28 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een extra regeling van werkzaamheden. Ik geef daarin het woord aan de heer Van Dam van de PvdA. 

De heer Van Dam (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. We hebben vandaag een aantal keren hier gestaan om te bespreken of vandaag nog het debat zou gaan plaatsvinden over de gevolgen van de verwerping afgelopen dinsdag door de Eerste Kamer van enkele wijzigingen in de Zorgwet. Het definitieve besluit daarover hebben we steeds uitgesteld. Zoals collega Zijlstra eerder aangaf, ligt het voor de hand dat vandaag wordt gedebatteerd, maar dient er wel eerst informatie te zijn waarover het debat kan gaan. Die informatie is er nog niet. Er wordt nog steeds hard gewerkt aan een oplossing. Wij vinden het echter als coalitie logisch dat we vanavond nog debatteren, voordat het kerstreces begint. Om die reden wil ik u mede namens de fractie van de VVD verzoeken om nog hedenavond een debat te plannen, op een nader te bepalen tijdstip en na ommekomst van een brief van het kabinet. Bij dezen wil ik het kabinet verzoeken om de Kamer, zodra het dat kan, te informeren door middel van een brief. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Roemer! 

De heer Roemer (SP):

Er wordt geroepen dat ik ertegen ben. En dan toch nog debatteren hier? Ik zou bijna zeggen met liefde en plezier, maar ik ga hier niet zitten wachten tot twaalf uur of één uur om tot morgenvroeg zeven uur een debat te voeren. Het lijkt me wel dat de minister-president nu heel erg snel met iets moet komen en dat we ook nu afspreken dat wij om half negen met het debat beginnen. Anders zitten we hier nog uren te soebatten. Wij hebben al twee avonden gewacht. Hij komt maar vertellen hoever hij is! 

De voorzitter:

De meerderheid verzoekt, een debat in te plannen zodra er een brief binnen is. De heer Roemer wil een debat. Voor hem hoeft er geen brief te zijn en wordt er gewoon een tijdstip vastgesteld. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dit is een buitengewoon interessant dilemma. Ik wil mijn waardering uitspreken voor het feit dat er nu een regeling is en dat de vergadering niet gesloten is. Praktisch gezien, hebben wij natuurlijk liever wel dan geen brief. Wij willen dus een brief afwachten, maar dan zou het wel goed zijn om op een gegeven moment een indicatie te krijgen wanneer de brief komt of niet meer komt, zonder ieder uur een regeling van werkzaamheden te moeten houden. Wij willen daar even over overleggen en ik vraag bij dezen aan de voorzitter hoe daarin te handelen. Het duurt natuurlijk even, maar het mag niet te lang duren. Als het erop lijkt dat de brief niet meer komt, wil de Kamer daarvan graag bericht krijgen. 

De voorzitter:

Ik hoorde de aanvrager over "nog vandaag" spreken. Misschien is het mijn roze bril, maar daarbij denk ik aan een tijdstip voor twaalf uur vanavond. Daar ga ik dan van uit. Als ik een indicatie krijg dat het nog veel langer gaat duren en wij echt de nacht ingaan, neem ik contact op met de leden van het Presidium om te overleggen hoe dan verder moet worden gegaan. Dat voorkomt inderdaad dat wij hier elke keer met een regeling bij elkaar zijn en het voorkomt ook dat ik elk halfuur moet gaan bellen naar het ministerie van Algemene Zaken om te vragen waar de brief blijft. Dat helpt de situatie ook niet. Laten we afspreken dat ik het debat gewoon inplan als er voor het einde van de avond geen indicatie is dat de brief er is. Het liefst heb ik de brief veel eerder, maar dat geldt voor u allen. Mocht ik echter een indicatie hebben dat die brief er niet komt, dan neem ik contact op met de leden van het Presidium over hoe verder te handelen. 

Dan gaan we dat zo doen. Daarmee is er nog geen einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden, want het is verstandig om vast te stellen welke spreektijden we hanteren als het debat er wel komt. Wij gaan uit van de reguliere spreektijden voor een debat en dat zijn vier minuten per fractie en aangepaste spreektijden voor de fracties die bestaan uit afgescheiden leden van een fractie. Zij weten echter onder welke regeling zij vallen. 

Daarmee is er einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

Dan heb ik een dilemma. Wij moeten nu gaan stemmen. Ik wil ook heel graag dat wij gaan stemmen, maar dat doe ik niet graag terwijl er niemand in vak-K zit. Op dit moment is er een minister onderweg … Ik zie dat de heer Van Raak zich naar vak-K wil begeven, maar dan moet hij eerst nog eventjes bij de Koning langs. Dat zal misschien meer tijd vergen dan nog heel even wachten. 

We zullen heel kort de vergadering schorsen. Ik verzoek u wel om hier in de buurt te blijven. U kunt hooguit naar het Ledenrestaurant gaan. Dan bent u in de buurt als de bel gaat en kunnen we alsnog stemmen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven