Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 28 juni 2005 over een ceremonie voor nieuwe Nederlandse staatsburgers.

Mevrouw Kraneveldt (LPF):

Voorzitter. In het algemeen overleg over de ceremonie na het verkrijgen van het Nederlanderschap hebben wij uitgesproken dat daarvan een (intentie)verklaring of een gelofte deel moet uitmaken waarin men zijn verbondenheid met Nederland tot uitdrukking brengt. Dat is verwoord in de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het verkrijgen van het Nederlands staatsburgerschap een bijzondere aangelegenheid is;

van mening dat deze bijzondere aangelegenheid daarom gemarkeerd dient te worden met een feestelijke ceremonie;

voorts van mening dat als verplicht onderdeel van die ceremonie door de naturalisant een intentieverklaring dient te worden afgelegd waarin diens verbondenheid met Nederland tot uitdrukking wordt gebracht;

verzoekt de regering, deze verklaring als een verplicht onderdeel op te nemen in de naturalisatieceremonie;

en verzoekt de regering eveneens, dit wettelijk vast te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kraneveldt en Sterk. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 35(28689).

Mevrouw Kraneveldt (LPF):

Voorzitter. Wij vinden het belangrijk dat die verbondenheid tot uitdrukking wordt gebracht. Wij willen echter niet voorschrijven hoe dat moet worden gedaan. De minister wordt gevraagd voorstellen te ontwikkelen en daarover in gesprek te gaan met de gemeenten. Het is aan de gemeenten om daaraan vorm en inhoud te geven, maar dát zij het moeten doen, willen wij graag vastleggen.

Minister Verdonk:

Voorzitter. Deze week hebben we een debat gehad over de ceremonie bij het verkrijgen van het Nederlands staatsburgerschap. Met de indieners van de motie ben ik van mening dat het verkrijgen van het Nederlands staatsburgerschap een heel bijzondere aangelegenheid is, die ook heel feestelijk moet zijn en die een positieve uitstraling moet hebben. Van de week spraken we ook over de loyaliteitsverklaring, de intentieverklaring, hoe je dit ook wilt noemen. In de motie staat dat die als een verplicht onderdeel moet worden opgenomen in de naturalisatieceremonie en dat dit wettelijk moet worden vastgelegd. Ik heb toen gezegd dat zo'n verplichting een wijziging van de rijkswet zou betekenen en dat dit jaren zou duren. Ik ben voor een praktischere oplossing: laten we gewoon met de ceremonie beginnen en bekijken of het mogelijk is om de intentieverklaring als onderdeel daarvan op te nemen. Ik zal dit meenemen in het overleg met de gemeenten. Voor de korte termijn wil ik dus kijken naar de mogelijkheden die de wet nu biedt en voor de langere termijn wil ik bekijken hoe wij dit binnen de rijkswet kunnen realiseren en het een verplichtend karakter kunnen geven. Als de Kamer dit wil, heb ik geen bezwaren tegen deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het eind van de vergadering over de ingediende motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven