Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het medefinancieringsstelsel, te weten:

- de motie-Karimi over criteria voor het verlenen van subsidie aan particuliere OS-organisaties (27433, nr. 35);

- de motie-Karimi over uitwerking van de doelstelling maatschappijopbouw (27433, nr. 36);

- de motie-Van der Staaij/Huizinga-Heringa over een hardheidsclausule in het beleidskader medefinanciering (27433, nr. 37);

- de motie-Van der Staaij c.s. over het vooraf betrekken van particuliere organisaties bij het kiezen en invullen van de beleidsthema's (27433, nr. 38);

- de motie-Van der Staaij c.s. over een bepaling in het beleidskader ten behoeve van een goede verdeling over beleidsthema's (27433, nr. 39);

- de motie-Brinkel over het meetellen van het aantal vrijwilligers dat medefinancieringsorganisaties inzetten in ontwikkelingslanden (27433, nr. 40);

- de motie-Tjon-A-Ten/Van der Laan over verlaging van het drempelcriterium van 25% naar 15% (27433, nr. 41);

- de motie-Tjon-A-Ten/Van der Laan over de subsidiëring van thematische organisaties (27433, nr. 42).

(Zie vergadering van 28 juni 2005.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Brinkel stel ik voor, zijn motie (27433, nr. 40) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Szabó (VVD):

Voorzitter. De VVD wil dat er een eind komt aan de subsidieverslaving van de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties die niet alleen volgens de VVD, maar ook volgens twee derde van de bevolking helaas onvoldoende presteren. Het voorliggende conceptstelsel van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking is mager, maar het kan toch worden gezien als eerste stap in de juiste richting. De VVD wilde verder gaan dan de in het stelsel voorgestelde streefwaarde, maar mijn partij constateerde tijdens het debat dat vooralsnog de geesten in de Kamer niet rijp genoeg zijn, ondanks de bewegingen in de goede richting die ik constateer op dit dossier.

Voorzitter. De voorliggende moties streven naar consolidatie van de huidige situatie. Derhalve zal de fractie van de VVD unaniem tegen deze moties stemmen.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. De fractie van D66 is tevens unaniem tegenstander van de plannen van minister Van Ardenne om ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties om te vormen tot PR-machines die zich vooral moeten richten op het verkrijgen van draagvlak in Nederland in plaats van bijvoorbeeld het bevechten van armoede in Afrika. Wij vinden dat de organisaties moeten samenwerken in plaats van elkaar beconcurreren. Nu het tijdens de debatten niet mogelijk is gebleken een Kamermeerderheid te mobiliseren om deze plannen ongedaan te maken, zal de fractie van D66, naast de moties die samen met de PvdA-fractie zijn ingediend, ook stemmen voor de moties van mevrouw Karimi en van de heer Van der Staaij. Dat doen wij niet omdat wij het inhoudelijk met alle overwegingen in deze moties eens zijn. Immers, sommige steunen de nieuwe draagvlakbenadering. Deze moties proberen echter met hun dictum het leed uit te stellen respectievelijk te verzachten. Onze steun aan deze moties mag dan ook niet gezien worden als steun aan de plannen van de minister.

In stemming komt de motie-Tjon-A-Ten/Van der Laan (27433, nr. 41).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Karimi (27433, nr. 35).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de Groep Lazrak, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Karimi (27433, nr. 36).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij/Huizinga-Heringa (27433, nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij c.s. (27433, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij c.s. (27433, nr. 39).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Tjon-A-Ten/Van der Laan (27433, nr. 42).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven