18 TSN/Toekomst thuiszorg

Aan de orde is het VAO TSN/Toekomst thuiszorg (AO d.d. 17/12). 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Wij hebben vanochtend gedebatteerd over het dreigende faillissement van TSN. Daarin zijn een aantal dingen aan de orde gekomen, waarover ik twee moties wil indienen. De eerste motie gaat over de salarisuitbetaling in december. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, een inspanningsverplichting te leveren zodat thuiszorgmedewerkers in dienst bij TSN voor de kerst 2015 het salaris ontvangen, en de Kamer hierover uiterlijk 23 december 2015 te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Siderius, Otwin van Dijk en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 123 (23235). 

Mevrouw Siderius (SP):

Wij hebben ook gediscussieerd over het zogenaamde noodfonds, dat wel of niet in het akkoord zit. Het is heel erg belangrijk dat die 60 miljoen beschikbaar blijft voor de acute problemen bij thuiszorgorganisaties die worden bedreigd met faillissement. Daarom de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat in het gesloten zorgakkoord met gemeenten en vakbonden de gemeenten de ruimte hebben gekregen om lokaal en regionaal afspraken te maken daar waar acute problematiek is en deze leidt tot risico's voor de continuïteit van ondersteuning en de relatie hulpverlener-cliënt die deze continuïteit ten goede komt; 

verzoekt de regering, te garanderen dat de beschikbare 60 miljoen voor deze acute problematiek beschikbaar komt en alleen ingezet wordt voor behoud van de huidige arbeidsvoorwaarden van het personeel en voor behoud van de relatie hulpverlener-cliënt bij thuiszorgorganisaties die met faillissement worden bedreigd, en de Kamer te informeren op welke wijze dit geborgd gaat worden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Siderius en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 124 (23235). 

Mevrouw Siderius (SP):

Ik nodig de fractie van de Partij van de Arbeid van harte uit om nog eens even goed naar deze motie te kijken. Wij staan zeker open voor suggesties, want het is ons een lief ding waard als wij de Partij van de Arbeid mee zouden kunnen krijgen. 

De motie van de Partij van de Arbeid en de SP over het behoud van arbeidsvoorwaarden en dezelfde thuiszorgmedewerker bij cliënten is vorige week aangenomen. De SP zal de staatssecretaris nauwgezet volgen en goed bekijken waar hij in januari mee komt. De SP zal niet rusten voordat deze twee eisen zijn ingewilligd. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien één motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Code verantwoordelijk marktgedrag thuisondersteuning zorgt voor de juiste zorg voor cliënten en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden voor thuiszorgmedewerkers; 

constaterende dat de AMvB die op deze code is gebaseerd pas in 2017 in werking zal treden; 

verzoekt de regering om samen met de VNG te komen tot afspraken om te realiseren dat de Code verantwoordelijk marktgedrag thuisondersteuning zo snel mogelijk wordt ondertekend en nageleefd door alle gemeenten, en de Kamer hier voor de zomer van 2016 over te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman, Otwin van Dijk, Siderius en Krol. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 125 (23235). 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij hebben het vanochtend ook gehad over het belang dat wij iets doen aan die vicieuze cirkel van rijksbezuinigingen die ertoe leiden dat gemeentes voor een laag tarief inkopen, waardoor thuiszorgaanbieders gaan drukken op de arbeidsvoorwaarden. Het is heel belangrijk dat wij iets doen aan die race to the bottom. Wij moeten er echt voor zorgen dat de kwaliteit van de zorg thuis verbetert. Want bezuinigingen op de zorg thuis is wel het domste dat je kunt doen als je wilt dat mensen juist langer thuis willen wonen. 

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Ik was vanochtend aangenaam verrast door de instelling van de staatssecretaris en de toezeggingen die hij deed. Eén toezegging heb ik niet gehoord, maar misschien doet hij die straks alsnog. Dan zal ik de motie meteen weer intrekken. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat in het akkoord met VNG, FNV en CNV speciale aandacht bestaat voor 45-plussers in de zorg die werkloos raken; 

constaterende dat zowel het UWV als een project- en begeleidingsorganisatie hiervoor worden ingezet; 

verzoekt de regering, bij de nadere uitwerking van het plan van aanpak in te zetten op een maatwerkregeling, waarbij begeleiding naar werk binnen én buiten de sector mogelijk is; 

verzoekt de regering voorts, de uitwerking van dit plan op te pakken in samenwerking met de minister van SZW en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Krol. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 126 (23235). 

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Voorzitter. De VVD vindt dat we als politiek moeten voorkomen dat we verwachtingen wekken die we niet kunnen nakomen, zoals de gedachte dat de rekening door de overheid wordt opgepikt, als een private instelling door mismanagement in de problemen is geraakt. We zijn voorstander van de intensieve pogingen die de staatssecretaris onderneemt om de continuïteit van zorg te behouden voor cliënten en tegelijkertijd mensen van werk naar werk te helpen, maar we zijn tegen moties waarin wordt gesteld dat we banen garanderen. Daar gaat de staatssecretaris namelijk niet over. Dat is tussen gemeenten en zorgaanbieders. De VVD hecht zeer aan deze beleidsvrijheid van gemeenten en dient daarom de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat gemeenten nu beleidsvrijheid hebben om de thuishulp op maat te organiseren; 

overwegende dat vele gemeenten, zoals Tilburg, naar tevredenheid van zowel cliënten als hulpen, decennialang werken met een combinatie van hulpen in loondienst van een thuiszorgorganisatie en alfahulpen, zonder dat hier sprake is van gedwongen ontslagen of schijnconstructies; 

overwegende dat met handhaving schijnconstructies actief kunnen worden bestreden; 

roept het kabinet op, de contractvrijheid van gemeenten te borgen, zodat zij kunnen continueren met het organiseren van hulp voor cliënten waaronder de alfahulp, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Schut-Welkzijn. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 127 (23235). 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Van het zorgakkoord voor thuisondersteuning dat op 4 december 2015 met veel elan gepresenteerd werd, is nu duidelijk geworden dat dit een zorgakkoord voor 2017 en verder is. Er wordt nog niets geregeld voor 2015 en 2016. Dat is jammer. In april stelde ik de Kamer al voor om te kijken hoe het staat met de afspraken over tarieven die gemeenten maken met zorginstellingen. Daaraan kun je namelijk afmeten of er sprake is van een race to the bottom. Te lage tarieven zijn ook een oorzaak van alle faillissementen die we de afgelopen tijd gezien hebben. Als er niets verandert, zullen we ook de komende tijd nog faillissementen zien. Het is immers simpel: als je minder geld krijgt voor de zorg die je levert, ga je uiteindelijk failliet. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat in het eerste kwartaal van 2016 de AMvB naar de Tweede Kamer wordt gestuurd waarin de Code verantwoordelijk marktgedrag thuisondersteuning wordt opgenomen; 

overwegende dat dit de huidige problemen aangaande de tariefstelling van de hulp bij het huishouden niet oplost; 

overwegende dat de staatssecretaris systeemverantwoordelijk is en 2016 niet als een verloren jaar moet worden beschouwd; 

overwegende dat de wet (Wmo 2015) nu al instrumenten aan de staatsecretaris geeft, zoals artikel 2.6.6 waarin staat dat tariefstelling moet passen bij de verlangde kwaliteit en de daarbij behorende arbeidsvoorwaarden en de aanwijzingsbevoegdheid; 

verzoekt de regering, deze instrumenten vanaf vandaag in te zetten en de Kamer bij de eerstvolgende voortgangsrapportage daarover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Keijzer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 128 (23235). 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg ontstond in ieder geval bij mij wat onduidelijkheid over de vraag of die Algemene Maatregel van Bestuur ook gaat gelden voor maatschappelijke ondersteuning via algemene voorzieningen. Uit de brief werd niet helemaal duidelijk hoe het precies zit en ik zou het heel fijn vinden als de staatssecretaris hier nog een keertje vertelt hoe het echt zit. Ik ben straks natuurlijk helemaal blij als hij gaat zeggen dat die AMvB ook voor de algemene voorzieningen zal gelden. 

De voorzitter:

Ik wacht even totdat alle moties zijn gekopieerd en rondgedeeld. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Van Rijn:

Voorzitter. Ik begin met de motie op stuk nr. 123. In het debat hebben we uitgebreid van gedachten gewisseld over het feit dat ik de nodige inspanningen verricht om juist wat er in de motie wordt gevraagd, te realiseren. Ik heb de gemeenten verzocht om rekeningen zo snel als maar enigszins mogelijk is te betalen, zodat er over de maand december geen liquiditeitstekort ontstaat, dat op zichzelf al aanleiding zou zijn om tot ongewenste acties te komen. Ik weet echt niet wat ik nog kan toevoegen aan wat ik in het debat heb gezegd. Ik heb daar uitgebreid aangegeven wat ik gedaan heb en aan het doen ben en dan krijg ik vervolgens een motie aan mijn broek waarin staat dat ik dat moet gaan doen. Ja, dat wil ik doen, dat ben ik aan het doen en dat zal ik blijven doen. Laat ik over de motie maar zeggen dat zij ondersteuning van beleid is en dat ik het oordeel over de motie aan de Kamer laat. 

In de motie op stuk nr. 124 wordt de regering gevraagd, te garanderen dat de beschikbare 60 miljoen voor de acute problematiek beschikbaar komt en alleen ingezet wordt voor behoud van de huidige arbeidsvoorwaarden van het personeel en het behoud van de relatie hulpverlener-cliënt. Dat gaat een slagje te ver. De gemeenten hebben de beschikking over die middelen. Ik heb verder al gezegd dat de gemeenten alle ruimte hebben omdat er geen randvoorwaarden zijn gesteld. Dat betekent dat die middelen ook kunnen worden ingezet voor transitieproblemen of acute problemen. Dat is dus al geregeld. Ik ga niet op de stoel van de gemeenten zitten door als regering te garanderen dat zij dat gaan doen. Ik heb gezegd dat wij regie gaan voeren en dat wij, als dit soort vragen aan de orde zij, samen met de gemeenten zullen bekijken hoe daarop antwoord gegeven moet worden. Over de doelen zijn wij het eens: behoud van de zorg die nodig is en goede arbeidsvoorwaarden voor fatsoenlijk werk. Daarom ontraad ik deze motie. 

Mevrouw Siderius (SP):

Dit is dan weer jammer. De ene motie is ondersteuning van beleid, maar de andere gaat dan altijd weer een stapje te ver! Het is nooit precies goed! 

Staatssecretaris Van Rijn:

Dan moet u goede moties indienen, hè! 

Mevrouw Siderius (SP):

Dit is een fantastische motie! 

Het probleem zit natuurlijk in het feit dat de staatssecretaris die 60 miljoen gewoon gaat overmaken naar gemeenten. Ze kunnen uiteindelijk zelf beslissen wat ze daarmee gaan doen, omdat het geld helemaal niet geoormerkt is. In het gesloten akkoord staat dat er geld beschikbaar is voor de acute problematiek. Dat is juist die 60 miljoen. Dit geld moet toch op een of andere manier geoormerkt worden. Van alleen al het woord "geoormerkt" beginnen sommige mensen ook te hyperventileren, maar in ieder geval moet het geld apart worden gezet om specifiek voor deze acute problematiek te worden ingezet. Als de staatssecretaris deze motie ontraadt, hoe gaat hij dan garanderen dat die 60 miljoen daadwerkelijk terechtkomt bij die thuiszorgorganisaties die met faillissement worden bedreigd? 

Staatssecretaris Van Rijn:

In de laatste zin hoor ik opeens de vraag hoe de regering gaat borgen dat de 60 miljoen wordt gereserveerd voor instellingen die met faillissement worden bedreigd! Ik dacht dat wij in het debat hadden uitgewisseld dat dat nou juist niet aan de orde is. Wij hebben twee belangrijke doelstellingen, namelijk zorgcontinuïteit voor mensen die zorg nodig hebben en ervoor zorgen dat werk gegarandeerd kan worden met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Daar zijn wij het over eens, maar wij gaan geen apart potje maken voor instellingen die failliet dreigen te gaan. Dat zou ook strijdig zijn met het beleid dat gevoerd wordt. Ik blijf bij mijn oordeel. 

In de motie op stuk nr. 125 wordt mij gevraagd om samen met de VNG te komen tot afspraken om te realiseren dat de code voor verantwoord marktgedrag zo snel mogelijk wordt ondertekend, zodat ook in 2016 al zo veel mogelijk gehandeld wordt conform de code. De VNG is medeondertekenaar van de code en van de afspraken van 4 december. Ik ga er dus van uit dat gemeenten de code ook ondersteunen, evenals de uitgangspunten die daarbij gehanteerd worden. Als ik de motie zo mag interpreteren dat ik samen met de VNG zo veel mogelijk bevorder dat gemeenten die code gaan onderschrijven en ondertekenen, laat ik het oordeel hierover aan de Kamer. 

In de motie op stuk nr. 126 wordt mij gevraagd om de uitwerking van dit plan op te pakken in samenwerking met de minister van Sociale Zaken en de Kamer hierover te informeren. Ik dacht dat ik de heer Krol hoorde zeggen dat hij zou willen overwegen om de motie in te trekken als ik op dit punt nog een bevestiging deed. Ik wil bij dezen die bevestiging doen. De inzet van sectormiddelen voor 45-plussers zal in nauwe samenspraak met de minister van Sociale Zaken plaatsvinden. 

Ik begrijp de motie op stuk nr. 127, maar die gaat me op één punt iets te ver. Ook onder de nieuwe regelgeving wil het kabinet inderdaad borgen dat gemeenten voldoende contractvrijheid hebben. Dat heb ik in het debat ook gezegd. De toevoeging van de motie "zodat zij kunnen continueren met het organiseren van hulp voor cliënten waaronder de alfahulp" is wat mij betreft iets te algemeen, want wij hebben juist afspraken gemaakt over die alfahulpconstructies die tot een race to the bottom gaan leiden. Ik wil mevrouw Schut een voorstel doen. In het debat heb ik haar toegezegd dat wij bij de uitwerking van deze afspraken in wetgeving ook de bestaande casussen waarover kennelijk iedereen tevreden is, zullen betrekken, zodat wij die in de uitwerking niet onnodig voor de voeten gaan lopen. Ik kan mij voorstellen dat de indienster bereid is om te overwegen om deze motie aan te houden totdat ik met die uitwerking kom, zodat wij kunnen bekijken of dit aan haar wens tegemoet zou kunnen komen. 

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Begrijp ik de staatssecretaris zo dat hij zegt: het doel van de wetgeving die ik maak, is het tegengaan van schijnconstructies, maar gemeenten houden de vrijheid om contracten te sluiten, rekening houden met vraag en aanbod binnen hun gemeente? Als dat zo is, houd ik de motie inderdaad aan. 

Staatssecretaris Van Rijn:

Zeker, rekening houdend met vraag en aanbod binnen een gemeente. Maar we hebben niet voor niets ook een afspraak gemaakt over de alfahulpen, omdat we constateerden dat dit in de praktijk kan leiden tot een race to the bottom. Daar zijn wij het over eens. Als mevrouw Schut om die reden kan zeggen dat wij kennelijk gemeenschappelijke doelen hebben, maar dat de uitwerking potentieel vragen oproept, begrijp ik dat goed, maar die kunnen we misschien bij de uitwerking dan bekijken. 

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Met deze notie zal ik de motie nu aanhouden. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Schut-Welkzijn stel ik voor, haar motie (23235, nr. 127) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Van Rijn:

In de motie op stuk nr. 128 vraagt mevrouw Keijzer de instrumenten vanaf vandaag in te zetten en de Kamer daarover te rapporteren. Er komen nieuwe instrumenten aan, waar ik de gemeenten natuurlijk aan ga houden, zoals bij de wetgeving nu. Er staan ook waarborgen in de Wmo en als gemeenten zich daar niet aan houden, worden ze daarop door mij aangesproken. Er komt nieuwe regelgeving, dat wil zeggen een Algemene Maatregel van Bestuur en wetgeving. Als gemeenten zich daar niet aan houden, worden ze daarop aangesproken. Ik kan ze niet aanspreken op de dingen die er nog niet zijn, maar wel heb ik in reactie op de motie van mevrouw Voortman gezegd dat daar waar we nu al kunnen werken conform datgene wat we willen, we dat zeker zullen bevorderen. We kunnen gemeenten echter niet aanspreken op instrumenten die er nog niet zijn. Om die reden zou ik deze motie ook willen ontraden. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Diepe zucht. Deze motie gaat niet over de instrumenten die er nog niet zijn, maar over de instrumenten die er nu al zijn. Ik heb zelfs op de "u" een accent circonflexe gezet om aan te geven dat het nu al kan. Waarom zegt de staatssecretaris dat hij dit niet kan doen? Hij kan dat hartstikke goed doen! Dan doet hij namelijk ook echt iets aan die race to the bottom en goede arbeidsvoorwaarden. 

Staatssecretaris Van Rijn:

Het is van tweeën één. Als gemeenten zich niet aan de huidige wettelijke voorwaarden houden, interveniëren we nu al. Sterker nog, dat gebeurt al. Ik verwijs in dit verband naar mijn brief op dat punt die ik naar aanleiding van de jurisprudentie naar de wethouders heb gestuurd. Ik verwijs ook naar mijn specifieke interventie in een aantal gemeenten, waar dit tot aanpassingen van de ordening leidt. Als het tot nieuwe regelgeving komt, zullen we precies dezelfde redenering volgen. We hebben in het debat gesproken over het specifieke punt van het tarief. Daar heb ik geprobeerd aan te tonen dat het tarief als zodanig niets zegt over de vraag of gemeenten zich aan de voorwaarden houden. De voorwaarden eisen dat zodanige tarieven moeten worden vastgesteld dat cao-lonen kunnen worden betaald. In dat tarief zitten nog veel meer dingen, dus je kunt niet specifiek een tarief pakken en dan zeggen wat goed en wat fout is. Zo werkt het nu eenmaal niet. 

Mevrouw Keijzer heeft gevraagd of het pakket nu geldt voor de algemene voorzieningen. Ja, dat is het geval, evenals de AMvB. Ik denk dat de verwarring is ontstaan over de vraag of er bij de algemene voorzieningen sprake moet zijn van informed consent bij alfahulpen. Dat is nu niet geregeld. Daar richt de brief zich op, omdat we nu juist dit soort alfahulpconstructies bij de algemene voorzieningen gaan verbieden. Dat is overigens met de kanttekeningen die mevrouw Schut daarbij heeft gemaakt. Dus ja, het pakket geldt ook voor de algemene voorzieningen. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen wij vanavond stemmen. 

Naar boven