22 Circulaire economie

Aan de orde is het VAO Circulaire economie (AO d.d. 17/12). 

De voorzitter:

Ik spreek een woord van welkom uit aan de staatssecretaris. We hebben haar vandaag al vaker gezien. Het is een beetje circulair, zou ik bijna zeggen. Is dat geen mooi bruggetje naar het onderwerp van dit VAO? We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het verbod op gratis plastic tassen per 1 januari 2016 in werking zal treden; 

overwegende dat winkeliers weinig tijd hebben gehad om zich voor te bereiden op het verbod; 

van mening dat winkeliers niet beboet moeten worden wanneer zij zonder opzet nog onvoldoende uitvoering aan het verbod blijken te geven; 

verzoekt de regering, in de eerste fase van de invoering van het verbod op gratis plastic tassen terughoudend te handhaven door geen boetes uit te delen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Dijkstra, Agnes Mulder en Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 48 (33043). 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik ben zo benieuwd of de VVD bij de invoering van andere maatregelen ook een periode van coulance geeft als mensen de wet overtreden. Als dat het geval is, dan begrijp ik de sympathieke inborst wel. Of geldt dit maar één kant op? Geldt het ook als het bijstandsgerechtigde mensen of mensen met een WW-uitkering betreft die een kleine vergissing maken? 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Het is nu 17 december. We hebben vandaag dit AO gehad. We zijn een paar dagen voor de drukke kerstperiode en dit verbod gaat al op 1 januari in. Pas nu zouden winkeliers moeten weten waar ze aan toe zijn. Ik krijg nog iedere dag mails van leveranciers van winkeliers die niet precies weten wanneer het verbod van toepassing zal zijn. Van mij hoeft het verbod niet. Maar als je iets wettelijk gaat doen, moet je het wel zorgvuldig doen. Dan moet je het in overleg met de branches doen en ervoor zorgen dat het op een normale manier gaat. Daarom vind ik zo'n periode van waarschuwen, in plaats van handhaven en direct beboeten, heel verstandig. Daarom heb ik deze motie ingediend. 

De voorzitter:

U hebt nog een motie? 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ja. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat landen verschillende regels hanteren met betrekking tot gebruik en toepassing van herwonnen producten uit afvalstromen en meststromen; 

constaterende dat Nederland exportcertificaten voor meststoffen verleent op basis van de hier geldende regelgeving; 

overwegende dat hierdoor de exportmogelijkheid van herwonnen producten uit afvalstromen en meststromen vanuit Nederland op dit moment wordt beperkt; 

verzoekt de regering, zo snel mogelijk een einde-afvalstatus te bepalen voor fosfaat, nutriënten, secundaire grondstoffen uit meststromen en afvalstromen, teneinde de export te bevorderen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Dijkstra en Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 49 (33043). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Die laatste motie heeft echt tot doel om de circulaire economie te bevorderen. Dat willen we allemaal. Dat levert banen, welvaart en CO2-reductie op, maar de regelgeving zit daarbij in de weg. Ik verzoek de staatssecretaris echt om daar werk van te maken. Daarom heb ik deze motie ingediend. Zij weet alles van de materie, dus ik hoop dat we een eind kunnen komen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de overgang naar een circulaire economie meer inzet op repareerbaarheid en modulair ontwerpen vergt; 

overwegende dat een groeiend aantal mensen gebruikmaakt van repaircafés om de levensduur van producten te verlengen; 

verzoekt de regering om te laten onderzoeken welke producten het meest aangeboden worden voor reparatie bij repaircafés, en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 50 (33043). 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn doel met deze motie is om te bekijken of de mensen die deze producten maken, deze wellicht wat robuuster kunnen ontwerpen, als een allereerste begin dat er uiteindelijk toe zal leiden dat we geen repair cafés meer nodig hebben. 

Dan heb ik nog een tweede motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat fosfor van groot belang is voor de voedselvoorziening; 

overwegende dat bij slachtafval en rioolwaterzuivering fosfor verloren gaat; 

overwegende dat Zwitserland fosforterugwinning uit slachtafval en rioolwaterzuivering verplicht heeft gesteld; 

verzoekt de regering om te onderzoeken op welke wijze Nederland fosforterugwinning uit slachtafval en rioolwaterzuivering het meest effectief kan regelen, en de Kamer hier voor de zomer over te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 51 (33043). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. We hebben net een goed overleg gevoerd met de staatssecretaris over het kabinetsbrede programma voor de circulaire economie. Het is belangrijk dat dit er komt. Het biedt ook heel veel kansen voor ons mkb. De CDA-fractie is dan ook heel blij met de toezegging van de staatssecretaris dat zij het mkb expliciet zal opnemen in de visie die voor de zomer naar de Tweede Kamer komt. Zij zal daarin ook uitgebreid ingaan op de vraag hoe dat soort vernieuwingen op een goede manier gefinancierd kunnen worden. Wij zien dat kabinetsbrede programma met veel vertrouwen tegemoet. 

Ik heb ook een motie voorbereid over fosfaat, een onderwerp dat breed aan de orde is gekomen in het overleg. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat fosfaat als gidsstof kan dienen voor andere nutriënten; 

verzoekt de regering, de kwaliteit van de grondstof leidend te laten zijn en niet de herkomst en in lijn daarmee de wijziging van de nitraatrichtlijn en kunstmestverordening een belangrijk onderdeel te laten zijn van het circulaire-economiepakket, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder, Geurts en Lodders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 52 (33043). 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Mijn fractie verontschuldigt zich tegenover de collega's, omdat zij het AO niet heeft kunnen bijwonen. De motie die ik zal indienen, heeft ook maar zijdelings te maken met wat er in het AO is gewisseld. Ik wil dat toch doen en ik zal even uitleggen waarom. Bij de regeling van werkzaamheden heb ik gevraagd om antwoorden van het ministerie van I en M over het transport van 1.000 kilo verarmd uranium naar Rusland. Ik heb gevraagd om daar voor vandaag antwoord op te krijgen, omdat ik een uitspraak wil van de staatssecretaris en van de Kamer, bij gebrek aan antwoorden, omdat de bezwaartermijn voor die vergunning morgen verloopt. Dit is de enige mogelijkheid waarbij dat kan. 

De voorzitter:

Ik heb het grootste deel van de dag hier gezeten, dus ik heb dat AO ook niet echt gevolgd, maar naar mij ter ore kwam, heeft de motie over Oekraïne en Urenco eigenlijk niets te maken met de inhoud van het AO. Dat is strijdig met artikel 66 van het Reglement van Orde, dat ons voorschrijft dat moties worden ingediend over hetgeen te berde is gebracht in het debat, zeg ik uit mijn hoofd. Dat is mijn mening. Ik ga straks aan de mensen in de zaal vragen of de indiening van deze motie in voldoende mate wordt ondersteund, zoals ik dat altijd doe. Dat debatje kan dus het karakter krijgen van een ordedebatje, waarin de leden dan maar moeten uitspreken of deze motie wel of niet voldoende met het algemeen overleg te maken heeft. Misschien heeft mevrouw Mulder op dat vlak iets te melden. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij hadden vanmorgen een kort VAO met de minister van I en M. Zij heeft hier ook al het een en ander over gezegd. Ik was even benieuwd hoe de heer Sjoerdsma daarnaar kijkt. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik heb dat gehoord en ik heb het verslag ook even gelezen. Zij heeft een aantal dingen toegezegd, maar wij hebben geen schriftelijke antwoorden hierover gekregen. Dit is een beetje een technische zaak. Er is een vergunning die is goedgekeurd door de minister van I en M. Morgen verloopt de goedkeuringsfase, dus vanaf morgen kan geen bezwaar meer worden gemaakt. Het gaat om 1.000 kilo uranium. De minister heeft gezegd dat wij dat waarschijnlijk niet gaan doen omdat er een foutje is gemaakt. Mij is echter nog niet duidelijk hoe dat wordt hersteld en of mijn zorgen daarmee worden weggenomen. Ik zal mijn drie grootste zorgen noemen. 1. Het mogelijk transport naar Rusland van materiaal waarmee wapens worden gemaakt, kan strijdig zijn met de sancties. 2. De opslag van dit materiaal is tegen de milieunormen. 3. Het transport van dit materiaal over het spoor brengt op dit moment grote risico's met zich. 

De voorzitter:

Gelet op artikel 66 word ik steeds ongeruster, want uw argumenten staan steeds minder in relatie tot het AO en zij worden steeds minder actueel. 

De heer Sjoerdsma (D66):

De actualiteit is natuurlijk dat er een … 

De voorzitter:

Ik begrijp uw argument, maar het is geen argument dat past bij artikel 66. Daarin staat dat een motie betrekking moet hebben op hetgeen is besproken. Professor Dijkgraaf. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Mijn opmerking staat los van de inhoud, want als iets urgent is, kun je een debat aanvragen en een motie indienen. Er is een precedent. Vorig jaar rond deze tijd deed zich namelijk hetzelfde voor, toen mevrouw Thieme een motie wilde indienen die helemaal geen betrekking had op het AO. Toen was de meerderheid daartegen. Ik vind dat de Kamer deze deur niet open moet zetten, want dan kunnen bij elk VAO alle mogelijke moties worden ingediend. Met alle respect voor de heer Sjoerdsma, maar ik ben daar zeer tegen. Ik snap het wel, maar als wij dit gaan doen, is het einde zoek. 

De voorzitter:

Er zijn veel meer precedenten dan het precedent dat u als voorbeeld noemt. 

De heer Smaling (SP):

Naar ik mij herinner, heeft minister Schultz vanmorgen gezegd dat de bezwaarprocedure tegen die vergunning nog loopt. Dat stelt de minister in staat om een en ander te repareren. Dat leek mij een waterdicht antwoord. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Vanmorgen vond inderdaad het VAO met de minister plaats. Dat was het moment om deze motie in te dienen. Ik snap het gevoelen bij de fractie van D66, maar ik ben het met de heer Dijkgraaf eens dat wij deze deur niet moeten openzetten. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik sluit mij daar gemakshalve bij aan. 

De voorzitter:

Het wordt nu echt een ordedebatje. Mevrouw Van Tongeren, ga uw gang. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik wilde even horen hoe het inhoudelijk zat en hoe superspoedeisend dit was. Volgens mij was het antwoord adequaat, alhoewel mijn hart er natuurlijk naar uitgaat dat wij geen uranium naar Rusland exporteren. 

Ik vind dat de voorzitter heel netjes heeft uitgelegd waarom dit in dit geval echt niet kan. Ik sluit mij dus aan bij de overige leden van de commissie. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Dijkgraaf. 

De voorzitter:

Prima. Voor de volledigheid geef ik het woord nog even aan de heer Smaling, want wat hij zei had betrekking op het antwoord van de minister. 

De heer Smaling (SP):

Ik ben niet geneigd om hierover heel moeilijk te doen. 

De voorzitter:

Dan doen we het als volgt: de heer Sjoerdsma draagt zijn motie voor en ik stel dan de vraag der vragen. Het zou echter zo kunnen zijn dat er onvoldoende handen omhooggaan. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Dat zal ik niet doen. Ik heb de collega's daarover gehoord. Dat lijkt me ook niet fair na de inbreng die ze net hebben gehad. 

De voorzitter:

Dat vind ik sportief. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Maar ik heb hier natuurlijk niet voor niets met spoed in de regeling om gevraagd. Ik hoop dat de voorzitter het mij toestaat om de vragen te stellen die mij het meest urgent lijken, zodat ik daar in ieder geval een antwoord op krijg. Ik meen dat dit volgens het Reglement van Orde ook mag. 

Waarom zijn de antwoorden op de vragen die mijn fractie heeft gesteld op dit terrein, en die met spoed beantwoord zouden moeten worden, nog niet beantwoord? Wanneer kunnen we die vragen wel beantwoord krijgen? Op welke manier gaat de staatssecretaris, en hopelijk via de staatssecretaris ook de minister, mijn zorgen wegnemen als het gaat om de export van het materiaal, het transport van het materiaal, de milieuopslag en de mogelijke consequenties als het gaat om het doorbreken van de sanctie van Rusland? Ik begrijp dat de minister vanochtend — ik heb dat zelf ook gehoord — een aantal dingen heeft gezegd, maar zolang dat niet op schrift is vastgelegd, gaat de bezwaarprocedure morgen verlopen. Ik dank de voorzitter en de collega's voor het feit dat ik in ieder geval deze vragen heb kunnen stellen. 

De voorzitter:

Ik wil wel even opmerken dat het de staatssecretaris vrijstaat om te zeggen: sorry, daar gaat dit VAO niet over, ik ben daar niet op voorbereid, of: ik kan daar om andere redenen geen antwoord op geven. Dat antwoord moet de minister echter zelf geven. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben zojuist een uitvoerig debat gehad over een aantal belangrijke onderwerpen, zoals retourpremies, de circulaire economie en het verbod op gratis plastic tasjes. Ik heb echter nog één verzoek over. Daartoe dien ik een motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Europese Commissie recent het EU-pakket circulaire economie heeft gepresenteerd; 

constaterende dat het EU-pakket circulaire economie onder andere over duurzaamheidsdoelstellingen voor verpakkingen gaat; 

overwegende dat duurzaamheidsdoelstellingen voor verpakkingen ambitieus genoeg moeten zijn; 

verzoekt de regering, een inventarisatie te maken van de verschillen tussen de Raamovereenkomst Verpakkingen en de doelstellingen op dit gebied in het EU-pakket circulaire economie, en de Kamer in het voorjaar van 2016 te informeren over de verschillen in ambities, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Cegerek en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 53 (33043). 

De voorzitter:

Mijnheer Klein. U hebt een halve minuut. 

De heer Klein (Klein):

Voorzitter. Ik heb het algemeen overleg helaas niet kunnen bijwonen, maar ik heb het wel kunnen volgen. Ik heb daarin één element gemist, vandaar dat ik de volgende motie indien. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het gebouwencomplex Binnenhof gerenoveerd zal worden; 

overwegende dat in de circulaire economie circulair bouwen belangrijk is; 

van mening dat door het toepassen van de principes van circulair bouwen bij de renovatie het Rijk een voorbeeld kan zijn; 

verzoekt de regering, onderzoek te doen naar de mogelijkheden om bij dit bouwproces zo veel mogelijk gebruik te maken van circulaire bouwmaterialen en -methoden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klein. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 54 (33043). 

De voorzitter:

De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik kom gelijk met de moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, 

  • -net als België, het lage btw-tarief ook te hanteren voor tweedehandskleding; 

  • -tijdens het EU-voorzitterschap een voorstel te doen voor de aanpassing van de btw-richtlijn, zodat voor alle tweedehandsproducten een laag btw- of nultarief mogelijk wordt en de lage btw voor reparaties voor meer productgroepen mogelijk wordt, zoals elektronica, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 55 (33043). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er al flesjes bestaan die zijn gemaakt van 100% gerecycled PET, maar de frisdrankenindustrie als hoogst haalbare doel streeft naar 37%; 

verzoekt de regering, met het bedrijfsleven afspraken te maken over het toepassen van minimaal 60% gerecycled plastic in nieuwe flessen per 1 januari 2017, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 56 (33043). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat bedrijven die elkaars afval willen gebruiken als grondstof dit nu vaak niet kunnen door belemmerende regelgeving; 

verzoekt de regering, met een voorstel te komen waarmee hindernissen in wet- en regelgeving om te komen tot een circulaire economie worden weggehaald, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 57 (33043). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het verduurzamingsplan van de cosmetica- en zeepsector geen doel bevat voor het minimaal te halen recyclingpercentage maar alleen een streven om meer te recyclen; 

constaterende dat er al shampooflessen worden verkocht bestaande uit 100% gerecycled kunststof; 

overwegende dat voor consumenten niet duidelijk is hoeveel gerecycled materiaal er in bijvoorbeeld shampooflessen zit; 

verzoekt de regering, samen met de cosmetica- en zeepsector een doelstelling overeen te komen voor het percentage van het gewicht van de kunststofverpakkingen dat ten minste zal bestaan uit gerecycled materiaal en afspraken te maken over het vermelden van het recyclepercentage op elke verpakking, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 58 (33043). 

De voorzitter:

Tot zover de elf moties. We wachten even totdat de staatssecretaris ze allemaal heeft bekeken. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Er zijn 11 moties ingediend. Daar ga ik graag namens het kabinet een reactie op geven. Tegen de heer Sjoerdsma zeg ik dat ik geen antwoord op zijn vraag kan geven. Hij overvalt mij ermee. Ik was er van tevoren niet van op de hoogte dat deze vraag zou worden gesteld. Ik ben blij dat de heer Sjoerdsma het vertrouwen heeft dat ik zomaar op vragen over vele onderwerpen antwoord kan geven, maar ook ik ken hierin echt mijn beperkingen. Gelet op het debat dat ik net heb gehoord, heb ik ook de indruk dat de minister zelf vanochtend de Kamer op dit onderwerp al van een antwoord heeft voorzien. Als de heer Sjoerdsma het zo belangrijk vindt — dat kan ik begrijpen — lijkt het me redelijk om te zeggen dat hij die vraag toen had kunnen stellen. 

De voorzitter:

Mijnheer Sjoerdsma, dat lijkt me een helder antwoord van de staatssecretaris. Daar hoeven we verder niet heel veel tijd aan te besteden, maar als u nog één korte opmerking wilt maken, is dat prima. Ga uw gang. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik begrijp dat de staatssecretaris er niet inhoudelijk op wil ingaan. Het kon echter vanochtend niet aan bod komen, omdat het ministerie de vragen nog niet had beantwoord. Daarom wil ik een procesvraag stellen. Kan deze staatssecretaris toezeggen dat mijn vragen schriftelijk worden beantwoord voor het einde van deze Kamerdag of dat er een kort briefje komt van de minister van I en M waarin zij aangeeft dat de vergunning zodanig wordt gewijzigd dat mijn drie hoofdzorgen worden weggenomen? Dan heb ik het over transport, sanctieovertreding en milieu. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat kan ik niet toezeggen. Ik meen uit het debat dat net heeft plaatsgevonden te kunnen opmaken dat een deel van de vragen wel degelijk vanochtend aan de orde is geweest. Ik kan geen toezeggingen doen die ik niet kan waarmaken. Dat doe ik dus nooit. 

Dan ga ik over tot mijn reactie op de motie op stuk nr. 48. Daarin wordt de regering verzocht om in de eerste fase van de invoering van het verbod op gratis plastic tassen terughoudend te handhaven. Ik heb in het debat al gezegd dat preventie van overtredingen de eerste stap is van de interventieladder van de inspectie. Dan gaat het over voorlichting en een waarschuwing. Pas bij structurele overtredingen is een vervolgstap aan de orde. In dat licht beschouw ik deze motie als ondersteuning van beleid en laat ik het oordeel aan de Kamer. 

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 49. Ik heb op zichzelf grote sympathie voor datgene wat hier bepleit wordt, maar ik kan de motie op deze manier niet aan het oordeel van de Kamer laten. Er zitten namelijk een aantal veronderstellingen in die volgens mij niet helemaal correct zijn. Dat heeft te maken met het feit dat er ook sprake is van Europese wetgeving waarop Nederland zijn meststoffenbeleid baseert. Deels gaat het dus om nationaal beleid, maar het gaat wel degelijk ook om Europese verplichtingen. Misschien mag ik het verzoek beschouwen als een extra aansporing. Die wil ik ook heel graag aanvaarden. Ik heb in het debat toegezegd dat ik op dit dossier graag samen wil optrekken met mijn collega van Economische Zaken. Misschien is de heer Dijkstra dan genegen om zijn motie aan te houden. Zoals gezegd, komen we in de brief over het kabinetsbrede programma voor de circulaire economie met een aparte paragraaf over fosfaat. Als het dan niet goed genoeg op orde is, kan de heer Dijkstra altijd een wellicht gewijzigde tekst ter aansporing indienen. Ik probeer het even. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

We praten al zo lang hierover. Dat was gisteren ook mijn frustratie toen we hierover spraken. We willen echt naar oplossingen om de export mogelijk te maken. Ik moet er even over nadenken en overleggen of ik de motie aanhoud. De staatssecretaris heeft de intentie in ieder geval wel begrepen. Ik denk dat we er later nog op terugkomen. 

Staatssecretaris Dijksma:

Die intentie hoeft u mij niet per motie op te dragen, want die deel ik van harte. Ik ben al overtuigd. 

De voorzitter:

De motie wordt dus vooralsnog niet ingetrokken. Dan wil ik toch even uw oordeel hebben, mevrouw de staatssecretaris. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dan ontraad ik de motie, omdat ik in de tekst een probleem zie. Dat geldt echter niet voor de intentie en de opdracht. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik kijk er nog even naar. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ik blijf precies, ook al gaan we op weg naar de kerst. 

De voorzitter:

Dat siert u. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 50 van mevrouw Van Tongeren, waarin de regering wordt verzocht om te onderzoeken welke producten het meest worden aangeboden voor reparatie bij repaircafés en de Kamer hierover te informeren. Dit is een motie die past bij ons beleid. Wij willen inderdaad op dit terrein ook stappen zetten. We voeren momenteel binnen de VANG-regeling een project uit om producten beter te benutten. Daar is de Stichting Natuur & Milieu ook bij betrokken. Dit onderzoek zou daar ook in passen. Ik wil deze motie derhalve aan het oordeel van de Kamer laten. 

Dat geldt ook voor het onderzoek dat gevraagd wordt in de motie op stuk nr. 51. Ik zal dit onderwerp inbrengen bij het Nutriënt Platform. Ik krijg uiteraard ook graag zijn advies en kom er dan op terug in het kabinetsbrede programma circulaire economie waarin, zoals gezegd, breed aandacht zal worden geschonken aan de fosfaatketen. Ik laat het oordeel over deze motie ook aan de Kamer. 

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 52. Daarmee heb ik feitelijk hetzelfde probleem. Ik ben het ermee eens dat uiteindelijk de kwaliteit van de grondstof veel bepalender moet zijn voor de wijze waarop je ermee omgaat, maar ook de herkomst is natuurlijk van belang. Mijn collega van Economische Zaken draagt echter de eerste verantwoordelijkheid voor de nitraatrichtlijn. Ik vind het gewoon niet fair om een motie van een oordeel te voorzien die in eerste instantie niet mijn verantwoordelijkheid betreft. Ik wil mevrouw Mulder om die procedurele reden verzoeken om de motie aan te houden. Wij hebben echt het een en ander voor met dit onderwerp, maar ik vind het niet fair om de staatssecretaris via de Kamer te vertellen dat hij weer een nieuwe klus heeft. Het is overigens wel mijn indruk dat hij bereid zal zijn om aan deze klus te werken. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

We hadden het er vanmiddag over. Daarom dacht ik: ik dien de motie gewoon in. Dat is in ieder geval niet met de verkeerde intentie gebeurd. Zou de staatssecretaris deze motie met haar collega willen bespreken? Dan houd ik de motie aan. Zij kan dan wellicht samen met haar collega op deze motie reageren. Dan kunnen we alsnog zien wat we ermee doen. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat gaat dan alleen niet meer vanavond lukken. Dat snapt u. Maar dat wil ik best doen. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dank voor deze toezegging. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Agnes Mulder stel ik voor, haar motie (33043, nr. 52) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 53, van de leden Cegerek en Van Veldhoven. We zijn met nieuwe recycledoelen aan de slag voor specifiek verpakkingen. We zullen het pakket van de Europese Commissie bestuderen. Daar zal in het nieuwe jaar ook een kabinetsreactie op komen. In het kader van de doelen voor verpakkingen zullen we een inventarisatie maken van de verschillen in ambities tussen de EU-doelen en de doelen van de RAAM-overeenkomst. Het resultaat zal in het voorjaar in de voortgangsrapportage van de RAAM-overeenkomst worden opgenomen en aan de Kamer worden gezonden. Als ik de motie zo mag interpreteren dat het om recycledoelstellingen gaat, dan kan ik de motie als ondersteuning van beleid zien. Daarmee laat ik de motie aan het oordeel van de Kamer. 

De motie van de heer Klein op stuk nr. 54 gaat over de renovatie van het Binnenhof. Het is echt minister Blok die hierbij de leiding heeft. Ik ontraad de motie dus om die procedurele reden. Dat doe ik niet omdat ik het een onverstandig voorstel vind, want ik kan me daar ook nog wel wat bij voorstellen. Maar zo'n motie moet echt worden ingediend in het debat dat daarvoor geschikt is. Volgens mij spreekt de Kamer ook met de minister over de eigen verbouwing. Dan moet de heer Klein het daarbij aan de orde stellen. Ik ontraad de motie dus om die procedurele reden. 

Voor de motie op stuk nr. 55 geldt hetzelfde. Dit is chefsache van de heer Wiebes. Dat betekent dat Financiën hier als eerste over gaat. Ik kan dus niet anders dan de motie om die procedurele reden ontraden. 

De voorzitter:

Mevrouw Dik wil hier nog een korte vraag over stellen. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik wilde de inhoud en niet het fiscale instrumentarium leidend laten zijn. Daarom heb ik de motie tijdens dit VAO ingediend. We hebben gewisseld dat we een brief krijgen van de staatssecretaris van Financiën. Ik wil de motie heel graag aanhouden, maar dan moet die brief van de staatssecretaris ook niet heel lang op zich laten wachten. Dat is even mijn dilemma. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat snap ik voorzitter, maar ik kan dat dilemma nu niet eigenhandig oplossen. Als ik het kon, zou ik het doen. Het is echt aan het ministerie van Financiën. Ik heb begrepen dat men daarover een toezegging heeft gedaan. Ik ga er dus vanuit dat die wordt nagekomen. Ik heb ze echter niet allemaal in de achterzak. 

De motie-Dik-Faber op stuk nr. 56 gaat over een afspraak om minimaal 60% recyclaat toe te passen in flessen. Wij hebben nu een doel vastgesteld. Dat is getoetst door een wetenschappelijke commissie. Ik ga daar op dit moment niet iets aan veranderen. Ik wil wel de ruimte nemen om later verder te kijken wat er nog meer kan, maar ik wil niet op deze manier een doelstelling vastleggen. Om die reden ontraad ik de motie op stuk nr. 56. 

De motie op stuk nr. 57 gaat over een voorstel om hindernissen in de wet- en regelgeving weg te nemen en het woord "afval" te vervangen door "grondstof". Ik ben van harte voor het voorstel om hindernissen weg te nemen. Dat deel van de motie zou ik graag willen overnemen. Het probleem is dat mevrouw Dik-Faber mij ook vraagt om nu een wetgevingstraject te starten waarbij ik overal een woord ga veranderen. Gelet op alles wat er nu moet gebeuren — en dat is best heel veel — vind ik dat dit nu geen prioriteit heeft. Om die reden moet ik de motie echt ontraden. Het is allemaal wetgevingswerk en dat kost heel veel inzet van de mensen die hier in de zaal in een bepaald vak zitten. Ik heb hen heel hard nodig voor een paar andere dingen, waarvan ik 100% zeker weet dat mevrouw Dik-Faber ook wil dat wij daarmee aan de slag gaan. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Na "weggehaald" zet ik een komma en de rest van de zin vervalt. Ik ben overtuigd door de staatssecretaris. Het gaat mij om het volgende. Bedrijf A levert grondstof aan bedrijf B, om die te benutten. Omdat het volgens de wet nog afval is, moet bedrijf B een soort afvalbedrijf zijn. Dat zijn echt belemmeringen waar bedrijven tegen aanlopen. Je mag niet zomaar afval op je terrein hebben, maar grondstof wellicht wel. Daarin zitten de knelpunten en ik hoop dat de staatssecretaris die wil wegnemen. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat wil ik graag, maar dan zetten we dus een punt achter het woord "weggehaald". Als de motie zo wordt gewijzigd, kan ik die gewijzigde motie alvast van het advies "oordeel Kamer" voorzien. 

De voorzitter:

Dan is de motie bij dezen aangepast. We zijn zo vrij om na het woord "weggehaald" geen punt te zetten maar een komma. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat is beter, voorzitter. U bent nog scherper dan ik. Baas boven baas. 

Dan kom ik op de motie-Dik-Faber op stuk nr. 58. De regering moet samen met de cosmetica- en zeepsector aan de slag om aan een percentage te gaan werken. Ook hiervoor geldt dat er afspraken zijn, getoetst door een toetsingscommissie. Er gaat nog wel een kwantificering plaatsvinden. Dat moet leiden tot een concreet doel, maar het is echt werk dat de toetsingscommissie moet doen. Om die reden ontraad ik de motie. 

Daarmee ben ik aan het einde gekomen van mijn inbreng. 

De heer Smaling (SP):

Tijdens het algemeen overleg heb ik gevraagd of de verbouwing van dit gebouw ook onder circulaire economie kon vallen. Ik heb daarop geen antwoord gekregen. Toen dacht ik "dan dien ik een motie in", maar dat ben ik ook weer vergeten. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat heeft de heer Klein zojuist gedaan. Ik heb hem vrolijk, maar toch wel beslist, naar de heer Blok doorverwezen. 

De heer Smaling (SP):

Ja, maar dat ging meer in algemene zin om bouwmaterialen. Het gaat mij om het Tweede Kamergebouw. 

Staatssecretaris Dijksma:

Nee, ik moet u verbeteren. De motie-Klein op stuk nr. 54 gaat echt over het Binnenhof. Die motie heb ik zojuist ontraden, om procedurele redenen. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik houd mijn motie op stuk nr. 55 aan. Ik vraag dan wel via de binnenlijnen wanneer de brief over de btw komt. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Dik-Faber stel ik voor, haar motie (33043, nr. 55) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Wij danken de staatssecretaris voor de vele uurtjes die zij weer in dit mooie gebouw heeft doorgebracht en wensen haar een prettig reces toe. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven