Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 ten behoeve van meer keuzevrijheid voor de scholen bij de inrichting van de onderwijstijd (29733).

(Zie vergadering van 29 juni 2005.)

De voorzitter:

Mevrouw Hamer heeft gevraagd om een heropening om nog een aantal amendementen toe te lichten. Ik stel voor, aan haar verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De algemene beraadslaging wordt heropend.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Wij dachten gisteren dat wij het debat hadden afgesloten – ik was daar zelf stellig van overtuigd – maar het zat mij gisteravond toch niet lekker. Wij wilden met z'n allen graag een flexibilisering van de schooltijden en waren eigenlijk vastgelopen in een debat over de vierdaagse schoolweek. Ik heb de beantwoording van de minister gisteravond nog eens goed op mij laten inwerken en heb uit haar woorden geproefd dat de vierdaagse lesweek voor haar niet meer de hoofdzaak was, maar dat zij vooral een oplossing wilde zoeken voor de motie-Van der Vlies. Ik ben gisteravond mee gaan denken over de manier waarop wij daar dichterbij zouden kunnen komen. Dat was misschien laat, maar het was niet te laat. Ik heb gisteravond al aangegeven dat mijn hoofdbezwaar tegen de nota van wijziging lag in de zestien weken, waardoor naar mijn gevoel de helft van het jaar, dus structureel, een vierdaagse lesweek werd ingevuld.

Soms is dan de oplossing dichterbij dan je denkt. Iemand fluisterde mij gisteren aan het eind van het debat in dat ook de weken zouden kunnen worden verminderd. Ik geloof dat dit een beleidsmedewerker was. Ik ben daar in ieder geval op door gaan denken en heb daar vandaag gelukkig ook alvast een meerderheid voor kunnen vinden. Wij hebben flink nagedacht over de vraag of het nu zes, zeven of acht weken zouden moeten zijn. Het is dan altijd prettig om de oplossing in het midden te vinden. Vandaar dat in het uiteindelijke amendement wordt gesproken over de vijfdaagse schoolweek met uitzondering van zeven weken in het jaar waarin scholen daarvan zouden kunnen afwijken, mits zij dat van tevoren hebben aangegeven. Zij kunnen in die weken naar vier dagen gaan. Dat biedt de scholen de mogelijkheid om op die dag een lerarendag of andere activiteiten te plannen.

Ik heb de voorstellen van de minister met betrekking tot de medezeggenschap in een amendement gegoten. Ik geloof dat deze voorstellen eerder per postduif bij de heer Balemans terecht waren gekomen. Hij heeft mij nog eens goed uitgelegd wat er precies de bedoeling van was. Wij zijn vervolgens op een amendement uitgekomen waarin staat dat het instemmingsrecht bij de ouders ligt. Scholen kunnen overgaan tot die vierdaagse schoolweek gedurende zeven weken nadat alle ouders van een school zijn geraadpleegd. Dat is zowel voor de VVD als voor de PvdA een belangrijk punt. Uit de resterende artikelen rondom de schoolgids blijkt dan ook dat zij dat van tevoren moeten vastleggen.

Voorzitter. Wij hebben het amendement van mevrouw Lambrechts eigenlijk in deze twee amendementen opgenomen. Wij spreken in ons gewijzigde amendement over de leerlingen in de laatste zes schooljaren. In het vorige amendement werd gesproken over leerlingen vanaf zes jaar, maar dat kan verwarring opleveren, omdat er ook kinderen van zes jaar in groep 2 zitten. Het gaat natuurlijk om leerlingen in groep drie en hoger. Wij hebben dat in het exemplaar dat nog wordt rondgedeeld, gewijzigd in de laatste zes schooljaren. Dan spreken wij dus van groep 3 tot en met groep 8.

Daarmee hebben wij volgens mij sluitende afspraken over de vierdaagse schoolweek gemaakt. Wij zetten de deur er niet voor open, maar wij bieden wel de flexibiliteit. Daarmee kunnen alle wensen ten aanzien van de uitvoering van de motie-Van der Vlies, ook in de flexibilisering van de bovenbouw en onderbouw, gerealiseerd worden. Met de aanneming van dit amendement zou mijn partij in ieder geval toch akkoord kunnen gaan met dit wetsvoorstel.

Mevrouw Vergeer (SP):

Ik denk dat wij beide amendementen in elkaars verlengde moeten zien. Het gaat erom dat scholen ouders niet kunnen verrassen. Van tevoren staat vast welke weken het betreft. Over dat besluit is er instemmingsrecht van het ouderdeel. Begrijp ik dat goed.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ja. Van tevoren is aan de ouders voorgelegd of zij akkoord zijn met die zeven weken.

Mevrouw Vergeer (SP):

Ook welke zeven weken?

Mevrouw Hamer (PvdA):

Dat moeten we niet tot in detail willen regelen. Men moet zich in ieder geval vergewissen van de instemming van de ouders. De ouders mogen het vertrouwen in de medezeggenschapsraad hebben dat het niet dusdanig zal gebeuren dat de schoolorganisatie op de kop staat.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik vind dit een constructieve bijdrage aan het debat. Het amendement geeft vorm en inhoud aan de motie-Van der Vlies. Uit de ondertekening blijkt dat het amendement een meerderheid krijgt. Die had nog steviger kunnen zijn, maar mijn fractie zal voor dit amendement stemmen vanuit de filosofie: beter een half ei dan een lege dop.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik wil met alle liefde het amendement nog een keer wijzigen zodat ook de heer Van der Vlies zijn naam eronder kan zetten.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Mijn naam staat er ook niet onder, maar ik kan nu al zeggen dat wij van harte de geest van dit amendement ondersteunen.

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Soms kan een nachtje slapen tot een door iedereen gewenste oplossing leiden. Daar ben ik blij om, want gisteren leek het erop dat het niet zou lukken met de flexibilisering van de onderwijstijden.

De bedoeling van het amendement-Hamer op stuk nr. 14 is dat aan de groepen 3 t/m 8 ten hoogste zeven vierdaagse schoolweken worden gegeven. Ik ga ervan uit dat de weken waarin al een vrije dag valt hierin niet worden meegenomen. Ik denk aan tweede Paasdag, tweede Pinksterdag, Leidens ontzet en dergelijke. Aan de reactie van mevrouw Hamer zie ik dat dit klopt. Het is inderdaad van belang om van tevoren bekend te maken om welke weken het gaat. Het streven naar flexibilisering blijft overeind en ik laat het oordeel over het amendement graag aan de Kamer over.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Ik zie opeens een gewijzigd amendement van mijn hand dat mij erg onbekend voorkomt. Er moet een foutje zijn geslopen in de organisatie. Ik zal er even naar kijken.

Minister Van der Hoeven:

Het lijkt mij dat dit de orde van de Kamer betreft.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Misschien is de verwarring minder groot dan wij denken omdat in het amendement dat ik vanochtend heb ingediend het amendement van mevrouw Lambrechts van gisteren is verwerkt. Daarin ging het erom, de onderbouw te betrekken bij de vijfdaagse schoolweek. Dat is in mijn amendement ook gebeurd.

De voorzitter:

Het lijkt mij het beste dat de minister nu nog even reageert op de andere amendementen. Ik hoor straks wel hoe moet worden omgegaan met het door mevrouw Lambrechts bedoelde amendement.

Minister Van der Hoeven:

Ik heb de indruk dat mevrouw Lambrechts doelt op amendement nr. 13. Misschien kan ik een bijdrage leveren aan de oplossing van het probleem. Als ik het goed begrijp, gaat het om een technische wijziging die inhoudt dat "in de laatste vier schooljaren" wordt vervangen door "in de laatste zes schooljaren" en "in de eerste vier schooljaren" door "in de eerste twee schooljaren". Als het inderdaad slechts een technische wijziging is, heb ik verder geen opmerkingen over uw amendement.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Het is misschien raar om dit aan de minister te vragen, maar zijn hiermee de amendementen op één lijn gebracht? In dat geval is mijn engelbewaarder mij erg gedienstig geweest. Het was mooi geweest als ik het had geweten, maar dit is een mooi eindresultaat.

Minister Van der Hoeven:

Nu het amendement van mevrouw Hamer over de medezeggenschap. Dat is in lijn met mijn voorstel van gisteren. Ik ben blij met dit amendement, maar heb er één opmerking bij over de formulering van artikel 3, lid C: "Het besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 9, onderdeel G wordt niet genomen dan na raadpleging van de ouders." In de toelichting staat evenwel: "Tevens is hiermee vastgelegd dat de oudergeleding dit doet nadat de meningen van alle ouders zijn gepeild en meegewogen." De toelichting is daarmee niet in overeenstemming met de tekst van het amendement. Ik vraag mevrouw Hamer om "de ouders" ook in de toelichting op te nemen, zodat wettekst en toelichting met elkaar sporen. De bedoeling is echter helder.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik wil dat best veranderen in "de ouders", maar laat het dan wel helder zijn dat het gaat over "de" ouders van de school waar de medezeggenschapsraad over gaat. In die zin zijn het weer "alle" ouders.

Minister Van der Hoeven:

Jawel, maar we moeten er wel voor zorgen dat zaken met elkaar sporen.

De keuze laten we rustig aan de ouders over. Net zoals bij het andere amendement is hierbij sprake van een zekere inperking van het eerste voorstel. De flexibilisering van de schooltijden blijft echter overeind. Ik denk dat iedereen in het onderwijs daarbij is gebaat, omdat het tegemoetkomt aan de terechte vraag om meer ruimte en flexibiliteit. Ook bij dit amendement laat ik het oordeel over aan de Kamer.

Mevrouw Vergeer (SP):

De minister vraagt om "alle ouders" te vervangen door "de ouders" in de toelichting. Is daarmee wel duidelijk dat niet wordt bedoeld dat alleen het ouderdeel van de medezeggenschapsraad om een mening wordt gevraagd, maar dat het de bedoeling is om álle ouders te peilen, zoals mijn idee zou zijn?

Minister Van der Hoeven:

Dat is heel helder. Er staat namelijk dat hiermee "is vastgelegd dat de oudergeleding", dus die paar in de medezeggenschapsraad, "dit doet nadat de meningen van de ouders zijn gepeild en meegewogen". Ik denk dat volkomen helder is wat hiermee wordt bedoeld.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen aan het eind van de vergadering van vandaag stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven