11 Ganzenbeleid en wildbeheer

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 december 2011 over ganzenbeleid en wildbeheer.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Grashoff wordt vervangen door mevrouw Van Tongeren. Heel fijn dat dat geregeld kon worden.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik heb vier moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het vergassen van ganzen het dierenwelzijn ernstig aantast;

constaterende dat de regering onderzoek zal doen naar de effectiviteit en de mate van dierenwelzijnsaantasting van vergassing van ganzen;

verzoekt de regering, de ontheffingsaanvraag bij de Europese Commissie voor het doden van dieren in het wild met koolzuurgas in te trekken, totdat duidelijk is wat de uitkomsten zijn van het onderzoek naar de welzijnseffecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 75 (32372).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er onvoldoende maatschappelijk draagvlak is om de kolgans en grijze gans vrij bejaagbaar te maken;

constaterende dat de kolgans en de zeer bedreigde dwerggans nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn;

verzoekt de regering, af te zien van haar plannen om deze dieren op de jachtlijst te plaatsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 76 (32372).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te kiezen voor een structurele aanpak van de luchtvaartveiligheid rondom Schiphol door het aangaan van bindende afspraken met de boeren in de omgeving, waarbij de keuze van de te verbouwen gewassen tegen een reële vergoeding verplicht beperkt wordt tot gewassen die onaantrekkelijk zijn voor ganzen en de boeren verplicht worden gesteld om oogstresten onder te ploegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 77 (32372).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Kroondomein Het Loo meer dan drie maanden per jaar niet toegankelijk is voor het publiek, maar wel voor jagers;

verzoekt de regering om met ingang van 2012 het eigenlijke Kroondomein Het Loo gedurende het gehele jaar open te stellen voor het publiek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 78 (32372).

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een integrale uitvoering van het Ganzen-7-akkoord de basis kan zijn voor een maatschappelijk gedragen oplossing voor het ganzenvraagstuk;

overwegende dat een stop op de jacht op winterganzen daarvan onverbrekelijk deel uitmaakt;

overwegende dat de staatssecretaris daarvoor openingen heeft geboden, maar in het licht van de decentralisatie van het natuurbeleid, naar zijn mening, mede afhankelijk is van overeenstemming met de provincies;

overwegende dat de staatssecretaris aangeeft hierover met de provincies in gesprek te zijn en nog nader onderzoek te laten uitvoeren naar kosten en effectiviteit, waarover hij medio februari aan de Kamer een brief zal toesturen;

overwegende dat hij daarbij ook een nader deskundigenoordeel mee zal nemen omtrent de mate van diervriendelijkheid van de te kiezen dodingstechnieken;

overwegende dat de regering de inwerkingtreding van het gewijzigde Besluit beheer en schadebestrijding dieren, waarin een vergassingsmethode door CO2 mogelijk wordt gemaakt, thans heeft opgeschort tot 1 januari 2012;

verzoekt de regering, de inwerkingtreding van voornoemd besluit nogmaals uit te stellen tot 1 maart 2012;

verzoekt de regering tevens, de voornoemde brief van de staatssecretaris uiterlijk op 15 februari aan de Kamer toe te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grashoff en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 79 (32372).

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de relevante maatschappelijke partijen verenigd in de Ganzen-7 een akkoord hebben gesloten over de aanpak van de overlast als gevolg van ganzen;

constaterende dat de Onderzoeksraad Voor Veiligheid geadviseerd heeft om op korte termijn met de grootst mogelijke doortastendheid en urgentie te zorgen voor uitvoering van het Ganzen-7-advies;

van mening dat op de lange termijn structurele maatregelen die de aanwezigheid van ganzen rondom Schiphol voorkomen, de voorkeur genieten boven incidentele beheersmaatregelen;

verzoekt de regering, in goed overleg met de decentrale overheden en de partijen achter het Ganzen-7-akkoord:

  • - met de grootst mogelijke doortastendheid en urgentie te zorgen voor integrale uitvoering van de aanbevelingen uit het Ganzen-7-akkoord;

  • - voorts in te zetten op een structureel, evenwichtig en effectief pakket aan veranderingen in de omgeving van Schiphol om de aanwezigheid van ganzen in gebieden die leiden tot risico's, te minimaliseren;

  • - tot een effectief pakket te komen voor andere Nederlandse luchthavens,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 80 (32372).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de relevante maatschappelijke partijen verenigd in de Ganzen-7 een akkoord hebben gesloten over de bescherming van ganzen en de aanpak van de overlast als gevolg van ganzen;

verzoekt de regering, in goed overleg met de decentrale overheden en de partijen achter het Ganzen-7-akkoord de conceptnatuurwet voor waar nodig zo aan te passen dat deze overeenkomt met de afspraken zoals gemaakt in het Ganzen-7-akkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 81 (32372).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat belangrijke maatschappelijke partijen verenigd in de Ganzen-7 een akkoord hebben gesloten over de aanpak van de overlast als gevolg van ganzen;

van mening dat regionaal maatwerk van groot belang is bij een effectieve, efficiënte en zo diervriendelijk mogelijke aanpak van de overlast als gevolg van ganzen;

verzoekt de regering om de verantwoordelijkheid voor het uitwerken van een goede aanpak van de overlast als gevolg van ganzen bij de provincie neer te leggen, binnen heldere nationale kaders waarom is gevraagd in het Ganzen-7-akkoord;

verzoekt de regering voorts om de Ganzen-7 in overleg met andere relevante partijen, de opdracht te geven een richtsnoer op te stellen voor het gebruik van de verschillende dodingsmethoden, met het oog op het minimaliseren van dierenleed, binnen de context van onze Internationale afspraken over toegestane methoden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 83 (32372).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat rondom de fazantenjacht er ongewenste en illegale praktijken plaatsvinden zoals vergiftiging van roofdieren, of uitzetten van tamme fazanten in natuurgebieden ten behoeve van een betere opbrengst van de fazantenjacht;

overwegende dat uit het jaarverslag van het Faunafonds over 2010 blijkt dat er nauwelijks sprake is van schade veroorzaakt door fazanten;

overwegende dat nauwelijks fazanten afschoten worden voor schadebestrijding in vergelijking met afschot voor de jacht;

constaterende dat het aantal fazanten in Nederland al decennia fors aan het dalen is maar er jaarlijks toch nog 75.000 fazanten geschoten worden;

van mening dat voor jacht in het kader van schadebestrijding nut en noodzaak niet zijn aangetoond;

verzoekt de regering, de jacht op fazanten definitief te sluiten, zodat misstanden rondom de fazantenjacht niet meer voor kunnen komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Van Dekken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 82 (32372).

De vergadering wordt van 14.21 uur tot 14.25 uur geschorst.

Staatssecretaris Bleker:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 76 ontraad ik. Ik stap meteen over naar de motie op stuk nr. 80. Die motie zie ik als ondersteuning van mijn beleid. Het is een heel verstandige motie.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Bedoelt de staatssecretaris daarmee "oordeel Kamer"?

Staatssecretaris Bleker:

Nee. Ondersteuning beleid.

De voorzitter:

Dat is oordeel Kamer.

Staatssecretaris Bleker:

Het is altijd oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dat is een heel goede opmerking. Ik ga u daar zeker later nog een keer aan herinneren.

Staatssecretaris Bleker:

Goed zo.

De voorzitter:

Het is altijd oordeel Kamer. Dat lijsten wij in!

Staatssecretaris Bleker:

Oké. Als het daardoor nog sneller gaat, dan is dat mooi meegenomen.

Ik ontraad de motie op stuk nr. 76, omdat deze motie niet consistent is met de motie op stuk nr. 80.

Dan nu de motie op stuk nr. 78. Ik ontraad de aanneming van deze motie, omdat er geen reden is om de huidige praktijk aan te passen. Het Kroondomein is gesloten gedurende een bepaalde periode ten behoeve van de rust van de dieren, en beheer en schadebestrijding.

Dan nu de motie op stuk nr. 79. Ik ontraad deze motie, omdat het hoe dan ook voldoende duidelijk is dat wij de CO2-vergasssingsmethode nodig hebben.

De motie op stuk nr. 83 gaat over de verschillende dodingsmethoden. Zonder uit te gaan van de premisse dat het Rijk en de provincies na het onderzoek het voorliggende akkoord overnemen, lijkt het mij heel verstandig om vooruitlopend daarop nader te kijken naar de verschillende dodingsmethoden. Met het oog daarop laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik heb het al wel gezegd, maar blijkbaar is nog niet doorgekomen dat ik de moties op de stuk nrs. 80, 82 en 83 ook heb ondertekend.

De voorzitter:

Heel goed. Daarvan hebben wij nu dan nota genomen.

Staatssecretaris Bleker:

Ik zie het nu ook.

Dan nu de motie op stuk nr. 82. Bij de nieuwe natuurwet zullen wij aangeven hoe het met de soorten zit en welke soorten wel of niet bejaagbaar zijn en, als een soort bejaagbaar is, onder welke omstandigheden er gejaagd mag worden en onder welke uitsluitingsgronden. De in de motie geschetste excessen zijn voor mij geen reden om de fazant op voorhand en generiek van de lijst met bejaagbare soorten te halen. De discussie daarover voeren wij in het voorjaar op grond van ecologische populatieoverwegingen.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Gezien de debatten die nog komen, ben ik bereid de motie aan te houden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Jacobi stel ik voor, haar motie (32372, nr. 82) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Atsma:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 75 van mevrouw Thieme verzoekt de regering de ontheffingsaanvraag bij de Europese Commissie voor het doden van dieren in het wild met koolzuurgas in te trekken. Ik begrijp de achtergrond van deze motie, maar ik moet de motie niettemin ten stelligste ontraden. Ik verwijs daarbij naar het debat dat we vanmorgen hebben gevoerd. Een groot deel van de Kamer heeft toen gepleit voor een brede aanpak, waarbij de verschillende mogelijkheden die zijn genoemd, ook door het kabinet, in ogenschouw moeten worden genomen. Een van de onderdelen daarvan is het inzetten van koolzuurgas. Ik ontraad deze motie dus, zoals mevrouw Thieme ongetwijfeld had verwacht.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het dictum van de motie bevat meer dan alleen het verzoek tot intrekking. Er staat ook een termijn bij: "totdat de uitkomsten van het onderzoek naar de welzijnsaspecten van vergassing bekend zijn". Ik denk dat het belangrijk is om dit er nog even bij te vermelden.

Staatssecretaris Atsma:

Desalniettemin houd ik vast aan mijn oordeel over deze motie. Het inzetten van koolzuurgas is immers een van de elementen in het brede van aanpak om iets te doen aan de vliegonveiligheid als gevolg van het groot aantal ganzen rond Schiphol.

In de motie op stuk nr. 78 roept mevrouw Thieme op om te komen tot bindende of dwingende afspraken met boeren. Boeren moeten verplicht een aantal zaken gaan doen. Ik kan niet anders dan deze motie ontraden. Ik vind namelijk dat een totaalpakket moet worden overwogen. Daar hebben we vanmorgen uitvoerig over gesproken. Een van de onderdelen betreft het aangaan van afspraken met de landbouw. Daarbij wijs ik tegelijkertijd op wat vanmorgen in dat licht is gezegd. Ik ontraad dus ook het aannemen van deze motie.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het verbaast mij dat de staatssecretaris deze motie ontraadt, aangezien hij in het debat vanmorgen heeft gezegd dat hij nou juist tot deze afspraken wil komen met de boeren, om tegen een reële vergoeding te verplichten dat zij andere gewassen gaan telen en dat zij hun oogstresten gaan omploegen. Daarom zou deze motie toch op zijn minst ondersteuning van het beleid moeten zijn. Anders is de staatssecretaris heel iets anders van plan.

Staatssecretaris Atsma:

De Kamer heeft vanmorgen een- en andermaal bij de verschillende fracties aangegeven dat de bestrijding van ganzen bij Schiphol moet worden ingezet met een samenhangend pakket. Eén element eruit pakken is niet verstandig. Daarom was ik geneigd om tegen mevrouw Thieme te zeggen dat ik deze motie blijf ontraden. De motie van mevrouw Van Veldhoven ter zake heeft wel het gewenst evenwicht. Daarin staat namelijk dat er niet alleen op korte termijn maatregelen moeten worden genomen, maar dat we ook moeten kijken naar de structurele maatregelen. Daar ben ik het mee eens. We hebben vanmorgen gesproken over dit pakket aan structurele maatregelen. Een van de onderdelen daarvan betreft het maken van afspraken met een deel van de primaire sector in de landbouw.

Ik heb één aarzeling. Deze betreft de nadrukkelijke koppeling van de Schipholproblematiek aan het Ganzen-7-akkoord. In de kern is dit iets anders. Er zit een iets andere nuancering in. Ik begrijp dat mevrouw Van Veldhoven met het Ganzen-7-akkoord doelt op het creëren van een breed draagvlak met regionale bestuurders en maatschappelijke organisaties en sectoren. Ik denk dat we het heel snel eens kunnen worden over deze motie.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Misschien kan ik de staatssecretaris tegemoetkomen door in de motie niet te spreken van "voorts" maar van "in aanvulling daarop". Het Ganzen-7-akkoord is een ondeelbaar pakket, dat een bepaald kader schept voor de aanpak van de ganzenproblematiek in heel Nederland. De situatie rondom Schiphol is heel specifiek. Het lijkt mij logisch dat wij in aanvulling daarop nog eens nadrukkelijk te kijken naar de beste oplossing, met alle partijen.

Staatssecretaris Atsma:

Daar hebben wij dus naar gekeken. Juist omdat het pakket specifiek voor Schiphol adequaat is, kan het pakket soms in een iets gespannen verhouding staan met delen van het Ganzen-7-akkoord. Daarom moeten we oppassen met het een-op-een aan elkaar koppelen. We zijn het natuurlijk wel volkomen eens over de noodzaak van het creëren van een breed draagvlak. U zegt dat alle aanbevelingen uit het Ganzen-7-akkoord ook onverwijld van toepassing moeten zijn op de situatie bij Schiphol en de andere luchthavens. Dat is lastig, maar ik heb niet gehoord dat u die intentie hebt. Als ik deze motie zo mag verstaan, beschouw ik die als een ondersteuning van beleid.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De staatssecretaris mag de motie zo verstaan. Het doel is om tot een goede oplossing te komen, zoals wij voor de rest van Nederland ook tot een goede oplossing komen, wat mij betreft in het kader van het Ganzen-7-akkoord.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Zo dadelijk hebben wij het VAO Mijnbouw. De minister zit nu nog vast in een algemeen overleg. Over de nu ingediende moties gaan wij stemmen bij de eindstemming.

De vergadering wordt van 14.35 uur tot 15.15 uur geschorst.

Naar boven