Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 39, item 20 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 39, item 20 |
Aan de orde is het VAO Passend onderwijs (AO d.d. 11/12).
De voorzitter:
Wij hebben acht deelnemers van de zijde van de Kamer, van wie er twee zullen spreken. De eerste is mevrouw Siderius.
Mevrouw Siderius (SP):
Voorzitter. Wij hebben een debat gehad over het passend onderwijs. Helaas blijkt passend onderwijs voor veel kinderen knellend onderwijs te zijn. Dat geldt ook voor kinderen die staan ingeschreven bij onderwijsinstelling De Parachute in Zoetermeer. De staatssecretaris heeft in het debat gezegd dat er contact was met de ouders en dat het opgelost zou worden, maar helaas is dat niet het geval. De ouders hebben te horen gekregen dat ze in januari misschien wel een telefoontje krijgen van het ministerie. Dat betekent dat vijftien leerlingen per 1 januari thuiszitters worden en geen onderwijs krijgen. Dat kan niet gebeuren. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat minimaal vijftien kinderen die ingeschreven staan bij onderwijsinstelling De Parachute te Zoetermeer, per 1 januari 2015 geen onderwijs meer ontvangen omdat de school en de gemeente de financiering voor het onderwijs op de dagbesteding stopzetten;
van mening dat het onwenselijk is dat deze kinderen per 1 januari 2015 geen enkele vorm van onderwijs ontvangen;
verzoekt de regering, te garanderen dat de kinderen van onderwijsinstelling De Parachute per 1 januari 2015 in ieder geval een vorm van onderwijs ontvangen;
verzoekt de regering tevens, voor 1 augustus met een structurele oplossing te komen waarbij deze kinderen een passende plek in het onderwijs krijgen, en de Kamer tijdig over deze structurele oplossing te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Siderius (SP):
Ik heb nog een andere punt. Wij hebben in het debat ook nog gesproken over Brian. Brian heeft verschillende problemen. Hij is onder andere slechtziend maar heeft ook gedragsproblemen. Dat geeft een probleem bij de financiering, want je kunt niet uit twee clusters gefinancierd worden. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, bij het toekennen van budgetten aan zorgleerlingen in het reguliere onderwijs uit te gaan van de behoeften die een leerling heeft, ook wanneer er vanuit de problematiek van de leerling financiering nodig is vanuit meerdere clusters, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Ypma (PvdA):
Voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat nog steeds duizenden leerbare kinderen zonder onderwijs thuiszitten;
constaterende dat een brede Kamermeerderheid voorstander is van het mogelijk maken van maatwerk voor deze kinderen wanneer onderwijs op school tijdelijk of gedeeltelijk niet wenselijk of mogelijk is;
constaterende dat de Raad van State heeft bepaald dat artikel 11 onder g Leerplichtwet het sluitstuk vormt op de in de onder a tot en met f genoemde omstandigheden en een niet-limitatieve restcategorie betreft;
overwegende dat leerplichtambtenaren soms niet goed op de hoogte zijn van het niet-limitatieve karakter van artikel 11 onder g Leerplichtwet, waardoor leerbare leerlingen onnodig de mogelijkheid van tijdelijk thuisonderwijs wordt onthouden;
overwegende dat artikel 11 onder g Leerplichtwet van belang is voor maatwerkonderwijs voor leerbare thuiszitters;
overwegende dat een vrijstelling op grond van artikel 11 onder g Leerplichtwet in vele gevallen een oneigenlijke gehele vrijstelling van leerplicht overbodig zal maken;
verzoekt de regering:
-Ingrado te informeren over de mogelijkheden van artikel 11 onder g Leerplichtwet voor zowel tijdelijke als gedeeltelijke (parttime) vrijstelling voor het schoolbezoek;
-Ingrado daarnaast te informeren over het belang van overleg tussen school, leerplichtambtenaar en ouders om tot een goed passend onderwijs voor leerbare thuiszitters te komen;
-dit schooljaar 2014/2015 nog het onderwijs van leerbare thuiszitters op een andere locatie dan op school mogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Straus (VVD):
Wij hebben in september bij het debat over artikel 23 ook over dit onderwerp gesproken. Toen is een motie aangenomen, waar mevrouw Ypma volgens mij mee heeft ingestemd, om te zoeken naar een regeling voor maatwerk binnen de Leerplichtwet. Ik heb begrepen dat de staatssecretaris bezig is met het uitvoeren van die regeling. Wat verzoekt mevrouw Ypma nu precies ten opzichte van de regeling die uitgewerkt wordt?
Mevrouw Ypma (PvdA):
Mijn verzoek is dat ook de leerplichtambtenaren gaan handelen naar de mogelijkheden die er nu al zijn binnen de Leerplichtwet. Ik had het net over een verruiming, maar ik heb de tekst niet meer voor mij liggen. Ik wil in ieder geval dat kinderen nog dit schooljaar, zo snel mogelijk, niet geheel ontheven worden van de leerplicht als ze nog wel gedeeltelijk onderwijs kunnen ontvangen. Ik wil graag dat daarin tempo wordt gemaakt. Dat is mijn oproep aan de staatssecretaris.
De voorzitter:
Uw eigen tempo zorgt ervoor dat u nog 28 seconden hebt.
Mevrouw Ypma (PvdA):
Mijn tweede motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de definitie van leerplicht in artikel 2, lid 1, Leerplichtwet in bijzondere gevallen een belemmering vormt bij het vaststellen van maatwerkoplossingen;
overwegende dat de Kamer op 6 november een motie heeft aangenomen;
verzoekt de regering om:
-de definitie van "leerplicht" van artikel 2, lid 1, Leerplichtwet als volgt te wijzigen: de woorden aan het slot van dit artikellid "en deze school na inschrijving geregeld bezoekt" te vervangen door "en het door deze school voor hem bestemde onderwijs volgt", dan wel door woorden van gelijke strekking;
-de bepalingen met betrekking tot bekostiging te versoepelen om dit maatwerk mogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Ik zie mevrouw Ypma even niet, maar ik dank haar voor haar bijdrage. Ik schors een enkel minuutje opdat de staatssecretaris de moties kan lezen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Staatssecretaris Dekker:
Voorzitter. Er zijn vier moties. Laat ik daar meteen maar op ingaan. De motie op stuk nr. 143 is van mevrouw Siderius. Hierin wordt gevraagd om ervoor te zorgen dat de leerlingen op De Parachute passend onderwijs krijgen. Ik zou haast zeggen dat deze motie een hoge mate van overbodigheid kent. Er zitten ook verkeerde aannames in. Het is niet zo dat de gemeente stopt met de financiering. Het is namelijk een financiering van de school zelf. Op dit moment vinden gesprekken plaats om ervoor te zorgen dat kinderen vanaf 5 januari 2015 gewoon weer naar school toe gaan. Ik zou niet willen wachten tot een structurele oplossing op 1 augustus.
De voorzitter:
De motie wordt ontraden, naar ik aanneem.
Staatssecretaris Dekker:
Jazeker.
De voorzitter:
De indiener, mevrouw Siderius, heeft nog een vraag.
Mevrouw Siderius (SP):
We worden hier beticht van aannames, maar ik geloof dat de staatssecretaris niet helder op het netvlies heeft wat er aan de hand is. Ik heb dat ook tijdens het debat gemerkt. Het gaat om kinderen die als second-best optie op dagbesteding zaten, waar ze ook onderwijs kregen. Dat stopt gewoon per 1 januari. Deze kinderen ontvangen dan geen onderwijs meer. Ik wil hier toch echt de aandacht op vestigen.
Staatssecretaris Dekker:
Alle inspanningen zijn erop gericht dat deze kinderen onderwijs blijven ontvangen. Er is veel te doen over deze instelling. Dat heb ik de vorige keer ook al gezegd. De inspectie zit erbovenop. Zij heeft in niet mis te verstane bewoordingen aangegeven wat er bij deze instelling anders moet en beter moet, omdat de kwaliteit bijzonder onder de maat is. Ik kijk naar de kinderen, niet naar de instellingen. Ik kijk naar die kinderen. Ik vind dat die kinderen goed onderwijs moeten krijgen. De inspectie, mijn departement en het samenwerkingsverband zijn alle drie heel hard bezig om ervoor te zorgen dat die kinderen straks onder dak zijn. Dan moeten natuurlijk ook de ouders meewerken. Dat zou enorm helpen. We zitten dus ook met die ouders om tafel om te bekijken hoe we hen daartoe kunnen bewegen.
Ik kom op de motie op stuk nr. 144. Ook die heeft, op één onderdeel na, een hoge mate van overbodigheid. Het is namelijk zo dat zorgleerlingen juist met passend onderwijs wél vanuit verschillende clusters kunnen worden gefinancierd. Ik heb na afloop van het debat ook met de moeder van Brian gesproken, evenals met de directeur van zijn school. Er ligt op dit moment een aanvraag voor ondersteuning bij het samenwerkingsverband. In principe kan dat samenwerkingsverband dat gewoon vanuit de bekostiging regelen. Het enige nieuwe is dat in de motie wordt gevraagd om de Kamer daarover te informeren. Ik heb daar geen bezwaar tegen en neem dat mee in de volgende voortgangsrapportage.
De voorzitter:
En dus is zij ontraden?
Staatssecretaris Dekker:
Ja.
De voorzitter:
De indiener, mevrouw Siderius, heeft nog een vraag.
Mevrouw Siderius (SP):
Ik doe toch nog één poging. Het gaat om het volgende. Brian is helaas niet de enige die met dit probleem kampt. Er zijn heel veel samenwerkingsverbanden die aangeven dat ze niet uit diverse clusters gefinancierd kunnen worden. Als deze motie wordt aangenomen, zou dat een mooi signaal zijn naar al die samenwerkingsverbanden: ze dienen echt op deze wijze de Wet passend onderwijs uit te voeren. Ik verzoek daarom toch echt om … Ik kan helaas de staatssecretaris hier niet vragen deze motie aan te bevelen. Het is echt een probleem, maar de staatssecretaris kijkt weg.
De voorzitter:
Helder.
Staatssecretaris Dekker:
Ik wil helemaal niet wegkijken. Sterker nog, ik ben best bereid om er aandacht aan te besteden, mocht er al duidelijkheid bestaan over hoe het zit en wat er mag binnen het passend onderwijs, en over het feit dat je vanuit verschillende clusters mag financieren. Daar hebben we onze kanalen voor, met passend onderwijs en met alle informatie die we naar samenwerkingsverbanden en scholen sturen. Als mevrouw Siderius de indruk heeft dat dat onvoldoende bekend is, dan ben ik best bereid om daar aandacht aan te besteden. Als je de motie echter bekijkt, dan lijkt het alsof dat nu niet het geval is. Het is echter wel het geval. Daarmee heeft deze motie een hoge mate van overbodigheid. Om die reden ontraad ik haar.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 145.
Staatssecretaris Dekker:
Ik begrijp heel goed waar mevrouw Ypma met de motie op stuk nr. 145 naartoe wil. We hebben daarover ook verschillende keren gedebatteerd. Ze vraagt om tempo. Ze wordt echter op haar wenken bediend. Ingrado is hier al over geïnformeerd. Sterker nog, we hebben ook de afspraak met haar gemaakt dat er nu voor alle leerplichtambtenaren in Nederland handreikingen komen waarin precies staat hoe ze met deze kwesties kunnen omgaan. Daarin wordt ook de tweede grond van de motie meegenomen, namelijk dat het belangrijk is om daarbij goed overleg te hebben tussen alle betrokkenen, dus ook met de school en ook met de ouders, om ervoor te zorgen dat er een passende plek komt voor leerlingen. Ook het derde punt is er onderdeel van. Daar waar artikel 11g goed wordt toegepast, is het mogelijk dat leerlingen een deel op school doen en een deel thuis, net zo goed als dat op dit moment bij bijvoorbeeld chronisch zieke leerlingen gebeurt. In die zin is deze motie overbodig. Ik hoop met mijn toelichting te hebben aangegeven dat we daar in een heel hoog tempo aan werken.
De voorzitter:
En dus …
Staatssecretaris Dekker:
Gezien de overbodigheid ontraad ik de motie.
De voorzitter:
Mevrouw Ypma, een korte vraag.
Mevrouw Ypma (PvdA):
Nee. Dit geeft mij aanleiding om deze motie in te trekken.
De voorzitter:
Staatssecretaris Dekker:
Ik ontraad de motie op stuk nr. 146, niet omdat zij overbodig is maar omdat zij eigenlijk vooruitloopt op een discussie met betrekking tot welke ik de Kamer zeer recentelijk heb toegezegd om het een en ander in kaart te brengen en te inventariseren.
Mevrouw Ypma vraagt eigenlijk om op voorhand al te zeggen dat we dus de Leerplichtwet moeten wijzigen. Ik ben nog niet toe aan die conclusie. Wat mevrouw Ypma hier voorstelt is vrij fundamenteel. Daarmee stap je af van de verplichting van het geregeld schoolbezoek voor alle leerlingen. Dat vind ik nogal wat om zonder een fundamentele discussie even in een motie op te nemen. Daarnaast staat er dat het mogelijk moet worden gemaakt om een deel van de bekostiging bijvoorbeeld niet via de school, maar via de ouders te laten verlopen. Dat is ook heel fundamenteel. Ik wil aan mevrouw Ypma voorstellen om deze motie in te trekken of aan te houden, met mijn toezegging dat ik tempo ga maken met de inventarisatie. Als we die fundamentele discussie gaan voeren in de eerste helft van 2015, kunnen we deze dingen erbij betrekken.
Mevrouw Ypma (PvdA):
Dit maatwerk is echt nodig. Ik heb eerder om deze bekostiging en deze dingen gevraagd, maar dat was toen niet zo expliciet. De staatssecretaris kan dit ook als kader meenemen bij zijn uitwerking. Is hij daartoe bereid?
Staatssecretaris Dekker:
Daar ben ik niet toe bereid, want dit neemt een voorschot op de conclusie van die discussie. In de Leerplichtwet staat, grosso modo, dat het de bedoeling is dat het overgrote deel van de leerlingen gewoon naar school gaat. Als je de Leerplichtwet verandert en zegt dat dat niet meer hoeft, ontstaat het recht voor ouders om te zeggen dat ze het bijvoorbeeld wel prettig vinden als hun kind maar drie dagen in de week naar school gaat, in plaats van vijf. Ook ontstaat voor sommige scholen — dat zijn vaak de scholen die de kwaliteit niet op orde hebben — een excuus om bijvoorbeeld maar drie dagdelen in de week onderwijs te geven en verder ouders de boeken in de handen te drukken en te vertellen dat die thuis de lessen maar moeten geven. Ik vind dat vrij fundamenteel. Ik wil dat dus absoluut nog niet als kader meenemen. Ik wil dat wij maatwerk toepassen in speciale gevallen, waarvan de Raad van State zegt dat er een zwaarwegende reden is dat een kind niet fulltime onderwijs kan volgen. Dat zit in feite in dat artikel 11 lid g. Met deze motie zet je de deuren wagenwijd open. Dat is echt fundamenteler.
De voorzitter:
Goed. Ik neem aan dat de motie gewoon blijft ingediend, mevrouw Ypma?
Mevrouw Ypma (PvdA):
Ik wil deze motie dan aanhouden, zodat ik haar later alsnog kan indienen bij de uitwerking van de staatssecretaris, zoals die nu is toegezegd.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Ypma stel ik voor, haar motie (31497, nr. 146) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Tot zover dit VAO. De stemmingen zijn hedenavond. Dank aan de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-39-20.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.