 30 en 31 augustus en 1 september:

  • - het voorstel van wet van het lid Kant houdende regels met betrekking tot de bevordering van de aanleg en het behoud van buitenspeelruimte voor kinderen (Wet buitenspeelruimte) (28996);

  • - het voorstel van wet tot Wijziging van de Flora- en faunawet in verband met de verruiming van de mogelijkheden tot beheer en schadebestrijding van beschermde inheemse diersoorten (29448).

Ik stel verder voor, de slotwetten over 2004, te weten de nrs. 30100 hoofdstukken I t/m XVI en A t/m G, zonder stemming aan te nemen.

Voorts stel ik voor, de bij de jaarverslagen over het jaar 2004 van de ministeries en fondsen behorende rapporten van de Algemene Rekenkamer voor kennisgeving aan te nemen en de desbetreffende ministers decharge te verlenen voor het door hen gevoerde financiële beheer.

Ik stel de Kamer ten slotte voor om de leden van de tijdelijke commissie Onderzoek zorguitgaven decharge van hun werkzaamheden te verlenen. Namens de Kamer dank ik de tijdelijke commissie en ik dank de leden en de staf voor hun werkzaamheden.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Van der Sande tot plv. lid in plaats van het lid Schippers, het lid Nijs tot lid in plaats van het lid Szabó en het lid Szabó tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Nijs tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Nijs tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Financiën het lid De Krom tot plv. lid in plaats van het lid Snijder-Hazelhoff;

  • - de vaste commissie voor Justitie het lid Van Egerschot tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het lid Nijs tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Miltenburg tot lid in de bestaande vacature en het lid Schippers tot plv. lid in plaats van het lid Van Miltenburg;

  • - de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Van der Sande tot lid in plaats van het lid Aptroot en het lid Aptroot tot plv. lid in plaats van het lid Schippers;

  • - de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Van der Sande tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Van der Sande tot plv. lid in plaats van het lid Luchtenveld;

  • - de algemene commissie voor Integratiebeleid het lid Luchtenveld tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de Themacommissie Technologiebeleid het lid Visser tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de commissie voor de Verzoekschriften het lid Van Beek tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Van Beek tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad het lid Van der Sande tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer Weekers.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u, twee verslagen van algemene overleggen op de agenda te plaatsen. Het ene betreft de markt voor persoonlijke dienstverlening, een algemeen overleg dat gisteren is gehouden met de staatssecretaris van SZW. Het andere overleg betreft een overleg over tbs, met de minister van Justitie.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het toe te voegen aan de agenda van vandaag, aan het eind daarvan. Op zich zou het logisch zijn om onderwerpen die er nu bij komen, te plaatsen bij andere onderwerpen van de desbetreffende ministers en staatssecretarissen. Toch wil ik dat niet doen, omdat wij daarmee het hele schema zoals dat nu bekend is bij andere ministers en staatssecretarissen, waaronder de minister-president, door elkaar gooien. Ik plaats alles wat er nu bij komt daarom aan het eind van de vergadering.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Samsom.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de luchtkwaliteit op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Namens de heer Dittrich verzoek ik u, het verslag van het algemeen overleg over het versnellen van het project terugkeer toe te voegen aan de agenda.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Gisteren vond een algemeen overleg plaats met minister Verdonk over achtergelaten vrouwen. Ik verzoek u, het verslag daarvan op de agenda te plaatsen.

Mevrouw Hirsi Ali (VVD):

Voorzitter. Ik weet dat het procedureel niet kan, maar ik wil toch de opmerking maken dat dit volkomen overbodig is, want alles wat wij wilden, heeft de minister toegezegd.

De voorzitter:

Het maken van de opmerking kan procedureel wel, en dat heeft u nu gedaan. Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen, en het punt aan de agenda van vandaag toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De vaste commissie voor BZK heeft op 3 februari van dit jaar een algemeen overleg gevoerd over de rechtspositie van de politieke ambtsdragers, topambtenaren en ZBO's. De debatten daarover zijn inmiddels afgerond. Ik vraag u daarom, het verslag van het algemeen overleg van 3 februari op de agenda van na het reces te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen, met dank voor het aangegeven tijdstip, en om het te plaatsen op de agenda van de Kamer, na het zomerreces, met als beloning spreektijden van 2,5 minuut!

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Afgelopen dinsdag heb ik aan u gevraagd om de vragen die ik heb gesteld op 31 mei over de creditcardfraude op woensdag beantwoord te krijgen. Helaas heeft het ministerie van Financiën om uitstel gevraagd. Ik vind dat onacceptabel. Ik wil de antwoorden graag vandaag voor 18.00 uur ontvangen.

De voorzitter:

De regel is inderdaad dat beantwoording binnen drie weken plaatsvindt en dat wanneer dat niet haalbaar is, uitstel wordt gevraagd. Dat wil echter niet zeggen dat de Kamer akkoord behoeft te gaan met dat uitstel. Ik stel dan ook voor, uw verzoek direct door te geleiden naar de ministers van Justitie en Financiën door middel van het toezenden van het stenogram van dit deel van de vergadering.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Met enige schroom wil ik vragen om een korte heropening van de beraadslaging over het wetsvoorstel over de onderwijstijd, dit in verband met het indienen en toelichten van een amendement.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek om een korte heropening te voldoen, die zonder nachtschorsing waarschijnlijk morgenvroeg zal plaatsvinden.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Als de heropening maar plaatsvindt vóór de schorsing die voorafgaat aan de stemmingen, aangezien de stemming over het desbetreffende wetsvoorstel dan ook is voorzien.

De voorzitter:

Akkoord.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn fractie heeft met instemming kennisgenomen van het feit dat minister Bot in Srebrenica aanwezig zal zijn bij de herdenking van de val van Srebrenica. Wij menen dat het goed zou zijn als de minister namens de Nederlandse regering een bijzonder gebaar maakte richting de nabestaanden. Daarover heb ik een aantal schriftelijke vragen gesteld, met het verzoek deze vóór vandaag 10.00 uur te beantwoorden, zodat wanneer de antwoorden daartoe aanleiding zouden geven, ik bij deze regeling van werkzaamheden de gelegenheid zou hebben om te verzoeken om een vervolgactie. Die antwoorden zijn echter nog niet binnen. Ik vraag u, voorzitter, om de minister te laten weten dat wij die antwoorden vandaag voor 16.00 uur willen ontvangen. Afhankelijk van de inhoud van de antwoorden, is eventueel nog een regeling van werkzaamheden nodig voor een vervolgactie.

De voorzitter:

Ik stel voor, het verzoek direct naar de minister van Buitenlandse Zaken door te geleiden door middel van toezending van dit deel van het stenogram van de vergadering. Van de aankondiging van mevrouw Karimi dat er wellicht tussendoor een regeling van werkzaamheden nodig is, hebben wij goede nota genomen.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hofstra.

De heer Hofstra (VVD):

Mijnheer de voorzitter. Mede namens mijn collega-secretarissen van CDA, PvdA en D66 zou ik u een voorstel van orde willen doen voor het verloop van deze en de volgende dag. Wij hebben een ontzettend lange agenda. Wij schatten in dat het ver in de nacht wordt voordat wij toe zijn aan de stemmingen. Ons voorstel zou zijn om de VAO's, vooral later op de dag gepland, te bundelen en die in aparte zalen af te handelen. Velen van ons zijn beschikbaar om daar voor te zitten. Eventueel zou u wat ons betreft ook kunnen besluiten om bijvoorbeeld het mediadebat in de vorm van een wetgevings- of een notaoverleg in een andere zaal te houden. Wij zouden dan heel veel tijd winnen. Het is in ieders belang, ook in uw belang, voorzitter – u heeft immers de zware taak vandaag om dit allemaal voor te zitten – om de zaken goed af te handelen.

De voorzitter:

Het zou prettig zijn geweest als ik dit van tevoren had geweten, zodat ik mij er even over had kunnen beraden. Dat moet ik nu doen.

De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Over het voorstel van de heer Hofstra het volgende. Er is uiteraard maar één plenaire vergadering. Het Reglement van Orde schrijft voor dat moties alleen kunnen worden ingediend in de plenaire vergadering. Afwijking van het Reglement van Orde is mogelijk, maar alleen wanneer alle 150 Kamerleden, of alle Kamerleden die de presentielijst hebben getekend – maar dan wijk ik al een beetje af, want het gaat eigenlijk om alle 150 leden – daarmee akkoord kunnen gaan. Mijn vraag is of de Kamer in totaliteit akkoord kan gaan met het afwijken van het Reglement van Orde op deze wijze. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er zelf niet enthousiast over ben. Het scheelt ontzettend veel tijd, maar het heeft een precedentwerking voor allerlei andere dingen en andere dagen. Ik kijk even wat de andere leden ervan vinden.

De heer Slob (ChristenUnie):

Mijn fractie is tegen, want wij zouden echt in de problemen komen. Wij willen heel graag vanavond aan een aantal debatten deelnemen.

De voorzitter:

Dan ga ik geen extra tijd aan dit ordedebat besteden. Dit verzoek kan niet worden ingewilligd. Het Reglement van Orde is het Reglement van Orde.

De heer Hofstra (VVD):

Volgens mij is dat niet helemaal waar. In een wetgevingsoverleg of notaoverleg kunnen ook moties worden ingediend. Volgens mij biedt dat een formele mogelijkheid om het ordentelijk te doen. Uiteraard hebben wij ook begrip voor de kleine fracties. Het is misschien beter om het mediabeleid op de plenaire agenda te laten staan. Het hoeft ook niet voor alle VAO's, maar bijvoorbeeld voor de VAO's die later op de avond gepland zijn. Nogmaals, vele collega's zijn bereid om dat allemaal in goede banen te leiden.

De voorzitter:

Dat stel ik zeer op prijs. Dit is een ander voorstel. U maakt er nu een wetgevingsoverleg van. Laten wij er procedureel geen rommeltje van maken door een VAO af te ronden in een wetgevingsoverleg. Zo erg is het ook niet om vanavond laat klaar te zijn.

De heer Van de Camp (CDA):

Er is een verschil tussen om half een klaar zijn en om half vijf. De CDA-fractie heeft er absoluut geen behoefte aan om na één uur nog als een stelletje verzamelde enthousiastelingen te vergaderen. Ik doe toch een dringend beroep op u om het voorstel van de heer Hofstra, al of niet gemodificeerd, voor drie uur in te voeren.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik sta even na te denken over wat ik het beste kan zeggen. Het is toch te gek voor woorden, als wij hier het land moeten dienen, in volle kracht, en als wij zelf een agenda volpluggen, om dan ineens te zeggen dat het na enen niet meer kan. Ik heb het hier wel vaker licht zien worden, in de natuur.

De voorzitter:

Ik denk dat de heer Van der Vlies op een andere manier dan de heer Slob heeft gezegd dat het vooral voor de kleine fracties onmogelijk is om vandaag volgens de procedure-Hofstra te werken. Het staat iedereen die een VAO of een debat heeft aangevraagd, vrij om dat verzoek terug te trekken. Daarmee wordt de zaak het meest geholpen, denk ik. Maar als het nodig is om beslissingen te nemen in de Kamer, worden die beslissingen uiteraard genomen. Dat is ook de lijn van de heer Van der Vlies.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik wil graag op uw verzoek ingaan. Ik kan mij goed voorstellen dat wij de derde termijn van het debat over de privatisering van Schiphol na het reces afronden. Dat heeft geen grote urgentie.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik steun dat verzoek.

De voorzitter:

Het eerste deel van de naam van degene die dit verzoek heeft aangevraagd, komt overeen met die van de heer Duyvendak, want dat was de heer Duivesteijn. Als u hem ertoe kunt bewegen om dat terug te trekken, dan is dat goed.

Mevrouw Hamer (PvdA):

In afwezigheid van de heer Duivesteijn gaan wij ermee akkoord om dit na het reces te doen.

De heer De Krom (CDA):

Wij hebben ingestemd met een derde termijn, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat deze vandaag zou plaatsvinden, met de stemming, dus wat mij betreft gaat het gewoon door.

De heer Hofstra (VVD):

Ik kijk nog even naar de agenda. Voor het debat over wetenschap en religie in het onderwijs is ook vrij veel tijd nodig. Kan dat misschien niet via een wetgevings- of notaoverleg?

De voorzitter:

Wij gaan niet de hele middag over de orde praten. Ik heb op voorstel van de heer Van de Camp, die vanochtend zo vriendelijk is geweest om wel even van tevoren bij mij langs te komen, een poging gedaan om eenieder die een spoeddebat heeft aangevraagd, zo ver te krijgen om daarover eerst een spoed-algemeen overleg te houden en dat eventueel af te ronden in een VAO. Dat zou procedureel mogelijk zijn geweest. Die pogingen hebben niet tot succes geleid. Wat dat betreft, denk ik niet dat ik u tegemoet kan komen, tenzij mensen die een debat hebben aangevraagd, alsnog zeggen of het naar een AO kan. Ik kijk nu naar de heer Bakker, omdat de heer Hofstra het had over het door de heer Bakker aangevraagde debat. De heer Hofstra vroeg of het debat over wetenschap en religie in het onderwijs niet in een spoed-AO zou kunnen plaatsvinden en dan afgerond zou worden in een VAO. Dat is aan de heer Bakker. Ik weet dat die vraag vanochtend al informeel aan hem is gesteld. Ook de heer Timmermans heeft een debat aangevraagd, maar het woord is eerst aan de heer Bakker.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Ik kom nu natuurlijk in een dilemma, want ons aller nachtrust gaat ook mij ter harte. Het is wel zo dat ik het debat vijf weken geleden heb aangevraagd en dat het drie keer vooruit is geschoven, de ene keer omdat er problemen waren aan de kant van het kabinet en een andere keer omdat er een ander spoeddebat was. Een spoed-AO zie ik vandaag eerlijk gezegd gewoon niet rondkomen, omdat er zoveel andere debatten zijn waar bijvoorbeeld ik ook bij aanwezig moet zijn. Dan praten wij dus over uitstel tot na de zomer. Ik sta hier nu ter plaatse een afweging te maken. Na de zomer wordt in ieder geval gesproken over de kerndoelen. Aan de andere kant zou het debat, wat mij betreft, ook heel kort kunnen zijn. Volgens mij is er nog altijd twee uur voor uitgetrokken.

De voorzitter:

Er staat nu anderhalf uur voor.

De heer Bakker (D66):

Volgens mij kan het veel korter.

De voorzitter:

Oké. Dan hebben wij de tijd van de regeling daarmee ingehaald. Het woord is aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Ik heb het spoeddebat aangevraagd over de Koninklijke Marechaussee. Ik heb er zelf geen enkel bezwaar tegen om dat om te zetten in een AO. De minister is aanwezig. Ik heb van hem begrepen dat ook hij er geen bezwaar tegen heeft. Ik neem aan dat ook mijn collega's daar geen bezwaar tegen hebben.

De voorzitter:

Veel dank voor uw medewerking. Dan doen wij dat in het uur waarin het debat gepland was, dus van 14.30 uur tot 15.30 uur. Dat is aan de commissie, maar ik neem aan dat de commissie daarmee akkoord gaat. Dan merken wij wel of daar een VAO uit voortkomt.

De heer Szabó (VVD):

Voorzitter. Daarbij gaan wij wel uit van de spreektijden die wij hebben vastgelegd.

De voorzitter:

Ik denk zelfs dat u daar meer spreektijd zult hebben. O nee, dat is niet waar. Dat is aan de commissie.

Naar boven